Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 28 januari 2021

 

Van 19 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Koenraad Muyldermans, voorzitter

Johan Van Lierde, Herman Claeys, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Johan Linthout, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Wendy Godaert, Christiane Bert, Dirk Evenepoel, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Peggy Bulterijs, Marc Devits, Eline De Vos, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

 

Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Bekrachtiging tijdelijke politieverordening inzake het niet fysiek toelaten van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de gezondheidscrisis ten gevolge van de uitbraak van COVID-19, die op 11 maart 2020 gekwalificeerd werd als een pandemie door de Wereldgezondheidsorganisatie

          de Nationale Veiligheidsraad de algemene maatregelen vastlegt om de verspreiding van het coronavirus in te dijken; dat de lokale overheden bevoegd blijven voor de openbare orde volgens artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet, zonder evenwel in te gaan tegen de maatregelen of de geest van de maatregelen die op hoger niveau werden genomen

 

Juridische gronden

          de nieuwe gemeentewet, artikelen 134§1 en 135§2

          de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 187

          het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen

          het ministerieel besluit van 25 september 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

          ministerieel besluit van 14 januari 2021 houdende wijziging van het ministerieel

besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding

van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Argumentatie / motivering

          de tijdelijke politieverordening voorzag een bekrachtiging van dit besluit op de eerstvolgende gemeenteraad

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De tijdelijke politieverordening van 18 januari 2021 van de burgemeester inzake het niet fysiek toelaten van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 28 januari 2021 te bekrachtigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Bekrachtiging tijdelijke politieverordening op de controle en handhaving van de quarantaineverplichting met oog op de beheersing en bestrijding COVID-19 pandemie

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de gezondheidscrisis ten gevolge van de uitbraak van COVID-19, die op 11 maart 2020 gekwalificeerd werd als een pandemie door de Wereldgezondheidsorganisatie

          de Nationale Veiligheidsraad de algemene maatregelen vastlegt om de verspreiding van het coronavirus in te dijken; dat de lokale overheden bevoegd blijven voor de openbare orde volgens artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet, zonder evenwel in te gaan tegen de maatregelen of de geest van de maatregelen die op hoger niveau werden genomen

 

Juridische gronden

          de nieuwe gemeentewet, artikelen 134§1 en 135§2

          de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 187

          het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen

          het ministerieel besluit van 25 september 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

          het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

          artikelen 34/1, 47/1 en 79 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid (verder preventiedecreet genoemd)

          besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie

 

Argumentatie / motivering

          België wordt geconfronteerd met de COVID-19-pandemie. De karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid, het sterfterisico en het aantal gevallen die werden gedetecteerd dwingen tot het opleggen en doen naleven van bepaalde maatregelen, in het bijzonder de quarantaine- en isolatieplicht

          met het oog op de bescherming van de volksgezondheid werd federaal de quarantaineverplichting opgelegd in volgende omstandigheden:

          men heeft een positieve COVID-19 test afgelegd

          men wordt beschouwd als een hoog risicocontact omdat men mogelijk in aanraking is gekomen met een besmet persoon

          met keert terug naar België na een verblijf in een rode zone van meer dan 48 uur

          men heeft een bevel tot quarantaine gekregen na evaluatie van het passenger location form (PLF) dat werd ingevuld bij terugkeer naar België vanuit een andere zone

          artikel 47/1 van het preventiedecreet bepaalt dat de lokale besturen instaan voor de controle en de handhaving van deze quarantaine- en isolatieverplichtingen

          omdat voorgaande ook betrekking heeft op personen die tijdens de kerstvakantie in het buitenland verbleven, is enkel verder uitstel om aan controle en handhaving te doen onaanvaardbaar. De urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID19 met zich meebrengt voor de Belgische bevolking, met inbegrip van de inwoners en bezoekers van onze gemeente, verplichten mij als burgemeester onmiddellijk de nodige stappen te nemen – in het bijzonder het ondertekenen van het gebruikersprotocol en het organiseren van de controle en handhaving - om de openbare gezondheid in het algemeen, en de gezondheid van de bezoekers en inwoners van onze gemeente in het bijzonder, op een adequate manier te vrijwaren. Het ondertekenen van het gebruikersprotocol, dat gesloten wordt tussen de gemeente en het Agentschap Zorg en Gezondheid, is essentieel om de quarantaineverplichting op lokaal niveau te kunnen controleren en handhaven, om op die manier de verdere verspreiding van het COVID-19-virus tot een minimum te beperken

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De tijdelijke politieverordening van 18 januari 2021 van de burgemeester inzake de controle en handhaving van de quarantaineverplichting met oog op de beheersing en bestrijding COVID-19 pandemie te bekrachtigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Bekrachtiging tijdelijke politieverordening inzake het invoeren van een mondmaskerverplichting in de schoolomgevingen

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de gezondheidscrisis ten gevolge van de uitbraak van COVID-19, die op 11 maart 2020 gekwalificeerd werd als een pandemie door de Wereldgezondheidsorganisatie

          de Nationale Veiligheidsraad de algemene maatregelen vastlegt om de verspreiding van het coronavirus in te dijken; dat de lokale overheden bevoegd blijven voor de openbare orde volgens artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet, zonder evenwel in te gaan tegen de maatregelen of de geest van de maatregelen die op hoger niveau werden genomen

          de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad van 23 september 2020 om mondmaskers te verplichten wanneer het onmogelijk is om de naleving van de regels van social distancing te garanderen; gelet op hun beslissing om maatregelen op lokaal niveau mogelijk te maken, waarbij de burgemeesters onder andere de bevoegdheid krijgen om mondmaskers te verplichten op alle private of publieke druk bezochte plaatsen

 

Juridische gronden

          de nieuwe gemeentewet, artikelen 134§1 en 135§2

          de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 187

          het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen

          het ministerieel besluit van 25 september 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Argumentatie / motivering

          de tijdelijke politieverordening van 28 december 2020 inzake het verlenging van een mondmaskerverplichting in de schoolomgevingen

          de tijdelijke politieverordening voorzag een bekrachtiging van dit besluit op de eerstvolgende gemeenteraad

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De tijdelijke politieverordening van 28 december 2020 van de burgemeester inzake het invoeren van een mondmaskerverplichting in de schoolomgevingen te bekrachtigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Toegevoegd agendapunt door N-VA-fractie: motie stadstol - Toegevoegd punt

 

Voorstel van motie

Volgens het Brusselse project SmartMove zullen pendelaars die vanaf 2022 Brussel binnenrijden met de wagen een tolheffing plus een kilometervergoeding moeten betalen.

 

Het systeem bestaat uit een stadstol, en daarbovenop een heffing per gereden kilometer die varieert volgens spits- en dalperiode en het aantal fiscale pk’s van het voertuig.

 

Voor de Brusselaars komt er een gedeeltelijke compensatie door de afschaffing van de verkeersbelasting. Voor de Vlaamse (en Waalse) autopendelaars is het een nieuwe bijkomende belasting. De belasting zal gelden over de volledige oppervlakte van het Gewest en zou voor elke pendelaar kunnen oplopen tot 2.000 € per jaar. In totaal rekent Brussel op een opbrengst van maar liefst een half miljard euro.

 

Hoewel de exacte modaliteiten nog bekend moeten worden, is het duidelijk dat het gaat om een fiscale ongelijkheid en een platte belastingverhoging.

 

Meer dan de helft van de 700.000 Brusselse jobs wordt ingevuld door niet-Brusselaars.

 

Voor Roosdaal gaat dit om ongeveer 1 569 pendelaars die werken in het Brussels gewest (*).

 

Bijna veertig procent van die pendelaars gaat naar Brussel met de auto (**). In heel Brussel zijn er immers heel veel plaatsen die niet gemakkelijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Voor een werknemer die ’s morgens vroeg met de wagen de kinderen naar school brengt en daarna doorrijdt om te gaan werken in Brussel, is een alternatief nagenoeg onmogelijk. De maatregel is dan ook sociaal onwenselijk. Zo is er vandaag voor heel wat pendelaars geen andere keuze dan de wagen om op het werk te geraken.

 

De inwoners van Roosdaal gaan ook naar Brussel voor dienstverlening, voor winkels, voor cultuur. Veel mensen uit onze streek zijn aangewezen op Brussel voor een ziekenhuis. Ze zouden binnenkort allemaal tol moeten betalen om van zo’n noodzakelijke dienstverlening te kunnen genieten. Is Brussel nog wel bereid om onze pendelaars te ontvangen die dag in dag uit bijdragen aan de economische ontwikkelingen van de Europese hoofdstad?

 

Erger nog is dat wij door de gebrekkige splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde nog steeds aangewezen zijn op de rechtbank in Brussel. Als die tol er komt, zullen onze slachtoffers om zich te verplaatsen naar hun proces en om aanwezig te kunnen zijn, binnenkort tol moeten betalen. Dat is onaanvaardbaar.

 

Een belasting op het gebruik van de auto in plaats van op het bezit ervan is principieel niet verkeerd, maar dan moet de pendelaar kunnen beschikken over voldoende alternatieven: een performant openbaar vervoer, randparkings en park-and-rides, mobipunten, een netwerk aan veilige en vlotte fietssnelwegen enzovoort. Brussel mag geen kosten doorschuiven naar de pendelaars van Roosdaal. De impactstudie wijst bovendien uit dat de tol niet in verhouding staat tot de eventuele tijdswinst door minder files. De welvaart van onze pendelaars gaat er hard op achteruit.

 

De plannen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om een stadstol in te voeren kwamen eerder al aan bod in het Vlaams Parlement. Vlaanderen ondernam verschillende pogingen om tot overleg te komen, maar voorlopig bleven die zonder succes. Begin december keurde het Vlaams Parlement dan een resolutie goed (***) waarin men de Vlaamse Regering oproept op om ‘alle juridische middelen’ aan te wenden om ervoor te zorgen dat de stadstol de Vlaamse pendelaar niet discrimineert. Ook in het Waalse parlement klonk een zelfde oproep.

 

Het is ongehoord dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een éénzijdige belastingverhoging oplegt aan onze pendelaars. We vragen aan deze gemeenteraad dan ook om zich hiertegen te verzetten, en om zoals steeds op te komen voor de belangen van onze inwoners. Het argument dat Brussel enkel maar gebruik maakt van zijn gewestelijke autonomie gaat hier niet op. Het ene gewest kan niet zomaar beslissingen nemen waarbij de inwoners van de andere gewesten voor de kosten moeten opdraaien. Als je alleen maar alle lusten wilt en alle lasten bij iemand anders gaat leggen, dan heet dat vijandig nabuurschap.

 

Via deze resolutie vragen wij aan de Vlaamse Regering om aan te dringen bij de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om actief de dialoog aan te gaan met de andere gewesten, én met de gemeentebesturen in haar ommeland, over haar voornemen tot invoering van een kilometerheffing of stadstol.

We pleiten in de eerste plaats voor overleg. Daaruit volgt ook best een samenwerkingsakkoord. Indien deze dialoog geen oplossing biedt, moet de Vlaamse Regering alle juridische middelen gebruiken om ervoor te zorgen dat de Vlaamse pendelaar niet wordt gediscrimineerd.

 

We vragen bovendien dat het College van Burgemeester en schepenen van Roosdaal contact opneemt met haar buurgemeenten en met de VVSG om na te gaan of gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.

 

(*)Census 2011 – Statbel, algemene Directie Statistiek

(**) Federale diagnostiek Woon-werkverkeer 2017, FOD Mobiliteit & vervoer

(***) Zie https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initiatieven/1449061 voor meer details. De resolutie werd gesteund door Open VLD, CD&V, Vl.B. en N-VA.  De PVDA, Groen en Sp.a onthielden zich. Niemand stemde tegen.

 

BESLUIT:

19 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Johan Linthout (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (N-VA) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
2 stemmen tegen: Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Voorstel van beslissing

De gemeenteraad van Roosdaal,

 

Overwegende dat:

          in onze gemeente meer dan 1.560 inwoners tewerkgesteld zijn in het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Naar schatting bijna 40% daarvan is op de wagen aangewezen om hun werkplek te bereiken, vaak omdat er geen of onvoldoende alternatieven voor de wagen zijn;

          daarnaast heel wat van onze inwoners geregeld naar Brussel gaan om gebruik te maken van diensten zoals ziekenhuizen, winkels, openbare diensten of culturele instellingen;

          de totstandkoming van een intelligente kilometerheffing voor lichte voertuigen opgenomen is in de Gemeenschappelijke Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

          volgens die beleidsverklaring de totstandkoming van de kilometerheffing zal leiden tot de afschaffing van de verkeersbelasting voor de inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De Vlaamse pendelaars zullen daarentegen onderhevig blijven aan de Vlaamse verkeersbelasting waardoor ze onrechtmatig en ongelijk worden behandeld in vergelijking met de Brusselse pendelaars;

          er voor de uitrol van een stadstol 93 miljoen euro is ingeschreven in de Brusselse hoofdstedelijke begroting voor 2021;

          de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in haar regeerakkoord aangeeft voorstander te zijn van overleg en van een samenwerkingsakkoord tussen de verschillende gewesten;

          de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot op heden op geen enkele manier stappen heeft gezet om dat voornemen tot overleg en samenwerking te realiseren;

          het Waals Parlement via een motie de Waalse Regering heeft opgeroepen tot overleg met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en, zo nodig, dat te agenderen op het Overlegcomité;

          het Vlaams Parlement eveneens de Vlaamse Regering heeft gevraagd om Brussel op te roepen de dialoog aan te gaan, en om alle juridische middelen aan te wenden opdat de Vlaamse pendelaar door de invoering van een kilometerheffing en/of stadstol niet gediscrimineerd wordt;

 

1.        verzet zich tegen de eenzijdige belastingverhoging die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door een stadstol en kilometerheffing wil opleggen aan onze pendelaars;

 

2.        vraagt aan de Vlaamse Regering om:

 

          aan te dringen bij de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om actief de dialoog aan te gaan met de andere gewesten, én met de gemeentebesturen in haar ommeland, over haar voornemen tot invoering van een kilometerheffing of stadstol;

          als de dialoog met de andere gewesten geen oplossing biedt, alle juridische middelen aan te wenden opdat de Vlaamse pendelaar door de invoering van een kilometerheffing en/of stadstol niet gediscrimineerd wordt;

 

3.        vraagt aan het College van Burgemeester en Schepenen van Roosdaal dat het College contact opneemt met haar buurgemeenten en met de VVSG om na te gaan of gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.

 

Amendement:

De gemeenteraad van Roosdaal vraagt bovendien dat haar college van burgemeester en schepenen contact opneemt met het VVRR om na te gaan of een gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.

 

De gemeenteraad van Roosdaal vraagt bovendien dat haar college van burgemeester en schepenen contact opneemt met haar buurgemeenten en Toekomstforum Halle-Vilvoorde om na te gaan of een gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.

 

Aan de fracties van de Roosdaalse gemeenteraad wordt gevraagd om bij hun vertegenwoordiging in de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er op aan te dringen in overleg te gaan met de Vlaamse regering, Waalse regering en de omliggende buurgemeenten en pas overgaan tot dergelijke stadstol vanaf het moment er voldoende alternatieven zijn voor de pendelaars uit de Brusselse omgeving zoals fietssnelwegen, vervoer op maat, ……

 

stemming:

19 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys

(CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez

(CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Johan Linthout (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA),

Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk

Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean

Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (N-VA) en Koenraad

Toegevoegd agendapunt door N-VA-fractie: motie stadstol Pagina 3 van 4

Muyldermans (CD&V).

2 stemmen tegen: Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 17 december 2020 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van de notulen van 17 december 2020

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 17 december 2020 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering gemeenteraad 17 december 2020 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van het zittingsverslag van 17 december 2020

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 17 december 2020 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

RUP Pamel Centrum: voorlopige vaststelling onteigeningsplan (2) en goedkeuring motivatie tot onteigening

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 17 december 2015 van de gemeenteraad houdende definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan “RUP Pamel-centrum”, versie september 2015, inclusief het onteigeningsplan, de motivatie en de rechtsgrond

          de publicatie in het Belgisch Staatsblad van 4 februari 2016 van voornoemde definitieve vaststelling

          het besluit van 13 april 2016 van de Vlaamse minister Liesbeth Homans waarbij de gemeente Roosdaal gemachtigd werd om de percelen, opgenomen in het hoger vernoemde onteigeningsplan, zijnde percelen kadastraal gekend als afdeling 1 sectie C nrs. 68 en 81, bij hoogdringendheid te onteigenen

          het vonnis van 4 juli 2016 uitgesproken door L. De Mot – plaatsvervangend vrederechter – en bijgestaan door E. De Gieter – hoofdgriffier – van het Vredegerecht van het kanton Lennik met vaststelling van de provisionele vergoeding op 45.000,00 euro

          het besluit van 22 september 2016 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van het voorstel van pachtvergoedingsverbreking van 24 juli 2016 van pachter Lieven De Boitselier

          het definitief vonnis van 26 juni 2017 van het Vredegerecht van Lennik tot onteigening van de percelen kadastraal gekend als afdeling 1 sectie C nrs. 68 en 81. Het kunstgrasveld werd opgeleverd in mei 2017

          de kantine ’t Sportvlot werd voorlopig opgeleverd 27 augustus 2019 en definitief opgeleverd 30 oktober 2020

          het besluit van 6 april 2020 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van het voorstel voor aankoop in der minne van de restpercelen zijnde:

 

Nr.

Perceelnummer

Naam eigenaar + adres

Opp. (m²)

Totaal

1

afd. 1 sectie C nr. 67A

Muylaert Remi, Ninoofsesteenweg 14 te 1760 Roosdaal

1510

7.514,14 €

2

afd. 1 sectie C nr. 67E

Muylaert Remi, Ninoofsesteenweg 14 te 1760 Roosdaal

400

1.990,50 €

3

afd. 1 sectie C nr. 16D

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

2415

11.868,52 €

4

afd. 1 sectie C nr. 16 B

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

1420

7.066,27 €

5

afd. 1 sectie C nr. 19 K

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

2325

11.426,21 €

6

afd. 1 sectie C nr. 15

De Duffeleer René, Bultkets 2 te 9402 Ninove

2750

13.514,87 €

7

afd. 1 sectie C nr. 69

OCMW Brussel, Hoogstraat 298 bus A te 1000 Brussel

10050

48.443,51 €

8

afd. 1 sectie C nr. 73A

Timmermans Patrick, Gasthuisstraat 138 te 1760 Roosdaal

4580

22.508,41 €

9

afd. 1 sectie C nr. 74A

Timmermans Patrick, Gasthuisstraat 138 te 1760 Roosdaal

3040

14.940,08 €

10

afd. 1 sectie C nr. 82A

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

1380

6.867,22 €

11

afd. 1 sectie C nr. 82B

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

1390

6.916,99 €

12

afd. 1 sectie C nr. 67C

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

2650

13.023,42 €

13

afd. 1 sectie C nr. 67D

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

2250

11.196,56 €

14

afd. 1 sectie C nr. 66

Consoorten erfgenamen Patrice De Schepper

6480

31.487,94 €

 

          de aangetekende zendingen van 26 mei 2020 waarbij bovenstaand aanbod verzonden werd aan de desbetreffende eigenaars

          dat de heer Remi Muylaert (volgnummer 1 en 2) akkoord gaat met het aanbod in der minne

          dat de heer Luc Timmermans en mevrouw Anny Van Saen (volgnummer 3, 4 en 5) niet akkoord gaan met het aanbod in der minne

          dat de heer René De Duffeleer (volgnummer 6) niet reageerde op het aanbod in der minne, ook niet op de niet aangetekende zending achteraf

          dat het OCMW Brussel (volgnummer 7) niet akkoord gaat met het aanbod in der minne en bij brief van 1 december 2020 een tegenbod uitbrengt van 155.000,00 euro

          dat de heer Patrick Timmermans en mevrouw Marie-Paul Cautaers (volgnummer 8 en 9) akkoord gaan met het aanbod in der minne

          dat de consoorten De Boitselier (volgnummer 10, 11, 12 en 13) niet reageerden op het aanbod in der minne

          dat de meerderheid van de erfgenamen van Patrice De Schepper (volgnummer 14), zijnde 21 van de 24 consoorten akkoord gaan met het aanbod in der minne, doch nog steeds 3 consoorten niet reageerden

          het besluit van 7 september 2020 van het college van burgemeester en schepenen houdende de vraag tot opstart van de gerechtelijke onteigeningsprocedure

          het aangewezen is de gerechtelijke onteigeningsprocedure enkel op te starten voor de percelen waarvoor geen (volledig) akkoord werd verkregen, zijnde voor volgende percelen:

 

Nr.

Perceelnummer

Naam eigenaar + adres

Opp. (m²)

Totaal

3

afd. 1 sectie C nr. 16D

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

2415

11.868,52 €

4

afd. 1 sectie C nr. 16 B

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

1420

7.066,27 €

5

afd. 1 sectie C nr. 19 K

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

2325

11.426,21 €

6

afd. 1 sectie C nr. 15

De Duffeleer René, Bultkets 2 te 9402 Ninove

2750

13.514,87 €

7

afd. 1 sectie C nr. 69

OCMW Brussel, Hoogstraat 298 bus A te 1000 Brussel

10050

48.443,51 €

10

afd. 1 sectie C nr. 82A

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

1380

6.867,22 €

11

afd. 1 sectie C nr. 82B

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

1390

6.916,99 €

12

afd. 1 sectie C nr. 67C

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

2650

13.023,42 €

13

afd. 1 sectie C nr. 67D

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

2250

11.196,56 €

14

afd. 1 sectie C nr. 66

Consoorten erfgenamen Patrice De Schepper

6480

31.487,94 €

 

          het onteigeningsplan opgemaakt door de technische dienst in overeenstemming met artikel 11 van het Vlaams Onteigeningsdecreet

          de projectnota opgemaakt door de technische dienst in overeenstemming met artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet

 

Juridische gronden

          de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening

          het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut (onteigeningsdecreet)

          het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 (uitvoeringsbesluit)

 

Argumentatie / motivering

          het voorlopig onteigeningsbesluit (motivatie voor de onteigening) bevat in overeenstemming met artikel 10 van het onteigeningsdecreet volgende elementen:

 

1° de omschrijving van de te onteigenen onroerende goederen

 

Nr.

Perceel-

nummer

Naam eigenaar + adres

To-

tale Opp. Per-

ceel

(m²)

Te ont-

eigenen opp

(m²)

Bestem-

ming volgens gewest-

plan

Bestemming volgens RUP Pamel centrum

Huidig gebruik

3

afd. 1 sectie C nr. 16D

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

2415

2415

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + gedeeltelijke overdruk landschap-

pelijke buffer

 

Weiland

4

afd. 1 sectie C nr. 16 B

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

1420

1420

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + gedeeltelijke overdruk landschap-

pelijke buffer

 

Weiland

5

afd. 1 sectie C nr. 19 K

Timmermans - Van Saen, Schalkem 5 te 9402 Ninove

2325

2325

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + volledige overdruk landschap-

pelijke buffer

 

Weiland

6

afd. 1 sectie C nr. 15

De Duffeleer René, Bultkets 2 te 9402 Ninove

2750

2750

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + gedeeltelijke overdruk landschap-

pelijke buffer

 

weiland

7

afd. 1 sectie C nr. 69

OCMW Brussel, Hoogstraat 298 bus A te 1000 Brussel

10050

10050

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + gedeeltelijke overdruk landschap-

pelijke buffer

 

Akker

10

afd. 1 sectie C nr. 82A

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

1380

1380

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie

 

Akker

11

afd. 1 sectie C nr. 82B

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

1390

1390

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + gedeeltelijke overdruk buffer

 

Akker

12

afd. 1 sectie C nr. 67C

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

2650

2650

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie

 

Akker

13

afd. 1 sectie C nr. 67D

Consoorten De Boitselier Lieven, Gootjesstraat 33A, 1760 Roosdaal

2250

2250

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie

 

Akker

14

afd. 1 sectie C nr. 66

Consoorten erfgenamen Patrice De Schepper

6480

6480

Agrarisch gebied

Art.4 open lucht recreatie + gedeeltelijke overdruk buffer

 

Weiland

 

 

2° de vermelding van de onteigenende instantie:

 

De gemeente Roosdaal, Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal is onteigende instantie.

 

3° de rechtsgrond voor de onteigening

 

De rechtsgrond voor de onteigening wordt gevonden in het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Pamel-centrum, definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2015 (publicatie in het Belgisch Staatsblad van 4 februari 2016).

 

De te onteigenen percelen (zie voorgaande tabel), zijnde de percelen kadastraal gekend als afdeling 1 sectie C nrs. 16D, 16B, 19K, 15, 69, 82A, 82B, 67C, 67D en 66 zijn allen gelegen in een zone voor openlucht dagrecreatie (artikel 4) volgens het grafisch plan horende bij het ‘RUP Pamel-centrum’. Met uitzondering van de percelen 82A en 67 C is er voor alle percelen, gedeeltelijk of volledig een overdruk (landschappelijke) buffer ingetekend.

 

De stedenbouwkundige voorschriften voor de zone voor recreatie (artikel 4) luiden als volgt:

“Het gebied is bestemd voor dagrecreatie in open lucht. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming, zijn toegelaten, onverminderd de bepalingen over de zone in overdruk voor de open landschapsbuffer en de buffer.”

 

Na ruimtelijke analyse, zowel in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, als bij de opmaak van het ‘RUP Pamel-centrum’, werd de landbouwzone achter het gemeentehuis als meest geschikte locatie weerhouden voor de ontwikkeling van dagrecreatie in open lucht.

 

Na een eerste onteigeningsprocedure bij hoogdringendheid van de percelen kadastraal gekend als afdeling 1 sectie C nrs. 68 en 81 werd in 2017-2018 een kunstgrasveld aangelegd binnen de contouren van het RUP Pamel centrum op deze percelen. Het kunstgrasveld werd aangelegd en gefinancierd in een DBFM-formule (Design, Build, Finance and Maintain) uitgeschreven door de Vlaamse Overheid waarin de gemeente meestapte. De gronden zijn eigendom van de gemeente. Het kunstgrasveld is eigendom van de firma Stadsbaeder en wordt gehuurd door de gemeente om er na 10 jaar eigenaar van te worden. In 2019 werd de bijhorende kantine ’t Sportvlot gerealiseerd met 8 kleedkamers en een gemeenschappelijke kantine voor de verschillende ploegen. De capaciteit van 't Sportvlot is gericht op de volledige invulling van het RUP Pamel Centrum. 't Sportvlot werd met eigen gemeentelijke middelen gefinancierd. Het perceel waarop de 't Portvlot werd gerealiseerd was reeds eigendom van de gemeente.

 

Heden stellen we vast dat de capaciteit van het kunstgrasveld volledig benut is. Verschillende voetbalploegen uit Roosdaal hebben zich hier volledig of enkel de jeugd gevestigd. De vraag naar bijkomende ruimte voor voetbal als de vraag naar alternatieve openlucht sporten manifesteert zich. De gemeente wil nu concreet, als laatste fase, overgaan tot de uitbreiding en de verdere invulling van de bestaande site. De argumenten voor de keuze van de bestaande site zijn nog overwegend dezelfde als diegene bij de oorspronkelijke opmaak van het RUP Pamel Centrum en de eerste onteigeningsprocedure,  namelijk (de volgende 6 alinea’s werden overgenomen van de rechtsgrond tot onteigenen opgenomen bij de eerste onteigening in 2016):

 

"- de gemeente heeft bij de opmaak van het ‘RUP Pamel-centrum’ de locatie en eventuele alternatieven voldoende onderzocht. Het was de optie van de gemeente om de ruimte voor recreatie te herschikken en samen te brengen in het centrum van de hoofdgemeente. Deze motivatie werd opgenomen in het ‘RUP Pamel-centrum’.

 

- door de herlocatie op middellange termijn van de versnipperde bestaande velden wordt op die wijze de zonevreemdheid opgeheven en terug in ere hersteld in zijn oorspronkelijke bestemming. De agrarische gebieden worden daarbij weer meer homogene gebieden voor landbouw;

 

- de inrichting van openlucht-recreatie maximaal dienstig is voor de gehele gemeente. Op basis van de goede tot zeer goede verbinding op gebied van autoverkeer, fietsverkeer en openbaar vervoer vanuit de gemeente naar de kern van de hoofdgemeente, heeft de voorgestelde zone achter het gemeentehuis de meeste slaagkans naar gebruik en uitstraling ten overstaan van het geheel van de gemeente Roosdaal;

 

- in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is de zone achter het gemeentehuis gelegen in de hoofdgemeente, reeds geselecteerd als een groeizone voor voorzieningen van openbaar nut. Het is logisch om een verdere zoekzone voor de openbare openlucht-recreatie (door de gemeente georganiseerd) te laten aansluiten bij de openbaar nutszones die reeds aanwezig zijn en die voorzien zijn op verdere groei;

 

- de inrichting van openlucht-recreatie in het centrum van de hoofdgemeente werkt versterkend om de centrumfunctie zelf en werkt de gewenste ontwikkelingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan in de hand. Dit stemt volledig overeen met de doelstellingen voor hoofdgemeente in het provinciaal ruimtelijk structuurplan, namelijk hoofddorpen dienen de dynamiek op te nemen zoals wonen, lokale bedrijvigheid, voorzieningen, administratieve dienstverlening. Recreatie maakt zeker deel uit van deze voorzieningen;

 

- er is weliswaar een andere locatie in ontwikkeling voor recreatie aan het kruispunt Belle-Alliance ter hoogte van de Ninoofsesteenweg N8. Deze scoort evengoed naar ontsluiting voor auto- en fietsverkeer als naar openbaar vervoer. Deze ontwikkeling gaat echter om een louter privaat initiatief met een duidelijk winstoogmerk. Het gaat ook om overdekte recreatie en niet om openlucht-recreatie. Het is de bedoeling van de gemeente om een vorm van recreatie aan te kunnen bieden aan de bevolking en het verenigingsleven, waar het aspect van winstoogmerk niet meespeelt. De site van Belle-Alliance laat geen ruimte meer over voor de gemeente om hier ook nog een ontwikkeling te organiseren. De locatie in het centrum van de hoofdgemeente is voor de openlucht-recreatie de meest aangewezen locatie. Het sluit aan op andere voorzieningen van openbaar nut, en heeft een goede bereikbaarheid vanuit het geheel van de gemeente;"

 

Vandaag kunnen we vaststellen dat:

- VK Zavel het voormalig terrein aan de Pinijzekets verlaten heeft en gebruik maakt van het kunstgrasveld in het RUP Pamel Centrum;

- VKB de volledige jeugdopleiding heeft verhuisd heeft van de terreinen aan de Kleistraat naar het kunstgrasveld in het RUP Pamel Centrum;

- FC Likert de voetbalactiviteiten op het terrein aan de Kaaitvaartstraat heeft stopgezet;

- het voetbalveld aan de Gustaaf Ponchautstraat omgevormd werd tot speelbos;

- Denderzonen Pamel de voetbalactiviteiten op de terreinen langs de Ninoofsesteenweg heeft stopgezet;

- er zich verschillende nieuwe clubs zoals de voetbalscholen Move to Improve enTIKITAKA gevestigd hebben op het kunstgrasveld in het RUP Pamel Centrum;

- de gemeentelijke basisschool het kunstgrasveld gebruikt voor de lessen LO.

 

Algemeen kan gesteld worden dat er zich een verschuiving heeft voorgedaan van verschillende vormen van open lucht recreatie (vooral voetbal) van verspreid over de gemeente naar het RUP Pamel Centrum. Dit volgens de initiële bedoelingen van de opmaak van het RUP Pamel Centrum, namelijk het concentreren en aanbieden van kwalitatieve open luchtrecreatie op een toegankelijke plaats, in het centrum van de hoofdgemeente Pamel. Samen met de aanleg van de parking, de uitbreidingsplannen van de gemeentelijke basisschool, het openen van nieuwe winkels, horeca en diensten, is een duidelijke dynamiek merkbaar in het centrum van Pamel. Het bundelen van centrumfuncties heeft inderdaad als resultaat dat het centrum van het hoofddorp inderdaad opveert.

Door het bereiken van de maximum capaciteit van het kunstgrasveld is het dan ook een logisch gevolg dat de gemeente terug kijkt naar de zone van het RUP Pamel Centrum om in verdere uitbreiding en mogelijkheden voor open lucht recreatie te voorzien.

 

4° de omschrijving van het onteigeningsdoel van algemeen nut;

 

4A. Bijkomende behoefte aan een aanleg van laagdrempelige, open lucht recreatie.

 

Zoals eerder gesteld is de maximum capaciteit van het kunstgrasveld bereikt en wil de gemeente Roosdaal op deze site een bijkomende capaciteit voor voetbal voorzien in de vorm van een natuurgrasveld.

Anderzijds werd in 2019 een bevraging georganiseerd door de sportdienst naar de mogelijke invulling van de site door andere open lucht sporten. Uit de bevraging kwamen verschillende open lucht sporten/recreatievormen doch bleek de vraag naar volgende infrastructuur het grootst:

- multifunctioneel, verhard basketbalveld ook dienstig als streetsoccerveld en eventueel korfbalveld;

- grote, natuurlijke speeltuin voor kinderen;

- voetbal en/of rugbyveld;

- Finse Piste, loop en wandelpaden;

- tennisterreinen en/of paddelterreinen;

- in mindere mate: bollebaan, skatepark, bmx-parcours;

- loopomloop met 80% onverharde route.

 

Het beleid van de gemeente Roosdaal is erop gericht openbare, openlucht infrastructuur aan te bieden in de gemeente. De gemeente blijft beheerder van de infrastructuur die ter beschikking wordt gesteld aan alle sportclubs of inwoners die behoefte zouden hebben aan openlucht sportinfrastructuur. Ze worden niet voorzien in functie van een specifieke sport of specifieke club.

 

Deze beleidskeuzes zijn niet of zeer moeilijk realiseerbaar als particulier initiatief. Hoewel er naar aanleiding van de bevraging verschillende noden werden aangetoond, komen er geen private initiatieven voor de ontwikkeling van laagdrempelige open lucht infrastructuur. Waarschijnlijk zijn deze vormen van recreatie economisch niet rendabel. Toch zijn ze noodzakelijk voor het algemeen welbevinden van de bevolking en is een openbaar initiatief daartoe noodzakelijk.

 

4B Aanleg van een buffer rond het bestaande kunstgrasveld.

 

In het RUP Pamel Centrum, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2015, werd reeds opgenomen dat langs de tuinen van de woningen langs de Gasthuisstraat een dichte buffer moest aangeplant worden. In de verordende voorschriften werd opgenomen:

“Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit uitvoeringsplan, zal de zone voor buffer aangelegd en beplant zijn.”

 

De gemeente heeft de intentie gevolg te geven aan de voorwaarden opgenomen in het RUP Pamel Centrum en deze buffer aan te leggen om de overlast naar de buurt te beperken. Het spreekt voor zich dat de gemeente de gronden nodig om deze buffer aan te leggen eerst moet kunnen verwerven. De consoorten De Boitselier reageerden niet op minnelijke onderhandelingen.

 

Het aanleggen van de buffer ter buffering van de activiteiten van algemeen belang (open lucht recreatie) is niet iets dat tot stand zal komen door een particulier initiatief.

 

5° de omschrijving en de motivering van de onteigeningsnoodzaak;

 

5A versnipperde eigendomsstructuur

 

Binnen het RUP Pamel Centrum is er heden een versnipperde eigendomsstructuur wat maakt dat het voor de gemeente enerzijds, maar ook voor de particuliere eigenaars anderzijds, geen goed gestructureerde invulling van het RUP kan bereikt worden.

 

Er bestaat het risico dat nieuwe activiteiten zullen ingeplant worden in functie van de beschikbare (vrije) percelen. De gemeente zal uitgaan van een gedragen totaalvisie om dit risico te vermijden.

 

Het is aangewezen dat de gemeente het voortouw neemt in de ontwikkeling van het RUP. Tot op heden zijn er nog geen particuliere initiatieven geweest tot een (gedeeltelijke) ontwikkeling van de private percelen binnen het RUP en deze zijn ook niet direct te verwachten.

 

5B niet kunnen voldoen aan opgelegd voorwaarden

 

De gemeente heeft de intentie gevolg te geven aan de voorwaarden opgenomen in het RUP Pamel Centrum en wil de opgelegde buffer rond het RUP aanleggen. Dit om de overlast naar de buurt te beperken. Het spreekt voor zich dat de gemeente de gronden nodig om deze buffer aan te leggen eerst moet kunnen verwerven. Er valt geen particulier initiatief te verwachten om deze buffer aan te planten.

 

5C gelijkheidsbeginsel, behoorlijk bestuur

 

De gemeente heeft reeds verschillende percelen binnen het RUP kunnen verwerven. Het basisbedrag voor deze verwerving lag steeds op 3,25 euro/m² (zonder bijkomende vergoedingen). Dit bedrag werd bepaald door de vrederechter in het vonnis van 26 juni 2017.

 

Het is de intentie van de gemeente iedere betrokken eigenaar op een gelijke manier te behandelen en dus een gelijke vergoeding te bieden. Indien er wel bereidheid is te verkopen, maar er kan geen akkoord bereikt worden over de prijs, is een onteigening om deze reden noodzakelijk. Het zal dan aan de rechter zijn om de definitieve prijs te bepalen.

 

6° de minnelijke onderhandelingstermijn.

 

Op 26 mei 2020 werden reeds brieven met een aanbod in der minne verzonden aan de betrokken eigenaars. Het lijkt daarom niet nodig een al te lange bijkomende onderhandelingstermijn te voorzien.

 

De onderhandelingstermijn wordt vastgelegd op 60 dagen vanaf de voorlopige vaststelling van het onteigeningsplan.

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan 2020-2025.

De kredieten van de onteigeningen zijn opgenomen onder beleidsveld 0610 - actie 5.1.2.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het onteigeningsplan (2), de onteigeningsmotivatie en de projectnota opgemaakt door de technische dienst voor de te onteigenen percelen binnen het RUP Pamel Centrum, waarvoor geen minnelijk akkoord tot verwerving kon bekomen worden, wordt voorlopig vastgesteld.

 

Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek naar het voorlopig vastgesteld onteigeningsplan (2).

 

Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met minnelijke onderhandeling zoals bedoeld in het onteigeningsdecreet en vastgesteld op 60 dagen vanaf heden.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Advies principeel akkoord Witteweg

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de adviesvraag van 16 november 2020 van de provincie Vlaams-Brabant

 

Juridische gronden

          de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking vanaf 1 september 2009

          het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen

          het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse

 

Advies

          het verslag van 14 januari 2021 van Wendy De Vriendt, gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad verleent een ongunstig advies betreffende de aanvraag tot principieel akkoord voor een verkaveling langs de Witteweg ZN te O.L.V. Lombeek, afd. 3 sectie B nr. 384 B.

 

De gemeenteraad motiveert zijn standpunt als volgt:

 

DEEL 1: WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

 

Beknopte beschrijving van de aanvraag

Er wordt een principieel akkoord voor een verkavelingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van 6 eengezinswoningen in halfopen verband.

 

Wetgeving en reglementering

-          het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen

-          het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse

-          de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerpgewestplannen (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1997)

-          de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

 

Planologische context

Gewestplannen

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 7 maart 1977 vastgestelde gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse met bestemming ‘reservegebieden voor woonwijken’.

De gebieden die als "reservegebieden voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente worden bestemd voor de aanleg van woonwijken die als een stedenbouwkundig geheel zijn opgevat. Daarin zijn toegelaten sociale en middelgrote woningen, kleine landeigendommen, groene ruimten en socio-culturele inrichtingen alsmede voorzieningen voor handel, dienstverlening, ambachten en diverse kleinbedrijven die voor het normaal functioneren van de woonwijk nodig zijn. In de woonwijken mag de bouwdichtheid 25 woningen per hectare niet overschrijden, zijn slechts gebouwen met ten hoogste twee bouwlagen toegelaten en moet de globale oppervlakte van de openbare groene zone ten minste 25 m² per inwoner bedragen. De bestemming als in het eerste lid bepaald kan maar worden verwezenlijkt nadat zij in een door Ons goedgekeurd bijzonder plan van aanleg is vastgesteld. Die goedkeuring wordt maar gegeven nadat de gemeente de inventaris van de nog niet bebouwde bouwgronden heeft opgemaakt overeenkomstig de richtlijnen van de Minister tot wiens bevoegdheid de Stedenbouw behoort en voor zover zij aantoont dat de nieuwe bestemming aan een werkelijke behoefte beantwoordt.

 

Het ingediend project stemt niet overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse.

 

In afwijking van de gewestplanvoorschriften bepaalt artikel 5.6.6 van de VCRO volgende:

§ 1. In woonuitbreidingsgebieden, reservegebieden voor woonwijken en woonaansnijdingsgebieden wordt de aanvraag van een sociale woonorganisatie voor een omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod in de zin van artikel 1.2, eerste lid, 16°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid ingewilligd indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :

1° de gronden zijn niet gelegen in een overstromingsgebied, vermeld in artikel 1.1.2, 10°, a), 10) en het project doorstaat de watertoets;

2° de gronden palen aan woongebied, al dan niet met landelijk karakter of aan een reeds ontwikkeld deel van een woonuitbreidingsgebied;

3° de gronden worden niet belast door een bouwverbod ingevolge het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen;

4° het aangevraagde vormt geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale habitat- of vogelbeschermingszone, of komt ondanks het sociaal karakter van de geplande activiteit niet in aanmerking voor een afwijking, vermeld in artikel 36ter, § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

5° de inrichtingsaspecten van het bouw- of verkavelingsproject zijn in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijk ordening.

 

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op aanvragen van een sociale huisvestingsmaatschappij voor een omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod in de zin van artikel 1.2, eerste lid, 1°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, waarbij de sociale huisvestingsmaatschappij optreedt als enige opdrachtgever of verkavelaar, voor zover voornoemd bescheiden woonaanbod wordt verwezenlijkt op ten hoogste 20 procent van de gronden die eigendom zijn van de sociale huisvestingsmaatschappij in de gebieden, vermeld in het eerste lid.

 

De bepalingen van een ruimtelijk structuurplan kunnen nimmer worden ingeroepen om de afgifte van de vergunningen, vermeld in het eerste en het tweede lid, af te wijzen.

 

§ 2. Buiten de gevallen, vermeld in § 1, en onverminderd de gevallen, toegelaten bij artikel 5.1.1 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, kan een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen of voor het verkavelen van gronden in woonuitbreidingsgebied eerst worden afgeleverd, indien de aanvrager beschikt over een principieel akkoord van de deputatie.

 

In een principieel akkoord bevestigt de deputatie dat de vooropgestelde ontwikkeling ingepast kan worden in het lokaal woonbeleid, zoals vormgegeven in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en desgevallend in andere openbare beleidsdocumenten. De deputatie wint daaromtrent het voorafgaand advies van de gemeenteraad in. Dat advies is bindend in zoverre het negatief is. Indien de gemeenteraad geen advies aflevert binnen een termijn van negentig dagen, ingaande de dag na deze van de betekening van de adviesvraag, kan aan deze adviesverplichting worden voorbijgegaan.

 

Een principieel akkoord verplicht de gemeente ertoe om binnen het jaar een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg op te maken.

 

De Vlaamse Regering kan nadere materiële en procedurele regelen bepalen voor de toepassing van deze paragraaf.

 

§ 3. De bepalingen van § 1 en § 2 vinden toepassing ten aanzien van bouwprojecten of verkavelingen waarvoor de vergunningsaanvragen vanaf de inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid betekend worden bij het college van burgemeester en schepenen, of, bij toepassing van de procedure, vermeld in artikel 4.7.1, § 1, 2°, de Vlaamse Regering of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar.

 

De deputaties leveren hun principiële akkoorden vanaf de inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid af met toepassing van § 2. Principiële akkoorden die voorheen werden afgeleverd op grond van de Omzendbrief RO/2002/03 van 25 oktober 2002 « in verband met het opmaken van een gemeentelijke woonbehoeftestudie en het ontwikkelen van woonuitbreidingsgebieden met of zonder woonbehoeftestudie » sorteren vanaf voormelde inwerkingtredingsdatum het gevolg, vermeld in § 2, eerste lid.

 

Bijzondere plannen van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een definitief goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA).

 

Ruimtelijke uitvoeringsplannen

De aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een definitief goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

 

Rooilijnplannen

Het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft wordt niet getroffen door een rooilijn.

 

Vergunningscontext

Perceelnummer : (afd. 1) sectie C 165 C

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • op 19 oktober 2015 werd een negatief stedenbouwkundig attest (A2.3B.2015/4) voor het bouwen van 6 eengezinswoningen afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Watertoets

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een effectief of een mogelijk overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid kan aangenomen worden dat geen schadelijk effect veroorzaakt wordt.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwaterverordening

Niet van toepassing.

 

Toegankelijkheidsverordening, van kracht sinds 1 maart 2010, gewijzigd door de Vlaamse Regering op 18 februari 2011

Niet van toepassing.

 

Algemene gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen en verkavelen in de gemeente Roosdaal

De aanvraag voldoet aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen en verkavelen in de gemeente Roosdaal, definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Roosdaal in zitting van 24 juni 2010, goedgekeurd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 16 september 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 8 oktober 2010.

 

Externe adviezen

In overeenstemming met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werden er geen adviezen ingewonnen.

 

Interne adviezen

Aan het ILV Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland werd advies gevraagd betreffende de realiseerbaarheid van het bindend sociaal objectief

 

DEEL 2: VERENIGBAARHEID MET DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING 

 

Openbaar onderzoek

Volgens artikels 16 tot 23 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 26 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd er geen openbaar onderzoek georganiseerd.

 

Beschrijving van de omgeving en project

De Witteweg-is een gemeenteweg van de deelgemeente O.L.V.-Lombeek. Door de aanwezige bebouwing met infrastructuur is de ordening van het gebied gekend. Het perceel is onbebouwd en in gebruik als boomgaard. Langs de rechterzijde van het perceel loopt voetweg nr. 26. Het rechter aanpalend perceel is bebouwd met een eengezinswoning in halfopen verband. Het linker aanpalend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning, vastgesteld als bouwkundig erfgoed. De achterliggende percelen zijn bebouwd met eengezinswoningen in halfopen verband. De omgeving geeft een landelijke indruk.

 

De aanvraag omvat het verkavelen van een terrein in 6 kavels met eengezinswoningen in halfopen verband. Kavel 1 heeft een breedte van 10,05 meter. Kavels 2, 3, 4 en 5 hebben een breedte van 10,95 meter. Kavel 6 heeft een breedte van 11,22 meter. De toekomstige woningen worden ingeplant op minimum 3,00 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen. De bouwdiepte van de toekomstige woningen wordt voorzien op 13,00 meter op het gelijkvloerse verdieping en de 1ste verdieping. De tuindiepte op elke kavel bedraagt minimaal 8,00 meter

 

De bebouwbare woongebieden (binnengebieden, onbebouwde percelen) in de omgeving en de haalbaarheid van de ontwikkeling ervan;

Er zijn verschillende concrete projecten lopende zijn voor het ontwikkelen van bebouwbare woongebieden door private investeerders, gelegen in binnengebieden in de hoofdkern van Pamel, namelijk:

- Kattemkets: 29 eengezinswoningen

Dit project is grotendeels gerealiseerd en zit in de eindfase

- Korenbloemweg: 62 eengezinswoningen en 5 meergezinswoningen

Dit project is hangende bij de raad voor vergunningenbetwistingen

- Hoogstraat-Ledebergstraat: 6 eengezinswoningen en 4 meergezinswoningen

Dit project werd reeds meermaals besproken en ingediend. Op korte termijn wordt een nieuwe aanvraag verwacht.

- Hoogstraat-Profetenstraat: 55 eengezinswoningen en 3 meergezinswoningen

Dit project is momenteel in beginfase van uitvoering. De wegenis werd gerealiseerd en de eerste aanvragen tot omgevingsvergunning zijn lopende

 

Onbebouwd percelen in de omgeving:

In de deelgemeente O.L.V.-Lombeek situeren zich een 32-tal onbebouwd percelen, voornamelijk geschikt voor eengezinswoningen.

Er zijn geen onbebouwde binnengebieden in OLV Lombeek. Het dorp wordt gevormd door woonlinten en het reservegebied voor woonwijken.

 

De planning en de realiseerbaarheid van het bindend sociaal objectief en de eventuele interferentie van de in de aanvraag voorgestelde ontwikkeling met het (sociaal) woonbeleid.

 

Roosdaal had bij de nulmeting op 31 december 2007 122 sociale huurwoningen op haar grondgebied. Er werd een Bindend Sociaal Objectief (BSO) opgelegd van 75. Tegen 2025 moet de gemeente op haar grondgebied 75 bijkomende sociale huurwoningen realiseren. Bij de voortgangstoets op 31 december 2019 werd het gerealiseerde en geplande sociaal woonaanbod vergeleken met het sociaal woonaanbod in de nulmeting. Er werden 12 bijkomende huurwoningen gerealiseerd. Door deze beperkte toename werd Roosdaal ondergebracht in categorie 2 ‘de gemeente volgt het groeipad niet’. Er werd een plan van aanpak opgemaakt en aan Wonen-Vlaanderen bezorgd. Na de beoordeling van dit plan van aanpak is de gemeente ingedeeld in categorie 2b. Hierdoor zal de gemeente in 2021 een samenwerkingsovereenkomst met een sociale woonorganisatie of een openbaar bestuur moeten afsluiten.

 

De meting van het sociaal woonaanbod op 31 december 2020 is nog niet officieel gekend. Er werd navraag gedaan bij het SVK Webra en de SHM Providentia, die actief zijn in de gemeente. Het SVK Webra heeft in 2020 9 panden in beheer in Roosdaal, hier is bijgevolg geen toename tegenover 2019. Tegenover de nulmeting zorgt dit nog steeds voor een resultaat van -1. SHM Providentia heeft in 2020 geen bijkomende huurwoningen gerealiseerd. In 2020 is het aantal gerealiseerde huurwoningen bijgevolg niet toegenomen.

 

Providentia heeft in Roosdaal nog grondreserves, waar zij koop- en huurwoningen willen realiseren. Er zal in 2021 overleg zijn met de gemeente over de mogelijkheden, gezien de gemeente een voorkeur heeft voor kleinschalige huurprojecten en een beperkt aantal koopwoningen. In het project in de Derrevoortstraat zijn momenteel 7 huurwoningen voorzien. In een volgende fase van het project wenst Providentia nog bijkomende huurwoningen te realiseren. Ook hierover zal er de komende maanden nog overleg zijn met de gemeente, gezien de voorkeur voor kleinere projecten.  

 

Binnen de verplichtingen van ‘het richtlijnenkader activiteiten besluit lokaal woonbeleid van 16 november 2018’ moet er tegen eind 2021 een door het college van burgemeester en schepenen (of de gemeenteraad) goedgekeurde visie op sociaal wonen zijn. Deze visie zal rekening houden met het bestaande sociaal woonaanbod van de lokale sociale woonactoren, afgezet tegenover de wachtlijsten. De verkoop- en renovatieplanning van de sociale huisvestingsmaatschappij, het groeipad van het sociaal verhuurkantoor, de geplande nieuwe sociale woonprojecten en de strategische keuzes van de sociale huisvestingsmaatschappij worden hierbij mee in beschouwing genomen. De gemeente zal ook rekening houden met kwalitatieve informatie, zoals woonnoden en vragen van specifieke doelgroepen. Vanaf 2022 zal deze visie toegepast worden.

 

Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat er veranderingen op komst zijn voor de sociale woonactoren. Tegen 1 januari 2023 wil de Vlaamse Regering komen tot sociale woonmaatschappijen, waarbij sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren één woonactor vormen, met slechts één speler (‘woonmaatschappij’) per gemeente. Binnen dit kader zal de gemeente tegen 31 oktober 2021 een door de gemeenteraad gedragen voorstel van werkingsgebied aan de Vlaamse regering te bezorgen.

 

De gemeente zal in 2021 enkele beslissingen nemen die het sociaal woonbeleid meer vorm zal geven. Dit zal bepalend zijn voor de realiseerbaarheid van het bindend sociaal objectief.

 

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Het project situeert zich binnen het reservegebied voor woonwijken. Het wordt niet opgevat als samenhangend geheel zoals de gewestplan voorschriften beschrijven. Het betreft een reservegebied dat kan aangesneden worden indien de woonbehoefte zich stelt. Aangezien er nog voldoende onbebouwde percelen in de directe omgeving aanwezig zijn én in Pamel verschillende binnengebieden in ontwikkeling zijn, dient geconcludeerd te worden dat er geen bijkomende woonbehoefte is om een verkaveling in het reservegebied te ontwikkelen.

Gemeente Roosdaal beschikt over te weinig sociale woningen om aan het Bindend Sociaal Objectief (BSO) te voldoen en er zijn momenteel geen concrete projecten die het BSO positief zouden beïnvloeden.  Het gemeentelijke sociaal woonbeleid zal in de loop van 2021 concreter vorm gegeven worden en gericht op de realiseerbaarheid van het BSO. Het betreffende perceel kan hier mogelijks nog een rol kan spelen.

 

Bijkomend dient opgemerkt te worden dat voorafgaand geen overleg met de gemeente omtrent dit project heeft plaatsgevonden en dat volgende zaken betreffende de  bijgevoegde nota dienen weerlegd te worden:

-          er is sprake van 47 vergunde woningen aan de sociale huisvestigingsmaatschappij, hetgeen niet correct is. Een eerste fase werd vergund voor 23 wooneenheden. Een tweede fase wordt nog verwacht, deze is nog niet concreet vormgegeven.

-          De gemeente heeft op geen enkele wijze verzaakt aan zijn initiatiefrecht

-          Verwijzing naar artikel 4.4.9. §1 van de VCRO heeft geen relatie met voorliggende aanvraag

 

Algemene conclusie

Het project kan niet ondersteund worden om volgende redenen:

-          er is geen bijkomende woonbehoefte dat het aansnijden van het reservegebied verantwoordt

-          het project betreft een klassieke verkaveling en vormt geen samenhangend geheel zoals de gewestplanvoorschriften beschrijven

-          er is geen concreet zicht het behalen van het BSO

-          het gemeentelijke sociaal woonbeleid zal verder vormgegeven worden in de loop van 2021. Of het project hier deel van kan uitmaken zal verder worden onderzocht.

 

Advies

Ongunstig

 

Artikel 2. - Een afschrift van deze beslissing wordt verzonden aan Provincie Vlaams-Brabant, dienst ruimtelijke planning, Provincieplein 1 te 3010 Leuven.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Rooilijn Nieuwbaan en goedkeuren verkoopbelofte

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de problematische verkeerssituatie in de Nieuwbaan te wijten aan een te smalle straat voor vlot kruisend verkeer, de nabijheid van een school met aanwezigheid van georganiseerd busvervoer, de aanwezigheid van een lijnbus en een sterke verkeersontwikkeling net voor en net na de schooluren

          het voorstel vanuit het college om het voetpad in de Nieuwbaan uit te breiden ten einde een veiligere verkeerssituatie te creëren voor de zachte weggebruikers

          het metingsplan, tevens rooilijnplan, met datum van 31 augustus 2019, opgemaakt door landmeter Bjorn Cornelis, waarbij voorgesteld wordt de rooilijn 3 meter achter de bestaande rooilijn te leggen en dus een strook grond met een oppervlakte van 242 m² af te splitsen van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K

          het schattingsverslag met datum van 7 september 2019 opgemaakt door landmeter Bjorn Cornelis, waarbij de strook grond met een oppervlakte van 242 m², afgesplitst van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K, geschat wordt aan 7.986,00 euro

          de strook grond wordt bestemd om te worden gevoegd bij het openbaar domein en zal (gedeeltelijk) worden ingericht als voetpad

          het het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen

          de eenzijdige verkoopbelofte grond, met datum van 3 januari 2021, waarbij de heer Jean De Groodt en mevrouw Leontina Dedobbeleer, Gasthuisstraat 157 te 1760 Roosdaal een optie geven aan de gemeente Roosdaal voor het aankopen van een strook grond met een oppervlakte van 242 m², afgesplitst van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K, waarvan zij eigenaars zijn en geschat aan 7.986,00 euro

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsdoelstelling 6 Roosdaal mobiel - actie 6.1.3.

De geraamde uitgave bedraagt 7.986,00 euro + 2.000,00 aktekosten.

Het visum van de financieel directeur is gunstig.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het rooilijnplan, met datum van 31 augustus 2019, opgemaakt door landmeter Bjorn Cornelis, waarbij voorgesteld wordt de rooilijn 3 meter achter de bestaande rooilijn te leggen en dus een strook grond met een oppervlakte van 242 m² af te splitsen van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K, wordt voorlopig vastgesteld.

 

Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek naar de nieuwe rooilijn conform de bepalingen van het decreet houdende de gemeentewegen.

 

Artikel 3. - De eenzijdige verkoopbelofte grond, met datum van 3 januari 2021, waarbij de heer Jean De Groodt en mevrouw Leontina Dedobbeleer, Gasthuisstraat 157 te 1760 Roosdaal een optie geven aan de gemeente Roosdaal voor het aankopen van een strook grond met een oppervlakte van 242 m², afgesplitst van het perceel afdeling 2 sectie A nr. 134 K, waarvan zij eigenaars zijn en geschat aan 7.986,00 euro, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4. - Notaris Peter De Schepper, met standplaats te Roosdaal, wordt aangesteld om de akte te verlijden.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Keuken Den Broebel: bestek, raming en wijze van gunning - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 1 juni 2017 van de gemeenteraad houdende verlenen van een “in-house“ opdracht aan Haviland Intercommunale IgSv met betrekking tot de sloop van de voormalige site "Den Broebel” en heropbouw tot een gemeentelijke zaal, Gustaaf Ponchautstraat 5A te 1760 O.L.Vr.-Lombeek (Roosdaal), waarbij Haviland Intercommunale IgSv zal instaan voor de studie en bouwopvolging van het project, de veiligheidscoördinatie ontwerp & - verwezenlijking en de verslaggeving voor het energieprestatie & binnenklimaat (EPB)

          het besluit van 29 januari 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende aanstelling van Mutad Architecture & Urban Planning bv bvba, Kroonstraat 33 te 1750 Lennik als ontwerper voor de opdracht "De sloop van de voormalige site "Den Broebel" en heropbouwen tot een gemeentelijke zaal"

          het besluit van 28 november 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het bestek, de raming ten bedrage van 1.156.528,66 euro (exclusief BTW) of 1.399.399,68 euro (inclusief BTW)

          het besluit van 6 april 2020 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van de aanstelling van De Brandt nv, Sint-Ursmarisstraat 23 te 9220 Dendermonde, tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 1.299.465,90 euro (exclusief 21 % BTW) of 1.572.353,74 euro (inclusief 21 % BTW)

 

Juridische gronden

          de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. BTW bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet)

          het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

          de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          het Bestuursdecreet van 7 december 2018

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

 

Argumentatie / motivering

          het ontwerp van de keuken met bijhorende raming werd uit de initiële opdracht voor de bouw van Den Broebel geweerd omdat er nog geen duidelijkheid was naar concrete noden van de mogelijke verenigingen enerzijds en anderzijds omdat deze opdracht zo specifiek is dat een afzonderlijke aanbesteding en onderhandeling met een keukenbouwer waarschijnlijk voordeligere prijzen zal opleveren dan dit mee te nemen in de totaalaanneming

          aan de ontwerper, Mutad Architecture & Urban Planning b.v. bvba werd opdracht gegeven de keuken te ontwerpen en de nodige aanbestedingsdocumenten voor te bereiden. Het studiebureau technieken, STIR heeft in opdracht van de ontwerper de technische bepalingen en de raming opgesteld

          in het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen keuken Den Broebel” werd een bestek met nr. TD/OW-2021002 opgesteld door de technische dienst

          de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 82.111,81 euro (inclusief 21% BTW)

          er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd niet voorzien in het meerjarenplan.

De geraamde uitgave bedraagt 82.111,81 euro (inclusief 21 % BTW).

 

De noodzakelijke ramingen worden voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan onder beleidsveld 0739 overige kunst- en cultuurbeleid - actie 5.1.1 Roosdaal bouwt een polyvalente vrijetijdsinfrastructuur uit in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het bestek met nr. TD/OW-2021002 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen keuken Den Broebel”, opgesteld door de technische dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 82.111,81 euro (inclusief 21% BTW).

 

Artikel 2. - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3. - De uitvoering van deze opdracht wordt voorzien in 2021. De noodzakelijke kredieten worden voorzien bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Samenwerkingsovereenkomst, afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          in de fase van de COVID-19-crisis waarin we ons momenteel bevinden, is een cruciale rol weggelegd voor contactonderzoek en bronopsporing

          bij contactonderzoek wordt gezocht met wie een besmet iemand nauw contact heeft gehad. Hier is de snelheid van de contacttracing belangrijk.  Het is de bedoeling om zoveel mogelijk mensen te bereiken die in contact zijn gekomen met besmette personen. Zij krijgen advies over hoe ze zich kunnen beschermen en welke maatregelen ze kunnen nemen om anderen te beschermen. Dat vermijdt een mogelijke (nieuwe) toename van het aantal patiënten

          bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensiblisering, handhaving) kunnen nemen

          ter ondersteuning van de centrale contactopsporing heeft de Vlaamse Regering op 16 oktober 2020 de lokale besturen gemobiliseerd om complementair in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek

          de contouren werden verder uitgewerkt in het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken

          wat de aard van de engagementen betreft, kunnen lokale besturen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 kiezen tussen de volgende opties:

          optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching

          optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én aanvullend lokaal contactonderzoek.

          de lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters

          de lokale besturen worden gesubsidieerd voor het opnemen van complementaire engagementen als volgt :

          de gemeenten die inzetten op optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantaine-coaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor maximum 5 maanden (ten vroegste start op 1 november 2020 – uiterlijk tot 31 maart 2021)

          de gemeenten die inzetten op optie 2 (voorgaande engagementen optie 1 + aanvullend lokaal contactonderzoek) krijgen voorgaande forfaitaire subsidie en daarnaast nog een variabele subsidie van 100 euro per afgehandeld ticket/werkorder van een nieuwe indexpatiënt, inclusief de werkorders/tickets van een evenwaardig aantal hoog risicocontacten

          periode : ten vroegste vanaf 1 november 2020 tot uiterlijk 31 maart 2021

          de gemeente wil, na overleg met alle betrokken diensten, complementair inzetten op optie 1

          hiertoe wordt door de gemeente een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid

          bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd :

          afsprakennota waarin de gemeente, in overleg met de COVID-19-teams haar engagementen die zij in het kader van de samenwerkingsovereenkomst zal uitvoeren,  concreet omschrijft

          het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

          de gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen

          de engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ.  Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken

 

Juridische gronden

          besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken

 

Argumentatie / motivering

          artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen.  Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen

          gelet op de oproep van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020, verankerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd

          gelet op de stijgende besmettingsgraad in Vlaanderen

          de complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, meer in het bijzonder in het kader van het verder beheersen van de tweede golf en het proberen vermijden van een derde golf

          een en ander vergt dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat

          om te kunnen op opstarten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met bijlagen vereist.  Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor van de verschillende platformen

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De raad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

 

Artikel 2. - De raad neemt kennis van de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst met bijlage en keurt deze goed.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Reglement voor de toekenning van een subsidie aan de oudercomités - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 27 april 1990 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het reglement voor de toekenning van een subsidie aan de oudercomités, voor kennisneming aangenomen door de vice-gouverneur van Brabant op 9 mei 1990

          het besluit van 31 januari 2005 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van een subsidie aan de oudercomités

 

Juridische gronden

          de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

 

Argumentatie / motivering

          iedere ontvanger van een toelage verleend door de gemeente moet de toelage gebruiken voor het doel waarvoor zij is toegekend

          het is opportuun om een bewijs van de met de verkregen subsidie ingerichte activiteiten te vragen aan de oudercomités evenals een bewijs van kenbaarmaking van deze gemeentelijke subsidie

          voor de verdeling van de subsidie dient een reglement goedgekeurd te worden

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan 2020-2025.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0800-00 - gewoon basisonderwijs.

De geraamde uitgave bedraagt 3.100,00 euro per jaar.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het besluit van 31 januari 2005 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van een subsidie aan de oudercomités wordt opgeheven.

 

Artikel 2. - Er wordt een toelage toegekend aan de oudercomités van onderwijsinstellingen die op het grondgebied van de gemeente Roosdaal gevestigd zijn, die behoren tot het gemeentelijk of vrij onderwijs en die daartoe vóór 1 november van het betrokken dienstjaar een schriftelijke aanvraag richten aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3. - Bij de aanvraag dienen de volgende documenten gevoegd te worden:

       de samenstelling van het bestuur van het oudercomité;

       het contactadres van het oudercomité;

       het rekeningnummer waarop de subsidie kan gestort worden;

       een overzicht van de door het oudercomité tijdens het voorbije schooljaar ingerichte activiteiten en van de door het oudercomité tijdens het lopende schooljaar geplande activiteiten;

       een afschrift van de kenbaarmaking van de subsidie via de gebruikelijke kanalen van het oudercomité (website, tijdschrift, ...).

 

Artikel 4. - Per vestigingsplaats kan slechts één oudercomité gesubsidieerd worden.

 

Artikel 5. - Het in het meerjarenplan gebudgetteerde bedrag voor deze subsidies, onder beleidsveld 0800-00 gewoon basisonderwijs, wordt onder de oudercomités, die aan de voorwaarden van dit reglement voldoen, verdeeld, zonder dat de maximale subsidie per oudercomité 1.115,00 euro mag overschrijden.

 

Artikel 6. - Deze beslissing wordt aan de hogere overheid overgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 04/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2021

 

Bijkomend agendapunt Groen: bouwpauze in functie van de opmaak van een nieuw ruimtelijk structuurplan en bouwkompas Roosdaal - Toegevoegd punt

 

Publicatiedatum: 04/03/2021