BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven van de heer Kristof Cooreman goed.
Artikel 2. - De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van de heer Kristof Cooreman in handen van de voorzitter:
Artikel 3. - De rangorde van de gemeenteraadsleden wordt als volgt vastgesteld:
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Christiane Bert Koen Muyldermans Marc Devits Herman Claeys Rudy Bracquez Jan Van Den Bosch Tom De Koster Emmanuel de Béthune Dirk Evenepoel Eline De Vos Wim Goossens Johan Linthout An Van den Spiegel Johan Van Lierde Annick Borloo Jean Timmermans Kristof Cooreman Peggy Bulterijs Linda Van Huylenbroeck Linda Van den Eede Wendy Godaert aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 7 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koen Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
7 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA) en Peggy Bulterijs (N-VA).
Artikel 1. – Het volgende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt goedgekeurd:
------------------------
Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
BIJEENROEPING
Artikel 1
§ 1.De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
(art. 18 DLB)
§ 2.De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan. Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op
(art. 19 en 20 DLB)
§ 3.De oproeping wordt verzonden via e-mail. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 9, § 1 van dit reglement.
§ 4.De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
1° een derde van de zittinghebbende leden;
2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;
3° het college van burgemeester en schepenen;
4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.
(art. 19 en art. 67 DLB)
Artikel 2
§ 1.De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
(art. 20 DLB)
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.
(art. 19, 20 en art. 67 DLB)
§ 2.De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.
Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.
(art. 20 DLB)
Artikel 3
§ 1.Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.
(art. 21 DLB)
§ 2.De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
(art. 21 DLB)
OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING
Artikel 4
§ 1.De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
(art. 28, §1 DLB)
§ 2.De vergadering is niet openbaar als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
(art. 28, §1 DLB)
De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.
(art. 249 DLB)
Artikel 5
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
(art. 28, §2 DLB)
Artikel 6
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
(art. 29, §4 DLB)
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK
Artikel 7
§ 1.Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.
Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
(art. 22 DLB)
§ 2.De agenda van de vergadering van de raad en de stukken die betrekking hebben op het openbare deel worden bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.
Artikel 8
§ 1.De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.
§ 2. De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 9
§1.Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, beschikbaar gesteld via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.
§2.Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals de oproeping in art. 1, §3 van dit reglement.
(art. 249 DLB)
§ 3. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.
Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.
Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.
(art. 20 DLB)
Artikel 10
§1.De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.
(art. 29, §1 DLB)
§2. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, ter beschikking gesteld aan de gemeenteraadsleden. Dit zal gebeuren door publicatie van de notulen op de gemeentelijke webstek.
(art. 50 DLB)
§ 3.De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
(art. 29, §1 DLB)
§ 4.Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden.
Het college zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.
Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan het college schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.
Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.
Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.
§ 5.De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.
De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een formulier dat hen daartoe ter beschikking wordt gesteld.
(art. 29, §1 DLB)
§ 6.De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.
Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)
Artikel 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.
De mondelinge vragen, die de raadsleden na de openbare vergadering wensen te stellen, worden ten minste 3 werkdagen vóór de vergadering van de gemeenteraad schirftelijke meegedeeld aan de algemeen directeur .Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
(art. 31 DLB)
QUORUM
Artikel 12.
Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.
Artikel 13
§ 1.De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.
Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.
(art. 26 DLB)
§ 2.De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.
(art. 26 DLB)
WIJZE VAN VERGADEREN
Artikel 14
§1.De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.
(art. 24 DLB)
§ 2.Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter, burgemeester of bevoegde schepen uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
Artikel 15
§1.De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
§ 2.Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
(art. 23 DLB)
Artikel 16
§ 1.Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.
De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.
§ 2. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.
De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.
Artikel 17
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :
1° om te vragen dat men niet zal besluiten;
2° om de verdaging te vragen;
3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;
4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
6° om naar het reglement te verwijzen.
Artikel 18
De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.
Artikel 19
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
Artikel 20
§1.De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.
Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.
(art. 25 DLB)
§ 2.De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
(art. 25, volgens art. 74 DLB)
Artikel 21
Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Artikel 22
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Artikel 23
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.
WIJZE VAN STEMMEN
Artikel 24
§ 1.Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.
§ 2.De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
(art. 33 DLB)
Artikel 25
§ 1.De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
(art. 249, §3 DLB)
§ 2.De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
(art. 249, §4 DLB)
Artikel 26
§ 1.De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4.
(art. 34 DLB)
§ 2.Er zijn twee mogelijke werkwijzen van stemmen:
1° de mondelinge stemming bij naamafroeping;
2° de geheime stemming.
§ 3.De gemeenteraadsleden stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.
(art. 34 DLB)
§ 4. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:
1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;
2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
3° individuele personeelszaken.
(art. 34 DLB)
Artikel 27
§ 1.De mondelinge stemming geschiedt door, elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de rangorde.
§ 2.De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.
Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.
(art. 33 en 34 DLB)
Artikel 28
Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.
De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blancostembriefje.
Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Artikel 29
Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.
Artikel 30
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
(art. 35 DLB)
NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG
Artikel 31
§1.De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
(art. 278, §1 DLB)
§ 2.De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
Het zittingsverslag zal vervangen worden door een audio-opname. De audio-opname zal na de afloop van de gemeenteraad ter beschikking gesteld worden op de webstek van de gemeente.
(art. 278, §1 DLB)
§ 3.Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(art. 278, §1 DLB)
Artikel 32
§ 1.De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
(art. 32 DLB)
§ 2.De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.
Het audio zittingsverslag zal ter beschikking gesteld worden via de gemeentelijke webstek.
(art. 32 DLB)
§ 3.Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
(art. 32 DLB)
§ 4.Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
(art. 32 DLB)
Artikel 33
§ 1.De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2.De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
(art. 279, § 6 DLB)
FRACTIES
Artikel 34
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het huishoudelijk reglement legt ook de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de fracties vast.
(art. 36 DLB)
RAADSCOMMISSIES
Artikel 35
§1.De gemeenteraad richt commissies op die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
(art. 37, § 1 DLB)
§ 2.De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. De berekeningswijze is als volgt: alle gemeenteraadsleden maken deel uit van de commissies.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 3.Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 4.Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 5.Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 6.Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan.
(art. 37 § 4 DLB)
§ 7.De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente.
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement).
De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 26 §4 van dit reglement.
De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
§ 8.De bijzondere gemeenteraadscommissie (evaluatie ombudsman of -vrouw) en de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.
De bijzondere gemeenteraadscommissie en de tuchtcommissie vergaderen besloten.
VERGOEDING RAADSLEDEN
Artikel 36
§ 1.Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
1° de vergaderingen van de gemeenteraad;
2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem) en de afdelingen;
3° de vergadering waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft, maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt;
5° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond;
6° de vergaderingen die werden hervat op een andere dag.
(art. 17 §1 DLB en art. 15, lid 1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.)
§ 2.Het presentiegeld bedraagt 124.98 euro aan 100% (gekoppeld aan de spilindex 138.01) voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.
Artikel 37
§ 1.Gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.
De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.
De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.
(art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
§ 2.Terugbetaling van bijkomende kosten veroorzaakt door een specifieke gezinssituatie (Bijv. opvang van kinderen, ouderen, zieke of mindervalide gezinsleden), wegens aanwezigheid op een raads- of commissievergadering, is mogelijk. Een verzoek tot terugbetaling met verantwoordingsstukken kan worden ingediend bij de algemeen directeur.
Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeentebestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.
Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.
§ 3.De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.
(art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
VERZOEKSCHRIFTEN
(art. 38, 9° en art. 304, §2 DLB)
Artikel 38
§ 1.Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen.
(art. 304, §2 DLB)
Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.
§ 2.De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.
§ 3.Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.
Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§ 4.Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;
3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik ervan beledigend is.
Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Artikel 39
§1.Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
§ 2.De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
§ 3.De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
§ 4.Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
-----------------------
Artikel 2. - Ieder lid van de gemeenteraad wordt een kopie bezorgd van onderhavig reglement. Een exemplaar is tijdens de vergadering van de gemeenteraad permanent aanwezig.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de volgende deontologische code voor de lokale mandatarissen goed:
Toepassingsgebied
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
de voorzitter van de gemeenteraad
de gemeenteraadsleden,
de burgemeester,
de schepenen.
Voor het OCMW worden hieronder begrepen:
de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,
de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,
de voorzitter van het vast bureau,
de leden van het vast bureau,
de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst,
de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Toelichting
De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:
1.De gemeenteraad wordt rechtstreeks verkozen en is het belangrijkste bestuursorgaan van de gemeente. Wie de eed aflegt als gemeenteraadslid is (behalve in de zes randgemeenten en Voeren) ook lid van de OCMW-raad.
De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code.
Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt.
2.Soms volstaat het niet dat lokale mandatarissen zich bij een belang onthouden van de bespreking en stemming van een punt. In die gevallen verbiedt de decreetgever lokale mandatarissen zelfs expliciet om bepaalde functies uit te oefenen, rollen te vervullen of (rechts)handelingen uit te voeren. Zie artikelen 6 en 7 van deze code.
Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:
1.Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.
2.Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.
3.Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
• Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4
• Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8
• Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
• Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10
• Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
• Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3
Artikel 8
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Artikel 9
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.
Artikel 10
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
Corruptie en de schijn ervan
Artikel 11
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Toelichting
Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken.
Artikel 12
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
• Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245
Het aannemen van geschenken
Toelichting
Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf.
Artikel 13
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
• Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
• De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
• Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
• Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Artikel 14
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente/het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke/OCMW bestemming.
Artikel 15
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten
Toelichting
Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan.
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
• Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
• De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 17
Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Toelichting
Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden.
Artikel 18
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
• De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
• De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …).
• De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Toelichting
Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden.
Artikel 19
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente/het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 20
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Toelichting
Lokale mandatarissen krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en middelen van de lokale besturen. Daarnaast kan de gemeente/het OCMW (binnen het door de Vlaamse regering bepaalde kader) onkosten van lokale mandatarissen vergoeden. Terugbetaling daarvan geschiedt enkel wanneer volgende aan alle volgende voorwaarden voldaan is:
• De kosten houden verband met de uitoefening van het mandaat.
• De kosten zijn noodzakelijk.
• De kosten zijn bewezen.
• Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
Artikel 21
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 22
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
• Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38
Omgaan met informatie
Artikel 23
De gemeenteraad/ De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Toelichting
Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.
Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur).
De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht.
De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college/ Het vast bureau verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college/het vast bureau inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat.
Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie.
Artikel 24
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 25
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/ het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Toelichting
Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden.
Artikel 26
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
• Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
• Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
• Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28
Toelichting
De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur.
Artikel 27
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Toelichting
Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.
• Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2
Artikel 28
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 29
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 30
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.
Toelichting
Elk raadslid, elk lid van het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.
Artikel 31
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college/het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 32
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 33
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Naleving en handhaving van de deontologische code
Artikel 34
De gemeenteraad /raad voor maatschappelijk welzijn stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.
Toelichting
Naast het vaststellen van een deontologische code met heldere gedragsregels is het van groot belang dat erop wordt toegezien dat deze daadwerkelijk worden nageleefd. In de deontologische code zijn immers de regels voor politieke mandatarissen opgenomen die gebaseerd op de geldende wetgeving. Ze leggen de voorwaarden vast waaraan het handelen van politieke mandatarissen minimaal moet voldoen. Wanneer mandatarissen zich niet aan deze regels houden, komen zij daarmee als het ware onder het morele minimum dat zij met elkaar hebben afgesproken. Een schending van de deontologische code is een schending van de integriteit van de politiek.
De decreetgever stelt niet vast hoe en door wie de handhaving van de deontologische code van de gemeenteraad/de raad voor maatschappelijk welzijn plaatsvindt. Het toezien op de naleving van de deontologische code is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokken. De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn zal daarom onderlinge afspraken maken inzake de procedures en rollen aangaande de handhaving van de deontologische code. Hierin staan drie principes centraal:
• De handhaving is onpartijdig.
• Men is terughoudend met publiciteit.
• Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.
Daarnaast is het raadzaam om op gezette tijden de tekst van de deontologische codes tegen het licht te houden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op deze manier blijft de deontologische code een levend document.
Artikel 35
De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
• het voorkomen van mogelijke schendingen
• het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
• het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
• het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 36
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Toelichting
Het is belangrijk dat een lokale mandataris zich steeds voorafgaand aan een handeling de vraag stelt of deze wel in overeenstemming is met deze code. Bij twijfel kan de lokale mandataris contact opnemen met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangeduid. Aanvullend daaraan kan de lokale mandataris ook steeds aftoetsen bij collega’s lokale mandatarissen of externe deskundigen zoals een stafmedewerker van de VVSG.
Artikel 37
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Het signaleren van vermoedens van schendingen
Toelichting
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een andere lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, gaat hij/zij in eerste instantie te rade bij de algemeen directeur of het daartoe aangewezen personeelslid.
Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, is het van belang dat er een aantal verdere processtappen zijn afgesproken waarbij een bepaalde persoon of instantie aangewezen is als meldpunt.
De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn zal onderstaande regels verder moeten uitwerken en concretiseren.
Artikel 38
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, die dan meteen doorverwijst naar de daartoe aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 39
Wanneer er na vooronderzoek door de aangewezen instantie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan opdracht gegeven worden tot het verrichten van een uitgebreid onderzoek hiernaar.
Het zich uitspreken over schendingen
Artikel 40
Wanneer vaststaat dat er sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan.
Toelichting
Wanneer vaststaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, dan kan de raad zich hierover uit spreken. Hierbij dient zij proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol.
Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden beoordeeld. Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenvermenging, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politici en zijn om die reden het ernstigst. De gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur zijn daar het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste woorden, waarbij in sommige gevallen zelfs overgegaan kan worden tot strafrechtelijke vervolging. Een te lichte beoordeling die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan. Hetzelfde geldt voor een te zware beoordeling op een lichte schending.
Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? Van naïviteit? Is de politicus onder druk gezet door partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de overtreden regel, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen.
Er kunnen verschillende ‘sancties’ volgen voor de lokale mandataris dat de deontologische code overtreedt:
• politiek aangesproken worden
• eis publiek excuus
• afkeuring door partijen
• negatieve media-aandacht
Het Decreet Lokaal Bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties afhankelijk van de feiten (bijvoorbeeld de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen). Sommige overtredingen van de deontologische code leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Evalueren van de deontologische code
Artikel 41
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueren de fractievoorzitters tijdens het fractievoorzittersoverleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. Het fractievoorzittersoverleg brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.
hoofdstuk 1: Enkele algemene bepalingen
Artikel 1.1
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 1.2
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 1.3
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 1.4
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 1.5
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
hoofdstuk 2: Informatiebemiddeling
Artikel 2.1
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 2.2
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Artikel 2.3
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 2.4
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
hoofdstuk 3: Administratieve begeleiding en ondersteuning
Artikel 3.1
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 3.2
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 3.3
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
hoofdstuk 4: Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Bespoedigingstussenkomsten
Artikel 4.1
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Begunstigingstussenkomsten
Artikel 4.2
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 4.3
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 4.4
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 4.5
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 4.6
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
• louter informatieve vragen van algemene of technische aard
• vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten
Bijlage: wetteksten
• Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)
§ 1. Het is voor eenraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
§ 4. Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.
• Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten, artikel 8
§ 1. Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.
§ 2. Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:
1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.
De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.
§ 3. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.
• Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596
Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:
Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;
Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;
Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;
Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.
• Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)
De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.
Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.
Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.
De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.
Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.
• Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)
Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.
Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.
Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.
• Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)
§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
• Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245
Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.
• Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris, artikel 35 §1
Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.
De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.
• Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
(…)
• Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458
Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.
• Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4
§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.
• Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28
§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.
§ 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.
• Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2
§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.
Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.
Artikel 2. - Ieder lid van de gemeenteraad wordt een kopie bezorgd van de deontologische code voor mandatarissen. Een exemplaar is tijdens de vergadering van de gemeenteraad permanent aanwezig.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. - Er wordt een budgetcommissie opgericht met de bedoeling advies te verlenen en voorstellen te formuleren omtrent de opmaak van het jaarlijkse budget en eventueel bij budgetwijzigingen en alle beslissingen met belangrijke financiële impact op het beleid van de gemeente. De raadsleden kunnen tijdens de vergadering van de budgetcommissie interpelleren en voorstellen doen. De informatieverstrekking zal gebeuren door de schepen van financiën, daarbij ondersteund door de financiële dienst. De budgetcommissie kan steeds andere deskundigen en/of belanghebbenden horen indien daar de noodzaak toe bestaat.
Artikel 2. - De budgetcommissie is samengesteld uit alle gemeenteraadsleden en kiest onder haar leden een voorzitter. De burgemeester en de schepenen kunnen geen voorzitter zijn.
Artikel 3. - Tom De Koster wordt aangesteld als voorzitter van de budgetcommissie.
Artikel 4. - De budgetcommissie komt elk jaar samen zodra het ontwerpbudget van het volgende boekjaar door de financiële dienst is klaargemaakt.
Artikel 5. - De budgetcommissie vergadert in openbare zitting en de datum en uur zal aan de bevolking meegedeeld worden door middel van een publicatie op de gemeentelijke webstek.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het volgend reglement ICT-ondersteuning voor gemeenteraadsleden goed:
**********
Reglement ICT-ondersteuning gemeenteraadsleden
Artikel 1: Toepassingsgebied.
Een gemeenteraadslid kan de terugbetaling vragen van de kosten aangegaan voor de aankoop en het gebruik van elektronische communicatiemiddelen tot een maximum bedrag van 500 euro inclusief BTW. Het bedrag is niet gekoppeld aan enig indexcijfer.
De tegemoetkoming geldt voor de uitoefening van de functie als burgemeester, schepenen of gemeenteraadslid en voor de periode van 6 jaar, gelijklopend met de legislatuur van de gemeenteraad.
Indien het ambt van burgemeester, het schepen of gemeenteraadslid eindigt vóór afloop van de periode van 6 jaar, dient de reeds uitbetaalde tegemoetkoming aan de gemeente terugbetaald te worden naar rato van het nog niet verstreken gedeelte van de periode van 6 jaren, naar beneden afgerond op hele maanden.
Indien het ambt van burgemeester, het schepen of gemeenteraadslid aanvangt na de start van de nieuwe legislatuur van de gemeenteraad wordt de tegemoetkoming toegekend a rato van het nog niet verstreken gedeelte van de periode van 6 jaren, naar beneden afgerond op hele maanden.
Artikel 2. Terugbetaalbare kosten
De volgende kosten zijn terugbetaalbaar:
1. De aankopen van een pc-configuratie (hard- en software) die aan de hedendaagse normen beantwoordt, inclusief de installatie van de componenten (hard- en software). Onder pc-configuratie wordt verstaan:
• een desktop (scherm, klavier, muis, enz.)
• een draagbare pc
• een tablet
• een smartphone.
2. Een onderhoudscontract voor genoemde apparatuur en toepassingen.
3. Een internetabonnement.
4. Anti-virussoftware
Artikel 3. Niet terugbetaalbare kosten en ondersteuning:
De volgende kosten zijn niet terugbetaalbaar:
- Kosten gemaakt vóór de eedaflegging als burgemeester, schepen of gemeenteraadslid
- Kosten die niet kunnen bewezen worden met officiële stukken.
- Kosten voor materiaal of programma’s waarvoor geen noodzakelijk verband kan aangetoond worden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid.
Artikel 4. Uitbetaling
Aanvragen tot het bekomen van de tegemoetkoming dienen schriftelijk ingediend te worden bij de algemeen directeur. Het verzoek tot betaling is vergezeld van de originele aankoopfactuur met een gedetailleerde opgave van de aangekochte goederen. De aankoopfactuur is verplicht op naam van het gemeenteraadslid.
De betalingen van abonnementsvergoedingen voor internetverbindingen dienen jaarlijks te worden verzameld en ingediend.
De algemeen directeur beoordeelt de aanvragen voor het bekomen van een tegemoetkoming en gaat hierbij na of aan de voorwaarden van het reglement is voldaan.
In voorkomend geval wordt overgegaan tot de uitbetaling van de vergoeding. Behalve indien uitdrukkelijk anders vermeld door de gerechtigde, wordt de financiële tegemoetkoming gestort op hetzelfde rekeningnummer als datgene waarop de presentiegelden van het betrokken lid van de gemeenteraad worden gestort.
**********
Artikel 2. - Ieder lid van de gemeenteraad wordt een kopie bezorgd van het reglement ICT-ondersteuning gemeenteraadsleden.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Voor de nieuwe weg in het binnengebied tussen de Profetenstraat, Kattemkets en Kattemstraat wordt de straatnaam 'Driebek' voorlopig vastgesteld.
Artikel 2. - Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd gedurende 30 dagen door aanplakking en adviesaanvraag aan de gemeentelijke cultuurraad.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - Met ingang van 4 januari 2019 wordt het presentiegeld van de gemeenteraadsleden vastgesteld op 124,98 euro aan 100% (gekoppeld aan spilindex 138,01).
Artikel 2. -Aan de voorzitter van de gemeenteraad wordt een dubbel presentiegeld toegekend.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 11 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. – De gemeenteraad duidt volgende personen aan als:
• stemgerechtigd vertegenwoordiger van de algemene vergadering:
- Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal;
• niet-stemgerechtigd vertegenwoordiger van de algemene vergadering:
- Jan Van den Bosch, raadslid, Molenstraat 31 te 1760 Roosdaal;
• aandeelhoudersbestuur voor de drinkwaterdiensten:
- Christiane Bert, raadslid, Poelkbeekstraat 47 te 1760 Roosdaal;
voor De Watergroep (voormalig VMW).
Artikel 2. – Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan De Watergroep, afdeling juridische zaken, Vooruitgangstraat 189 te 1030 Brussel.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 8 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. - De gemeenteraad duidt de heer Herman Claeys, schepen, Eikauterstraat 37 te 1761 Roosdaal aan als effectief afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Pajottenland+.
Artikel 2. - De gemeenteraad duidt de heer Jan Van den Bosch, raadslid, Molenstraat 31 te 1760 Roosdaal aan als plaatsvervangend afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Pajottenland+.
Artikel 3. - Pajottenland+ vzw wordt in kennis gebracht van dit besluit.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 9 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. - De gemeenteraad duidt de heer Herman Claeys, schepen, Eikauterstraat 37 te 1761 Roosdaal aan als effectief politiek afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw.
Artikel 2. - De gemeenteraad duidt de heer Johan Linthout, raadslid, Bezenweg 18 te 1760 Roosdaal aan als plaatsvervangend politiek afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw.
Artikel 3. - De gemeenteraad duidt de milieuambtenaar aan als ambtelijke afgevaardigde.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. - De heer Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal, wordt door de gemeenteraad aangeduid als stemgerechtigd lid van de raad van bestuur van de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei".
Artikel 2. - De heer Dirk Evenepoel, raadslid, Molenstraat 6 te 1760 Roosdaal, wordt aangeduid als lid met raadgevende stem van de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei".
Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei", Molenstraat 102 te 1700 Dilbeek.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 9 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. - De heer Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal, wordt door de gemeenteraad aangeduid als effectief afgevaardigde voor de stuurgroep Wijk-werken.
Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan Haviland Intercommunale IgSv, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 9 Goedgekeurd
BESLUIT:
Bij geheime stemming.
Artikel 1. - De gemeenteraad duidt de heer Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal, aan als effectief afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw.
Artikel 2. - De gemeenteraad duidt de heer Tom De Koster, raadslid, Gasthuisstraat 120 A te 1760 Roosdaal, aan als plaatsvervanger afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw.
Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw, Grote Markt 1 b1 te 1500 Halle.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. – De rekening voor het dienstjaar 2017 van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) wordt gunstig geadviseerd, met als opmerking dat de actualisatie van de inventaris nog steeds niet correct is voor wat betreft de investeringsprojecten. De saldi op de investeringsfiches stemmen niet overeen met de werkelijke uitgaven en ontvangsten (niet alle uitgaven en ontvangsten werden correct gekoppeld aan de overeenstemmende investeringsfiches).
Artikel 2. – Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.
BESLUIT:
Enig artikel. - De gemeenteraad neemt kennis van de besluiten van 23 november 2018 van de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant betreffende de goedkeuring en de vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar 2017 van de kerkfabrieken:
- Sint-Gaugericus (parochie Pamel);
- Sint-Apollonia (parochie Ledeberg);
- Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek);
- Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem).
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeentelijke dotatie voor 2019 van de gemeente Roosdaal aan de brandweerzone Vlaams-Brabant West, vastgesteld op 494.190,83 euro, wordt goedgekeurd
Artikel 2. - Het bedrag van de dotatie zal gestort worden op de rekening van de hulpverleningszone. De betaling ervan zal maandelijks gebeuren, in gelijke tranches. De lijst van nominatieve toelagen, opgenomen in het gemeentebudget van 2019, wordt bij gelegenheid van de volgende budgetwijziging aangepast.
Artikel 3. - Een afschrift van dit besluit zal voor kennisneming worden verzonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Jan Van Den Bosch Johan Linthout Johan Van Lierde Wim Goossens Emmanuel de Béthune Rudy Bracquez Tom De Koster Koen Muyldermans Christiane Bert Herman Claeys An Van den Spiegel Dirk Evenepoel Peggy Bulterijs Linda Van Huylenbroeck Linda Van den Eede Annick Borloo Wendy Godaert Jean Timmermans Marc Devits Eline De Vos Kristof Cooreman aantal voorstanders: 11 , aantal onthouders: 10 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
11 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koen Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Tom De Koster (CD&V) en Jan Van Den Bosch (CD&V).
10 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Jean Timmermans (N-VA), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
Artikel 1. - Vanaf vrijdag 1 februari 2019 wordt er een retributie geheven op het deponeren van afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark.
Artikel 2. - De retributie is verschuldigd door het hoofd van het gezin waarvan de leden afvalstoffen komen deponeren. De identiteit van de leden van het gezin wordt vastgesteld via de identiteitskaart.
Artikel 3. - De retributie bedraagt per aanvoerbeurt voor het deponeren van afval: 0,16 euro/kg. Voormelde gewichtshoeveelheid wordt gewogen door geijkte weegbruggen, gecontroleerd door de parkwachter.
Artikel 4. - Volgende afvalstoffen worden vrijgesteld van elke retributie: AEEA, KGA, PMD (aangeboden in een gemeentelijke PMD-zak), hol glas, papier en karton, kroonkurken, kurken, printerafval, batterijtjes, textiel, zuiver piepschuim, motorolie, frituurolie, metalen, autobanden van personenwagens en 200 kg asbestafval per gezin per jaar indien het asbest volledig afzonderlijk wordt aangeboden.
Artikel 5. - De retributies worden contant betaald worden bij vaststelling van de gewichtshoeveelheid tegen afgifte van een kasticket. De betaling gebeurt via bancontact op het recyclagepark.
Artikel 6. - Om recyclage van GFT-afval te stimuleren wordt een compostvat met beluchtingsstok van ± 290 liter aangeboden tegen een retributie van 15,00 euro. Deze retributie dient door de aanvrager contant betaald te worden op de financiële dienst in het gemeentehuis.
Om het hergebruik en de recyclage van goederen te stimuleren is het afzetten ervan in het kringloopcentrum gratis.
Artikel 7. - Het besluit van 29 januari 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalsoorten op het gemeentelijk containerpark en andere inzamelplaatsen wordt, met ingang van 1 februari 2019, opgeheven.
Artikel 8. - Dit reglement wordt, overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur, bekend gemaakt via de website van de gemeente.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Roosdaal wordt samengesteld als volgt:
- 6 leden van CD&V;
- 2 leden van N-VA;
- 1 lid van GROEN;
- 1 lid van Roosdaal Anders.
Artikel 2. – Iedere fractie wordt verzocht tegen 16 februari 2019 de kandida(a)t(en) voor te dragen, schriftelijk tegen ontvangstbewijs, bij de algemeen directeur.
Artikel 3. - De samenstelling wordt definitief vastgelegd op de eerstvolgende gemeenteraad.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - Het definitief aan de scholen toegekende lestijden, uren- en puntenpakket voor het schooljaar 2018-2019 voor de gemeentelijke basischool Triangel Pamel en Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek en voor de gemeentelijke basischool Triangel Strijtem wordt aangewend overeenkomstig het hierbij gevoegde overzicht en omvat:
Lestijden kleuteronderwijs
Pamel:gesubsidieerde uren: 99 lestijden
uren ten laste van schoolbestuur: 3 lestijden
SES-lestijden: 6 lestijden
O.L.V.- Lombeek:gesubsidieerde uren: 51 lestijden
uren ten laste van schoolbestuur: 1 lestijd
SES-lestijden: 2 lestijden + 1 lestijd ten laste van schoolbestuur in
september (nadien LPF (lerarenplatform))
Strijtem: gesubsidieerde uren: 50 lestijden
uren ten laste van schoolbestuur: 1 lestijd
1u zorgco vanuit de punten van de scholengemeenschap
SES-lestijden: 1 lestijd + 2 lestijden ten laste van schoolbestuur in
september (nadien LPF)
Lestijden lager onderwijs
Pamel:gesubsidieerde uren: 237 lestijden
uren ten laste van schoolbestuur: 20 lestijden
SES-lestijden: 14 lestijden
O.L.V.- Lombeek:gesubsidieerde uren: 85 lestijden
uren ten laste van schoolbestuur: 17 lestijden
SES-lestijden: 5 lestijden
Strijtem: gesubsidieerde uren: 91 lestijden
uren ten laste van schoolbestuur: 11 lestijden
SES-lestijden: 5 lestijden
Levensbeschouwelijke vakken:
- rooms-katholieke godsdienst:24/24
- niet-confessionele zedenleer:24/24
- protestantse godsdienst: 8/24
- islamitische godsdienst:10/24
Kinderverzorging:oude school: 11/32
nieuwe school:0/32 gesubsidieerd
3/32 ten laste van het schoolbestuur
Administratieve ondersteuning: oude school: 36/36
nieuwe school 9/36
ICT-coördinator:oude school: 5/36
nieuwe school: 2/36
van scholengemeenschap: 4/36
Zorgcoördinator:oude school: 16/36 HOLT
4/36 HOKT
nieuwe school: 12/36 HOKT
van scholengemeenschap: 16/36 HOKT
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20 december 2018 worden goedgekeurd.
Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Emma Van der Maelen Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Peggy Bulterijs Rudy Bracquez Annick Borloo Linda Van Huylenbroeck Dirk Evenepoel Emmanuel de Béthune Koen Muyldermans An Van den Spiegel Tom De Koster Herman Claeys Johan Linthout Kristof Cooreman Johan Van Lierde Eline De Vos Christiane Bert Marc Devits Wendy Godaert Jean Timmermans Linda Van den Eede Wim Goossens Jan Van Den Bosch Jan Van Den Bosch Wendy Godaert Tom De Koster Wim Goossens Eline De Vos Peggy Bulterijs Linda Van den Eede Rudy Bracquez An Van den Spiegel Christiane Bert Johan Van Lierde Linda Van Huylenbroeck Johan Linthout Annick Borloo Dirk Evenepoel Koen Muyldermans Jean Timmermans Herman Claeys Emmanuel de Béthune Marc Devits Kristof Cooreman aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT:
20 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Koen Muyldermans (CD&V), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
1 onthouding: Kristof Cooreman (N-VA).
Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 4 januari 2019 worden goedgekeurd.
BESLUIT:
Artikel 1. - Om de lokale natuurlijke rijkdommen voor iedereen toegankelijk te maken, en ter creatie van een draagvlak bij de bevolking, gaat de gemeenteraad akkoord om voor grote nieuwe hernieuwbare energieprojecten (zon, wind, water, ...) groter dan 10kWP op het grondgebied van Roosdaal, te voorzien in een rechtstreekse participatie van wenselijk 50 % via burgercoöperaties, welke de 7 ICA principes respecteren.
Artikel 2. - Bij nieuwe energieprojecten op publieke en semipublieke gronden gelden bovendien volgende kwantitatieve en kwalitatieve gunningscriteria voor de beoordeling van aanbestedingen op vlak van burgerparticipatie:
•Het opzetten van een informatiecampagne door de bouwheer of exploitant voor, tijdens en na het energieproject
•Een eventueel geplafonneerd percentage aanbieden aan de inwoners om rechtstreeks financieel in het project te participeren
•Overige tegemoetkomingen worden door de bouwheer / exploitant aangeboden, zoals bv het engagement tot realiseren of de financiering van rationeel energieverbruik en / of hernieuwbare energieprojecten
•Er kunnen referenties van gelijkaardige projecten voorgelegd worden, waarbij o.a. informatie, communicatie, en financiële participatie werden uitgewerkt en gerealiseerd
Artikel 3. - §1. Wanneer blijkt dat na tal van initiatieven, zoals een tweede of derde oproep, onvoldoende burgerparticipatie mogelijk is, of dit praktisch onmogelijk blijkt, of de burgercoöperaties geen interesse hebben, kan dit geen belemmeringsgrond vormen om het dossier definitief te blokkeren.
§2. De initiatiefnemer van de hernieuwbare energieprojecten kan de lokale overheid nooit verantwoordelijk stellen voor het niet halen van de streefnorm van 50%, of eisen dat de lokale overheid dan mee het project financiert.
Artikel 3. - Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provincie, VEA, Rescoop Vlaanderen, Eandis, Igean en het omgevingsloket.
BESLUIT:
Met éénparigheid van stemmen.
Artikel 1. - De gemeente Roosdaal registreert zich op het portaal van WiFi4EU en bevestigt de interesse in het project WiFi4EU bij een volgende oproep.
Artikel 2. - Indien de subsidie van 15.000,00 euro wordt toegekend aan de gemeente Roosdaal, zal deze worden aangewend om WiFi te voorzien in de gemeentelijke infrastructuur waar nog geen publieke draadloze internetverbinding aanwezig is.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.