BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 2 maart 2023 worden goedgekeurd.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 2 maart 2023 wordt goedgekeurd.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de geactualiseerde versie van het Algemeen Nood - en InterventiePlan (ANIP) van de gemeente Roosdaal goed.
Artikel 2. - De Gouverneur zal op de hoogte gebracht worden van deze goedkeuring.
Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Emma Van der Maelen Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Linda Van den Eede Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Linda Van den Eede Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Jo Timmermans Dirk Evenepoel Jan Van Den Bosch Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Linda Van Huylenbroeck An Van den Spiegel Tom De Koster Linda Van den Eede Johan Van Lierde Christiane Bert Johan Linthout Koen Muyldermans Rudy Bracquez Wendy Godaert Marc Devits Annick Borloo Jean Timmermans Eline De Vos Peggy Bulterijs aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
16 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
5 onthoudingen: Annick Borloo (Onafhankelijk), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
Artikel 1. - De gemeenteraad heft de deontologische code, goedgekeurd op de gemeenteraadszitting van 31 januari 2019, op.
Artikel 2. - De gemeenteraad keurt de volgende deontologische code voor de lokale mandatarissen goed:
***
Toepassingsgebied
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
de voorzitter van de gemeenteraad
de gemeenteraadsleden,
de burgemeester,
de schepenen.
Voor het OCMW worden hieronder begrepen:
de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,
de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,
de voorzitter van het vast bureau,
de leden van het vast bureau,
de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst,
de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Toelichting
De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:
1. De gemeenteraad wordt rechtstreeks verkozen en is het belangrijkste bestuursorgaan van de gemeente. Wie de eed aflegt als gemeenteraadslid is (behalve in de zes randgemeenten en Voeren) ook lid van de OCMW-raad.
De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code.
Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt.
2. Soms volstaat het niet dat lokale mandatarissen zich bij een belang onthouden van de bespreking en stemming van een punt. In die gevallen verbiedt de decreetgever lokale mandatarissen zelfs expliciet om bepaalde functies uit te oefenen, rollen te vervullen of (rechts)handelingen uit te voeren. Zie artikelen 6 en 7 van deze code.
Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:
1. Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.
2. Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.
3. Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
● Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4
● Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8
● Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
● Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10
● Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3
Artikel 8
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Artikel 9
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.
Artikel 10
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
Corruptie en de schijn ervan
Artikel 11
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Toelichting
Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken.
Artikel 12
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
● Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245
Het aannemen van geschenken
Toelichting
Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf.
Artikel 13
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
● De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
● Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
● Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Artikel 14
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente/het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke/OCMW bestemming.
Artikel 15
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten
Toelichting
Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan.
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
● De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 17
Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Toelichting
Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden.
Artikel 18
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
● De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …).
● De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Toelichting
Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden.
Artikel 19
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente/het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 20
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Toelichting
Lokale mandatarissen krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en middelen van de lokale besturen. Daarnaast kan de gemeente/het OCMW (binnen het door de Vlaamse regering bepaalde kader) onkosten van lokale mandatarissen vergoeden. Terugbetaling daarvan geschiedt enkel wanneer volgende aan alle volgende voorwaarden voldaan is:
● De kosten houden verband met de uitoefening van het mandaat.
● De kosten zijn noodzakelijk.
● De kosten zijn bewezen.
● Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
Artikel 21
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 22
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38
Omgaan met informatie
Artikel 23
De gemeenteraad/ De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Toelichting
Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.
Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur).
De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht.
De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college/ Het vast bureau verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college/het vast bureau inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat.
Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie.
Artikel 24
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 25
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/ het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Toelichting
Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden.
Artikel 26
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
● Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
● Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
● Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28
Toelichting
De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur.
Artikel 27
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Toelichting
Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.
● Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2
Artikel 28
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 29
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 30
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.
Toelichting
Elk raadslid, elk lid van het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.
Artikel 31
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college/het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 32
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 33
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Naleving en handhaving van de deontologische code
Artikel 34
De gemeenteraad /raad voor maatschappelijk welzijn richt een deontologische commissie op.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn die toegevoegd wordt als voorzitter is van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Artikel 35
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De leden van de commissie werken volgens volgende principes:
● De handhaving is onpartijdig.
● Men is terughoudend met publiciteit.
● Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.
Artikel 36
● De commissie is bevoegd voor:
● Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.
● Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.
● …
Artikel 37
De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
● het voorkomen van mogelijke schendingen
● het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
● het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
● het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 38
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 39
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Het signaleren van vermoedens van schendingen
Artikel 40
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij dit aankaarten bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).
Al dan niet na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen), wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 41
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad /de raad voor maatschappelijk welzijn.
Evalueren van de deontologische code
Artikel 42
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
hoofdstuk 1: Enkele algemene bepalingen
Artikel 1.1
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 1.2
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 1.3
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 1.4
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 1.5
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
hoofdstuk 2: Informatiebemiddeling
Artikel 2.1
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 2.2
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Artikel 2.3
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 2.4
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
hoofdstuk 3: Administratieve begeleiding en ondersteuning
Artikel 3.1
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 3.2
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 3.3
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
hoofdstuk 4: Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Bespoedigingstussenkomsten
Artikel 4.1
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Begunstigingstussenkomsten
Artikel 4.2
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 4.3
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 4.4
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 4.5
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 4.6
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
● louter informatieve vragen van algemene of technische aard
● vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten
Bijlage: wetteksten
● Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)
§ 1. Het is voor een raadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
§ 4. Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.
● Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten, artikel 8
§ 1. Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.
§ 2. Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:
1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.
De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.
§ 3. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.
● Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596
Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:
Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;
Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;
Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;
Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.
● Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)
De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.
Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.
Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.
De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.
Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.
● Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)
Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.
Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.
Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.
● Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)
§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
● Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245
Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.
● Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris, artikel 35 §1
Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.
De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.
● Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
(…)
● Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458
Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.
● Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4
§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.
● Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28
§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.
§ 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.
● Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2
§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.
Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.
***
Artikel 3. - Aan ieder lid van de gemeenteraad wordt een digitale kopie bezorgd van de deontologische code voor mandatarissen.
Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Emma Van der Maelen Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Marc Devits Jo Timmermans Eline De Vos Peggy Bulterijs Wendy Godaert Koen Muyldermans Kristof Cooreman Johan Van Lierde Jan Van Den Bosch Linda Van Huylenbroeck An Van den Spiegel Tom De Koster Wim Goossens Jean Timmermans Emmanuel de Béthune Christiane Bert Dirk Evenepoel Rudy Bracquez Johan Linthout Annick Borloo aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
19 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
1 onthouding: Annick Borloo (Onafhankelijk).
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het eindrapport 'Ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal' goed.
Artikel 2. - Het eindrapport 'Ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal' maakt integraal deel uit van dit besluit.
Artikel 3. - Het eindrapport 'Ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal' werd gepubliceerd op de gemeentelijke website.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Het voorstel opgenomen in de omgevingsaanvraag OMV_2021187648 door Iggino Stuyck (namens Aquafin NV), voor de nieuwe voorgestelde rooilijn in de Bundermeersweg, met variërende rooilijnbreedtes zoals aangegeven op de plannen, wordt goedgekeurd.
Artikel 2. - De grond binnen de rooilijn wordt opgenomen in het openbaar domein.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Artikel 2. - Algemeen
De gemeente Roosdaal verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De gemeente Roosdaal doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De gemeente Roosdaal stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 30 maart 2023 wordt ten voordele van gemeente Roosdaal een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Artikel 3. - Verschuldigde
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4. - Bedrag
Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag | Retributiebedrag |
Vastgoeddossier | 125 EUR |
Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:
● (i) De percelen aangrenzend zijn
● (ii) De percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen
● (iii) Er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) geregistreerd is (zijn)
De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Artikel 5. - Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Artikel 6. - Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de gemeente Roosdaal voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
§4. De gemeente Roosdaal bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Roosdaal verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Roosdaal bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De gemeente Roosdaal doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente Roosdaal, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.
Artikel 7. - Ondertekening
De vastgoeddossiers die de gemeente Roosdaal via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 8. - Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement treedt vanaf 1 mei 2023 in werking en vervangt alle retributie- en belastingreglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Artikel 9. - Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Emma Van der Maelen Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Jan Van Den Bosch Wendy Godaert An Van den Spiegel Jean Timmermans Peggy Bulterijs Johan Van Lierde Christiane Bert Johan Linthout Tom De Koster Wim Goossens Dirk Evenepoel Jo Timmermans Rudy Bracquez Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans Jan Van Den Bosch Kristof Cooreman Eline De Vos Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Wendy Godaert Marc Devits aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
6 onthoudingen: Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
Artikel 1. - De plannen, het bestek en de totale raming van 5.867.003,04 euro (exclusief 21% BTW) voor het wegenis- en rioleringsproject Hunselstraat (22.779): uitvoering van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel opgemaakt door studiebureau Jonckheere, wordt goedgekeurd.
Artikel 2. - De volgende instanties worden van deze beslissing in kennis gesteld:
● Aquafin nv – afdeling RioPact-Aquafin - Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar;
● De Watergroep – afdeling RioPact-Aquafin – H. Hooverplein 23 te 3000 Leuven;
● Fluvius - afdeling studies en aanleg - Industrielaan 2 te 9320 Erembodegem;
● Gemeente Lennik - afdeling openbare werken - Markt 18 te 1750 Lennik;
● De ontwerper, Studiebureau Jonckheere, Koningin Astridlaan 134/5, 8200 Brugge.
Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Emma Van der Maelen Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Koen Muyldermans Christiane Bert Marc Devits Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Annick Borloo Jo Timmermans Jean Timmermans Peggy Bulterijs Eline De Vos Rudy Bracquez An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Johan Linthout Jean Timmermans Johan Van Lierde Christiane Bert Linda Van Huylenbroeck Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Jo Timmermans Dirk Evenepoel An Van den Spiegel Jan Van Den Bosch Marc Devits Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans Kristof Cooreman Wim Goossens Tom De Koster Eline De Vos Annick Borloo Wendy Godaert aantal voorstanders: 18 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
18 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
2 onthoudingen: Wendy Godaert (N-VA) en Annick Borloo (Onafhankelijk).
Artikel 1. - De plannen, het bestek en de totale raming van 3.642.877,43 euro (exclusief 21% BTW) voor het wegenis- en rioleringsproject 'Afkoppeling Ramerstraat - aansluiting Bundermeersweg' opgemaakt door S.Bilt bvba, wordt goedgekeurd.
Artikel 2. - De volgende instanties worden van deze beslissing in kennis gesteld:
● Aquafin nv – afdeling RioPact-Aquafin - Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar;
● De Watergroep – afdeling RioPact-Aquafin – H. Hooverplein 23 te 3000 Leuven;
● De ontwerper, S.Bilt bvba, Antwerpsesteenweg 45 te 2830 Willebroek.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de hiernavolgende overeenkomst tussen gemeente
Roosdaal en de Provenciale Ontwikkelingsmaatschappij Vlaams-Brabant voor de realisatie van een lokaal bedrijventerrein binnen het RUP Belle Alliance.
------------
Artikel 1. Voorafgaandelijke verklaringen
hierna genoemd ‘het Project’
hierna genoemd ‘de projectonderdelen’
Artikel 2.
Nadien hernemen partijen hun vrijheid, onverminderd hun recht om zich ten aanzien van elkaar op huidige overeenkomst te beroepen ingeval zij aansprakelijk zouden worden gesteld wegens het realiseren van het Project.
Artikel 3. Omschrijving opdrachten
Partijen verbinden zich tot de volgende verbintenissen:
1.a. het onroerend goed ter vrije beschikking te stellen met het oog op de realisatie en constructie van het Project in al zijn onderdelen en zodoende een recht van opstal om niet te verlenen aan POM voor een duur van 5 jaar en – onder voorbehoud van de principes van deze overeenkomst, een verzaking van het vermoeden van recht van natrekking met betrekking tot het onroerend goed zoals opgenomen in artikel 3.64 van het nieuw Burgerlijk Wetboek.
Bovendien zal de gemeente Roosdaal zich niet verzetten met de overdracht van de opstalrechten in hoofde van POM aan een derde (nl. de Aannemer), die zal instaan voor de infrastructuurwerken ter uitvoering van het Project.
1.b. haar rechten in/op het onroerend goed over te dragen naargelang en naar aanleiding van de commercialisatie van het project, en daartoe een onderhandse en/of notariële volmacht te verlenen aan POM opdat in naam en voor rekening van de grondeigenaar kan overgegaan worden tot de onderhandse of notariële verkoop van de uitgeruste grondaandelen (cf. Projectonderdelen), zonder dat de onderhandse/notariële verkoop de bepalingen uit deze overeenkomst schendt.
1.c. de opstalovereenkomst met de grondeigenaar op te stellen en notarieel te laten verlijden;
1.d. in te staan voor het operationeel management van het Project;
1.e. eventuele vooronderzoeken in het kader van het Project uit te voeren;
1.f. een inrichtingsplan inzake het Project op te maken i.s.m. gemeente Roosdaal;
1.g. een beheersplan met betrekking tot het Project op te maken i.s.m. gemeente Roosdaal;
1.h. vestigingsvoorwaarden te ontwerpen i.s.m. gemeente Roosdaal;
1.i. de communicatie te begeleiden in de technische aspecten van het Project.
1.j. in te staan voor de administratieve opvolging van het Project.
Meer bepaald zal het zogenaamde penvoerderschap, worden waargenomen door POM. POM zal instaan voor de administratieve en financiële opvolging van het Project en de administratieve relaties met derden. Dit mandaat van penvoerder omvat inzonderheid:
○ de briefwisseling en alle rapporten zowel van technische en administratieve als van economische aard ten behoeve van het Project;
○ het verzorgen van de communicatie en het stimuleren van de samenwerking tussen de Partijen;
○ het administratief beheer dat bestaat uit:
■ een gepaste projectboekhouding van het Project;
■ het bijhouden van de afrekeningen opgesteld in verband met de realisatie van het Project;
■ de inning der betalingen en hun verdeling;
■ het beheer van de fondsen die haar ter beschikking worden gesteld;
■ het vestigen van zekerheden en algemene waarborgen;
■ nauwgezet alle ten behoeve van en in het kader van het Project gemaakte kosten en ontvangen inkomsten inclusief eventuele btw te noteren, op overzichtelijke wijze, op een informatiedrager en te allen tijde ter beschikking te stellen van de andere Partij, derwijze dat zowel tijdens als op het einde van het Project de exacte meerwaarden kunnen worden bepaald.
1.k. in te staan voor de coördinatie van het project, dit impliceert:
○ het uitwerken en updaten van een cashflowplanning voor het Project;
○ de bepaling van de verkoopprijzen alsook de verdeling tussen grondaandeel en infrastructuurprijs, en dit in overleg met de andere Partij;
○ de begeleiding en opvolging van de verkoop van de projectonderdelen van het Project in al haar facetten: het aanstellen van een eventuele makelaar, het voeren van publiciteit en promotie, de opvolging van de verkoop,
○ het opstellen van de contracten met de diverse contractanten, voor zover nodig in functie van het realiseren van het project;
○ nazicht van de rekeningen, algemene financiële opvolging en budgetbewaking, het aanleveren aan de andere Partij op regelmatige basis van cashflow- en resultaat projecties, en het aanmaken van diverse financiële simulaties ter ondersteuning van de te nemen beslissingen;
1.l. in te staan voor de opvolging van de financiële elementen van de ontwikkeling van het Project. Dit omvat o.a.:
○ het betalen van de facturen met betrekking tot het Project;
○ het voeren van de aanbestedingsprocedures (publicaties, openingen offertes);
○ het opvragen van voorschotten aan de andere Partner;
○ het ontvangen van de inkomsten betreffende het Project.
1.m. In te staan voor de technische coördinatie van de realisatie van het Project en daartoe in overleg met gemeente Roosdaal beroep te doen op professionele leveranciers zoals: studiebureau’s, aannemers,…om:
1.m.i. het onroerend goed op te meten;
1.m.ii.afspraken te maken met de nutsmaatschappijen inzake de aanleg van de infrastructuurwerken:
1.m.iii. over te gaan tot de studie, het ontwerp en de werfopvolging van de infrastructuurwerken van het Project. Dit omvat o.a.:
● het uitvoeren van de terreinopmeting;
● het opstellen van het voorontwerp (tekenwerk via extern bureau - aan te duiden op basis van een overheidsopdracht);
● het opstellen van het ontwerp (tekenwerk via extern bureau - aan te duiden op basis van een overheidsopdracht);
● het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning;
● de organisatie van de aanbestedingsprocedure(s);
● het samenstellen van het analytisch verslag van de ingediende offerten;
● de toelichting bij de aanbesteding(en);
● het volgen van de uitvoering van de werkzaamheden in samenspraak met de andere Partner;
● de werfcoördinatie;
● de organisatie van de werfvergaderingen;
● de opvolging van de werfadministratie;
● het bijwonen van de bouwvergaderingen met verslag aan de POM en de gemeente Roosdaal;
● de controle van de vermoedelijke hoeveelheden en de verrekeningen;
● de controle van de vorderingsstaten, de verrekeningen en het opstellen van het proces-verbaal van vooruitgang der werkzaamheden;
● het opvolgen van de facturatie;
● het opstellen van de eindafrekening;
● het uitvoeren van de voorlopige oplevering;
● het uitvoeren van de definitieve oplevering;
● het advies bij de voorlopige en de definitieve aanvaarding;
● de nazorg van de werken binnen de waarborgtermijn - tot de definitieve aanvaarding.
1.m.iv. het stedenbouwkundig dossier met betrekking tot het Project op te maken;
1.m.v.in te staan voor de voorbereiding van de aanbesteding inzake de aanleg van de infrastructuurwerken op het onroerend goed (opmaak bestek, gunningsverslag, etc.);
1.m.vi. in te staan voor de werfopvolging ten aanzien van de aanleg van de infrastructuurwerken van het Project;
1.m.vii. in te staan voor de veiligheidscoördinatie van het Project (ontwerp en verwezenlijking). Dit omvat:
● het opstellen van het veiligheids- en gezondheidsplan in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 25 tot 28 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 in verband met de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en latere wijzigingen in verband met de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen;
● het aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan in overeenstemming met de bepalingen van artikel 29 van het KB;
● het overmaken van de elementen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan de tussenkomende partijen, voor zover deze elementen hen betreffen;
● het controleren van de overeenstemming van de delen van de offertes, bedoeld in artikel 30 van het KB, met het veiligheids- en gezondheidsplan;
● het coördinatiedagboek en postinterventiedossier openen, bijhouden en aanvullen in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 31 tot 36 van het KB;
● het overmaken van het veiligheids- en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier.
● het aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan de verschillende elementen die tijdens de uitvoering van de werken kunnen optreden en overmaken van de elementen van het aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan aan de betrokken partijen voor zover deze elementen hen aanbelangen;
● het bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek overeenkomstig de wettelijke bepalingen;
● het noteren van de eventuele tekortkomingen van de betrokken partijen in het coördinatiedagboek en de opdrachtgever hiervan in kennis stellen;
● het noteren van de eventuele opmerkingen van de aannemers in het coördinatiedagboek en ze door de betrokken partijen laten viseren;
● het samenroepen van de coördinatiestructuur voor de bouwplaatsen;
● het aanvullen van het postinterventiedossier in functie van de elementen van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan die voor de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk van belang zijn;
● het overdragen op het einde van zijn opdracht aan de Partijen: een exemplaar van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, en het geactualiseerd coördinatiedagboek en het postinterventiedossier tegen ontvangstbewijs overmaken.
Artikel 4. Prijs
De Partijen komen overeen om de goedkeuring van een financieel plan door beide Partijen een opschortende voorwaarde te laten zijn in belang van beiden. Bij gebreke aan de goedkeuring van een financieel plan door beide Partijen uiterlijk 18 maanden na ondertekening van deze Overeenkomst, moet de opschortende voorwaarde als niet vervuld worden beschouwd.
De Partijen komen overeen dat de totale prijs van de eigendom van het onroerend goed (hierna genoemd de “Grondprijs”) gelijk is aan EUR [●], excl. btw en registratierechten. Gemeente Roosdaal zal deze grondprijs staven met de nodige stukken (notariële aktes e.a.).
Te bepalen na uitspraak vredegerecht mbt onteigeingsvergoeding percelen 283V3 en 282G.
De grondeigenaar, gemeente Roosdaal, zal als eigenaar van het onroerend goed minstens vergoed worden door de betaling van de Grondprijs door POM aan de Gemeente Roosdaal.
De terreinen van de KMO-zone moeten aan marktconforme prijzen worden verkocht, waarbij een break-even situatie na vergoedingen voor POM (cfr. Art. 6) voor het volledige project de minimale doelstelling is.
De grondeigenaar enerzijds en de andere Partijen anderzijds zullen evenwel onderling afspraken maken aangaande de prijzen van de grondaandelen en de infrastructuuraandelen zoals deze zullen worden gehanteerd bij verkoop aan derde partijen. De verkoopprijzen die zodoende zullen worden afgesproken voor de verkoop van de grondaandelen aan derde kopers zullen hierna de “Grondverkoopprijs” worden genoemd.
Indien er 30 dagen vóór het verstrijken van het initiële opstalrecht nog onverkochte, uitgeruste grondaandelen zijn zal het opstalrecht van POM met twee jaar verlengd worden. Indien er bij het verstrijken van laatstgenoemde termijn nog onverkochte onderdelen zijn zullen Partijen bespreken of er een nieuwe verlenging van de opstaltermijn wordt overeengekomen dan wel of één van de partijen de terreinen respectievelijk infrastructuurwerken kan inkopen en, zo ja, tegen welke prijs.
Artikel 5. Financiële afspraken
De prefinanciering van de aanleg van de infrastructuurwerken en andere kosten gerelateerd aan de ontwikkeling van het Project worden gedragen door de gemeente Roosdaal. Dit wil zeggen dat de gemeente Roosdaal de volledige kosten op zich zal nemen en dus ook het financiële risico van de ontwikkeling zal dragen. De financiering zal verlopen via het aanleggen door de gemeente Roosdaal van een voorafgaandelijke provisie bij de POM. De concrete bijdragen aan de provisie worden bepaald volgens het financieel plan en de op til zijnde bestellingen. POM zal geen bestellingen plaatsen of financiële engagementen aangaan die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Project zonder dat de gemeente Roosdaal vooraf voldoende financiële middelen ter beschikking gesteld heeft aan POM. POM zal aan gemeente Roosdaal voorafgaandelijk aan het plaatsen van bestellingen de offertevragen/bestekken en de ontvangen offertes overmaken. De beslissing tot het plaatsen van bestellingen wordt in overleg en consensus genomen. De verkopen worden ook in overleg en consensus gedaan.
POM voert de volledige financiële coördinatie van het Project en is dus gerechtigd om alle nodige betalingen te ontvangen en te verrichten ter realisatie van het Project.
Indien de gemeente Roosdaal in gebreke blijft bij de door haar verschuldigde sommen over te maken en ze een schriftelijke aanmaning daartoe van POM gedurende 10 werkdagen zonder gevolg laat, is een interest verschuldigd op de door te storten sommen berekend aan de intrestvoet overeenkomstig de wet van 2 augustus 2002 inzake de betalingsachterstand.
Gemeente Roosdaal heeft het recht om op ieder ogenblik de boeken en rekeningen betreffende het Project na te zien of te laten nazien door een door hem aangewezen deskundige. Gemeente Roosdaal heeft op eerste verzoek inzage in alle documenten, briefwisseling en rekeningstukken met betrekking tot dit Project.
De gemeente Roosdaal doet de nodige inspanningen om de volledige juridische eigendom te bekomen van alle noodzakelijke projectgronden en is bereid de nodige zakelijke rechten toe te kennen, zoals bijvoorbeeld opstalrechten, teneinde toe te laten het nodige te doen in functie van een optimale verdere ontwikkeling.
Artikel 6.Verdeling batig saldo en kosten
Infrastructuurprijs
POM zal de onverdeelde aandelen in de infrastructuuraandelen, waarvan POM eigenaar is op grond van het opstalrecht, verkopen aan kopers van de grondaandelen. De prijs voor de infrastructuurwerken is gelijk aan het aandeel in de totale kosten voor de realisatie van de infrastructuur, verhoogd met de Coördinatievergoeding (cfr. infra) en de Commercialisatievergoeding (cfr. infra). Op deze Infrastructuurprijs is 21% btw verschuldigd door de kopers.
Coördinatievergoeding
POM zal voor de volledige coördinatie en de taken die zij op zich neemt in het kader van de Project realisatie een vergoeding uit de inkomsten van het Project ontvangen gelijk aan 4 % van de totale kosten (inclusief de niet aftrekbare BTW, exclusief de aftrekbare BTW) van het Project.
De Coördinatievergoeding wordt finaal afgerekend op het ogenblik dat alle kosten van het Project gekend zijn.
Commercialisatievergoeding
POM zal voor de vermarkting van de projectonderdelen een vergoeding ontvangen van 3% van de finale verkoopprijs van de projectonderdelen uit de opbrengsten van het Project.
De Commercialiseringsvergoeding wordt door POM aangerekend op het ogenblik van verlijden van de notariële akte van elk projectonderdeel.
De Commercialisatievergoeding van 3% die betrekking heeft op de grondaandelen van de bedrijfskavels wordt met 21% btw belast en is ten laste van de gemeente. Deze btw wordt naargelang het geval ingehouden op het batige saldo van de gemeente of op de terugbetaling van de prefinanciering.
Indien een projectonderdeel niet vermarkt wordt, bijvb. omdat de gemeente Roosdaal beslist het in eigendom te houden voor eigen gebruik, dan wordt de Commercialisatievergoeding van de POM berekend op de marktprijs van het projectonderdeel. Dit ter compensatie van de door POM geleverde inspanningen voor het project. De marktprijs is gelijk aan de gemiddelde vierkante meterprijs die gevraagd wordt voor de overige gelijkaardige projectonderdelen.
De Coördinatievergoeding en de Commercialisatievergoeding worden als kost van het Project beschouwd en worden door POM afgehouden uit de inkomsten van het Project onafgezien van een al dan niet finaal financieel batig saldo (netto-opbrengst) van het Project. Indien het financieel saldo van het Project niet batig is dan is dit ten laste van gemeente Roosdaal. POM is in dit geval gerechtigd om dit niet batig saldo van het Project af te houden van de prefinanciering die de gemeente Roosdaal aan POM ter beschikking gesteld heeft.
De netto-opbrengsten van de verkoop van de projectonderdelen (i.e. de Grondverkoopprijs verminderd met de in artikel 6A vermelde vergoedingen en de Infrastructuurprijs) komt ten goede van gemeente Roosdaal.
Het netto-resultaat zal o.a. mede afhankelijk zijn van beslissingen van de gemeente Roosdaal ivm eigen gebruik van projectonderdelen (vb. perceel voor gemeenteloods, het aantal gemeenschappelijke parkeerplaatsen die ook gebruikt kunnen worden voor nabijgelegen sportinfrastructuur,…)
Hierbij wordt de completed contract methode gevolgd. Dit wil zeggen dat in voorkomend geval de netto-opbrengst door POM aan de gemeente Roosdaal betaald wordt op het ogenblik dat alle projectonderdelen vermarkt zijn en alle kosten en opbrengsten gekend, betaald en ontvangen zijn.
Indien uit de cash flow en de rentabiliteit van het project zou blijken dat aan de gemeente Roosdaal reeds een deel van de door hun geleverde financiering kan terugbetaald worden of reeds een deel van de netto opbrengst van het project kan uitbetaald worden, dan zal dit in onderling overleg gebeuren.
De allocatie van de netto opbrengst tussen Partijen kwalificeert als een louter financiële stroom, buiten het toepassingsgebied van de btw. Het betreft een meerwaarde die op basis van de huidige wetgeving niet belastbaar is (met btw en/of inkomstenbelastingen) in hoofde van de gemeente Roosdaal.
Artikel 7. Exclusiviteit, loyaliteit en confidentialiteit
Tenzij vereist voor de realisatie van het Project, zullen Partijen met derden geen besprekingen of onderhandelingen aangaan, noch voortzetten aangaande het Project en/of het onroerend goed. Partijen beschouwen elkaar als loyale en exclusieve partners.
Partijen zullen alle informatie die hun wederzijds is of wordt verstrekt in het kader van de realisatie van het Project en/of het onroerend goed strikt vertrouwelijk behandelen, en slechts gebruiken voor het beoogde doel, zoals uiteengezet in artikel 1.
Over het verdere verloop en de uitkomst van de onderhandelingen en besprekingen die zij voeren met het oog op de realisatie van het Project zullen Partijen aan derden geen mededelingen doen zonder voorafgaande, schriftelijke en bijzondere goedkeuring van alle andere partijen bij deze overeenkomst.
Artikel 8 Splitsbaarheid
Artikel 9. Inspanningsverbintenis
POM gaat met deze overeenkomst een inspanningsverbintenis aan.
Daar de realisatie van het Project onderworpen is aan wettelijke procedures met bijhorende beroepsmogelijkheden die buiten de beslissingsbevoegdheid van POM liggen kan POM enkel de nodige inspanningen leveren om tot een voor Partijen bevredigende realisatie van het Project te komen.
Deze overeenkomst is opgesteld rekening houdende met de vandaag van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Wijzigingen in de toekomst die impact kunnen hebben op de uitvoerbaarheid of rentabiliteit van het project vallen buiten de verantwoordelijkheid van POM.
POM kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gevolgen van overmacht die de uitvoerbaarheid of rentabiliteit van het Project in gedrang zouden brengen.
Indien het Project omwille van welke reden dan ook moet stopgezet worden alvorens het gefinaliseerd is of veel langer zou duren dan normaal voorzien kan worden dan zullen Partijen onderling overleggen hoe zij met deze situatie zullen omgaan rekening houdende met elk hun oorspronkelijk afgesproken rol in deze overeenkomst en het Project.
Artikel 10. Kettingbeding
De Partijen verbinden zich ertoe om de bepalingen uit dit document op te leggen aan iedere rechtsopvolger of rechtsverkrijger ten welke titel ook, en deze uitdrukkelijk de mogelijkheden te doen aanvaarden die de ontwikkelaar, of diens rechtsopvolger, onder onderhavige overeenkomst heeft bij niet-naleving ervan.
De Partijen komen overeen dat de plicht tot het opleggen van de bepalingen van deze overeenkomst uitdrukkelijk zal worden ingeschreven in alle notariële en onderhandse aktes van overdracht, verkoop of verhuur, of welke titel dan ook waarmee zakelijke en persoonlijke rechten worden overgedragen en/of gevestigd ten aanzien van iedere rechtsopvolger of rechtsverkrijger. Als gevolg van onderhavig kettingbeding verbinden de partners zich er dus toe om de tekst van dit artikel 10 op te nemen in elke titel dan ook waarmee zakelijke en persoonlijke rechten worden overgedragen en/of gevestigd.
Artikel 11. Handtekeningbevoegdheid
Elke Partij erkent het absolute en onbeperkte recht, macht, bevoegdheid en bekwaamheid te hebben om deze overeenkomst af te sluiten en al de nodige goedkeuringsprocedures daartoe te hebben doorlopen en in het algemeen alle wettelijk vereiste procedures te hebben doorlopen om deze overeenkomst te kunnen afsluiten en om de beoogde transacties, hierboven beschreven, uit te voeren.
Artikel 12. Toepasselijk recht
Alle geschillen waartoe deze overeenkomst aanleiding geeft worden beslecht door de Rechtbanken te Leuven met toepassing van het Belgische recht.
------------
Artikel 2. - POM Vlaams-Brabant wordt digitaal van deze beslissing in kennis gesteld.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Goedkeuring wordt gegeven aan de tussenkomst van de gemeente Roosdaal voor de plaatsing van vier brandwerende deuren in de scoutslokalen, Pastoriestraat 5 te 1761 Roosdaal. De totale uit te betalen subsidie bedraagt 3.533,94 euro.
Artikel 2. - Scouts Sint-Paulus Borchtlombeek, p/a de heer Rien Geeroms, Pastoriestraat 5 te 1761 Roosdaal wordt van dit besluit in kennis gesteld.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Er wordt met ingang van 1 mei 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op:
Artikel 2. - De belasting is verschuldigd door de aanvrager/houder van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning, inlichting of handeling.
Artikel 3. - De tarieven worden vastgesteld als volgt:
aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen met uittreksel uit plannen- en vergunningenregister (per dossier): | 125,00 euro (1 dossier = per kadastraal perceel of per groep van maximaal 5 aan elkaar grenzende kadastrale percelen) op voorwaarde dat - de percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen - er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) is (zijn) |
aanvraag tot stedenbouwkundig attest: | 50,00 euro |
aanvraag tot planologisch attest: | 50,00 euro |
conformiteitsattest (kamer)woningen | 62,00 euro |
| |
aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting: |
|
• voor stedenbouwkundige handelingen: | 50,00 euro |
• voor een ingedeelde inrichting in eerste klasse: | 750,00 euro |
• voor een ingedeelde inrichting in tweede klasse: | 125,00 euro |
• voor een ingedeelde inrichting in derde klasse (verandering) en tijdelijke inrichtingen: | 50,00 euro |
| |
aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: | 50,00 euro |
| |
melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting of activiteiten: |
|
• voor stedenbouwkundige handelingen: | 50,00 euro |
• voor exploitatie van een ingedeelde inrichting waarvoor een bekendmaking vereist is: | 50,00 euro |
| |
verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden: |
|
• voor een ingedeelde inrichting in de eerste klasse: | 750,00 euro |
• voor een ingedeelde inrichting in tweede klasse: | 125,00 euro |
| |
aanvraag tot bijstelling van de verkaveling: | 50,00 euro |
| |
mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur: |
|
• voor een ingedeelde inrichting in eerste klasse: | 750,00 euro |
• voor een ingedeelde inrichting in tweede klasse: | 125,00 euro |
digitaliseren analoge dossiers | 50,00 euro |
De dossierkosten zijn cumulatief voor aanvragen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
Artikel 4. - De belasting wordt contant ingevorderd. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 5. - De belastingschuldige kan inzake de belasting, alsmede inzake de wettigheid en de regelmatigheid van het aanslagbiljet bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.
De bezwaarindiener moet, indien hij wil uitgenodigd worden op de hoorzitting, dit duidelijk in zijn bezwaarschrift vermelden.
Artikel 6. – het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van
het gemeentelijk belastingreglement op de aanvragen van stedenbouwkundige en
milieutechnische aard (omgevingsvergunning) voor de aanslagjaren 2019-2025 wordt, met ingang van 1 mei 2023, opgeheven.
Artikel 7. – Dit besluit wordt aan de hogere overheid toegezonden.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het initiatief goed om de bevolking van de gemeente Roosdaal actief aan te zetten om deel te nemen aan het tweejaarlijkse Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker en hen hierover bijkomend te informeren via de gemeentelijke communicatiekanalen.
Artikel 2. - De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om uitvoering te geven aan de in artikel 1 genomen beslissing.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.