BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De tijdelijke politieverordening van 18 januari 2021 van de burgemeester inzake het niet fysiek toelaten van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 28 januari 2021 te bekrachtigen.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De tijdelijke politieverordening van 18 januari 2021 van de burgemeester inzake de controle en handhaving van de quarantaineverplichting met oog op de beheersing en bestrijding COVID-19 pandemie te bekrachtigen.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De tijdelijke politieverordening van 28 december 2020 van de burgemeester inzake het invoeren van een mondmaskerverplichting in de schoolomgevingen te bekrachtigen.
Linda Van Huylenbroeck Wim Goossens Christiane Bert Wendy Godaert Rudy Bracquez Kristof Cooreman Herman Claeys Marc Devits Linda Van den Eede Peggy Bulterijs Johan Van Lierde Annick Borloo Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Eline De Vos Jean Timmermans Koen Muyldermans Johan Linthout An Van den Spiegel Jan Van Den Bosch Emma Van der Maelen Tom De Koster Linda Van Huylenbroeck Wim Goossens Christiane Bert Wendy Godaert Rudy Bracquez Kristof Cooreman Herman Claeys Marc Devits Linda Van den Eede Peggy Bulterijs Johan Van Lierde Annick Borloo Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Eline De Vos Jean Timmermans Koen Muyldermans Johan Linthout An Van den Spiegel Jan Van Den Bosch Tom De Koster Rudy Bracquez Jean Timmermans Kristof Cooreman Koen Muyldermans Johan Linthout Herman Claeys An Van den Spiegel Annick Borloo Tom De Koster Christiane Bert Jan Van Den Bosch Johan Van Lierde Peggy Bulterijs Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Linda Van Huylenbroeck Wendy Godaert Wim Goossens Linda Van den Eede Marc Devits Eline De Vos aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
BESLUIT:
19 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Johan Linthout (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (N-VA) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
2 stemmen tegen: Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
Voorstel van beslissing
De gemeenteraad van Roosdaal,
Overwegende dat:
• in onze gemeente meer dan 1.560 inwoners tewerkgesteld zijn in het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Naar schatting bijna 40% daarvan is op de wagen aangewezen om hun werkplek te bereiken, vaak omdat er geen of onvoldoende alternatieven voor de wagen zijn;
• daarnaast heel wat van onze inwoners geregeld naar Brussel gaan om gebruik te maken van diensten zoals ziekenhuizen, winkels, openbare diensten of culturele instellingen;
• de totstandkoming van een intelligente kilometerheffing voor lichte voertuigen opgenomen is in de Gemeenschappelijke Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
• volgens die beleidsverklaring de totstandkoming van de kilometerheffing zal leiden tot de afschaffing van de verkeersbelasting voor de inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De Vlaamse pendelaars zullen daarentegen onderhevig blijven aan de Vlaamse verkeersbelasting waardoor ze onrechtmatig en ongelijk worden behandeld in vergelijking met de Brusselse pendelaars;
• er voor de uitrol van een stadstol 93 miljoen euro is ingeschreven in de Brusselse hoofdstedelijke begroting voor 2021;
• de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in haar regeerakkoord aangeeft voorstander te zijn van overleg en van een samenwerkingsakkoord tussen de verschillende gewesten;
• de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot op heden op geen enkele manier stappen heeft gezet om dat voornemen tot overleg en samenwerking te realiseren;
• het Waals Parlement via een motie de Waalse Regering heeft opgeroepen tot overleg met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en, zo nodig, dat te agenderen op het Overlegcomité;
• het Vlaams Parlement eveneens de Vlaamse Regering heeft gevraagd om Brussel op te roepen de dialoog aan te gaan, en om alle juridische middelen aan te wenden opdat de Vlaamse pendelaar door de invoering van een kilometerheffing en/of stadstol niet gediscrimineerd wordt;
1. verzet zich tegen de eenzijdige belastingverhoging die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door een stadstol en kilometerheffing wil opleggen aan onze pendelaars;
2. vraagt aan de Vlaamse Regering om:
• aan te dringen bij de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om actief de dialoog aan te gaan met de andere gewesten, én met de gemeentebesturen in haar ommeland, over haar voornemen tot invoering van een kilometerheffing of stadstol;
• als de dialoog met de andere gewesten geen oplossing biedt, alle juridische middelen aan te wenden opdat de Vlaamse pendelaar door de invoering van een kilometerheffing en/of stadstol niet gediscrimineerd wordt;
3. vraagt aan het College van Burgemeester en Schepenen van Roosdaal dat het College contact opneemt met haar buurgemeenten en met de VVSG om na te gaan of gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.
Amendement:
De gemeenteraad van Roosdaal vraagt bovendien dat haar college van burgemeester en schepenen contact opneemt met het VVRR om na te gaan of een gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.
De gemeenteraad van Roosdaal vraagt bovendien dat haar college van burgemeester en schepenen contact opneemt met haar buurgemeenten en Toekomstforum Halle-Vilvoorde om na te gaan of een gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.
Aan de fracties van de Roosdaalse gemeenteraad wordt gevraagd om bij hun vertegenwoordiging in de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er op aan te dringen in overleg te gaan met de Vlaamse regering, Waalse regering en de omliggende buurgemeenten en pas overgaan tot dergelijke stadstol vanaf het moment er voldoende alternatieven zijn voor de pendelaars uit de Brusselse omgeving zoals fietssnelwegen, vervoer op maat, ……
stemming:
19 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys
(CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez
(CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Johan Linthout (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA),
Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk
Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean
Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (N-VA) en Koenraad
Toegevoegd agendapunt door N-VA-fractie: motie stadstol Pagina 3 van 4
Muyldermans (CD&V).
2 stemmen tegen: Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 17 december 2020 worden goedgekeurd.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 17 december 2020 wordt goedgekeurd.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Het onteigeningsplan (2), de onteigeningsmotivatie en de projectnota opgemaakt door de technische dienst voor de te onteigenen percelen binnen het RUP Pamel Centrum, waarvoor geen minnelijk akkoord tot verwerving kon bekomen worden, wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek naar het voorlopig vastgesteld onteigeningsplan (2).
Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met minnelijke onderhandeling zoals bedoeld in het onteigeningsdecreet en vastgesteld op 60 dagen vanaf heden.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad verleent een ongunstig advies betreffende de aanvraag tot principieel akkoord voor een verkaveling langs de Witteweg ZN te O.L.V. Lombeek, afd. 3 sectie B nr. 384 B.
De gemeenteraad motiveert zijn standpunt als volgt:
DEEL 1: WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
Beknopte beschrijving van de aanvraag
Er wordt een principieel akkoord voor een verkavelingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van 6 eengezinswoningen in halfopen verband.
Wetgeving en reglementering
- het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen
- het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse
- de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerpgewestplannen (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1997)
- de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Planologische context
Gewestplannen
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 7 maart 1977 vastgestelde gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse met bestemming ‘reservegebieden voor woonwijken’.
De gebieden die als "reservegebieden voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente worden bestemd voor de aanleg van woonwijken die als een stedenbouwkundig geheel zijn opgevat. Daarin zijn toegelaten sociale en middelgrote woningen, kleine landeigendommen, groene ruimten en socio-culturele inrichtingen alsmede voorzieningen voor handel, dienstverlening, ambachten en diverse kleinbedrijven die voor het normaal functioneren van de woonwijk nodig zijn. In de woonwijken mag de bouwdichtheid 25 woningen per hectare niet overschrijden, zijn slechts gebouwen met ten hoogste twee bouwlagen toegelaten en moet de globale oppervlakte van de openbare groene zone ten minste 25 m² per inwoner bedragen. De bestemming als in het eerste lid bepaald kan maar worden verwezenlijkt nadat zij in een door Ons goedgekeurd bijzonder plan van aanleg is vastgesteld. Die goedkeuring wordt maar gegeven nadat de gemeente de inventaris van de nog niet bebouwde bouwgronden heeft opgemaakt overeenkomstig de richtlijnen van de Minister tot wiens bevoegdheid de Stedenbouw behoort en voor zover zij aantoont dat de nieuwe bestemming aan een werkelijke behoefte beantwoordt.
Het ingediend project stemt niet overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse.
In afwijking van de gewestplanvoorschriften bepaalt artikel 5.6.6 van de VCRO volgende:
§ 1. In woonuitbreidingsgebieden, reservegebieden voor woonwijken en woonaansnijdingsgebieden wordt de aanvraag van een sociale woonorganisatie voor een omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod in de zin van artikel 1.2, eerste lid, 16°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid ingewilligd indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :
1° de gronden zijn niet gelegen in een overstromingsgebied, vermeld in artikel 1.1.2, 10°, a), 10) en het project doorstaat de watertoets;
2° de gronden palen aan woongebied, al dan niet met landelijk karakter of aan een reeds ontwikkeld deel van een woonuitbreidingsgebied;
3° de gronden worden niet belast door een bouwverbod ingevolge het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen;
4° het aangevraagde vormt geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale habitat- of vogelbeschermingszone, of komt ondanks het sociaal karakter van de geplande activiteit niet in aanmerking voor een afwijking, vermeld in artikel 36ter, § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
5° de inrichtingsaspecten van het bouw- of verkavelingsproject zijn in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijk ordening.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op aanvragen van een sociale huisvestingsmaatschappij voor een omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod in de zin van artikel 1.2, eerste lid, 1°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, waarbij de sociale huisvestingsmaatschappij optreedt als enige opdrachtgever of verkavelaar, voor zover voornoemd bescheiden woonaanbod wordt verwezenlijkt op ten hoogste 20 procent van de gronden die eigendom zijn van de sociale huisvestingsmaatschappij in de gebieden, vermeld in het eerste lid.
De bepalingen van een ruimtelijk structuurplan kunnen nimmer worden ingeroepen om de afgifte van de vergunningen, vermeld in het eerste en het tweede lid, af te wijzen.
§ 2. Buiten de gevallen, vermeld in § 1, en onverminderd de gevallen, toegelaten bij artikel 5.1.1 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, kan een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen of voor het verkavelen van gronden in woonuitbreidingsgebied eerst worden afgeleverd, indien de aanvrager beschikt over een principieel akkoord van de deputatie.
In een principieel akkoord bevestigt de deputatie dat de vooropgestelde ontwikkeling ingepast kan worden in het lokaal woonbeleid, zoals vormgegeven in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en desgevallend in andere openbare beleidsdocumenten. De deputatie wint daaromtrent het voorafgaand advies van de gemeenteraad in. Dat advies is bindend in zoverre het negatief is. Indien de gemeenteraad geen advies aflevert binnen een termijn van negentig dagen, ingaande de dag na deze van de betekening van de adviesvraag, kan aan deze adviesverplichting worden voorbijgegaan.
Een principieel akkoord verplicht de gemeente ertoe om binnen het jaar een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg op te maken.
De Vlaamse Regering kan nadere materiële en procedurele regelen bepalen voor de toepassing van deze paragraaf.
§ 3. De bepalingen van § 1 en § 2 vinden toepassing ten aanzien van bouwprojecten of verkavelingen waarvoor de vergunningsaanvragen vanaf de inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid betekend worden bij het college van burgemeester en schepenen, of, bij toepassing van de procedure, vermeld in artikel 4.7.1, § 1, 2°, de Vlaamse Regering of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar.
De deputaties leveren hun principiële akkoorden vanaf de inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid af met toepassing van § 2. Principiële akkoorden die voorheen werden afgeleverd op grond van de Omzendbrief RO/2002/03 van 25 oktober 2002 « in verband met het opmaken van een gemeentelijke woonbehoeftestudie en het ontwikkelen van woonuitbreidingsgebieden met of zonder woonbehoeftestudie » sorteren vanaf voormelde inwerkingtredingsdatum het gevolg, vermeld in § 2, eerste lid.
Bijzondere plannen van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een definitief goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA).
Ruimtelijke uitvoeringsplannen
De aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een definitief goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
Rooilijnplannen
Het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft wordt niet getroffen door een rooilijn.
Vergunningscontext
Perceelnummer : (afd. 1) sectie C 165 C
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Watertoets
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een effectief of een mogelijk overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid kan aangenomen worden dat geen schadelijk effect veroorzaakt wordt.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwaterverordening
Niet van toepassing.
Toegankelijkheidsverordening, van kracht sinds 1 maart 2010, gewijzigd door de Vlaamse Regering op 18 februari 2011
Niet van toepassing.
Algemene gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen en verkavelen in de gemeente Roosdaal
De aanvraag voldoet aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen en verkavelen in de gemeente Roosdaal, definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Roosdaal in zitting van 24 juni 2010, goedgekeurd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 16 september 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 8 oktober 2010.
Externe adviezen
In overeenstemming met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werden er geen adviezen ingewonnen.
Interne adviezen
Aan het ILV Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland werd advies gevraagd betreffende de realiseerbaarheid van het bindend sociaal objectief
DEEL 2: VERENIGBAARHEID MET DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
Openbaar onderzoek
Volgens artikels 16 tot 23 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 26 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd er geen openbaar onderzoek georganiseerd.
Beschrijving van de omgeving en project
De Witteweg-is een gemeenteweg van de deelgemeente O.L.V.-Lombeek. Door de aanwezige bebouwing met infrastructuur is de ordening van het gebied gekend. Het perceel is onbebouwd en in gebruik als boomgaard. Langs de rechterzijde van het perceel loopt voetweg nr. 26. Het rechter aanpalend perceel is bebouwd met een eengezinswoning in halfopen verband. Het linker aanpalend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning, vastgesteld als bouwkundig erfgoed. De achterliggende percelen zijn bebouwd met eengezinswoningen in halfopen verband. De omgeving geeft een landelijke indruk.
De aanvraag omvat het verkavelen van een terrein in 6 kavels met eengezinswoningen in halfopen verband. Kavel 1 heeft een breedte van 10,05 meter. Kavels 2, 3, 4 en 5 hebben een breedte van 10,95 meter. Kavel 6 heeft een breedte van 11,22 meter. De toekomstige woningen worden ingeplant op minimum 3,00 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen. De bouwdiepte van de toekomstige woningen wordt voorzien op 13,00 meter op het gelijkvloerse verdieping en de 1ste verdieping. De tuindiepte op elke kavel bedraagt minimaal 8,00 meter
De bebouwbare woongebieden (binnengebieden, onbebouwde percelen) in de omgeving en de haalbaarheid van de ontwikkeling ervan;
Er zijn verschillende concrete projecten lopende zijn voor het ontwikkelen van bebouwbare woongebieden door private investeerders, gelegen in binnengebieden in de hoofdkern van Pamel, namelijk:
- Kattemkets: 29 eengezinswoningen
Dit project is grotendeels gerealiseerd en zit in de eindfase
- Korenbloemweg: 62 eengezinswoningen en 5 meergezinswoningen
Dit project is hangende bij de raad voor vergunningenbetwistingen
- Hoogstraat-Ledebergstraat: 6 eengezinswoningen en 4 meergezinswoningen
Dit project werd reeds meermaals besproken en ingediend. Op korte termijn wordt een nieuwe aanvraag verwacht.
- Hoogstraat-Profetenstraat: 55 eengezinswoningen en 3 meergezinswoningen
Dit project is momenteel in beginfase van uitvoering. De wegenis werd gerealiseerd en de eerste aanvragen tot omgevingsvergunning zijn lopende
Onbebouwd percelen in de omgeving:
In de deelgemeente O.L.V.-Lombeek situeren zich een 32-tal onbebouwd percelen, voornamelijk geschikt voor eengezinswoningen.
Er zijn geen onbebouwde binnengebieden in OLV Lombeek. Het dorp wordt gevormd door woonlinten en het reservegebied voor woonwijken.
De planning en de realiseerbaarheid van het bindend sociaal objectief en de eventuele interferentie van de in de aanvraag voorgestelde ontwikkeling met het (sociaal) woonbeleid.
Roosdaal had bij de nulmeting op 31 december 2007 122 sociale huurwoningen op haar grondgebied. Er werd een Bindend Sociaal Objectief (BSO) opgelegd van 75. Tegen 2025 moet de gemeente op haar grondgebied 75 bijkomende sociale huurwoningen realiseren. Bij de voortgangstoets op 31 december 2019 werd het gerealiseerde en geplande sociaal woonaanbod vergeleken met het sociaal woonaanbod in de nulmeting. Er werden 12 bijkomende huurwoningen gerealiseerd. Door deze beperkte toename werd Roosdaal ondergebracht in categorie 2 ‘de gemeente volgt het groeipad niet’. Er werd een plan van aanpak opgemaakt en aan Wonen-Vlaanderen bezorgd. Na de beoordeling van dit plan van aanpak is de gemeente ingedeeld in categorie 2b. Hierdoor zal de gemeente in 2021 een samenwerkingsovereenkomst met een sociale woonorganisatie of een openbaar bestuur moeten afsluiten.
De meting van het sociaal woonaanbod op 31 december 2020 is nog niet officieel gekend. Er werd navraag gedaan bij het SVK Webra en de SHM Providentia, die actief zijn in de gemeente. Het SVK Webra heeft in 2020 9 panden in beheer in Roosdaal, hier is bijgevolg geen toename tegenover 2019. Tegenover de nulmeting zorgt dit nog steeds voor een resultaat van -1. SHM Providentia heeft in 2020 geen bijkomende huurwoningen gerealiseerd. In 2020 is het aantal gerealiseerde huurwoningen bijgevolg niet toegenomen.
Providentia heeft in Roosdaal nog grondreserves, waar zij koop- en huurwoningen willen realiseren. Er zal in 2021 overleg zijn met de gemeente over de mogelijkheden, gezien de gemeente een voorkeur heeft voor kleinschalige huurprojecten en een beperkt aantal koopwoningen. In het project in de Derrevoortstraat zijn momenteel 7 huurwoningen voorzien. In een volgende fase van het project wenst Providentia nog bijkomende huurwoningen te realiseren. Ook hierover zal er de komende maanden nog overleg zijn met de gemeente, gezien de voorkeur voor kleinere projecten.
Binnen de verplichtingen van ‘het richtlijnenkader activiteiten besluit lokaal woonbeleid van 16 november 2018’ moet er tegen eind 2021 een door het college van burgemeester en schepenen (of de gemeenteraad) goedgekeurde visie op sociaal wonen zijn. Deze visie zal rekening houden met het bestaande sociaal woonaanbod van de lokale sociale woonactoren, afgezet tegenover de wachtlijsten. De verkoop- en renovatieplanning van de sociale huisvestingsmaatschappij, het groeipad van het sociaal verhuurkantoor, de geplande nieuwe sociale woonprojecten en de strategische keuzes van de sociale huisvestingsmaatschappij worden hierbij mee in beschouwing genomen. De gemeente zal ook rekening houden met kwalitatieve informatie, zoals woonnoden en vragen van specifieke doelgroepen. Vanaf 2022 zal deze visie toegepast worden.
Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat er veranderingen op komst zijn voor de sociale woonactoren. Tegen 1 januari 2023 wil de Vlaamse Regering komen tot sociale woonmaatschappijen, waarbij sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren één woonactor vormen, met slechts één speler (‘woonmaatschappij’) per gemeente. Binnen dit kader zal de gemeente tegen 31 oktober 2021 een door de gemeenteraad gedragen voorstel van werkingsgebied aan de Vlaamse regering te bezorgen.
De gemeente zal in 2021 enkele beslissingen nemen die het sociaal woonbeleid meer vorm zal geven. Dit zal bepalend zijn voor de realiseerbaarheid van het bindend sociaal objectief.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Het project situeert zich binnen het reservegebied voor woonwijken. Het wordt niet opgevat als samenhangend geheel zoals de gewestplan voorschriften beschrijven. Het betreft een reservegebied dat kan aangesneden worden indien de woonbehoefte zich stelt. Aangezien er nog voldoende onbebouwde percelen in de directe omgeving aanwezig zijn én in Pamel verschillende binnengebieden in ontwikkeling zijn, dient geconcludeerd te worden dat er geen bijkomende woonbehoefte is om een verkaveling in het reservegebied te ontwikkelen.
Gemeente Roosdaal beschikt over te weinig sociale woningen om aan het Bindend Sociaal Objectief (BSO) te voldoen en er zijn momenteel geen concrete projecten die het BSO positief zouden beïnvloeden. Het gemeentelijke sociaal woonbeleid zal in de loop van 2021 concreter vorm gegeven worden en gericht op de realiseerbaarheid van het BSO. Het betreffende perceel kan hier mogelijks nog een rol kan spelen.
Bijkomend dient opgemerkt te worden dat voorafgaand geen overleg met de gemeente omtrent dit project heeft plaatsgevonden en dat volgende zaken betreffende de bijgevoegde nota dienen weerlegd te worden:
- er is sprake van 47 vergunde woningen aan de sociale huisvestigingsmaatschappij, hetgeen niet correct is. Een eerste fase werd vergund voor 23 wooneenheden. Een tweede fase wordt nog verwacht, deze is nog niet concreet vormgegeven.
- De gemeente heeft op geen enkele wijze verzaakt aan zijn initiatiefrecht
- Verwijzing naar artikel 4.4.9. §1 van de VCRO heeft geen relatie met voorliggende aanvraag
Algemene conclusie
Het project kan niet ondersteund worden om volgende redenen:
- er is geen bijkomende woonbehoefte dat het aansnijden van het reservegebied verantwoordt
- het project betreft een klassieke verkaveling en vormt geen samenhangend geheel zoals de gewestplanvoorschriften beschrijven
- er is geen concreet zicht het behalen van het BSO
- het gemeentelijke sociaal woonbeleid zal verder vormgegeven worden in de loop van 2021. Of het project hier deel van kan uitmaken zal verder worden onderzocht.
Advies
Ongunstig
Artikel 2. - Een afschrift van deze beslissing wordt verzonden aan Provincie Vlaams-Brabant, dienst ruimtelijke planning, Provincieplein 1 te 3010 Leuven.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Het rooilijnplan, met datum van 31 augustus 2019, opgemaakt door landmeter Bjorn Cornelis, waarbij voorgesteld wordt de rooilijn 3 meter achter de bestaande rooilijn te leggen en dus een strook grond met een oppervlakte van 242 m² af te splitsen van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K, wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek naar de nieuwe rooilijn conform de bepalingen van het decreet houdende de gemeentewegen.
Artikel 3. - De eenzijdige verkoopbelofte grond, met datum van 3 januari 2021, waarbij de heer Jean De Groodt en mevrouw Leontina Dedobbeleer, Gasthuisstraat 157 te 1760 Roosdaal een optie geven aan de gemeente Roosdaal voor het aankopen van een strook grond met een oppervlakte van 242 m², afgesplitst van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K, waarvan zij eigenaars zijn en geschat aan 7.986,00 euro, wordt goedgekeurd.
Artikel 4. - Notaris Peter De Schepper, met standplaats te Roosdaal, wordt aangesteld om de akte te verlijden.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Het bestek met nr. TD/OW-2021002 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen keuken Den Broebel”, opgesteld door de technische dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 82.111,81 euro (inclusief 21% BTW).
Artikel 2. - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3. - De uitvoering van deze opdracht wordt voorzien in 2021. De noodzakelijke kredieten worden voorzien bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De raad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Artikel 2. - De raad neemt kennis van de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst met bijlage en keurt deze goed.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Het besluit van 31 januari 2005 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van een subsidie aan de oudercomités wordt opgeheven.
Artikel 2. - Er wordt een toelage toegekend aan de oudercomités van onderwijsinstellingen die op het grondgebied van de gemeente Roosdaal gevestigd zijn, die behoren tot het gemeentelijk of vrij onderwijs en die daartoe vóór 1 november van het betrokken dienstjaar een schriftelijke aanvraag richten aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3. - Bij de aanvraag dienen de volgende documenten gevoegd te worden:
• de samenstelling van het bestuur van het oudercomité;
• het contactadres van het oudercomité;
• het rekeningnummer waarop de subsidie kan gestort worden;
• een overzicht van de door het oudercomité tijdens het voorbije schooljaar ingerichte activiteiten en van de door het oudercomité tijdens het lopende schooljaar geplande activiteiten;
• een afschrift van de kenbaarmaking van de subsidie via de gebruikelijke kanalen van het oudercomité (website, tijdschrift, ...).
Artikel 4. - Per vestigingsplaats kan slechts één oudercomité gesubsidieerd worden.
Artikel 5. - Het in het meerjarenplan gebudgetteerde bedrag voor deze subsidies, onder beleidsveld 0800-00 gewoon basisonderwijs, wordt onder de oudercomités, die aan de voorwaarden van dit reglement voldoen, verdeeld, zonder dat de maximale subsidie per oudercomité 1.115,00 euro mag overschrijden.
Artikel 6. - Deze beslissing wordt aan de hogere overheid overgemaakt.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.