Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 30 maart 2023

 

Van 19 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Koenraad Muyldermans, voorzitter

Johan Van Lierde, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Johan Linthout, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Wendy Godaert, Christiane Bert, Dirk Evenepoel, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Peggy Bulterijs, Marc Devits, Eline De Vos, Jo Timmermans, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

 

Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 2 maart 2023 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

        het ontwerp van de notulen van 2 maart 2023

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 2 maart 2023 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering gemeenteraad 2 maart 2023 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

        het ontwerp van het zittingsverslag van 2 maart 2023

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 2 maart 2023 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Kennisname bevindingen van het Agentschap Binnenland Bestuur betreffende de klacht

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Kennisname bevindingen van het Agentschap Binnenland Bestuur betreffende de klacht over de behandeling van een verzoekschrift

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Geactualiseerd Algemeen Nood - en InterventiePlan  - goedkeuring

 

Juridische gronden

        het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 & 41

        het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende lokale noodplanning

 

Argumentatie / motivering

        het wettelijk kader voor het optreden van de gouverneurs en burgemeesters inzake crisisbeheer werd via het KB van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning bijgewerkt en aangepast aan de realiteit op het terrein. Dit resulteerde er onder meer in dat de noodplannen vandaag op een dynamischer manier kunnen worden uitgewerkt en via het voorziene model in het nationaal veiligheidsportaal (ICMS) kunnen worden opgenomen. Het grote voordeel van deze werkwijze is dat alle gemeentelijke en provinciale noodplannen meer op elkaar afgestemd zullen zijn.

        omwille van deze actualisatie van het koninklijk besluit gaf de Gouverneur de opdracht aan de gemeenten van Vlaams-Brabant om hun Algemeen Nood - en InterventiePlan (ANIP) te actualiseren

        de veiligheidscel van 26 september 2022 keurde het ontwerp van ANIP goed

        op 30 september 2022 werd de eerste versie van het geactualiseerde ANIP overgemaakt aan het kabinet van de gouverneur

        na enkele aanpassingen gaf het kabinet van de gouverneur op 6 februari 2023 de definitieve goedkeuring voor het geactualiseerde ANIP

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de geactualiseerde versie van het Algemeen Nood - en InterventiePlan (ANIP) van de gemeente Roosdaal goed.

 

Artikel 2. - De Gouverneur zal op de hoogte gebracht worden van deze goedkeuring.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Aanpassing deontologische code - goedkeuring

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en verdere wijzigingen

 

Argumentatie / motivering

        door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er een oprichten. Dat moet zowel in de gemeente als in het OCMW

        volgende bepalingen dienen opgenomen te worden:

        de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk een deontologische commissie moeten oprichten

        de deontologische codes van zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn regelen regels moeten bevatten over de deontologische commissie, meer bepaalde over de:

        samenstelling

        werking en bevoegdheid

        de deontologische commissie van de gemeenteraad en die van de OCMW-raad bestaan beiden minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad

 

BESLUIT:

16 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
5 onthoudingen: Annick Borloo (Onafhankelijk), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De gemeenteraad heft de deontologische code, goedgekeurd op de gemeenteraadszitting van 31 januari 2019, op.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad keurt de volgende deontologische code voor de lokale mandatarissen goed:

 

***

Toepassingsgebied

 

Artikel 1

De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.

Voor de gemeente worden hieronder begrepen:

­ de voorzitter van de gemeenteraad

­ de gemeenteraadsleden,

­ de burgemeester,

­ de schepenen.

Voor het OCMW worden hieronder begrepen:

­ de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,

­ de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,

­ de voorzitter van het vast bureau,

­ de leden van het vast bureau,

­ de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst,

­ de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.

 

Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

 

Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

 

Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

 

Belangenvermenging en de schijn ervan

 

Artikel 2

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

 

Toelichting

De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:

1. De gemeenteraad wordt rechtstreeks verkozen en is het belangrijkste bestuursorgaan van de gemeente. Wie de eed aflegt als gemeenteraadslid is (behalve in de zes randgemeenten en Voeren) ook lid van de OCMW-raad.

De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code.

Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt.

2. Soms volstaat het niet dat lokale mandatarissen zich bij een belang onthouden van de bespreking en stemming van een punt. In die gevallen verbiedt de decreetgever lokale mandatarissen zelfs expliciet om bepaalde functies uit te oefenen, rollen te vervullen of (rechts)handelingen uit te voeren. Zie artikelen 6 en 7 van deze code.

 

Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:

1. Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.

2. Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.

3. Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.

 

Artikel 3

Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

 

        Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4

        Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8

        Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596

 

Artikel 4

Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

 

Artikel 5

Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

 

Artikel 6

Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

 

        Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10

        Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11

 

Artikel 7

Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

 

Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3

 

Artikel 8

Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.

 

Artikel 9

Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.

 

Artikel 10

De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

 

Corruptie en de schijn ervan

 

Artikel 11

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

 

Toelichting

Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken.

 

Artikel 12

Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

 

        Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245

 

Het aannemen van geschenken

 

Toelichting

Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf.

 

Artikel 13

Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.

        De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.

        Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.

        Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

 

Artikel 14

Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.

 

Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente/het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke/OCMW bestemming.

 

Artikel 15

De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

 

Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten

 

Toelichting

Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan.

 

Artikel 16

Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.

        De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

 

Artikel 17

Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.

 

Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

 

Toelichting

Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden.

 

Artikel 18

Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.

        De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …).

        De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

 

Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

 

Toelichting

Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden.

 

Artikel 19

Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente/het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

 

Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

 

Artikel 20

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

 

Toelichting

Lokale mandatarissen krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en middelen van de lokale besturen. Daarnaast kan de gemeente/het OCMW (binnen het door de Vlaamse regering bepaalde kader) onkosten van lokale mandatarissen vergoeden. Terugbetaling daarvan geschiedt enkel wanneer volgende aan alle volgende voorwaarden voldaan is:

        De kosten houden verband met de uitoefening van het mandaat.

        De kosten zijn noodzakelijk.

        De kosten zijn bewezen.

 

        Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1

 

Artikel 21

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

 

Artikel 22

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

 

Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38

 

Omgaan met informatie

 

Artikel 23

De gemeenteraad/ De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

 

Toelichting

Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

 

Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur).

 

De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht.

 

De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college/ Het vast bureau verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college/het vast bureau inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat.

 

Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie.

 

Artikel 24

Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

 

Artikel 25

Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/ het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

 

Toelichting

Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden.

 

Artikel 26

Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

 

        Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458

        Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4

        Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28

 

Toelichting

De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur.

 

Artikel 27

Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

 

Toelichting

Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.

 

        Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2

 

Artikel 28

Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

 

Artikel 29

Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

 

Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

 

Artikel 30

Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.

 

Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.

 

Toelichting

Elk raadslid, elk lid van het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.

 

Artikel 31

Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college/het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

 

Artikel 32

Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

 

Artikel 33

Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

 

Naleving en handhaving van de deontologische code

 

Artikel 34

 

De gemeenteraad /raad voor maatschappelijk welzijn richt een deontologische commissie op.
 

Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn die toegevoegd wordt als voorzitter is van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.

 

Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad.  Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is.  Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.

Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
 

Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
 

 

Artikel 35

De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.


De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.

 

De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
 

De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.

De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.

De leden van de commissie werken volgens volgende principes:

        De handhaving is onpartijdig.

        Men is terughoudend met publiciteit.

        Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.

 

Artikel 36

        De commissie is bevoegd voor:

        Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.

        Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.

       

 

Artikel 37

De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

 

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

       het voorkomen van mogelijke schendingen

       het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

       het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

       het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

 

Het voorkomen van mogelijke schendingen

 

 

Artikel 38

Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

 

Artikel 39

Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Het signaleren van vermoedens van schendingen

 

Artikel 40

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij dit aankaarten bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).

 

Al dan niet na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen), wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.

 

 

 

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

 

Artikel 41

Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.

Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.

 

De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.

Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad /de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Evalueren van de deontologische code

 

Artikel 42

Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.

 

 

hoofdstuk 1: Enkele algemene bepalingen

Artikel 1.1

De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

 

Artikel 1.2

De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

 

Artikel 1.3

Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

 

Artikel 1.4

Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

 

Artikel 1.5

De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

 

hoofdstuk 2: Informatiebemiddeling

 

Artikel 2.1

Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

 

Artikel 2.2

De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

 

Artikel 2.3

Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

 

Artikel 2.4

De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

 

hoofdstuk 3: Administratieve begeleiding en ondersteuning

 

Artikel 3.1

De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

 

Artikel 3.2

Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

 

Artikel 3.3

De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

 

hoofdstuk 4: Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

 

Bespoedigingstussenkomsten

 

Artikel 4.1

Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.

 

Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

 

Begunstigingstussenkomsten

 

Artikel 4.2

Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

 

Artikel 4.3

Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

 

Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

 

Artikel 4.4

Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

 

Artikel 4.5

De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

 

Artikel 4.6

De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:

        louter informatieve vragen van algemene of technische aard

        vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten

 

Bijlage: wetteksten

 

        Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)

 

§ 1. Het is voor een raadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:

1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;

2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.

 

Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.

 

§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

 

§ 4. Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.

 

        Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten, artikel 8

 

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.

 

§ 2. Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:

1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;

2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.

De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.

 

§ 3. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.

 

        Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596

 

Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:

Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;

Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;

Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;

Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.

 

        Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)

 

De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:

1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;

2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;

3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;

4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;

5° de leden van een districtsraad;

6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;

7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.

 

Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.

 

Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.

 

Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.

 

Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.

 

De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.

 

Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.

 

        Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)

 

Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.

 

Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.

 

Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.

 

        Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)

 

§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:

1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;

2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;

3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;

4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.

 

§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

 

        Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245

 

Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.

 

        Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris, artikel 35 §1

 

Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.

 

De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.

 

        Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38

 

De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:

1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;

(…)

 

        Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458

 

Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.

 

        Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4

 

§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

 

Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

 

        Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28

 

§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

 

De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.

 

§ 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.

 

        Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2

 

§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.

 

Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.

 

***

 

Artikel 3. - Aan ieder lid van de gemeenteraad wordt een digitale kopie bezorgd van de deontologische code voor mandatarissen.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Ruimtelijke Toekomstvisie Roosdaal: goedkeuring eindrapport

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        in het kader van de opdracht "Ontwikkelen ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal" werd een bestek met nr. 2021022 opgesteld door de dienst ruimtelijke ordening en de aankoopdienst

        deze opdracht bestaat uit volgende gedeelten:

        Vast gedeelte : De opmaak van de ruimtelijke toekomstvisie: (Geraamd op: 48.400,00 euro (inclusief 21% BTW))

        Voorwaardelijk gedeelte : Concreet uitwerken van de voorgestelde beleidsinstrumenten (Geraamd op: 24.200,00 euro (inclusief 21% BTW))

        de gemeenteraad verleende in zitting van 30 september 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking

        de opdracht "Ontwikkelen ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal" werd op 6 december 2021 gegund aan Atelier Romain bvba

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie / motivering

        het laatste jaar heeft de gemeente in samenwerking met Atelier Romain gewerkt aan een ruimtelijke toekomstvisie voor Roosdaal. Er werd een bevraging aan de bevolking georganiseerd en tijdens de dorpsateliers werd in dialoog gegaan met de bewoners om mee vorm te geven aan de visie

        overwegende dat er een toelichting gegeven werd aan het cbs, de gemeenteraad, de gecoro, de milieuraad en er eveneens een publieksmoment werd georganiseerd waar het eindrapport werd toegelicht

 

BESLUIT:

19 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
1 onthouding: Annick Borloo (Onafhankelijk).
 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het eindrapport 'Ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal' goed.

 

Artikel 2. - Het eindrapport 'Ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal' maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 3. - Het eindrapport 'Ruimtelijke toekomstvisie Roosdaal' werd gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Ramerstraat: vaststellen rooilijn voor wegenis- en rioleringswerken – O.2023/9 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        de aanvraag, digitaal ontvangen op 1 december 2022, van Iggino Stuyck (namens Aquafin NV), Dijkstraat 8 te 2630 Aertselaar tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het herinrichten van de Ramerstraat, Bundermeersweg, Tenbrugskensweg en kruispunt Ninoofsesteenweg voor de percelen gelegen langs de Ramerstraat, Bundermeersweg, Tenbrugskensweg en kruispunt Ninoofsesteenweg  (dossiernummer O.2023/9 en OMV_2021187648)

 

Juridische gronden

        de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking vanaf 1 september 2009

        de wetgeving over gemeentewegen is recent gewijzigd Het 'decreet op de gemeentewegen' is op 1 september 2019 in werking getreden. Het decreet legt het kader vast voor de geïntegreerde benadering en uniforme regelgeving voor alle gemeentewegen:

        de regelgeving uit de 'wet op de buurtwegen' (1841) en het 'rooilijnendecreet' (2009) worden opgeheven

        het onderscheid tussen gewone gemeentewegen en buurtwegen verdwijnt

        de gemeenten worden autonoom bevoegd voor de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

        de gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Met de uitrusting wordt de waterhuishouding en de riolering bedoeld

        het gemeentewegendecreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om dit te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. (gemeentewegendecreet, artikel 3)

        bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

(gemeentewegendecreet, artikel 4)

 

Argumentatie / motivering

        de gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet (zie hierboven). De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt

        gelet op het proces-verbaal van 6 maart 2023 van sluiting van het openbaar onderzoek van 1 februari 2023 tot 2 maart 2023 betreffende de aanvraag digitaal ontvangen op 1 december 2022, van Iggino Stuyck (namens Aquafin NV), Dijkstraat 8 te 2630 Aertselaar tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het herinrichten van de Ramerstraat, Bundermeersweg, Tenbrugskensweg en kruispunt Ninoofsesteenweg voor de percelen gelegen langs de Ramerstraat, Bundermeersweg, Tenbrugskensweg en kruispunt Ninoofsesteenweg (dossiernummer O.2023/9 en OMV_2021187648)

        waaruit blijkt dat er 0 mondelinge, 0 schriftelijke en 1 digitale  opmerkingen of bezwaren werden ingediend.

        de bezwaren hebben betrekking op:

        Rooster op het laagste punt te behouden

        De private afkoppeling van Bundermeersweg 23

        Stippellijn op het grondplan

        Volle lijnen er hoogte van hoek Bundermeers-Heilbeekweg

        Onduidelijkheid over bouwvergunning 08/07/2004 (verbouwen van een woning door uitbreiding – regularisatie, Bundermeersweg 23)

        de gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Enkel de bezwaren hieromtrent moeten door de gemeenteraad behandeld worden. De private afkoppeling en andere bouwvergunning maakt geen deel uit van de omgevingsaanvraag

        volgende bezwaren zijn bevoegdheid voor de gemeenteraad

        Rooster op het laagste punt te behouden
De bestaande wateropvang of rooster wordt behouden of vernieuwd en zal worden opgenomen de beslissing over de goedkeuring van de wegenis.

        Stippellijn op het grondplan
Blauwe streep-punt-punt lijn betreft de grens o.b.v. de atlas van de buurtwegen; Rode streeplijn is de nieuwe rooilijn opgemaakt o.b.v. zichtbare grens tussen de zone met openbaar karakter en de zone met privaat karakter.

        Volle lijnen thv hoek Bundermeers-Heilbeekweg
Dit betreft de ontwerplijn. De weg wordt heraangelegd samen met de aangrenzende zone die in kader van de werken opnieuw moet worden aangelegd

        Het gaat hier niet zozeer over bezwaarschriften maar over een verduidelijking van het plan

        de verbreding richt zich op het uitbouwen van een vellig wegennet op lokaal niveau en staat ten dienste van het algemeen belang

        de verbreding is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het voorstel opgenomen in de omgevingsaanvraag OMV_2021187648 door Iggino Stuyck (namens Aquafin NV), voor de nieuwe voorgestelde rooilijn in de Bundermeersweg, met variërende rooilijnbreedtes zoals aangegeven op de plannen, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2. - De grond binnen de rooilijn wordt opgenomen in het openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Aansluiting Vastgoedinformatieplatform en retributiereglement vastgoedinformatie – goedkeuring

 

Argumentatie / motivering

        artikel 173, van de Grondwet

        artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

        de artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009

        de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden

        dat notarissen en vastgoedmakelaars informatie over onroerende goederen bij de gemeente kunnen aanvragen

        dat de gemeente het belangrijk vindt dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed

        dat gemeenten op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen

        dat gemeenten samenwerken met het agentschap Digitaal Vlaanderen om een Vastgoedinformatieplatform te ontwikkelen en om in een testfase te onderzoeken hoe informatie over onroerende goederen op een efficiënte wijze kan worden ter beschikking gesteld

        dat het Vastgoedinformatieplatform een elektronisch informatiesysteem is voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars

        dat de gemeente via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, aangevraagde vastgoedinformatie kan verzamelen en de vastgoeddossiers kan ontsluiten

        dat het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoeddossiers op verzoek van aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich meebrengt

        dat de gemeente Roosdaal de kost voor het verzamelen van vastgoedinformatie en het ontsluiten van vastgoeddossiers op de aanvrager ervan wenst te verhalen

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen werd opgenomen onder beleidsveld 0020 - fiscale aangelegenheden - actie

GBB-GEM. Door de omschakeling naar een retributiereglement zal de raming voor de ontvangst moeten opgenomen worden onder beleidsveld 0600 - ruimtelijke planning

De geraamde ontvangst bedraagt 43.750 euro op jaarbasis.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;

 

2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;

 

3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;

 

4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;

 

5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;

 

6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:

a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;

c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;

 

9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

 

10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;

 

11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;

 

12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;

 

13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.

 

Artikel 2. - Algemeen

 

De gemeente Roosdaal verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De gemeente Roosdaal doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De gemeente Roosdaal stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.

 

In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.

 

Met ingang van 30 maart 2023 wordt ten voordele van gemeente Roosdaal een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.

 

Artikel 3. - Verschuldigde

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 4. - Bedrag

 

Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:

 

Voorwerp aanvraag

Retributiebedrag

Vastgoeddossier

125 EUR

 

 

Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:

        (i) De percelen aangrenzend zijn

        (ii) De percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen

        (iii) Er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) geregistreerd is (zijn)

 

De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.

 

Artikel 5. - Invorderingswijze

 

De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.

 

Artikel 6. - Verwerking van persoonsgegevens

 

§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de gemeente Roosdaal voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.

 

§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:

  1. aanvragers; en
  2. houders van rechten op een perceel, of een onderdeel, waarvoor het vastgoeddossier wordt aangevraagd.

 

§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:

  1. contact- en identificatiegegevens;
  2. financiële gegevens;
  3. het identificatienummer van het Rijksregister/KBO-nummer;
  4. vastgoedinformatie;
  5. gegevens in het kader van openbare onderzoeken en overtredingen.

 

§4. De gemeente Roosdaal bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Roosdaal verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Roosdaal bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.

 

§5. De gemeente Roosdaal doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente Roosdaal, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.

 

Artikel 7. - Ondertekening

 

De vastgoeddossiers die de gemeente Roosdaal via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 8. - Vervanging voorgaande reglementering

 

Dit reglement treedt  vanaf 1 mei 2023 in werking en vervangt alle retributie- en belastingreglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.

 

Artikel 9. - Bekendmaking

 

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Hunselstraat (22.779): uitvoering van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel: ontwerp, bestek en raming (5.867.003,04 euro) via openbare aanbesteding - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 30 mei 2008 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de overeenkomst met Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, thans De Watergroep voor de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel in de ruime zin van het woord in zoverre het eigendom is of wordt van de gemeente Roosdaal

        het besluit van 28 juli 2014 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van de investeringsfiche en de raming voor de aanvraag van subsidies voor het uitvoeren van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel in de Hunselstraat (deel gemeente Roosdaal)

        het besluit van 16 augustus 2017 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van het budget lokaal pact en het technisch plan opgenomen in de overeenkomst (studieopdracht MLO-OP2016) van 13 juli 2016 tussen Aquafin nv (RioPact-Aquafin in uitvoering van de gemeenteraadsbeslissing van 30 mei 2008) en de ontwerper, Studiebureau Jonckheere bvba, Koningin Astridlaan 134/5 te 8200 Brugge voor het hoger vernoemde project

        het besluit van 10 december 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende kennisneming van de beoordeling van het ingediende voorontwerpdossier voor de aanleg van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel in de Hunselstraat (deel grondgebied Roosdaal) opgenomen in het schrijven van 26 november 2018 van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) waar het project opgesplitst wordt in B218016A: aansluiting Hunsel - aandeel riolering en B218016B: aansluiting Hunsel - aandeel buffering 

 

Argumentatie / motivering

        de plannen, het bestek en de totale raming zoals opgemaakt door studiebureau Jonckheere voor het wegenis- en rioleringsproject Hunselstraat (22.779): uitvoering van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel van 5.867.003,04 euro (exclusief 21% BTW)

        de raming bestaande uit:

        1.371.878,95 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van Aquafin regulier budget

        1.151.492,60 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van Aquafin Lokaal Pact

        1.752.134,43 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van Fluvius

        1.196.986,51 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van gemeente Lennik

        394.510,55 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van gemeente Roosdaal waarvan

        238.445,46 euro (exclusief 21% BTW) subsidieerbaar aan 75%

        32.944,56 euro (exclusief 21% BTW) niet subsidieerbaar (riolering)

        114.671,90 euro (exclusief 21% BTW) niet subsidieerbaar (sleufherstel)

        8.448,63 euro (exclusief 21% BTW) niet subsidieerbaar (verfraaiing)

        de totale mogelijke subsidie ten bedrage van 178.834,10 euro

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd niet voorzien in het meerjarenplan.

De geraamde uitgave bedraagt 394.510,55 euro (exclusief 21% BTW). De geraamde subsidie bedraagt 178.834,10 euro.

 

De noodzakelijke ramingen worden voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan onder beleidsveld 0310 - beheer van regen- en afvalwater, onder een nieuwe actie "Roosdaal investeert in de realisatie van het project Hunselstraat".

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
6 onthoudingen: Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De plannen, het bestek en de totale raming van 5.867.003,04 euro (exclusief 21% BTW) voor het wegenis- en rioleringsproject Hunselstraat (22.779): uitvoering van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel opgemaakt door studiebureau Jonckheere, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2. - De volgende instanties worden van deze beslissing in kennis gesteld:

        Aquafin nv – afdeling RioPact-Aquafin - Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar;

        De Watergroep – afdeling RioPact-Aquafin – H. Hooverplein 23 te 3000 Leuven;

        Fluvius - afdeling studies en aanleg - Industrielaan 2 te 9320 Erembodegem;

        Gemeente Lennik - afdeling openbare werken - Markt 18 te 1750 Lennik;

        De ontwerper, Studiebureau Jonckheere, Koningin Astridlaan 134/5, 8200 Brugge.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Afkoppeling Ramerstraat en aansluiting Bundermeersweg: ontwerp, bestek en raming (3.642.877,43 euro) - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 30 mei 2008 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de overeenkomst met Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, thans De Watergroep voor de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel in de ruime zin van het woord in zoverre het eigendom is of wordt van de gemeente Roosdaal

        het besluit van 15 september 2014 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van de gunning van de opdracht 'aanstellen van een ontwerper/veiligheidscoördinator voor het opmaken van de studie voor de aanleg van fietspaden langs de Ramerstraat' aan S.Bilt bvba, Antwerpsesteenweg 45 te 2830 Willebroek tegen een korting van 49% op de van toepassing zijnde ereloonbarema's met een looptijd van 6 weken voor de projectnota (basis) en 1 maand voor het ontwerpdossier

        het besluit van 20 augustus 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van de subsidie aanvraag (fiche deel B) voor de aanleg van een gemeentelijk riool en het bijgevoegde plan voor de Ramerstraat, geraamd op 2.100.000,00 euro (exclusief BTW) voor het volledige project, inclusief wegwerkzaamheden

        het besluit van 26 november 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende kennisneming van het schrijven van de Vlaamse Milieeumaatschappij (VMM), Dokter De Moorstraat 24-26 te 9300 Aalst ontvangen op 29 oktober 2018 houdende het in aanmerking komen voor subsidies van de aanleg van een gemeentelijk riool en het bijgevoegde plan in de Ramerstraat, geraamd op 2.100.000,00 euro (exclusief BTW) voor het volledige project, inclusief wegwerkzaamheden

        het besluit van 13 mei 2019 van het college van burgemeester en schepenen houdende kennisneming van het ministerieel besluit van 5 april 2019 houdende vaststelling van het subsidiëringsprogramma van de werken, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in artikel 32duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, voor het eerste deelprogramma 2019 namelijk project B219127 'Afkoppeling Ramerstraat - aansluiting Bundermeersweg' ten bedrage van 2.100.00,00 euro

        het besluit van 20 april 2020 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van het voorontwerpdossier van 14 april 2020 voor het project B219127 'Afkoppeling Ramerstraat - aansluiting Bundermeersweg' ten bedrage van 3.862.696,38 euro (inclusief BTW)

 

Argumentatie / motivering

        de plannen, het bestek en de totale raming zoals opgemaakt door studiebureau S.Bilt bvba voor het wegenis- en rioleringsproject 'afkoppeling Ramerstraat en aansluiting Bundermeersweg' van 3.642.877,43 euro (exclusief 21% BTW)

        de raming bestaande uit:

       445.795,50 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van Agentschap Wegen en Verkeer (AWV)

        3.197.082,18 euro (exclusief 21% BTW) ten laste van gemeente Roosdaal waarvan

        2.019.487,68 euro (exclusief 21% BTW) subsidieerbaar aan 75%

        311.239,75 euro (exclusief 21% BTW) niet subsidieerbaar (riolering)

        588.267,25 euro (exclusief 21% BTW) niet subsidieerbaar (sleufherstel)

        134.217,50 euro (exclusief 21% BTW) niet subsidieerbaar (verfraaiing)

        143.870,00 euro (exclusief 21% BTW) subsidieerbaar aan 90% (fietspaden)

        de totale mogelijke subsidie ten bedrage van 1.644.098,76 euro (exclusief BTW)

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0200 en 0310 - actie 8.3.10. Roosdaal investeert in de realisatie van het project Ramerstraat.

De geraamde uitgave bedraagt 3.197.082,18 euro (exclusief 21% BTW). De geraamde subsidie bedraagt 1.644.098,76 euro.

 

BESLUIT:

18 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
2 onthoudingen: Wendy Godaert (N-VA) en Annick Borloo (Onafhankelijk).
 

Artikel 1. - De plannen, het bestek en de totale raming van 3.642.877,43 euro (exclusief 21% BTW) voor het wegenis- en rioleringsproject 'Afkoppeling Ramerstraat - aansluiting Bundermeersweg' opgemaakt door S.Bilt bvba, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2. - De volgende instanties worden van deze beslissing in kennis gesteld:

        Aquafin nv – afdeling RioPact-Aquafin - Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar;

        De Watergroep – afdeling RioPact-Aquafin – H. Hooverplein 23 te 3000 Leuven;

        De ontwerper, S.Bilt bvba, Antwerpsesteenweg 45 te 2830 Willebroek.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

KMO-zone Belle Alliance: samenwerkingsovereenkomst POM Vlaams-Brabant - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 26 januari 2012 van de gemeenteraad waarbij het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Belle Alliance bis definitief werd vastgesteld

        het besluit van 26 januari 2017 van de gemeenteraad waarbij het voorontwerp van onteigeningsplan (2) voorlopig werd vastgesteld en de motivering inzake onteigening ten algemene nutte wordt goedgekeurd

        het besluit van 27 april 2017 van de gemeenteraad waarbij zowel het onteigeningsplan als de motivatie definitief vastgesteld werd en de bezwaren behandeld werden

        het besluit van 29 november 2017 van de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur waarbij machtiging verleend wordt aan het gemeentebestuur om tot onteigening over te gaan

        het schrijven van 8 januari 2018 van het gemeentebestuur Roosdaal waarbij de onteigende aangetekend in kennis gesteld werden van de boven vernoemde onteigeningsmachtiging

        het besluit van 26 februari 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende het uitbrengen van een laatste bod op de gronden binnen het RUP Belle Alliance bis in eigendom van het OCMW Brussel en de familie Van Den Houwen

        de lopende vordering tot schorsing en het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State ingesteld door het OCMW Brussel tegen het machtigingsbesluit van 29 november 2017 en het besluit van de gemeenteraad van 27 november 2017 houdende definitieve vaststelling van het onteigeningsplan

        het besluit van 30 december 2019 van het college van burgemeester en schepenen houdende niet-goedkeuring van het voorstel van samenwerkingsovereenkomst en het bijhorend financieel plan zoals laatst overgemaakt door de POM op 27 november 2019

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie / motivering

        in Roosdaal is er geen actief aanbod aan bedrijventerreinen aanwezig, niettegenstaande het bestaan van een lokale behoefte. Aangezien reeds diverse vragen bij de gemeente zich voordeden omtrent de prangende noodzaak van (her)lokalisatie

        de gronden aan de KMO-zone Belle Alliance zijn ondertussen via een RUP-procedure bestemd als zone voor bedrijvigheid en de gemeente Roosdaal is eigenaar van de betrokken gronden. Deze kunnen momenteel echter nog niet ingenomen worden door bedrijvigheid. Hiervoor dienen ze eerst ontwikkeld te worden

        voor de realisatie van dit lokaal bedrijventerrein wenst de gemeente Roosdaal een samenwerking aan te gaan met POM Vlaams-Brabant

 

Artikel 1. Voorafgaandelijke verklaringen

  1. De overeenkomst d.d. 2015 zoals gevoegd in bijlage evenals alle andere eventuele voorgaande overeenkomsten (zowel schriftelijk als mondeling gesloten) met hetzelfde voorwerp worden integraal vervangen door onderhavige overeenkomst die opgemaakt wordt tussen de gemeente Roosdaal en POM Vlaams-Brabant.

 

  1. Grondeigenaar Gemeente Roosdaal is eigenares van terreinen gelegen te Roosdaal, Pamel langs de Opperheilbeekweg, hierna aangeduid als ‘het onroerend goed’. Het onroerend goed is door de grondeigenaar verworven middels onteigening.

 

  1. De opzet van deze overeenkomst betreft het vastleggen van de afspraken inzake de ontwikkeling, realisatie en commercialisatie van het Project Belle Alliance als bedrijvenzone.

 

  1. Middels de overeenkomst tot vestiging van een opstalrecht zal POM een zakelijk recht verkrijgen teneinde te kunnen bouwen op het onroerend goed. POM wordt eigenaar van de infrastructuurwerken die zij in het kader van dit recht zal laten oprichten.

 

  1. Het projectgebied is gelegen te Roosdaal, Pamel, Opperheilbeekweg, met als kadastrale gegevens afdeling 1 sectie D nrs  261D (8513 m²), 243 (616 m²), 271G (2572 m²), 271H (2973 m²), 270 F (5815 m²), 272B (1833 m²), 273 E (1291 m²), 274G (736 m²), 274F (87 m²), 269 (2635 m²), 283V3 (4166 m²), 282G (10851 m²)

 

  1. De Partijen beogen het project Belle Alliance te realiseren op het onroerend goed waarbij het onroerend goed uitgerust zal worden met die nodige infrastructuur. Deze infrastructuurwerken omvatten wegeniswerken met aanhorigheden zoals parkeerplaatsen, nutsleidingen, openbare verlichting, riolering, groenbuffer, waterbuffer,… De realisatie van deze infrastructuurwerken zal gebeuren in opdracht van POM (op grond van de vestiging van een opstalrecht op het onroerend goed).

 

      hierna genoemd ‘het Project’

 

  1. Het project zal na realisatie van de infrastructuurwerken bestaan uit onderscheiden projectonderdelen (uitgeruste, bouwrijpe KMO-gronden) die aangekocht zullen worden door eindgebruikers (ondernemingen) en/of kavel voor bedrijfsverzamelgebouw dat afzonderlijk zal vermarkt en ontwikkeld worden.

 

      hierna genoemd ‘de projectonderdelen’

 

  1. Bij elke verkoop van een  projectonderdeel zullen de grondeigenaar en POM samen optreden, met name de grondeigenaar als uitsluitende verkoper van de grondaandelen van de bouwkavels en POM als uitsluitende verkoper van de infrastructuurwerken. Ten aanzien van de verkoop van de infrastructuurwerken door POM zal desgevallend toepassing gemaakt worden van de zogenaamde Verkoop van onverdeelde aandelen in de wegeniswerken aan de kopers van een bouwterrein (zelfbouwers) met beding van gratis afstand van die aandelen door laatstgenoemden aan de gemeente (cf. Beslissing nr. E.T.124.513 van 23 december 2013, nummer 3.2).

 

  1. Middels deze overeenkomst, wensen de Partijen de praktische modaliteiten van hun samenwerking te verduidelijken.

 

Artikel 2.

 

  1. Partijen gaan bij onderhavige overeenkomst een samenwerking aan met het oog op de verkoop van de projectonderdelen (uitgeruste KMO-gronden) m.b.t. het Project aan eindgebruikers.
  2. Partijen geven te kennen allen belang te hebben bij de realisatie van het Project en zullen steeds te goeder trouw handelen, als een voorzichtig en redelijk persoon teneinde de realisatie van het Project te bevorderen. Partijen zullen elkaar volledig inzage geven in alle documenten met betrekking tot het Project. Tevens zullen Partijen elkaar op de hoogte brengen van hun werkzaamheden, alsook van eventuele vaststellingen die de voortgang van het Project kunnen hinderen. In voorkomend geval zijn zij ertoe gehouden voorstellen te doen aan elkaar en overleg te plegen om eventuele problemen op te lossen.
  3. Deze overeenkomst wordt afgesloten voor bepaalde duur, vanaf datum van ondertekening van deze overeenkomst door alle Partijen, om behoudens andersluidend schriftelijk akkoord tussen partijen te eindigen op de einddatum, nl. het ogenblik dat het Project zal zijn gerealiseerd en beide partijen hun verplichtingen voortspruitende uit de overeenkomst zullen hebben voldaan, d.w.z. op de datum waarop alle projectonderdelen vervreemd werden en financiële afrekening tussen partijen gemaakt werd.

 Nadien hernemen partijen hun vrijheid, onverminderd hun recht om zich ten aanzien van elkaar op huidige overeenkomst te beroepen ingeval zij aansprakelijk zouden worden gesteld wegens het realiseren van het Project.

 

Artikel 3. Omschrijving opdrachten

Partijen verbinden zich tot de volgende verbintenissen:

 

  1. De grondeigenaar gemeente Roosdaal verbindt er zich toe om:

 

1.a.                            het onroerend goed ter vrije beschikking te stellen met het oog op de realisatie en constructie van het Project in al zijn onderdelen en zodoende een recht van opstal om niet te verlenen aan POM voor een duur van 5 jaar en – onder voorbehoud van de principes van deze overeenkomst, een verzaking van het vermoeden van recht van natrekking met betrekking tot het onroerend goed zoals opgenomen in artikel 3.64 van het nieuw Burgerlijk Wetboek.

 Bovendien zal de gemeente Roosdaal zich niet verzetten met de overdracht van de opstalrechten in hoofde van POM aan een derde (nl. de Aannemer), die zal instaan voor de infrastructuurwerken ter uitvoering van het Project.

 

1.b.                            haar rechten in/op het onroerend goed over te dragen naargelang en naar aanleiding van de commercialisatie van het project, en daartoe een onderhandse en/of notariële volmacht te verlenen aan POM opdat in naam en voor rekening van de grondeigenaar kan overgegaan worden tot de onderhandse of notariële verkoop van de uitgeruste grondaandelen (cf. Projectonderdelen), zonder dat de onderhandse/notariële verkoop de bepalingen uit deze overeenkomst schendt.

 

  1. POM verbindt er zich toe om:

1.c.                 de opstalovereenkomst met de grondeigenaar op te stellen en notarieel te laten verlijden;

1.d.                 in te staan voor het operationeel management van het Project;

1.e.                 eventuele vooronderzoeken in het kader van het Project uit te voeren;

1.f.                  een inrichtingsplan inzake het Project op te maken i.s.m. gemeente Roosdaal;

1.g.                 een beheersplan met betrekking tot het Project op te maken i.s.m. gemeente Roosdaal;

1.h.                 vestigingsvoorwaarden te ontwerpen i.s.m. gemeente Roosdaal;

1.i.                   de communicatie te begeleiden in de technische aspecten van het Project.

1.j.                    in te staan voor de administratieve opvolging van het Project.

  Meer bepaald zal het zogenaamde penvoerderschap, worden waargenomen door POM. POM zal instaan voor de administratieve en financiële opvolging van het Project en de administratieve relaties met derden. Dit mandaat van penvoerder omvat inzonderheid:

       de briefwisseling en alle rapporten zowel van technische en administratieve als van economische aard ten behoeve van het Project;

       het verzorgen van de communicatie en het stimuleren van de samenwerking tussen de Partijen;

       het administratief beheer dat bestaat uit:

      een gepaste projectboekhouding van het Project;

      het bijhouden van de afrekeningen opgesteld in verband met de realisatie van het Project;

      de inning der betalingen en hun verdeling;

      het beheer van de fondsen die haar ter beschikking worden gesteld;

      het vestigen van zekerheden en algemene waarborgen;

      nauwgezet alle ten behoeve van en in het kader van het Project gemaakte kosten en ontvangen inkomsten inclusief eventuele btw te noteren, op overzichtelijke wijze, op een informatiedrager en te allen tijde ter beschikking te stellen van de andere Partij, derwijze dat zowel tijdens als op het einde van het Project de exacte meerwaarden kunnen worden bepaald.

 

1.k.                             in te staan voor de coördinatie van het project, dit impliceert:

        het uitwerken en updaten van een cashflowplanning voor het Project;

        de bepaling van de verkoopprijzen alsook de verdeling tussen grondaandeel en infrastructuurprijs, en dit in overleg met de andere Partij;

        de begeleiding en opvolging van de verkoop van de projectonderdelen van het Project in al haar facetten: het aanstellen van een eventuele makelaar, het voeren van publiciteit en promotie, de opvolging van de verkoop,

        het opstellen van de contracten met de diverse contractanten, voor zover nodig in functie van het realiseren van het project;

        nazicht van de rekeningen, algemene financiële opvolging en budgetbewaking, het aanleveren aan de andere Partij op regelmatige basis van cashflow- en resultaat projecties, en het aanmaken van diverse financiële simulaties ter ondersteuning van de te nemen beslissingen;

 

1.l.                               in te staan voor de opvolging van de financiële elementen van de ontwikkeling van het Project. Dit omvat o.a.:

        het betalen van de facturen met betrekking tot het Project;

        het voeren van de aanbestedingsprocedures (publicaties, openingen offertes);

        het opvragen van voorschotten aan de andere Partner;

        het ontvangen van de inkomsten betreffende het Project.

 

1.m.                     In te staan voor de technische coördinatie van de realisatie van het Project en daartoe in overleg met gemeente Roosdaal beroep te doen op professionele leveranciers zoals:  studiebureau’s, aannemers,…om:

1.m.1.i.                                  het onroerend goed op te meten;

1.m.i.       afspraken te maken met de nutsmaatschappijen inzake de aanleg van de infrastructuurwerken:

1.m.ii.      over te gaan tot de studie, het ontwerp en de werfopvolging van de infrastructuurwerken van het Project. Dit omvat o.a.:

        het uitvoeren van de terreinopmeting;

        het opstellen van het voorontwerp (tekenwerk via extern bureau - aan te duiden op basis van een overheidsopdracht);

        het opstellen van het ontwerp (tekenwerk via extern bureau - aan te duiden op basis van een overheidsopdracht);

        het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning;

        de organisatie van de aanbestedingsprocedure(s);

        het samenstellen van het analytisch verslag van de ingediende offerten;

        de toelichting bij de aanbesteding(en);

        het volgen van de uitvoering van de werkzaamheden in samenspraak met de andere Partner;

        de werfcoördinatie;

        de organisatie van de werfvergaderingen;

        de opvolging van de werfadministratie;

        het bijwonen van de bouwvergaderingen met verslag aan de POM en de gemeente Roosdaal;

        de controle van de vermoedelijke hoeveelheden en de verrekeningen;

        de controle van de vorderingsstaten,  de verrekeningen  en  het opstellen  van  het  proces-verbaal  van vooruitgang der werkzaamheden;

        het opvolgen van de facturatie;

        het opstellen van de eindafrekening;

        het uitvoeren van de voorlopige oplevering;

        het uitvoeren van de definitieve oplevering;

        het advies bij de voorlopige en de definitieve aanvaarding;

        de nazorg van de werken binnen de waarborgtermijn - tot de definitieve aanvaarding.

 

1.m.iii.                               het stedenbouwkundig dossier met betrekking tot het Project op te maken;

1.m.iv.                               in te staan voor de voorbereiding van de aanbesteding inzake de aanleg van de infrastructuurwerken op het onroerend goed (opmaak bestek, gunningsverslag, etc.);

1.m.v.in te staan voor de werfopvolging ten aanzien van de aanleg van de infrastructuurwerken van het Project;

1.m.vi.                               in te staan voor de veiligheidscoördinatie van het Project (ontwerp en verwezenlijking). Dit omvat:

        het opstellen van het veiligheids- en gezondheidsplan in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 25 tot 28 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 in verband met de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en latere wijzigingen in verband met de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen;

        het aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan in overeenstemming met de bepalingen van artikel 29 van het KB;

        het overmaken van de elementen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan de tussenkomende partijen, voor zover deze elementen hen betreffen;

        het controleren van de overeenstemming van de delen van de offertes, bedoeld in artikel 30 van het KB, met het veiligheids- en gezondheidsplan;

        het coördinatiedagboek en postinterventiedossier openen, bijhouden en aanvullen in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 31 tot 36 van het KB;

        het overmaken van het veiligheids- en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier.

        het aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan de verschillende elementen die tijdens de uitvoering van de werken kunnen optreden en overmaken van de elementen van het aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan aan de betrokken partijen voor zover deze elementen hen aanbelangen;

        het bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek overeenkomstig de wettelijke bepalingen;

        het noteren van de eventuele tekortkomingen van de betrokken partijen in het coördinatiedagboek en de opdrachtgever hiervan in kennis stellen;

        het noteren van de eventuele opmerkingen van de aannemers in het coördinatiedagboek en ze door de betrokken partijen laten viseren;

        het samenroepen van de coördinatiestructuur voor de bouwplaatsen;

        het aanvullen van het postinterventiedossier in functie van de elementen van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan die voor de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk van belang zijn;

        het overdragen op het einde van zijn opdracht aan de Partijen: een exemplaar van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, en het geactualiseerd coördinatiedagboek en het postinterventiedossier tegen ontvangstbewijs overmaken.

Artikel 4. Prijs

 

  1. Grondprijs – Grondverkoopprijs

De Partijen komen overeen om de goedkeuring van een financieel plan door beide Partijen een opschortende voorwaarde te laten zijn in belang van beiden. Bij gebreke aan de goedkeuring van een financieel plan door beide Partijen uiterlijk 18 maanden na ondertekening van deze Overeenkomst, moet de opschortende voorwaarde als niet vervuld worden beschouwd.

De Partijen komen overeen dat de totale prijs van de eigendom van het onroerend goed (hierna genoemd de “Grondprijs”) gelijk is aan EUR [●], excl. btw en registratierechten. Gemeente Roosdaal zal deze grondprijs staven met de nodige stukken (notariële aktes e.a.).

 

Te bepalen na uitspraak vredegerecht mbt onteigeingsvergoeding percelen 283V3 en 282G.

 

De grondeigenaar, gemeente Roosdaal,  zal als eigenaar van het onroerend goed minstens vergoed worden door de betaling van de Grondprijs door POM aan de Gemeente Roosdaal.

 

De terreinen van de KMO-zone moeten aan marktconforme prijzen worden verkocht, waarbij een break-even situatie na vergoedingen voor POM (cfr. Art. 6) voor het volledige project de minimale doelstelling is.

De grondeigenaar enerzijds en de andere Partijen anderzijds zullen evenwel onderling afspraken maken aangaande de prijzen van de grondaandelen en de infrastructuuraandelen zoals deze zullen worden gehanteerd bij verkoop aan derde partijen. De verkoopprijzen die zodoende zullen worden afgesproken voor de verkoop van de grondaandelen aan derde kopers zullen hierna de “Grondverkoopprijs” worden genoemd.

 

 

  1. De onverkochte projectonderdelen bij einde opstalrecht

Indien er 30 dagen vóór het verstrijken van het initiële opstalrecht nog onverkochte, uitgeruste grondaandelen zijn zal het opstalrecht van POM met twee jaar verlengd worden. Indien er bij het verstrijken van laatstgenoemde termijn nog onverkochte onderdelen zijn zullen Partijen bespreken of er een nieuwe verlenging van de opstaltermijn wordt overeengekomen dan wel of één van de partijen de terreinen respectievelijk infrastructuurwerken kan inkopen en, zo ja, tegen welke prijs.

 

Artikel 5. Financiële afspraken

De prefinanciering van de aanleg van de infrastructuurwerken en andere kosten gerelateerd aan de ontwikkeling van het Project worden gedragen door de gemeente Roosdaal. Dit wil zeggen dat de gemeente Roosdaal de volledige kosten op zich zal nemen en dus ook het financiële risico van de ontwikkeling zal dragen. De financiering zal verlopen via het aanleggen door de gemeente Roosdaal van een voorafgaandelijke provisie bij de POM. De concrete bijdragen aan de provisie worden bepaald volgens het financieel plan en de op til zijnde bestellingen. POM zal geen bestellingen plaatsen of financiële engagementen aangaan die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Project zonder dat de gemeente Roosdaal vooraf voldoende financiële middelen ter beschikking gesteld heeft aan POM. POM zal aan gemeente Roosdaal voorafgaandelijk aan het plaatsen van bestellingen de offertevragen/bestekken en de ontvangen offertes overmaken. De beslissing tot het plaatsen van bestellingen wordt in overleg en consensus genomen. De verkopen worden ook in overleg en consensus gedaan.

 

POM voert de volledige financiële coördinatie van het Project en is dus gerechtigd om alle nodige betalingen te ontvangen en te verrichten ter realisatie van het Project.

 

Indien de gemeente Roosdaal in gebreke blijft bij de door haar verschuldigde sommen over te maken  en ze een schriftelijke aanmaning daartoe van POM gedurende 10 werkdagen zonder gevolg laat, is een interest verschuldigd op de door te storten sommen berekend aan de intrestvoet overeenkomstig de wet van 2 augustus 2002 inzake de betalingsachterstand.

 

Gemeente Roosdaal heeft het recht om op ieder ogenblik de boeken en rekeningen betreffende het Project na te zien of te laten nazien door een door hem aangewezen deskundige. Gemeente Roosdaal heeft op eerste verzoek inzage in alle documenten, briefwisseling en rekeningstukken met betrekking tot dit Project.

 

De gemeente Roosdaal doet de nodige inspanningen om de volledige juridische eigendom te bekomen van alle noodzakelijke projectgronden en is bereid de nodige zakelijke rechten toe te kennen, zoals bijvoorbeeld opstalrechten, teneinde toe te laten het nodige te doen in functie van een optimale verdere ontwikkeling.

 

Artikel 6.Verdeling batig saldo en kosten

  1. Kostenvergoedingen in hoofde van POM

 

Infrastructuurprijs

POM zal de onverdeelde aandelen in de infrastructuuraandelen, waarvan POM eigenaar is op grond van het opstalrecht, verkopen aan kopers van de grondaandelen. De prijs voor de infrastructuurwerken is gelijk aan het aandeel in de totale kosten voor de realisatie van de infrastructuur, verhoogd met de Coördinatievergoeding (cfr. infra) en de Commercialisatievergoeding (cfr. infra). Op deze Infrastructuurprijs is 21% btw verschuldigd door de kopers.

 

Coördinatievergoeding

POM zal voor de volledige coördinatie en de  taken die zij op zich neemt in het kader van de Project realisatie een vergoeding uit de inkomsten van het Project ontvangen gelijk aan 4 % van de totale kosten (inclusief de niet aftrekbare BTW, exclusief de aftrekbare BTW) van het Project.

De Coördinatievergoeding wordt finaal afgerekend op het ogenblik dat alle kosten van het Project gekend zijn.

 

Commercialisatievergoeding

POM zal voor de vermarkting van de projectonderdelen een vergoeding ontvangen van 3% van de finale verkoopprijs van de projectonderdelen uit de opbrengsten van het Project.

De Commercialiseringsvergoeding wordt door POM aangerekend op het ogenblik van verlijden van de notariële akte van elk projectonderdeel.

De Commercialisatievergoeding van 3% die betrekking heeft op de grondaandelen van de bedrijfskavels wordt met 21% btw belast en is ten laste van de gemeente. Deze btw wordt naargelang het geval ingehouden op het batige saldo van de gemeente of op de terugbetaling van de prefinanciering.

 

Indien een projectonderdeel niet vermarkt wordt, bijvoorbeeld omdat de gemeente Roosdaal beslist het in eigendom te houden voor eigen gebruik, dan wordt de Commercialisatievergoeding van de POM berekend op de marktprijs van het projectonderdeel. Dit ter compensatie van de door POM geleverde inspanningen voor het project. De marktprijs is gelijk aan de gemiddelde vierkante meterprijs die gevraagd wordt voor de overige gelijkaardige projectonderdelen.

 

De Coördinatievergoeding en de Commercialisatievergoeding worden als kost van het Project beschouwd en worden door POM afgehouden uit de inkomsten van het Project onafgezien van een al dan niet finaal financieel batig saldo (netto-opbrengst) van het Project. Indien het financieel saldo van het Project niet batig is dan is dit ten laste van gemeente Roosdaal. POM is in dit geval gerechtigd om dit niet batig saldo van het Project af te houden van de prefinanciering die de gemeente Roosdaal aan POM ter beschikking gesteld heeft.

 

 

  1. Netto-opbrengsten

 

De netto-opbrengsten van de verkoop van de projectonderdelen (i.e. de Grondverkoopprijs verminderd met de in artikel 6A vermelde vergoedingen en de Infrastructuurprijs) komt ten goede van gemeente Roosdaal. 

Het netto-resultaat zal o.a. mede afhankelijk zijn van beslissingen van de gemeente Roosdaal ivm eigen gebruik van projectonderdelen (vb. perceel voor gemeenteloods, het aantal gemeenschappelijke parkeerplaatsen die ook gebruikt kunnen worden voor nabijgelegen sportinfrastructuur,…)

 

Hierbij wordt de completed contract methode gevolgd. Dit wil zeggen dat in voorkomend geval de netto-opbrengst door POM aan de gemeente Roosdaal betaald wordt op het ogenblik dat alle projectonderdelen vermarkt zijn en alle kosten en opbrengsten gekend, betaald en ontvangen zijn.

 

Indien uit de cash flow en de rentabiliteit van het project zou blijken dat aan de gemeente Roosdaal reeds een deel van de door hun geleverde financiering kan terugbetaald worden of reeds een deel van de netto opbrengst van het project kan uitbetaald worden, dan zal dit in onderling overleg gebeuren.

 

De allocatie van de netto opbrengst tussen Partijen kwalificeert als een louter financiële stroom, buiten het toepassingsgebied van de btw. Het betreft een meerwaarde die op basis van de huidige wetgeving niet belastbaar is (met btw en/of inkomstenbelastingen) in hoofde van de gemeente Roosdaal.

 

Artikel 7. Exclusiviteit, loyaliteit en confidentialiteit

Tenzij vereist voor de realisatie van het Project, zullen Partijen met derden geen besprekingen of onderhandelingen aangaan, noch voortzetten aangaande het Project en/of het onroerend goed. Partijen beschouwen elkaar als loyale en exclusieve partners.

 

Partijen zullen alle informatie die hun wederzijds is of wordt verstrekt in het kader van de realisatie van het Project en/of het onroerend goed strikt vertrouwelijk behandelen, en slechts gebruiken voor het beoogde doel, zoals uiteengezet in artikel 1.

 

Over het verdere verloop en de uitkomst van de onderhandelingen en besprekingen die zij voeren met het oog op de realisatie van het Project zullen Partijen aan derden geen mededelingen doen zonder voorafgaande, schriftelijke en bijzondere goedkeuring van alle andere partijen bij deze overeenkomst.

 

Artikel 8 Splitsbaarheid

  1. De eventuele nietigheid of vernietigbaarheid van een clausule leidt niet tot de vernietiging van de overeenkomst in zijn geheel en de partijen verbinden er zich toe hun verbintenissen te goeder trouw uit te voeren op een manier die zoveel mogelijk de inhoud van de nietige of vernietigbare clausule op een geoorloofde manier benadert, en daartoe zo snel mogelijk een nieuwe en geldige overeenkomst ter vervanging van de nietige clausules te sluiten.
  2. Voor alle gevallen van overmacht zullen de partijen te goeder trouw onderhandelen om de bepalingen van deze overeenkomst al of niet tijdelijk aan te passen.
  3. Onderhavige overeenkomst bevat de volledige overeenkomst tussen partijen en vervangt alle voorgaande mededelingen, ontwerpen, verklaringen, waarborgen, bedingen, aanbiedingen, voorwaarden, afspraken of overeenkomsten, hetzij schriftelijk hetzij mondeling aangegaan tussen Partijen. Partijen zullen derhalve geen rechten noch plichten uit deze mededelingen, ontwerpen, verklaringen, waarborgen, bedingen, aanbiedingen, voorwaarden, afspraken of overeenkomsten kunnen putten, dan voor zover bevestigd in het kader van deze overeenkomst.
  4. Dit artikel zal in geen enkel opzicht de aansprakelijkheid van iedere partij voor bedrieglijke of onjuiste verklaringen uitsluiten of beperken.

 

Artikel 9. Inspanningsverbintenis

POM gaat met deze overeenkomst een inspanningsverbintenis aan.

Daar de realisatie van het Project onderworpen is aan wettelijke procedures met bijhorende beroepsmogelijkheden die buiten de beslissingsbevoegdheid van POM liggen kan POM enkel de nodige inspanningen leveren om tot een voor Partijen bevredigende realisatie van het Project te komen.

 

Deze overeenkomst is opgesteld rekening houdende met de vandaag van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Wijzigingen in de toekomst die impact kunnen hebben op de uitvoerbaarheid of rentabiliteit van het project vallen buiten de verantwoordelijkheid van POM.

POM kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gevolgen van overmacht die de uitvoerbaarheid of rentabiliteit van het Project in gedrang zouden brengen.

 

Indien het Project omwille van welke reden dan ook moet stopgezet worden alvorens het gefinaliseerd is of veel langer zou duren dan normaal voorzien kan worden dan zullen Partijen onderling overleggen hoe zij met deze situatie zullen omgaan rekening houdende met elk hun oorspronkelijk afgesproken rol in deze overeenkomst en het Project.

 

Artikel 10. Kettingbeding

De Partijen verbinden zich ertoe om de bepalingen uit dit document op te leggen aan iedere rechtsopvolger of rechtsverkrijger ten welke titel ook, en deze uitdrukkelijk de mogelijkheden te doen aanvaarden die de ontwikkelaar, of diens rechtsopvolger, onder onderhavige overeenkomst heeft bij niet-naleving ervan.

 

De Partijen komen overeen dat de plicht tot het opleggen van de bepalingen van deze overeenkomst uitdrukkelijk zal worden ingeschreven in alle notariële en onderhandse aktes van overdracht, verkoop of verhuur, of welke titel dan ook waarmee zakelijke en persoonlijke rechten worden overgedragen en/of gevestigd ten aanzien van iedere rechtsopvolger of rechtsverkrijger. Als gevolg van onderhavig kettingbeding verbinden de partners zich er dus toe om de tekst van dit artikel 10 op te nemen in elke titel dan ook waarmee zakelijke en persoonlijke rechten worden overgedragen en/of gevestigd.

 

Artikel 11. Handtekeningbevoegdheid

Elke Partij erkent het absolute en onbeperkte recht, macht, bevoegdheid en bekwaamheid te hebben om deze overeenkomst af te sluiten en al de nodige goedkeuringsprocedures daartoe te hebben doorlopen en in het algemeen alle wettelijk vereiste procedures te hebben doorlopen om deze overeenkomst te kunnen afsluiten en om de beoogde transacties, hierboven beschreven, uit te voeren.

 

Artikel 12. Toepasselijk recht

Alle geschillen waartoe deze overeenkomst aanleiding geeft worden beslecht door de Rechtbanken te Leuven met toepassing van het Belgische recht.

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0610 - actie 3.3.1 Roosdaal zorgt voor de ontwikkeling RUP Belle Alliance bis.

 

Het visum van de financieel directeur is gunstig.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de hiernavolgende overeenkomst tussen gemeente

Roosdaal en de Provenciale Ontwikkelingsmaatschappij Vlaams-Brabant voor de realisatie van een lokaal bedrijventerrein binnen het RUP Belle Alliance.

 

------------

 

Artikel 1. Voorafgaandelijke verklaringen

  1. De overeenkomst d.d. 2015 zoals gevoegd in bijlage evenals alle andere eventuele voorgaande overeenkomsten (zowel schriftelijk als mondeling gesloten) met hetzelfde voorwerp worden integraal vervangen door onderhavige overeenkomst die opgemaakt wordt tussen de gemeente Roosdaal en POM Vlaams-Brabant.

 

  1. Grondeigenaar Gemeente Roosdaal is eigenares van terreinen gelegen te Roosdaal, Pamel langs de Opperheilbeekweg, hierna aangeduid als ‘het onroerend goed’. Het onroerend goed is door de grondeigenaar verworven middels onteigening.

 

  1. De opzet van deze overeenkomst betreft het vastleggen van de afspraken inzake de ontwikkeling, realisatie en commercialisatie van het Project Belle Alliance als bedrijvenzone.

 

  1. Middels de overeenkomst tot vestiging van een opstalrecht zal POM een zakelijk recht verkrijgen teneinde te kunnen bouwen op het onroerend goed. POM wordt eigenaar van de infrastructuurwerken die zij in het kader van dit recht zal laten oprichten.

 

  1. Het projectgebied is gelegen te Roosdaal, Pamel, Opperheilbeekweg, met als kadastrale gegevens afdeling 1 sectie D nrs  261D (8513 m²), 243 (616 m²), 271G (2572 m²), 271H (2973 m²), 270 F (5815 m²), 272B (1833 m²), 273 E (1291 m²), 274G (736 m²), 274F (87 m²), 269 (2635 m²), 283V3 (4166 m²), 282G (10851 m²)

 

  1. De Partijen beogen het project Belle Alliance te realiseren op het onroerend goed waarbij het onroerend goed uitgerust zal worden met die nodige infrastructuur. Deze infrastructuurwerken omvatten wegeniswerken met aanhorigheden zoals parkeerplaatsen, nutsleidingen, openbare verlichting, riolering, groenbuffer, waterbuffer,… De realisatie van deze infrastructuurwerken zal gebeuren in opdracht van POM (op grond van de vestiging van een opstalrecht op het onroerend goed).

 

      hierna genoemd ‘het Project’

 

  1. Het project zal na realisatie van de infrastructuurwerken bestaan uit onderscheiden projectonderdelen (uitgeruste, bouwrijpe KMO-gronden) die aangekocht zullen worden door eindgebruikers (ondernemingen) en/of kavel voor bedrijfsverzamelgebouw dat afzonderlijk zal vermarkt en ontwikkeld worden.

 

      hierna genoemd ‘de projectonderdelen’

 

  1. Bij elke verkoop van een  projectonderdeel zullen de grondeigenaar en POM samen optreden, met name de grondeigenaar als uitsluitende verkoper van de grondaandelen van de bouwkavels en POM als uitsluitende verkoper van de infrastructuurwerken. Ten aanzien van de verkoop van de infrastructuurwerken door POM zal desgevallend toepassing gemaakt worden van de zogenaamde Verkoop van onverdeelde aandelen in de wegeniswerken aan de kopers van een bouwterrein (zelfbouwers) met beding van gratis afstand van die aandelen door laatstgenoemden aan de gemeente (cf. Beslissing nr. E.T.124.513 van 23 december 2013, nummer 3.2).

 

  1. Middels deze overeenkomst, wensen de Partijen de praktische modaliteiten van hun samenwerking te verduidelijken.

 

Artikel 2.

 

  1. Partijen gaan bij onderhavige overeenkomst een samenwerking aan met het oog op de verkoop van de projectonderdelen (uitgeruste KMO-gronden) m.b.t. het Project aan eindgebruikers.
  2. Partijen geven te kennen allen belang te hebben bij de realisatie van het Project en zullen steeds te goeder trouw handelen, als een voorzichtig en redelijk persoon teneinde de realisatie van het Project te bevorderen. Partijen zullen elkaar volledig inzage geven in alle documenten met betrekking tot het Project. Tevens zullen Partijen elkaar op de hoogte brengen van hun werkzaamheden, alsook van eventuele vaststellingen die de voortgang van het Project kunnen hinderen. In voorkomend geval zijn zij ertoe gehouden voorstellen te doen aan elkaar en overleg te plegen om eventuele problemen op te lossen.
  3. Deze overeenkomst wordt afgesloten voor bepaalde duur, vanaf datum van ondertekening van deze overeenkomst door alle Partijen, om behoudens andersluidend schriftelijk akkoord tussen partijen te eindigen op de einddatum, nl. het ogenblik dat het Project zal zijn gerealiseerd en beide partijen hun verplichtingen voortspruitende uit de overeenkomst zullen hebben voldaan, d.w.z. op de datum waarop alle projectonderdelen vervreemd werden en financiële afrekening tussen partijen gemaakt werd.

 Nadien hernemen partijen hun vrijheid, onverminderd hun recht om zich ten aanzien   van elkaar op huidige overeenkomst te beroepen ingeval zij aansprakelijk zouden                             worden gesteld wegens het realiseren van het Project.

 

Artikel 3. Omschrijving opdrachten

Partijen verbinden zich tot de volgende verbintenissen:

 

  1. De grondeigenaar gemeente Roosdaal verbindt er zich toe om:

 

1.a.                            het onroerend goed ter vrije beschikking te stellen met het oog op de realisatie en constructie van het Project in al zijn onderdelen en zodoende een recht van opstal om niet te verlenen aan POM voor een duur van 5 jaar en – onder voorbehoud van de principes van deze overeenkomst, een verzaking van het vermoeden van recht van natrekking met betrekking tot het onroerend goed zoals opgenomen in artikel 3.64 van het nieuw Burgerlijk Wetboek.

 Bovendien zal de gemeente Roosdaal zich niet verzetten met de overdracht van   de opstalrechten in hoofde van POM aan een derde (nl. de Aannemer), die zal                             instaan voor de infrastructuurwerken ter uitvoering van het Project.

 

1.b.                            haar rechten in/op het onroerend goed over te dragen naargelang en naar aanleiding van de commercialisatie van het project, en daartoe een onderhandse en/of notariële volmacht te verlenen aan POM opdat in naam en voor rekening van de grondeigenaar kan overgegaan worden tot de onderhandse of notariële verkoop van de uitgeruste grondaandelen (cf. Projectonderdelen), zonder dat de onderhandse/notariële verkoop de bepalingen uit deze overeenkomst schendt.

 

  1. POM verbindt er zich toe om:

1.c.                             de opstalovereenkomst met de grondeigenaar op te stellen en notarieel te laten verlijden;

1.d.                            in te staan voor het operationeel management van het Project;

1.e.                            eventuele vooronderzoeken in het kader van het Project uit te voeren;

1.f.                              een inrichtingsplan inzake het Project op te maken i.s.m. gemeente Roosdaal;

1.g.                            een beheersplan met betrekking tot het Project op te maken i.s.m. gemeente Roosdaal;

1.h.                            vestigingsvoorwaarden te ontwerpen i.s.m. gemeente Roosdaal;

1.i.                               de communicatie te begeleiden in de technische aspecten van het Project.

1.j.                               in te staan voor de administratieve opvolging van het Project.

  Meer bepaald zal het zogenaamde penvoerderschap, worden waargenomen                 door POM. POM zal instaan voor de administratieve en financiële opvolging                                           van het Project en de administratieve relaties met derden. Dit mandaat van                                           penvoerder omvat inzonderheid:

        de briefwisseling en alle rapporten zowel van technische en administratieve als van economische aard ten behoeve van het Project;

        het verzorgen van de communicatie en het stimuleren van de samenwerking tussen de Partijen;

        het administratief beheer dat bestaat uit:

        een gepaste projectboekhouding van het Project;

        het bijhouden van de afrekeningen opgesteld in verband met de realisatie van het Project;

        de inning der betalingen en hun verdeling;

        het beheer van de fondsen die haar ter beschikking worden gesteld;

        het vestigen van zekerheden en algemene waarborgen;

        nauwgezet alle ten behoeve van en in het kader van het Project gemaakte kosten en ontvangen inkomsten inclusief eventuele btw te noteren, op overzichtelijke wijze, op een informatiedrager en te allen tijde ter beschikking te stellen van de andere Partij, derwijze dat zowel tijdens als op het einde van het Project de exacte meerwaarden kunnen worden bepaald.

 

1.k.                             in te staan voor de coördinatie van het project, dit impliceert:

        het uitwerken en updaten van een cashflowplanning voor het Project;

        de bepaling van de verkoopprijzen alsook de verdeling tussen grondaandeel en infrastructuurprijs, en dit in overleg met de andere Partij;

        de begeleiding en opvolging van de verkoop van de projectonderdelen van het Project in al haar facetten: het aanstellen van een eventuele makelaar, het voeren van publiciteit en promotie, de opvolging van de verkoop,

        het opstellen van de contracten met de diverse contractanten, voor zover nodig in functie van het realiseren van het project;

        nazicht van de rekeningen, algemene financiële opvolging en budgetbewaking, het aanleveren aan de andere Partij op regelmatige basis van cashflow- en resultaat projecties, en het aanmaken van diverse financiële simulaties ter ondersteuning van de te nemen beslissingen;

 

1.l.                               in te staan voor de opvolging van de financiële elementen van de ontwikkeling van het Project. Dit omvat o.a.:

        het betalen van de facturen met betrekking tot het Project;

        het voeren van de aanbestedingsprocedures (publicaties, openingen offertes);

        het opvragen van voorschotten aan de andere Partner;

        het ontvangen van de inkomsten betreffende het Project.

 

1.m.                     In te staan voor de technische coördinatie van de realisatie van het Project en daartoe in overleg met gemeente Roosdaal beroep te doen op professionele leveranciers zoals:  studiebureau’s, aannemers,…om:

1.m.i.   het onroerend goed op te meten;

1.m.ii.afspraken te maken met de nutsmaatschappijen inzake de aanleg van de infrastructuurwerken:

1.m.iii.                                 over te gaan tot de studie, het ontwerp en de werfopvolging van de infrastructuurwerken van het Project. Dit omvat o.a.:

        het uitvoeren van de terreinopmeting;

        het opstellen van het voorontwerp (tekenwerk via extern bureau - aan te duiden op basis van een overheidsopdracht);

        het opstellen van het ontwerp (tekenwerk via extern bureau - aan te duiden op basis van een overheidsopdracht);

        het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning;

        de organisatie van de aanbestedingsprocedure(s);

        het samenstellen van het analytisch verslag van de ingediende offerten;

        de toelichting bij de aanbesteding(en);

        het volgen van de uitvoering van de werkzaamheden in samenspraak met de andere Partner;

        de werfcoördinatie;

        de organisatie van de werfvergaderingen;

        de opvolging van de werfadministratie;

        het bijwonen van de bouwvergaderingen met verslag aan de POM en de gemeente Roosdaal;

        de controle van de vermoedelijke hoeveelheden en de verrekeningen;

        de controle van de vorderingsstaten,  de verrekeningen  en  het opstellen  van  het  proces-verbaal  van vooruitgang der werkzaamheden;

        het opvolgen van de facturatie;

        het opstellen van de eindafrekening;

        het uitvoeren van de voorlopige oplevering;

        het uitvoeren van de definitieve oplevering;

        het advies bij de voorlopige en de definitieve aanvaarding;

        de nazorg van de werken binnen de waarborgtermijn - tot de definitieve aanvaarding.

 

1.m.iv.                                 het stedenbouwkundig dossier met betrekking tot het Project op te maken;

1.m.v.in te staan voor de voorbereiding van de aanbesteding inzake de aanleg van de infrastructuurwerken op het onroerend goed (opmaak bestek, gunningsverslag, etc.);

1.m.vi.                                 in te staan voor de werfopvolging ten aanzien van de aanleg van de infrastructuurwerken van het Project;

1.m.vii.                               in te staan voor de veiligheidscoördinatie van het Project (ontwerp en verwezenlijking). Dit omvat:

        het opstellen van het veiligheids- en gezondheidsplan in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 25 tot 28 van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 in verband met de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en latere wijzigingen in verband met de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen;

        het aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan in overeenstemming met de bepalingen van artikel 29 van het KB;

        het overmaken van de elementen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan de tussenkomende partijen, voor zover deze elementen hen betreffen;

        het controleren van de overeenstemming van de delen van de offertes, bedoeld in artikel 30 van het KB, met het veiligheids- en gezondheidsplan;

        het coördinatiedagboek en postinterventiedossier openen, bijhouden en aanvullen in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 31 tot 36 van het KB;

        het overmaken van het veiligheids- en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier.

        het aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan de verschillende elementen die tijdens de uitvoering van de werken kunnen optreden en overmaken van de elementen van het aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan aan de betrokken partijen voor zover deze elementen hen aanbelangen;

        het bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek overeenkomstig de wettelijke bepalingen;

        het noteren van de eventuele tekortkomingen van de betrokken partijen in het coördinatiedagboek en de opdrachtgever hiervan in kennis stellen;

        het noteren van de eventuele opmerkingen van de aannemers in het coördinatiedagboek en ze door de betrokken partijen laten viseren;

        het samenroepen van de coördinatiestructuur voor de bouwplaatsen;

        het aanvullen van het postinterventiedossier in functie van de elementen van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan die voor de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk van belang zijn;

        het overdragen op het einde van zijn opdracht aan de Partijen: een exemplaar van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, en het geactualiseerd coördinatiedagboek en het postinterventiedossier tegen ontvangstbewijs overmaken.

Artikel 4. Prijs

 

  1. Grondprijs – Grondverkoopprijs

De Partijen komen overeen om de goedkeuring van een financieel plan door beide Partijen een opschortende voorwaarde te laten zijn in belang van beiden. Bij gebreke aan de goedkeuring van een financieel plan door beide Partijen uiterlijk 18 maanden na ondertekening van deze Overeenkomst, moet de opschortende voorwaarde als niet vervuld worden beschouwd.

De Partijen komen overeen dat de totale prijs van de eigendom van het onroerend goed (hierna genoemd de “Grondprijs”) gelijk is aan EUR [●], excl. btw en registratierechten. Gemeente Roosdaal zal deze grondprijs staven met de nodige stukken (notariële aktes e.a.).

 

Te bepalen na uitspraak vredegerecht mbt onteigeingsvergoeding percelen 283V3 en 282G.

 

De grondeigenaar, gemeente Roosdaal,  zal als eigenaar van het onroerend goed minstens vergoed worden door de betaling van de Grondprijs door POM aan de Gemeente Roosdaal.

 

De terreinen van de KMO-zone moeten aan marktconforme prijzen worden verkocht, waarbij een break-even situatie na vergoedingen voor POM (cfr. Art. 6) voor het volledige project de minimale doelstelling is.

De grondeigenaar enerzijds en de andere Partijen anderzijds zullen evenwel onderling afspraken maken aangaande de prijzen van de grondaandelen en de infrastructuuraandelen zoals deze zullen worden gehanteerd bij verkoop aan derde partijen. De verkoopprijzen die zodoende zullen worden afgesproken voor de verkoop van de grondaandelen aan derde kopers zullen hierna de “Grondverkoopprijs” worden genoemd.

 

 

  1. De onverkochte projectonderdelen bij einde opstalrecht

Indien er 30 dagen vóór het verstrijken van het initiële opstalrecht nog onverkochte, uitgeruste grondaandelen zijn zal het opstalrecht van POM met twee jaar verlengd worden. Indien er bij het verstrijken van laatstgenoemde termijn nog onverkochte onderdelen zijn zullen Partijen bespreken of er een nieuwe verlenging van de opstaltermijn wordt overeengekomen dan wel of één van de partijen de terreinen respectievelijk infrastructuurwerken kan inkopen en, zo ja, tegen welke prijs.

 

Artikel 5. Financiële afspraken

De prefinanciering van de aanleg van de infrastructuurwerken en andere kosten gerelateerd aan de ontwikkeling van het Project worden gedragen door de gemeente Roosdaal. Dit wil zeggen dat de gemeente Roosdaal de volledige kosten op zich zal nemen en dus ook het financiële risico van de ontwikkeling zal dragen. De financiering zal verlopen via het aanleggen door de gemeente Roosdaal van een voorafgaandelijke provisie bij de POM. De concrete bijdragen aan de provisie worden bepaald volgens het financieel plan en de op til zijnde bestellingen. POM zal geen bestellingen plaatsen of financiële engagementen aangaan die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Project zonder dat de gemeente Roosdaal vooraf voldoende financiële middelen ter beschikking gesteld heeft aan POM. POM zal aan gemeente Roosdaal voorafgaandelijk aan het plaatsen van bestellingen de offertevragen/bestekken en de ontvangen offertes overmaken. De beslissing tot het plaatsen van bestellingen wordt in overleg en consensus genomen. De verkopen worden ook in overleg en consensus gedaan.

 

POM voert de volledige financiële coördinatie van het Project en is dus gerechtigd om alle nodige betalingen te ontvangen en te verrichten ter realisatie van het Project.

 

Indien de gemeente Roosdaal in gebreke blijft bij de door haar verschuldigde sommen over te maken  en ze een schriftelijke aanmaning daartoe van POM gedurende 10 werkdagen zonder gevolg laat, is een interest verschuldigd op de door te storten sommen berekend aan de intrestvoet overeenkomstig de wet van 2 augustus 2002 inzake de betalingsachterstand.

 

Gemeente Roosdaal heeft het recht om op ieder ogenblik de boeken en rekeningen betreffende het Project na te zien of te laten nazien door een door hem aangewezen deskundige. Gemeente Roosdaal heeft op eerste verzoek inzage in alle documenten, briefwisseling en rekeningstukken met betrekking tot dit Project.

 

De gemeente Roosdaal doet de nodige inspanningen om de volledige juridische eigendom te bekomen van alle noodzakelijke projectgronden en is bereid de nodige zakelijke rechten toe te kennen, zoals bijvoorbeeld opstalrechten, teneinde toe te laten het nodige te doen in functie van een optimale verdere ontwikkeling.

 

Artikel 6.Verdeling batig saldo en kosten

  1. Kostenvergoedingen in hoofde van POM

 

Infrastructuurprijs

POM zal de onverdeelde aandelen in de infrastructuuraandelen, waarvan POM eigenaar is op grond van het opstalrecht, verkopen aan kopers van de grondaandelen. De prijs voor de infrastructuurwerken is gelijk aan het aandeel in de totale kosten voor de realisatie van de infrastructuur, verhoogd met de Coördinatievergoeding (cfr. infra) en de Commercialisatievergoeding (cfr. infra). Op deze Infrastructuurprijs is 21% btw verschuldigd door de kopers.

 

Coördinatievergoeding

POM zal voor de volledige coördinatie en de  taken die zij op zich neemt in het kader van de Project realisatie een vergoeding uit de inkomsten van het Project ontvangen gelijk aan 4 % van de totale kosten (inclusief de niet aftrekbare BTW, exclusief de aftrekbare BTW) van het Project.

De Coördinatievergoeding wordt finaal afgerekend op het ogenblik dat alle kosten van het Project gekend zijn.

 

Commercialisatievergoeding

POM zal voor de vermarkting van de projectonderdelen een vergoeding ontvangen van 3% van de finale verkoopprijs van de projectonderdelen uit de opbrengsten van het Project.

De Commercialiseringsvergoeding wordt door POM aangerekend op het ogenblik van verlijden van de notariële akte van elk projectonderdeel.

De Commercialisatievergoeding van 3% die betrekking heeft op de grondaandelen van de bedrijfskavels wordt met 21% btw belast en is ten laste van de gemeente. Deze btw wordt naargelang het geval ingehouden op het batige saldo van de gemeente of op de terugbetaling van de prefinanciering.

 

Indien een projectonderdeel niet vermarkt wordt, bijvb. omdat de gemeente Roosdaal beslist het in eigendom te houden voor eigen gebruik, dan wordt de Commercialisatievergoeding van de POM berekend op de marktprijs van het projectonderdeel. Dit ter compensatie van de door POM geleverde inspanningen voor het project. De marktprijs is gelijk aan de gemiddelde vierkante meterprijs die gevraagd wordt voor de overige gelijkaardige projectonderdelen.

 

De Coördinatievergoeding en de Commercialisatievergoeding worden als kost van het Project beschouwd en worden door POM afgehouden uit de inkomsten van het Project onafgezien van een al dan niet finaal financieel batig saldo (netto-opbrengst) van het Project. Indien het financieel saldo van het Project niet batig is dan is dit ten laste van gemeente Roosdaal. POM is in dit geval gerechtigd om dit niet batig saldo van het Project af te houden van de prefinanciering die de gemeente Roosdaal aan POM ter beschikking gesteld heeft.

 

  1. Netto-opbrengsten

 

De netto-opbrengsten van de verkoop van de projectonderdelen (i.e. de Grondverkoopprijs verminderd met de in artikel 6A vermelde vergoedingen en de Infrastructuurprijs) komt ten goede van gemeente Roosdaal. 

Het netto-resultaat zal o.a. mede afhankelijk zijn van beslissingen van de gemeente Roosdaal ivm eigen gebruik van projectonderdelen (vb. perceel voor gemeenteloods, het aantal gemeenschappelijke parkeerplaatsen die ook gebruikt kunnen worden voor nabijgelegen sportinfrastructuur,…)

 

Hierbij wordt de completed contract methode gevolgd. Dit wil zeggen dat in voorkomend geval de netto-opbrengst door POM aan de gemeente Roosdaal betaald wordt op het ogenblik dat alle projectonderdelen vermarkt zijn en alle kosten en opbrengsten gekend, betaald en ontvangen zijn.

 

Indien uit de cash flow en de rentabiliteit van het project zou blijken dat aan de gemeente Roosdaal reeds een deel van de door hun geleverde financiering kan terugbetaald worden of reeds een deel van de netto opbrengst van het project kan uitbetaald worden, dan zal dit in onderling overleg gebeuren.

 

De allocatie van de netto opbrengst tussen Partijen kwalificeert als een louter financiële stroom, buiten het toepassingsgebied van de btw. Het betreft een meerwaarde die op basis van de huidige wetgeving niet belastbaar is (met btw en/of inkomstenbelastingen) in hoofde van de gemeente Roosdaal.

 

Artikel 7. Exclusiviteit, loyaliteit en confidentialiteit

Tenzij vereist voor de realisatie van het Project, zullen Partijen met derden geen besprekingen of onderhandelingen aangaan, noch voortzetten aangaande het Project en/of het onroerend goed. Partijen beschouwen elkaar als loyale en exclusieve partners.

 

Partijen zullen alle informatie die hun wederzijds is of wordt verstrekt in het kader van de realisatie van het Project en/of het onroerend goed strikt vertrouwelijk behandelen, en slechts gebruiken voor het beoogde doel, zoals uiteengezet in artikel 1.

 

Over het verdere verloop en de uitkomst van de onderhandelingen en besprekingen die zij voeren met het oog op de realisatie van het Project zullen Partijen aan derden geen mededelingen doen zonder voorafgaande, schriftelijke en bijzondere goedkeuring van alle andere partijen bij deze overeenkomst.

 

Artikel 8 Splitsbaarheid

  1. De eventuele nietigheid of vernietigbaarheid van een clausule leidt niet tot de vernietiging van de overeenkomst in zijn geheel en de partijen verbinden er zich toe hun verbintenissen te goeder trouw uit te voeren op een manier die zoveel mogelijk de inhoud van de nietige of vernietigbare clausule op een geoorloofde manier benadert, en daartoe zo snel mogelijk een nieuwe en geldige overeenkomst ter vervanging van de nietige clausules te sluiten.
  2. Voor alle gevallen van overmacht zullen de partijen te goeder trouw onderhandelen om de bepalingen van deze overeenkomst al of niet tijdelijk aan te passen.
  3. Onderhavige overeenkomst bevat de volledige overeenkomst tussen partijen en vervangt alle voorgaande mededelingen, ontwerpen, verklaringen, waarborgen, bedingen, aanbiedingen, voorwaarden, afspraken of overeenkomsten, hetzij schriftelijk hetzij mondeling aangegaan tussen Partijen. Partijen zullen derhalve geen rechten noch plichten uit deze mededelingen, ontwerpen, verklaringen, waarborgen, bedingen, aanbiedingen, voorwaarden, afspraken of overeenkomsten kunnen putten, dan voor zover bevestigd in het kader van deze overeenkomst.
  4. Dit artikel zal in geen enkel opzicht de aansprakelijkheid van iedere partij voor bedrieglijke of onjuiste verklaringen uitsluiten of beperken.

 

Artikel 9. Inspanningsverbintenis

POM gaat met deze overeenkomst een inspanningsverbintenis aan.

Daar de realisatie van het Project onderworpen is aan wettelijke procedures met bijhorende beroepsmogelijkheden die buiten de beslissingsbevoegdheid van POM liggen kan POM enkel de nodige inspanningen leveren om tot een voor Partijen bevredigende realisatie van het Project te komen.

 

Deze overeenkomst is opgesteld rekening houdende met de vandaag van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Wijzigingen in de toekomst die impact kunnen hebben op de uitvoerbaarheid of rentabiliteit van het project vallen buiten de verantwoordelijkheid van POM.

POM kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gevolgen van overmacht die de uitvoerbaarheid of rentabiliteit van het Project in gedrang zouden brengen.

 

Indien het Project omwille van welke reden dan ook moet stopgezet worden alvorens het gefinaliseerd is of veel langer zou duren dan normaal voorzien kan worden dan zullen Partijen onderling overleggen hoe zij met deze situatie zullen omgaan rekening houdende met elk hun oorspronkelijk afgesproken rol in deze overeenkomst en het Project.

 

Artikel 10. Kettingbeding

De Partijen verbinden zich ertoe om de bepalingen uit dit document op te leggen aan iedere rechtsopvolger of rechtsverkrijger ten welke titel ook, en deze uitdrukkelijk de mogelijkheden te doen aanvaarden die de ontwikkelaar, of diens rechtsopvolger, onder onderhavige overeenkomst heeft bij niet-naleving ervan.

 

De Partijen komen overeen dat de plicht tot het opleggen van de bepalingen van deze overeenkomst uitdrukkelijk zal worden ingeschreven in alle notariële en onderhandse aktes van overdracht, verkoop of verhuur, of welke titel dan ook waarmee zakelijke en persoonlijke rechten worden overgedragen en/of gevestigd ten aanzien van iedere rechtsopvolger of rechtsverkrijger. Als gevolg van onderhavig kettingbeding verbinden de partners zich er dus toe om de tekst van dit artikel 10 op te nemen in elke titel dan ook waarmee zakelijke en persoonlijke rechten worden overgedragen en/of gevestigd.

 

Artikel 11. Handtekeningbevoegdheid

Elke Partij erkent het absolute en onbeperkte recht, macht, bevoegdheid en bekwaamheid te hebben om deze overeenkomst af te sluiten en al de nodige goedkeuringsprocedures daartoe te hebben doorlopen en in het algemeen alle wettelijk vereiste procedures te hebben doorlopen om deze overeenkomst te kunnen afsluiten en om de beoogde transacties, hierboven beschreven, uit te voeren.

 

Artikel 12. Toepasselijk recht

Alle geschillen waartoe deze overeenkomst aanleiding geeft worden beslecht door de Rechtbanken te Leuven met toepassing van het Belgische recht.

 

------------

 

Artikel 2. - POM Vlaams-Brabant wordt digitaal van deze beslissing in kennis gesteld.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Jeugd: aanvraag tussenkomst onderhoud jeugdlokaal Scouts Borchtlombeek - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        de goedkeuring van 31 maart 2022 door de gemeenteraad van de afsprakennota met betrekking tot de tussenkomst door de gemeente Roosdaal bij het financieren van het onderhoud, bouwen en verbouwen van jeugdlokalen

        de actie 5.2.2 - Roosdaal ondersteunt de Roosdaalse verenigingen: logistiek, financieel en inhoudelijk

        het brandpreventieverslag van Brandweerzone Vlaams-Brabant West dat op 3 december 2022 werd uitgereikt in het kader van een brandveiligheidsattest

 

Juridische gronden

        de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

        het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid, zoals gewijzigd

 

Argumentatie / motivering

        Scouts Sint-Paulus Borchtlombeek p/a de heer Rien Geeroms, Pastoriestraat 5 te 1761 Roosdaal, liet in de scoutslokalen in de Pastoriestraat vier brandwerende deuren EI30 plaatsen door de firma Jomisa bv uit Denderwindeke

        de nieuwe deuren werden geplaatst nadat de brandweer tijdens de tweejaarlijkse controle brandveiligheid van jeugdlokalen (op initiatief van de jeugddienst) als een van de opmerkingen aangaf dat de keuken moet gecompartimenteerd worden door middel van brandwerende deuren en dat de brandwerende deur aan de stookplaats vochtschade vertoonde

        Scouts Sint-Paulus Borchtlombeek wenst aanspraak te maken op de tussenkomst van de gemeente Roosdaal bij het financieren van het onderhoud van jeugdlokalen

        in de afsprakennota werd vooropgesteld dat er een tussenkomst kan zijn tot 5.000,00 euro voor kleine werken in het kader van het onderhoud van het lokaal. Deze ondersteuning wordt uitbetaald aan de jeugdvereniging (erkende Roosdaalse vereniging) bij het voorleggen van een factuur met betaalbewijs. Er kunnen facturen worden voorgelegd tot eind 2030. De gemeente zal over deze periode maximaal 5.000,00 euro uitkeren

        Scouts Sint-Paulus Borchtlombeek is een Roosdaalse erkende vereniging

        Scouts Sint-Paulus Borchtlombeek bezorgde ons een voorschotfactuur saldofactuur en betaalbewijzen voor een totaalbedrag van 3.533,94 euro (inclusief BTW)

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsvelden 0750-00 Jeugdsector- en verenigingsondersteuning - actie ACT-5.2.2 Roosdaal ondersteunt de Roosdaalse verenigingen: logistiek, financieel en inhoudelijk

 

De toe te kennen subsidie bedraagt 3.533,94 euro.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Goedkeuring wordt gegeven aan de tussenkomst van de gemeente Roosdaal voor de plaatsing van vier brandwerende deuren in de scoutslokalen, Pastoriestraat 5 te 1761 Roosdaal. De totale uit te betalen subsidie bedraagt 3.533,94 euro.

 

Artikel 2. - Scouts Sint-Paulus Borchtlombeek, p/a de heer Rien Geeroms, Pastoriestraat 5 te 1761 Roosdaal wordt van dit besluit in kennis gesteld.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Gemeentebelastingen: belastingreglement op de aanvragen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard (omgevingsvergunning) voor de aanslagjaren 2023-2025 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gemeentelijk belastingreglement op de aanvragen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard (omgevingsvergunning) voor de aanslagjaren 2019-2025

        het besluit van 30 maart 2023 betreffende de aansluiting bij het Vastgoedinformatieplatform en het retributiereglement voor vastgoedinformatie, waarbij het tarief van de retributie werd vastgelegd op 125,00 euro

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

        het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010

        titel V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

        titel IV, Hoofdstuk II van de  Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het decreet van 24 mei 2017 houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

        het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is

        het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning

 

Argumentatie / motivering

        de invoering van het omgevingsdecreet vanaf 1 januari 2018

        de mogelijkheid voor aanvragers om door middel van 1 aanvraag een omgevingsvergunning te bekomen voor zowel stedenbouwkundige handelingen als voor ingedeelde activiteiten

        de vereenvoudigde administratie voor de diensten bij het hanteren van gelijke en eenduidige tarieven

        het vrijstellingenbesluit waardoor vele werken zijn vrijgesteld van omgevingsvergunning en dus ook dossiertaks

        de aansluiting bij het Vastgoedinformatieplatform houdt in dat stedenbouwkundige inlichtingen (vastgoedinformatie) vanaf 2024 enkel nog via dit platform kunnen worden aangevraagd. De kosten voor het verzamelen van vastgoedinformatie zullen worden aangerekend aan de aanvrager via een apart retributiereglement

        in 2023 zullen de stedenbouwkundige inlichtingen ook nog via de klassieke manier (volgens dit reglement) kunnen worden aangevraagd.

        omwille van het gelijkheidsbeginsel is nodig om beide tarieven op mekaar af te stemmen

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 - fiscale aangelegenheden - actie GBB-GEM.

De geraamde ontvangst bedraagt 6.000,00 euro op jaarbasis.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Er wordt met ingang van 1 mei 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op:

  1. het aanvragen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting;
  2. het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden;
  3. het melden van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten;
  4. het indienen van een verzoek tot bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden;
  5. het verstrekken van stedenbouwkundige- en milieutechnische inlichtingen.

 

Artikel 2. - De belasting is verschuldigd door de aanvrager/houder van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning, inlichting of handeling.

 

Artikel 3. - De tarieven worden vastgesteld als volgt:

 

aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen met uittreksel uit plannen- en vergunningenregister (per dossier):

125,00 euro

(1 dossier = per kadastraal perceel of per groep van maximaal 5 aan elkaar grenzende kadastrale percelen) op voorwaarde dat

- de percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen

- er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) is (zijn)

aanvraag tot stedenbouwkundig attest:

50,00 euro

aanvraag tot planologisch attest:

50,00 euro

conformiteitsattest (kamer)woningen

62,00 euro

 

aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting:

 

• voor stedenbouwkundige handelingen:

50,00 euro

• voor een ingedeelde inrichting in eerste klasse:

750,00 euro

• voor een ingedeelde inrichting in tweede klasse:

125,00 euro

• voor een ingedeelde inrichting in derde klasse (verandering) en tijdelijke inrichtingen:

50,00 euro

 

aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden:

50,00 euro

 

melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting of activiteiten:

 

• voor stedenbouwkundige handelingen:

50,00 euro

• voor exploitatie van een ingedeelde inrichting waarvoor een bekendmaking vereist is:

50,00 euro

 

verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden:

 

• voor een ingedeelde inrichting in de eerste klasse:

750,00 euro

• voor een ingedeelde inrichting in tweede klasse:

125,00 euro

 

aanvraag tot bijstelling van de verkaveling:

50,00 euro

 

 

mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:

 

• voor een ingedeelde inrichting in eerste klasse:

750,00 euro

• voor een ingedeelde inrichting in tweede klasse:

125,00 euro

 

digitaliseren analoge dossiers

50,00 euro

 

De dossierkosten zijn cumulatief voor aanvragen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een ingedeelde inrichting.

 

Artikel 4. - De belasting wordt contant ingevorderd. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Artikel 5. - De belastingschuldige kan inzake de belasting, alsmede inzake de wettigheid en de regelmatigheid van het aanslagbiljet bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

 

De bezwaarindiener moet, indien hij wil uitgenodigd worden op de hoorzitting, dit duidelijk in zijn bezwaarschrift vermelden.

 

Artikel 6. – het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van

het gemeentelijk belastingreglement op de aanvragen van stedenbouwkundige en

milieutechnische aard (omgevingsvergunning) voor de aanslagjaren 2019-2025 wordt, met ingang van 1 mei 2023, opgeheven.

 

Artikel 7. – Dit besluit wordt aan de hogere overheid toegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2023

 

Bijkomend agendapunt N-VA: Aandacht voor Darmkankeronderzoek

 

TOELICHTING / MOTIVERING

 

Maart is de Internationale Darmkankermaand en tijdens deze maand brengt Stichting tegen Kanker de vooruitgang in onderzoek en behandeling van deze specifieke kanker onder de aandacht. Darmkanker is kanker die in de darmen ontstaat uit poliepen. De meeste poliepen zijn wel onschuldig maar in sommige ontstaat darmkanker.

Darmkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker. Ongeveer vijf procent van alle Vlamingen wordt ermee geconfronteerd. In België krijgen zo’n 8.500 mensen per jaar te horen dat ze darmkanker hebben, waarvan zo’n 5.600 in Vlaanderen. Ieder jaar sterven er in Vlaanderen ongeveer 1.750 mensen aan. Dikkedarmkanker is in Vlaanderen de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker) en de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen (na borstkanker). Darmkanker geeft vaak pas in een laat stadium klachten. Daarom is vroege opsporing zo belangrijk. Hoe eerder bekend is of het echt darmkanker is, hoe beter de behandelmogelijkheden en hoe groter de kans op overleven.

 

Dikkedarmkanker ontwikkelt zich langzaam. Het duurt gemiddeld 10 jaar voordat een poliep, een kwaadaardig gezwel wordt. Hierdoor kan dikkedarmkanker in veel gevallen vroegtijdig worden opgespoord, vaak zelfs nog vóór er echt sprake is van kanker. Als dikkedarmkanker in een vroeg stadium wordt ontdekt, is vijf jaar na de diagnose liefst 95% van de mensen nog in leven. Wanneer men er laat achter komt is dat maar 12%. Bij het ontstaan van dikkedarmkanker heb je eerst geen klachten. Daardoor wordt de ziekte vaak pas laat ontdekt. Het is daarom belangrijk om dikkedarmkanker op te sporen vóór je klachten hebt.

 

Daarom organiseert de Vlaamse overheid sinds 2013 een Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker. Het onderzoek spoort alle mannen en vrouwen van 50 tot en met 74 jaar aan om elke twee jaar een stoelgangtest te doen. Een laboratorium onderzoekt of je stoelgangstaal bloedsporen bevat. Te veel bloed in de stoelgang kan wijzen op dikkedarmkanker of poliepen. Deze stoelgangtest kan je eenvoudig en snel thuis afnemen en dan per post opsturen. De analyse in het labo is gratis. In 2021 deed 1 op 2 Vlamingen (52.5%) mee aan het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker.

 

In Roosdaal ligt dit cijfer lager dan het Vlaamse gemiddelde. De responsgraad bedraagt slechts 49,9%. Om dit cijfer, in het belang van de volksgezondheid van de inwoners van onze gemeente, op te krikken stelt de N-VA-fractie voor om onze inwoners, die binnen de beoogde doelgroep vallen, actief aan te zetten tot deelname aan het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker en hen hierover bijkomend te informeren via de gemeentelijke communicatiekanalen.

 

Juridische grond

 

DE GEMEENTERAAD,

       Gelet op de artikelen 21 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;

       Gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Gemeenteraad;

       Gelet op artikel 31 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;

       Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende bevolkingsonderzoek in het kader van ziektepreventie;

       Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoeringsbesluiten van dit decreet;

       Gelet op het Jaarrapport 2022 van het Centrum voor Kankeropsporing en de Stichting Kankerregister;

       Overwegende dat klachten en symptomen bij darmkanker vaak lang uitblijven;

       Overwegende dat bij vroege detectie van darmkanker de overlevingskansen na 5 jaar ongeveer 95% bedraagt;

       Overwegende dat de mortaliteit drastisch verhoogt bij late opsporing;

       Overwegende dat alle personen tussen 50 en 74 jaar automatisch worden uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek;

       Overwegende dat het bevolkingsonderzoek gratis is;

       Overwegende dat het responscijfer voor het bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker in Roosdaal 49,9% bedraagt;

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het initiatief goed om de bevolking van de gemeente Roosdaal actief aan te zetten om deel te nemen aan het tweejaarlijkse Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker en hen hierover bijkomend te informeren via de gemeentelijke communicatiekanalen.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om uitvoering te geven aan de in artikel 1 genomen beslissing.

 

 

Publicatiedatum: 23/05/2023