BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 25 juni 2020 worden goedgekeurd.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 25 juni 2020 wordt goedgekeurd.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel - De voorgestelde rooilijn van 4 meter uit de as van de Wolvenstraat wordt goedgekeurd. In functie van het bekomen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd door de heer Manu Renard en de heer Peter Goossens (namens Unicas NV), Kerkstraat 38 te 1755 Gooik en op een perceel gelegen: Wolvenstraat ZN/Gasthuisstraat ZN, (afd. 1) sectie C 800.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel - De door de heer Wim Van den Cruijce (namens Intop-Axios BV), Statiestraat 11-13 te 1740 Ternat, binnen de grenzen van de te verkavelen percelen gelegen: Looyeweg ZN, (afd. 4) sectie C 70/2 H, (afd. 4) sectie C 70 F en (afd. 4) sectie C 70 K – 2 kavels, voorgestelde rooilijn op 4,00 meter uit de as van de Looyeweg ZN wordt goedgekeurd.
Wendy Godaert Linda Van den Eede Marc Devits Herman Claeys An Van den Spiegel Christiane Bert Annick Borloo Johan Linthout Tom De Koster Linda Van Huylenbroeck Emma Van der Maelen Wim Goossens Jan Van Den Bosch Jean Timmermans Rudy Bracquez Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Dirk Evenepoel Kristof Cooreman Eline De Vos Peggy Bulterijs Koen Muyldermans Wendy Godaert Linda Van den Eede Marc Devits Herman Claeys An Van den Spiegel Christiane Bert Annick Borloo Johan Linthout Tom De Koster Linda Van Huylenbroeck Wim Goossens Jan Van Den Bosch Jean Timmermans Rudy Bracquez Johan Van Lierde Emmanuel de Béthune Dirk Evenepoel Kristof Cooreman Eline De Vos Peggy Bulterijs Koen Muyldermans Herman Claeys An Van den Spiegel Koen Muyldermans Christiane Bert Johan Van Lierde Dirk Evenepoel Rudy Bracquez Tom De Koster Wim Goossens Jan Van Den Bosch Johan Linthout Emmanuel de Béthune Kristof Cooreman Peggy Bulterijs Wendy Godaert Linda Van den Eede Linda Van Huylenbroeck Jean Timmermans Annick Borloo Eline De Vos Marc Devits aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
9 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
Artikel 1. - De gemeenteraad neemt kennis dat bij het decreet Basisbereikbaarheid van 26 april 2019, de bestaande regelgeving met betrekking tot mobiliteitsbeleid werd aangepast en dat de Vlaamse regering, met haar besluit van 6 september 2019, hieraan uitvoering heeft gegeven. Hierdoor komt automatisch een einde aan de rechtsgeldigheid van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC), zoals deze tot voor 26 april 2019 werd georganiseerd.
Artikel 2. - De PSG wordt voorgezeten door de initiatiefnemer van het project of plan en bestaat minimaal uit:
• de initiatiefnemer;
• een vertegenwoordiger van de betrokken gemeente(n);
• een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
• een vertegenwoordiger van de betrokken weg- of waterwegbeheerder.
Eén vertegenwoordiger kan meerdere rollen opnemen.
Artikel 3. - De gemeenteraad beslist om de schepen van mobiliteit als voorzitter van de projectstuurgroep (PSG) aan te duiden voor de projecten waarbij de gemeente Roosdaal initiatiefnemer is, in het minst voor de opmaak van het zacht mobiliteitsplan Roosdaal (ZMR) en bij uitbreiding voor grotere infrastructurele of mobiliteitsgerelateerde projecten waar een PSG wenselijk is.
In geval van verhindering kan de voorzitter de taak delegeren aan een ander lid van het schepencollege of een gemeentelijke ambtenaar.
Artikel 4. - Van elke fractie in de gemeenteraad kan een vertegenwoordiger (of een plaatsvervanger) uitgenodigd worden op de PSG. De gemeenteraad draagt de bevoegdheid om te beslissen of dit gebeurt aan de voorzitter van de PSG, die dit in overleg doet met de leden die minimaal aanwezig moeten zijn op de PSG.
Artikel 5. - De PSG kan opengesteld worden voor vertegenwoordigers van maatschappelijk middenveld of voor de bevolking. De gemeenteraad draagt de bevoegdheid om te beslissen of dit gebeurt aan de voorzitter van de PSG, die dit in overleg doet met de leden die minimaal aanwezig moeten zijn op de PSG.
Artikel 6. - De PSG kan opengesteld worden voor betrokken ambtenaren uit verschillende beleidsdomeinen van de gemeente en voor externen (studiebureau, experten, andere, ...). De gemeenteraad draagt de bevoegdheid om te beslissen of dit gebeurt aan de voorzitter van de PSG, die dit in overleg doet met de leden die minimaal aanwezig moeten zijn op de PSG.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Volgend geactualiseerde politieverordening op de openbare overlast in de gemeente Roosdaal, wordt goedgekeurd:
Hoofdstuk 1 — Algemene bepalingen.
Artikel 1.1.
Dit reglement heeft tot doel de voornaamste vormen van openbare overlast tegen te gaan.
Als openbare overlast worden beschouwd alle lichte vormen van verstoringen van de openbare rust, veiligheid, gezondheid en zindelijkheid.
Artikel 1.2.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Eigenaar: eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachthouder, opstalhouder, huurder, gebruiker.
De openbare plaatsen:
1. de openbare weg, met inbegrip van de bermen, voetpaden en de ruimten aangelegd als aanhorigheden, van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen:
- de berm is de ruimte langsheen de openbare weg vrij toegankelijk van op de openbare weg;
- de openbare weg is dat gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat in hoofdorde bestemd is voor het verkeer van personen of voertuigen en voor iedereen toegankelijk is binnen de bij wetten, besluiten en reglementen bepaalde perken. Het omvat tevens binnen dezelfde perken van wetten en verordeningen, de installaties voor het vervoer en de bedeling van goederen, energie en signalen.
2. de parken, openbare tuinen, pleinen en speelterreinen.
Het woongebied: het gebied bestemd voor wonen, handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische en recreatieve voorzieningen en voor landbouwbedrijven.
Hoofdstuk 2 — Lawaai.
Artikel 2.1.
§ 1.Het maken van lawaai of rumoer zonder noodzaak of te wijten aan een gebrek aan vooruitzicht of voorzorg, en dat de rust van de inwoners kan verstoren, is verboden.
Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.
Wanneer de feiten zich voordoen in de nacht (tussen 22 uur en 7 uur) vallen ze onder hoofdstuk 11 strafwetboek (art 561,1).
§ 2.Een geluid wordt als niet hinderlijk, uitgezonderd het bepaalde in artikel 2.1 §1, beschouwd wanneer dit het gevolg is van:
• werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid;
• van werken die op werkdagen en zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend, en van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen;
• van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen;
• van een door het college van burgemeester en schepenen of burgemeester vergunde activiteit, voor zover de in de vergunning of toelating opgelegde voorwaarden worden nageleefd.
Deze opsomming is niet limitatief.
Artikel 2.2.
Het is verboden op de openbare weg en op de openbare plaatsen in de open lucht fluiten, bellen, sirenes, muziek, toestellen met geluidsversterking te laten functioneren.
Dit verbod geldt niet voor foor- en marktkramers tijdens de officiële kermissen en op de openbare markten of beurzen, voor zover de voorwaarden van de toelating nageleefd worden.
Artikel 2.3.
Het college van burgemeester en schepenen kan toelating geven voor het gebruik op de openbare weg van toestellen met geluidsversterking voor het maken van reclame voor handelsactiviteiten, de aankondiging van evenementen of openluchtfeesten. Het college van burgemeester en schepenen kan in de toelating beperkingen opleggen.
Artikel 2.4.
In open lucht is het gebruik van pneumatische werktuigen of werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren verboden op zondagen en wettelijke feestdagen.
Dit verbod geldt niet:
• voor foor- en marktkramers tijdens de officiële kermissen en op de openbare markten of beurzen;
• voor het uitvoeren van dringende werken, waarvan uitstel ernstig gevaar zou opleveren;
• voor de landbouwmachines aangewend voor de normale exploitatie van een landbouwbedrijf.
Artikel 2.5.
In open lucht op minder dan 100 meter van woningen is het in werking houden van een koelinstallatie op een stilstaande vrachtwagen verboden.
Dit verbod geldt niet tijdens het lossen en laden.
Artikel 2.6.
De burgemeester kan onder voorwaarden toelating geven voor het afschieten van knalpotten, het laten knallen van vogelschrikkanonnen en het gebruik van drones.
Artikel 2.7.
Het is verboden vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen, wensballonnen op te laten en carbuurkannonnen af te vuren.
De burgemeester kan voor uitzonderlijke gebeurtenissen in de gemeente vooraf toestemming verlenen om onder voorwaarden op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken.
Hoofdstuk 3 — Dieren.
Artikel 3.1.
§ 1.Op de openbare plaatsen moeten dieren aan de leiband worden gehouden.
§ 2.Buiten de openbare plaatsen moeten dieren steeds onder toezicht worden gehouden door een begeleider.
§ 3.De begeleider moet zijn dier terughouden wanneer voorbijgangers naderen.
§ 4.Het gebod in §1,2 en 3 geldt niet voor honden die gebruikt worden tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor reddingsoperaties ingezet worden en voor politiehonden.
Artikel 3.2.
Met uitzondering van assistentiehonden (zoals politiehonden, reddingshonden, honden voor blinden,…), is de toegang met dieren verboden op:
• de gemeentelijke begraafplaatsen;
• de gemeentelijke sportinfrastructuur;
• de gemeentelijke openbare gebouwen;
• de gemeentelijke speelpleinen en parken.
Artikel 3.3.
Uitwerpselen van dieren zijn geen huishoudelijk afval. In het woongebied zijn de begeleiders verplicht te beletten dat hun dieren de openbare wegen, pleinen en parken, de aanplantingen en de bermen bevuilen.
Begeleiders van honden moeten:
• op de hiervoor vermelde plaatsen de uitwerpselen van hun hond onmiddellijk te verwijderen;
• hun hond gebruik te laten maken van de aanwezige hondenweides.
De begeleider, met uitzondering van blinden, moet steeds in het bezit zijn van een zakje voor het opruimen van uitwerpselen.
Begeleiders van andere dieren kunnen worden aangemaand om de uitwerpselen te verwijderen binnen een opgelegde termijn.
Artikel 3.4.
Honden of andere dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf of ander aanhoudend geluid. De houders van dieren die de rust of de veiligheid van de omwonenden storen, zijn strafbaar.
Artikel 3.5.
Het is verboden van in het wild levende dieren te voederen (o.a. katten, duiven,…).
Het is verboden dieren te laten rondzwerven.
In het bijzonder alle dieren waarvan geweten is dat (of die bekend staan voor):
- het zonder enige provocatie op een duidelijke en onmiskenbare dreigende wijze naar iemand zou toelopen;
- het zonder provocatie iemand zal aanvallen of bijten;
- het zonder provocatie een ander dier zal aanvallen.
Zwervende dieren kunnen worden opgesloten, of bij gevaar ter plaatse afgemaakt. Gevonden dieren worden overgemaakt aan een door het gemeentebestuur aangeduid dierenasiel. Eventuele kosten kunnen verhaald worden op de eigenaar van het dier.
In het bijzonder geldt voor katten dat:
- eigenaars van katten hun dieren op een medisch verantwoorde manier moeten behandelen of laten behandelen zodat het voortplantingsproces wordt onderbroken (castreren, sterilisatie of het geven van de pil, ...), zij kunnen hiertoe worden aangemaand;
- eigenaars die geen gevolg geven aan de aanmaning om hun dieren te laten behandelen per definitie als een kattenkwekerij genoteerd worden;
- door de gemeente of in opdracht van de gemeente opgehaalde katten worden gesteriliseerd, gecastreerd, geaborteerd of in het geval van ziekte voor euthanasie aangeboden;
- per definitie hij of zij die katten voedert of verzorgt eigenaar van deze dieren is;
- de kosten van het vangen en behandelen van de katten ten laste gelegd worden van de eigenaar wanneer deze kan worden aangeduid.
Artikel 3.6.
Elke moedwillige handeling die de vallende wedstrijdduiven kan afschrikken, is verboden.
Hoofdstuk 4 — Vuur en rook.
Artikel 4.1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
1°verbrandingstoestel: kolenkachel, houtkachel, allesbrander, open haard, of andere installatie bestemd voor het gebruik van vaste brandstoffen;
2°onbehandeld hout: hout dat niet geverfd, gevernist of behandeld is met beschermingsmiddelen;
3°afvalstoffen: Elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.
Artikel 4.2.
§ 1.Is verboden het verbranden in de open lucht of in een verbrandingstoestel:
1°van turf, bruinkool en niet-rookloze kolenagglomeraten;
2°van brandstoffen die meer dan 1 % zwavel bevatten;
3°van afvalstoffen;
4°van stoffen die een sterk prikkelende geur verspreiden.
§ 2.Dit verbod geldt niet voor de inrichtingen die beschikken over een milieuvergunning die het verbranden van deze stoffen toestaat.
Artikel 4.3.
Met behoud van de toepassing van het Veldwetboek (verbod op minder dan 100 meter van huizen, bossen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stro, mijten of plaatsen waar vlas te drogen gelegd is), het Bosdecreet van 13 juni 1990 (verbod te verbranden in het bos tenzij toelating van de woudmeester) en het decreet Natuurbehoud van 21 oktober 1997, is de verbranding in open lucht van welke stoffen ook verboden, behalve als het gaat om:
1° het maken van vuur in open lucht in bos- en natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven of als die activiteit als beheermaatregel is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan of vergund door het Agentschap voor Natuur en Bos zoals voorzien in het Bosdecreet en het decreet Natuurbehoud;
2°de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
3°de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van landschapselementen, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
4°de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;
5°het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een kampvuur;
6°het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer;
7°het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder;
8°het verbranden van droog brandbaar materiaal, met uitzondering van afvalstoffen, droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;
9°de verbranding in open lucht, met uitzondering van afvalstoffen, in het kader van blusoefeningen, uitgevoerd door de brandweer van een gemeente, regio of bedrijf of door de civiele bescherming.
§ 2.Het verbranden in de open lucht is verboden:
1°na zonsondergang of voor zonsopgang;
2°indien de rook en/of de opvliegende verbrande bestanddelen door de heersende windrichting naar de buren worden gedreven, of het zicht kan belemmeren op de openbare weg of enig brandgevaar kan opleveren voor omliggende goederen.
§ 3.De burgemeester kan toelating geven voor een kerstboomverbranding of het maken van een kampvuur. Hij kan in de toelating beperkingen opleggen.
Artikel 4.4.
Verbrandingstoestellen mogen enkel gestookt worden met onbehandeld droog hout, steenkool of afgeleide producten. De verbranding moet gebeuren voor de verwarming van een woongelegenheid, een werkplaats of gekoppeld zijn aan een productieproces.
Artikel 4.5.
De verbrandingstoestellen moeten optimaal afgesteld zijn en de schoorstenen waarop ze zijn aangesloten moeten goed onderhouden zijn.
Artikel 4.6.
Het gebruik van een barbecue is toegelaten in private tuinen. Het toestel moet opgesteld staan op minstens twee meter van de perceelsgrens.
Hoofdstuk 5 — Geurhinder, Hygiëne
Artikel 5.1.
Het is verboden op de openbare plaatsen stoffen achter te laten die stank veroorzaken of de lucht bederven.
Artikel 5.2.
De vervoerder van sterk geurende stoffen, of stoffen die uitwasemingen, stof of bevuiling veroorzaken, moet de nodige maatregelen treffen om hinder te vermijden.
Artikel 5.3.
Het is verboden zonder schriftelijk akkoord van de aanpalende eigenaars een mest- of composthoop aan te brengen op minder dan twee meter van de perceelsgrens. Voor een compostvat geldt een afstand één meter.
Artikel 5.4.
Het is verboden binnen huizen, binnenplaatsen en gemeenschappelijke gangen vuil water, keukenafval en in het algemeen alle stoffen die van aard zijn ongezonde of stinkende uitwasemingen voort te brengen, te bewaren of op te hopen.
Hoofdstuk 6 — Drukwerk.
Artikel 6.1.
§ 1.Het is verboden folders of ongeadresseerde reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of in de brievenbussen met een klever die aanduidt dat de bewoner geen reclamedrukwerk of gratis regionale pers wenst te ontvangen.
§ 2. De bepalingen in §1 gelden niet voor drukwerk afkomstig van het gemeentebestuur of het politiecollege.
Hoofdstuk 7 — Aanplakken.
Artikel 7.1.
Het is verboden opschriften, graffiti, affiches, publiciteitsborden, spandoeken, vlugschriften, plakbriefjes aan te brengen zonder toelating van het college van burgemeester en schepenen:
• op de openbare weg;
• op straatmeubilair, verkeerssignalisatie, bomen, aanplantingen, palen, omheiningen, monumenten, muren of andere bouwwerken gelegen langs de openbare weg.
In het geval van graffiti en van het beschadigen van onroerende eigendommen valt dit onder hoofdstuk 11 strafwetboek (534bis 534ter).
Artikel 7.2.
§ 1.Voor het plaatsen van publiciteitsborden op privé-eigendom is vooraf een schriftelijke toelating van de eigenaar vereist.
§ 2.Voor het plaatsen van publiciteitsborden of wegwijzers voor culturele, sportieve, artistieke, menslievende, letterkundige of wetenschappelijke evenementen langs de openbare weg of het aanbrengen van tekens op de openbare weg is vooraf een schriftelijke toelating het college van burgemeester en schepenen vereist. Hij kan in de toelating beperkingen opleggen.
§ 3.Voor het plaatsen van publiciteitsborden langs provinciewegen of gewestwegen is vooraf een schriftelijke toelating van de wegbeheerder vereist.
Artikel 7.3.
Op de gemeentelijke aanplakborden/aanplakzuilen mogen affiches aangebracht worden om culturele, sportieve, artistieke, menslievende, letterkundige of wetenschappelijke evenementen bekend te maken.
Artikel 7.4.
Het is verboden:
1°de officiële berichten te overplakken, te scheuren of af te trekken;
2°meer dan één affiche voor hetzelfde evenement aan te brengen op hetzelfde bord/zuil.
Artikel 7.5.
Verkiezingsaffiches mogen alleen op de openbare plaatsen aangebracht worden op de borden die het gemeentebestuur plaatst naar aanleiding van bij de wet bepaalde verkiezingen.
Hoofdstuk 8 — Onbebouwde terreinen.
Artikel 8.1.
De eigenaar is verplicht zijn braakliggend terrein te onderhouden en vrij te houden van ruigtekruiden, zoals netels, bramen, enz., tenzij een hogere wetgeving dit beperkt.
Hoofdstuk 9 — Openbare wegen.
Artikel 9.1.
§1.Het is verboden een openbare plaats te bevuilen of verstoppingen te veroorzaken.
§2.Iedere privatieve ingebruikname van een openbare plaats, onder gelijk welke vorm, gelijkgronds, boven- of ondergronds, tenzij dit gebruik aanleiding geeft tot de toepassing van een andere gemeenteverordening van belasting of retributie, of toegestaan is krachtens een contract of overeenkomst, is verboden.
Artikel 9.2.
Het is verboden:
1°slijk, zand en dergelijke dat zich op het voetpad voor de woningen bevindt op de straten, in de greppels of rioolmonden te vegen;
2°aal, olie of andere vervuilende stoffen op de openbare weg te gieten of te storten in de riolen, grachten of andere oppervlaktewateren.
3°Het wegdek te beschadigen bij het lossen van vloeistoffen of producten. De vervoerders blijven verantwoordelijk voor eventuele schade aan de weg en eveneens voor het reinigen ervan. Wanneer ze in gebreke blijven kan dit door de gemeentelijke diensten gereinigd worden op kosten van de verantwoordelijke uitgevoerd worden. Een bepaalde reisweg kan aan de vervoerders opgelegd worden.
4°Alle eigenaars of huurders moeten zorgen voor de reinheid van de voetpaden en fietspaden voor hun huizen, magazijnen, werkhuizen, hoven en omheiningen en modder en vuilnis opruimen.
Ze zijn verplicht de gelijkgrondse of verhoogde bermen tussen de boordstenen van de weg en de rooilijn degelijk te onderhouden en er over te waken dat de rioolroosters of de goten langs de voetpaden vrij blijven. Deze zorg valt ook ten laste van de eigenaars of huurders van onbebouwde gronden of van hun vertegenwoordigers.
5°Voor de openbare gebouwen berust de zorg van de in artikel 9.2.sub 4° voorgeschreven maatregelen op de huisbewaarders of de portiers en voor onbewoonde huizen of eigendommen op de eigenaars, huurders of vruchtgebruikers. Voor huizen waar verschillende gezinnen wonen, rusten deze verplichtingen op de bewoners van het gelijkvloers. Indien er geen bewoners zijn op het gelijkvloers valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping en zo verder.
6°Het is verboden op de openbare weg:
- onderhoudswerken uit te voeren aan voertuigen of deze te smeren;
- voertuigen te wassen of te reinigen die dienen voor het vervoer van goederen of voor het gemeenschappelijk vervoer van personen al dan niet bezoldigd.
Het wassen en reinigen van alle andere voertuigen is toegelaten van zonsopgang tot zonsondergang, maar alleen vóór de woning van de eigenaar of zijn garage. De eigenaar van het voertuig zal alle voorzorgen nemen om schade te vermijden en het verkeer niet te hinderen.
7°Gebruikers van cultuurgronden (weides, akkerland) moeten bij de exploitatie de nodige voorzorgen nemen om bevuiling van het openbaar domein door erosie of het transport te vermijden. In voorkomend geval moeten zij onverwijld de modder of aarde verwijderen.
Artikel 9.3.
Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college van burgemeester en schepenen op openbare plaatsen:
- drankautomaten, broodautomaten of andere toestellen, voorwerpen of recipiënten;
- koopwaren uit te stallen.
- caféterrassen, uitstalramen of reclameborden te plaatsen.
Artikel 9.4.
Het is verboden de doorgang op de openbare weg te belemmeren door er materialen, steigers, of andere voorwerpen achter te laten.
Artikel 9.5.
§ 1.De burgemeester kan toelating geven voor het plaatsen van materialen (zoals een afvalcontainer, … ) op de openbare weg. Hij kan in de toelating beperkingen opleggen.
§ 2.De burgemeester kan toelating geven voor het inrichten van een bouwwerf op de openbare weg. Hij kan in de toelating beperkingen opleggen.
Artikel 9.6.
Het is verboden zonder toelating van het college van burgemeester en schepenen werkzaamheden uit te voeren op het openbaar of privaat domein van de gemeente, zowel aan de oppervlakte als onder de grond.
Artikel 9.7.
Het is verboden straatmeubilair, verkeerssignalisatie, palen, omheiningen, muren of andere openbare eigendommen gelegen langs de openbare weg opzettelijk te beschadigen.
Artikel 9.8.
§1.De eigenaar is verplicht sneeuw en ijs te ruimen voor zijn woning of het trottoir voetpad slipvrij te maken zodat een vrije doorgang ontstaat voor de voetgangers. Het geruimde materiaal moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag niet op de rijbaan gegooid of geveegd worden.
§2.Wanneer het vriest is het verboden, onder welk voorwendsel ook, water op de openbare weg te gieten of te laten vloeien.
Artikel 9.9.
Het opzettelijk aanrichten van schade aan planten langs de openbare wegen, op de openbare pleinen en in de openbare parken is verboden.
Artikel 9.10.
Het gemeentebestuur onderhoudt de aanplantingen langs de openbare wegen, op de openbare pleinen en in de openbare parken.
Inwoners mogen niet op eigen initiatief snoeien of onderhoud uitvoeren aan het openbaar groen zonder voorafgaande schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9.11.
Onverminderd de voorschriften van de stedenbouwkundige vergunningen, verordeningen en het veldwetboek moet de eigenaar ervoor zorgen dat zijn bomen, hagen, heesters en andere aanplantingen zodanig gesnoeid zijn dat ze de zichtbaarheid en de vrije doorgang voor de weggebruikers niet hinderen (boven de openbare weg op minstens 4,50 meter), de zichtbaarheid van de verkeerstekens en huisnummers niet belemmeren en geen gevaar opleveren voor nutsleidingen en transportleidingen.
Artikel 9.12.
Elke contractant die een overeenkomst sluit met de gemeente Roosdaal dient de taalwetgeving en meer bepaald ook artikel 11 en 50 van de gecoördineerde Wetten op gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966 na te leven.
In uitvoering daarvan zal het gemeentebestuur in haar overeenkomsten met aannemers voortaan volgende clausule opnemen: “De verkeersborden en signalisatieborden geplaatst door de contractant mogen uitsluitend Nederlandstalige vermeldingen bevatten”.
Hoofdstuk 10 — Toezicht en ambtshalve maatregelen
Artikel 10.1.
De overtredingen op de bepalingen van deze verordening worden ingedeeld in:
- de enkelvoudige (niet meer opgenomen in het strafwetboek), zij kunnen worden vastgesteld door de politie en gemeentelijke ambtenaren aangeduid om overtredingen vast te stellen in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties;
- de gemengde opgesomd in hoofdstuk 11 (ook nog opgenomen in het strafwetboek), zij worden vastgesteld door de politie.
Artikel 10.2.
De burgemeester kan bij inbreuk op dit reglement de overtreder het bevel geven de aangewezen maatregelen te treffen wanneer de openbare veiligheid, gezondheid of rust in het gedrang komen.
Indien binnen de gestelde termijn geen gevolg gegeven wordt aan dit bevel, kan de burgemeester zonder verdere ingebrekestelling ambtshalve de aangewezen maatregelen treffen.
In geval van dringende noodzakelijkheid kan de burgemeester onmiddellijk ambtshalve de aangewezen maatregelen treffen.
Het gemeentebestuur kan de kosten verhalen op de in gebreke blijvende partijen.
Artikel 10.3.
De aanduiding van de veroorzaker van een bevuiling of verstopping van de openbare plaats (o.a. sluikstorten, ...) kan gebeuren door de politie en door de ambtenaren aangesteld in het kader van de algemene politieverordening op de openbare overlast. De aanduiding gebeurt door betrapping op heterdaad, als resultaat van een buurtonderzoek of door aanduiding op basis van in het afval gevonden voorwerpen van persoonlijke aard (in het geval van documenten verstaan we hieronder financiële, verzekerings-, rechtsplegings-, medische en dergelijke documenten).
De opruimkosten worden verhaald op de aangeduide veroorzaker op basis van het belastingsreglement op het weghalen van afvalstoffen op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten.
Hoofdstuk 11 — Strafwetboek.
Artikel 11.1. (GAS categorie 2, lichte gemengde inbreuken)
De overtreders van de artikelen 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559, 1°, 561, 1°, en 563, 2° en 3° van het Strafwetboek kunnen worden bestraft met de straffen bepaald in het Strafwetboek of met een administratieve geldboete.
- 526: vernieling, neerhaling, verminking of beschadiging van grafzerken, grafstenen, gedenktekens e.a.;
- 534bis: zonder toestemming graffiti aanbrengen op roerende of onroerende goederen;
- 534ter: opzettelijk andermans onroerende eigendommen beschadigt;
- 537: kwaadwillig omhakken, beschadigen of ontschorsen van bomen;
- 545: vernielen van afsluitingen, verplaatsen of verwijderen van grenspalen of hoekbomen;
- 559, 1°: zij die andermans eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen;
- 561, 1°: zij die zich schuldig maakt aan nachtgerucht of nachtrumoer, waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord;
- 563, 2°: zij die stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk beschadigen;
- 563, 3°: daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen;
- 461 en 463: bedrieglijk wegnemen van een zaak en diefstal.
Artikel 11.2 (GAS categorie 3, zware gemengde inbreuken)
Overtredingen van de artikelen 327 tot 330, 398, 448 van het Strafwetboek zijn geen voorwerp van een administratieve sanctie.
- 398: opzettelijke slagen en verwondingen;
- 448: beledigingen;
- 521, 3°: gehele of gedeeltelijke vernieling of onbruikbaarmaking, met het oogmerk van schaden, van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen.
Artikel 11.3 Protocolakkoord
De gemengde inbreuken voorzien in de politiereglementen of –verordeningen van de gemeente Roosdaal worden behandeld conform het Protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in geval van gemengde inbreuken, afgesloten tussen de Procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen, bekrachtigd door de gemeenteraad.
Dit protocolakkoord leeft alle wettelijke bepalingen na die betrekking hebben op de procedures voorzien voor de overtreders en schendt de rechten van de overtreders niet.
Hoofdstuk 12 — Bemiddeling.
Artikel 12.1. Bemiddeling voor minderjarigen
Wanneer de overtreder minderjarig is en de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, heeft steeds een bemiddeling plaats met als doel de aangebrachte schade te herstellen of te vergoeden.
PROCEDURE
Bij minderjarige overtreders wordt de beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete voorafgegaan door een verplicht bemiddelingsaanbod.
De sanctionerend ambtenaar vermeldt het bemiddelingsaanbod en de contactgegevens van de bemiddelaar in zijn eerste aangetekende brief, waarvan kopie wordt verstuurd aan de ouder(s), voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige.
Deze laatsten kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.
Tevens wordt de stafhouder van de orde van advocaten hiervan op de hoogte gebracht, zodat een advocaat kan worden aangesteld om de minderjarige overtreder bij te staan.
VERLOOP PROCEDURE
- Indien de minderjarige overtreder niet reageert op het voorstel van bemiddelingsaanbod, wordt door de bemiddelaar een brief verstuurd aan de minderjarige overtreder en zijn ouder(s), voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige waarin het bemiddelingsaanbod nogmaals wordt herhaald.
Voornoemde brief wordt niet meer verstuurd indien de minderjarige overtreder reeds heeft gereageerd op het voorstel van bemiddelingsaanbod.
- Tijdens de bemiddeling tracht de bemiddelaar de betrokkenen te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis van het woord. Dit betekent dat zo veel als mogelijk tegemoet gekomen wordt aan de noden van alle betrokkenen.
De bemiddelaar probeert, indien de betrokkenen hiertoe bereid zijn, een dialoog tussen hen tot stand te brengen.
Hierbij wordt rekening gehouden met de algemene beginselen van de bemiddeling, zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
- Minderjarigen kunnen tijdens de bemiddeling begeleid worden door hun vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over hen.
Ook de advocaat kan aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.
RESULTAAT PROCEDURE
- Na het afsluiten van het bemiddelingsdossier rapporteert de bemiddelaar het resultaat aan de sanctionerend ambtenaar zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
- Wanneer de bemiddeling is geslaagd, kan de sanctionerend ambtenaar geen administratieve geldboete meer opleggen.
- In geval van weigering van het bemiddelingsaanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen, ofwel een administratieve geldboete opleggen binnen een termijn van 12 maanden vanaf de dag van de vaststelling van de feiten.
Artikel 12.2. Bemiddeling voor meerderjarigen
Wanneer de overtreder meerderjarig is op het tijdstip van de feiten, heeft een bemiddeling plaats met als doel de aangebrachte schade te herstellen of te vergoeden.
PROCEDURE
De sanctionerend ambtenaar heeft de mogelijkheid om een bemiddelingsaanbod voor te stellen aan een meerderjarige overtreder.
De sanctionerend ambtenaar vermeldt het bemiddelingsaanbod en de contactgegevens van de bemiddelaar in zijn eerste aangetekende brief.
VERLOOP PROCEDURE
- De bemiddelingsprocedure kan pas worden aangevat indien de overtreder hiermee instemt en een slachtoffer werd geïdentificeerd.
Indien niet wordt gereageerd op het voorstel van bemiddelingsaanbod voorzien in artikel 12 van de wet van 24 juni 2013, wordt door de bemiddelaar een brief verstuurd aan de meerderjarige overtreder waarin het bemiddelingsaanbod nogmaals wordt herhaald.
Voornoemde brief wordt niet meer verstuurd indien de meerderjarige overtreder reeds heeft gereageerd op het voorstel van bemiddelingsaanbod voorzien in artikel 12 van de wet van 24 juni 2013.
- Tijdens de bemiddeling tracht de bemiddelaar de betrokkenen te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis van het woord.
Dit betekent dat zo veel als mogelijk tegemoet gekomen wordt aan de noden van alle betrokkenen.
De bemiddelaar probeert, indien de betrokkenen hiertoe bereid zijn, een dialoog tussen hen tot stand te brengen.
Hierbij wordt rekening gehouden met de algemene beginselen van de bemiddeling, zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
RESULTAAT PROCEDURE
- Na het afsluiten van het bemiddelingsdossier rapporteert de bemiddelaar het resultaat aan de sanctionerend ambtenaar zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
- Wanneer de bemiddeling is geslaagd, kan de sanctionerend ambtenaar geen administratieve geldboete meer opleggen.
- In geval van weigering van het bemiddelingsaanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen, ofwel een administratieve geldboete opleggen binnen een termijn van 12 maanden vanaf de dag van de vaststelling van de feiten.
Artikel 12.3. De bemiddelaar
De bemiddeling wordt georganiseerd met een erkende bemiddelaar, aangesteld door de gemeenteraad.
Hoofdstuk 13 — Sancties.
Artikel 13.1.
De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde overtredingen door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie straffen of administratieve sancties worden bepaald.
De gemeenteraad kan op dezelfde inbreuken van zijn reglementen en verordeningen niet terzelfdertijd in een strafsanctie én een administratieve sanctie voorzien, maar slechts in één van beide.
De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden, en in functie van eventuele herhaling.
De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op hetzelfde reglement of dezelfde verordening zal het voorwerp uitmaken van één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel der feiten.
De administratieve geldboete (artikel 13.2) wordt opgelegd door de ambtenaar die daartoe door de gemeenteraad wordt aangewezen.
De administratieve maatregelen (artikel 13.3) worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenschapsdienst (artikel 13.4) wordt opgelegd door de ambtenaar die daartoe door de gemeenteraad wordt aangewezen.
De burgemeester kan een tijdelijk plaatsverbod opleggen (artikel 13.5).
Artikel 13.2. De administratieve geldboete
Artikel 13.2.1
De overtreders van de bepalingen van dit reglement worden bestraft met een administratieve geldboete, onverminderd de ambtshalve getroffen maatregelen.
De inbreuken op de artikelen van deze verordening worden gestraft met een administratieve geldboete waarvan het maximum is vastgelegd in de wet van 24 juni 2013, zoals gewijzigd.
Dezelfde straf geldt ook voor het niet naleven door de vergunninghouder van de voorwaarden opgelegd in de vergunning.
Indien de overtreder minderjarig is en de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, is de maximum geldboete 175 euro.
Artikel 13.2.2
In geval van herhaling kan een hogere administratieve geldboete opgelegd worden, zonder dat zij hoger mag zijn dan wettelijk toegelaten maximum. Voor minderjarigen is de maximum geldboete 175,00 euro.
Herhaling bestaat wanneer de overtreder wegens dezelfde overtreding binnen de twaalf voorafgaande maanden reeds een administratieve geldboete werd opgelegd. Het tijdstip van de kennisgeving van de beslissing tot het opleggen van de administratieve geldboete wordt in aanmerking genomen.
Artikel 13.2.3.
Wanneer er verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, kan de administratieve geldboete verminderd worden, zonder dat zij ooit lager mag zijn dan 20,00 euro.
Artikel 13.2.4.
In geval van samenloop van verscheidene overtredingen die bestraft worden met een administratieve geldboete, wordt één enkele geldboete opgelegd in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten, zonder dat deze boete hoger mag zijn dan wettelijk toegelaten maximum. Voor minderjarigen is de maximum geldboete 175,00 euro.
Artikel 13.3. De administratieve maatregelen
Artikel 13.3.1.
Het niet-naleven van de bepalingen in een door de gemeente afgeleverde toestemming of vergunning kan aanleiding geven tot één van de volgende administratieve maatregelen:
- de administratieve schorsing van een door de gemeente afgegeven toestemming of vergunning;
- de administratieve intrekking van een door de gemeente afgegeven toestemming of vergunning;
- de tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting.
Artikel 13.3.2
De in artikel 13.3.1 gestelde sancties kunnen eerst worden opgelegd nadat de overtreder voorafgaand een waarschuwing heeft ontvangen. Deze waarschuwing bevat een uittreksel van het overtreden reglement of verordening.
Artikel 13.4 Gemeenschapsdienst
De gemeenschapsdienst wordt opgelegd en uitgevoerd conform de bepalingen van de wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties, zoals gewijzigd.
In het geval van weigering of niet-uitvoeren van de opgelegde gemeenschapsdienst kan een administratieve geldboete worden opgelegd.
Artikel 13.5 Tijdelijk plaatsverbod
In uitvoering van artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester volgens de modaliteiten artikel 47 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties, zoals gewijzigd, een tijdelijke verbod opleggen. In het geval van het niet-naleven van het opgelegde tijdelijke plaatsverbod kan een administratieve geldboete worden opgelegd.
Hoofdstuk 14 — Slotbepalingen.
De onderhavige politieverordening treedt in werking de dag nadat de vereiste publicatie gedaan werd.
Artikel 2. - Een afschrift van deze verordening wordt toegestuurd aan de Provinciegouverneur, de Procureur des Konings van Halle-Vilvoorde, de griffier van de rechtbank van eerste aanleg, de griffier van het vredegerecht, de politierechtbank te Halle, Ovam, de voorzitter van het politiecollege TARL en een elektronische versie aan de referentiemagistraat.
Artikel 3. - Het besluit van 12 september 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de geactualiseerde versie van de politieverordening op de openbare overlast, wordt opgeheven.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De hierbij gevoegde prognose lestijdenpakket voor het schooljaar 2020-2021 voor de gemeentelijke basisschool Triangel Strijtem met vestigingsplaats Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek en het lestijdenpakket voor het schooljaar 2020-2021 voor de gemeentelijke basisschool Triangel Pamel worden goedgekeurd.
Artikel 2. - Bij grote aanpassingen wordt het definitieve lestijdenpakket van de gemeentelijke basisschool Triangel Strijtem/O.L.V.-Lombeek op basis van de officieel aan de school toegekende lestijden, uren- en puntenpakket voor het schooljaar 2020-2021 ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd na 1 oktober 2020.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De gemeenteraad bekrachtigd het burgemeestersbesluit van 28 juli 2020 betreffende het tijdelijk verbod voor thuisslachtingen.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel - De gemeenteraad bekrachtigd het burgemeestersbesluit van 5 augustus 2020 betreffende de politieverordening op het verbod van evenementen door de coronacrisis COVID-19.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad geeft een principiële toestemming voor het gebruik van tijdelijke vaste camera’s op zichtbare wijze, op niet-besloten plaatsen, op voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen en op niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen door de politiediensten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 2. - Deze toestemming wordt ter kennis gebracht aan de korpschef, die instaat voor het gebruik van de tijdelijke vaste camera’s op zichtbare wijze, door de politiediensten conform de overeenkomstige wettelijke bepalingen.
Deze toestemming wordt ter kennis gebracht aan de procureur des Konings.
Artikel 3. - Deze toestemming wordt openbaar gemaakt voor wat betreft de opdrachten van bestuurlijke politie.
Dit besluit wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Het bestaande retributiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad 23 mei 2019, wordt aangepast voor wat betreft de inzameling van tuin- en snoeiafval.
Artikel 2. - Het recyclagepark zal een gratis gedeelte omvatten voor de volgende afvalstoffen: - Papier en karton - PMD (aangeboden in een gemeentelijke PMD zak) - Hol glas - AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) - KGA (klein gevaarlijk afval) - Metalen - Autobanden - Zuiver piepschuim - Kurken - Plastic schroefdoppen - Folies - Harde en zachte Plastics - Asbest: max.200 kg per gezin gratis per jaar
Artikel 3. - De retributie is verschuldigd door elke bezoeker, inwoner van de gemeente Roosdaal die betalende fracties aanbrengt op het recyclagepark.
§1. De bezoeker dient een retributie te betalen van 0,16 euro/kg voor de volgende fracties: - Vlak glas - Grofvuil - Boomstronken – Gemengde platsic - Hout - Cellenbeton - Bouw en sloopafval – Steenpuin - Asbestafval (met uitzondering van de eerste 200 kg per gezin per jaar, indien apart binnen gebracht)
§2. De bezoeker dient een retributie te betalen van 0,08 euro/kg voor de volgende fractie: - Tuin- en groenafval – Snoeihout – Maaisel
§3. Zijn vrijgesteld van het in §1 en §2 vermelde retributies: - Elke aanlevering die uitsluitend afvalstoffen bevat waarvoor een aanvaardingsplicht of een terugnameplicht bestaat.
Artikel 4. - Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 januari 2021.
Artikel 5. - Deze beslissing zal ter kennisgeving overgemaakt worden aan de heer Gouverneur van Vlaams-Brabant en aan de intercommunale Intradura.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.