Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 31 januari 2019

 

Van 19 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Dirk Evenepoel, voorzitter

Johan Van Lierde, Herman Claeys, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Johan Linthout, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Koen Muyldermans, Wendy Godaert, Christiane Bert, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Peggy Bulterijs, Marc Devits, Eline De Vos, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

 

 

 

 

Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Eedaflegging Kristof Cooreman en vaststellen rangorde - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, de artikelen 8, 58, 86 en 169

          het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 49 en 59

          omzendbrief KB / ABB 2018 / 3 van 26 oktober 2018 — Start van de lokale en provinciale bestuursperiode

 

Argumentatie / motivering

          de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 werden door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen op 5 december 2018 geldig verklaard

          de geloofsbrieven van de heer Kristof Cooreman, die opgeroepen werd om de eed af te leggen werden tijdig ingediend, en deze werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen ter zake

          uit het onderzoek van de ingediende geloofsbrieven blijkt dat de heer Kristof Cooreman voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en op eer verklaard heeft zich niet in een situatie van onverenigbaarheid te bevinden

          de heer Kristof Cooreman heeft de volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen"

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven van de heer Kristof Cooreman goed.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van de heer Kristof Cooreman in handen van de voorzitter:

 

Artikel 3. - De rangorde van de gemeenteraadsleden wordt als volgt vastgesteld:

 

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur stelt in artikel 38 dat de gemeenteraad bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt.

 

Argumentatie / motivering

          het huishoudelijk reglement bevat de aanvullende bepalingen over de werking van de raad.

          het huishoudelijk reglement bevat volgende bepalingen:

          de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen

          de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken

          de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt

          de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert

          de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen

          de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden

          de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties

          de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend

          de nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld

          de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid

          de gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koen Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
7 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA) en Peggy Bulterijs (N-VA).
 

Artikel 1. – Het volgende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt goedgekeurd:

 

------------------------

 

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

 

BIJEENROEPING

 

Artikel 1

§ 1.De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.

(art. 18 DLB)

§ 2.De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan.  Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op

(art. 19 en 20 DLB)

§ 3.De oproeping wordt verzonden via e-mail. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 9, § 1 van dit reglement.

§ 4.De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:

1° een derde van de zittinghebbende leden;

2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;

3° het college van burgemeester en schepenen;

4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.

In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.

 

De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.

(art. 19 en art. 67 DLB)

 

Artikel 2

§ 1.De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.

(art. 20 DLB)

In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.

(art. 19, 20 en art. 67 DLB)

§ 2.De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.

Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.

(art. 20 DLB)

 

Artikel 3

§ 1.Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

(art. 21 DLB)

§ 2.De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.

(art. 21 DLB)

 

OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING

 

Artikel 4

§ 1.De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.

(art. 28, §1 DLB)

§ 2.De vergadering is niet openbaar als:

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

(art. 28, §1 DLB)

De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.

(art. 249 DLB)

 

Artikel 5

De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.

Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.

Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.

(art. 28, §2 DLB)

 

Artikel 6

De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

(art. 29, §4 DLB)

 

INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK

 

Artikel 7

§ 1.Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.

Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt

In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

(art. 22 DLB)

§ 2.De agenda van de vergadering van de raad en de stukken die betrekking hebben op het openbare deel worden bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.

 

Artikel 8

§ 1.De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.

§ 2. De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 9

§1.Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, beschikbaar gesteld via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.

§2.Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.

Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.

Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals de oproeping in art. 1, §3 van dit reglement.

(art. 249 DLB)

§ 3. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.

Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.

Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.

(art. 20 DLB)

 

Artikel 10

§1.De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.

(art. 29, §1 DLB)

§2. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, ter beschikking gesteld aan de gemeenteraadsleden. Dit zal gebeuren door publicatie van de notulen op de gemeentelijke webstek.

(art. 50 DLB)

§ 3.De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.

(art. 29, §1 DLB)

§ 4.Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden.

Het college zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.

Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan het college schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.

Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.

Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op  het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.

§ 5.De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.

De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een formulier dat hen daartoe ter beschikking wordt gesteld.

(art. 29, §1 DLB)

§ 6.De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.

Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.

Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.

(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)

 

Artikel 11

De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.

De mondelinge vragen, die de raadsleden na de openbare vergadering wensen te stellen, worden ten minste 3 werkdagen vóór de vergadering van de gemeenteraad schirftelijke meegedeeld aan de algemeen directeur .Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

(art. 31 DLB)

 

QUORUM

 

Artikel 12.

Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.

 

Artikel 13

§ 1.De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.

Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.

(art. 26 DLB)

§ 2.De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.

(art. 26 DLB)

 

WIJZE VAN VERGADEREN

 

Artikel 14

§1.De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.

Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.

(art. 24 DLB)

§ 2.Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter, burgemeester of bevoegde schepen uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.

 

Artikel 15

§1.De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.

De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.

§ 2.Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

(art. 23 DLB)

 

Artikel 16

§ 1.Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.

§ 2. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.

De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.

 

Artikel 17

Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :

1° om te vragen dat men niet zal besluiten;

2° om de verdaging te vragen;

3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;

4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;

5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

6° om naar het reglement te verwijzen.

 

Artikel 18

De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.

 

Artikel 19

Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

 

Artikel 20

§1.De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.

Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

(art. 25 DLB)

§ 2.De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

(art. 25, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 21

Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

 

Artikel 22

Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

 

Artikel 23

Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.

 

WIJZE VAN STEMMEN

 

Artikel 24

§ 1.Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.

§ 2.De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

(art. 33 DLB)

 

Artikel 25

§ 1.De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.

Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.

(art. 249, §3 DLB)

§ 2.De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.

In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport.  In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.

Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

(art. 249, §4 DLB)

 

Artikel 26

§ 1.De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4.

(art. 34 DLB)

§ 2.Er zijn twee mogelijke werkwijzen van stemmen:

1° de mondelinge stemming bij naamafroeping;

2° de geheime stemming.

§ 3.De gemeenteraadsleden stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.

(art. 34 DLB)

§ 4. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:

1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;

2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

3° individuele personeelszaken.

(art. 34 DLB)

 

Artikel 27

§ 1.De mondelinge stemming geschiedt door, elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de rangorde.

§ 2.De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.

Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.

(art. 33 en 34 DLB)

 

Artikel 28

Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.

De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blancostembriefje.

Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

 

Artikel 29

Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

 

Artikel 30

Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

(art. 35 DLB)

 

NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG

 

Artikel 31

§1.De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

(art. 278, §1 DLB)

§ 2.De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.

Het zittingsverslag zal vervangen worden door een audio-opname. De audio-opname zal na de afloop van de gemeenteraad ter beschikking gesteld worden op de webstek van de gemeente.

(art. 278, §1 DLB)

§ 3.Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.

(art. 278, §1 DLB)

 

Artikel 32

§ 1.De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.

(art. 32 DLB)

§ 2.De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.

Het audio zittingsverslag zal ter beschikking gesteld worden via de gemeentelijke webstek.

(art. 32 DLB)

§ 3.Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

(art. 32 DLB)

§ 4.Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.

(art. 32 DLB)

 

Artikel 33

§ 1.De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

§ 2.De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

(art. 279, § 6 DLB)

 

FRACTIES

 

Artikel 34

Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het huishoudelijk reglement legt ook de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de fracties vast.

(art. 36 DLB)

 

RAADSCOMMISSIES

 

Artikel 35

§1.De gemeenteraad  richt commissies op die zijn samengesteld uit  gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

(art. 37, § 1 DLB)

§ 2.De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. De berekeningswijze is als volgt:  alle gemeenteraadsleden maken deel uit van de commissies.

De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 3.Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 4.Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 5.Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 6.Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan.

(art. 37 § 4 DLB)

§ 7.De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente.

De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

De vergaderingen van de commissies  zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement).

De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 26 §4 van dit reglement.

De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.

Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.

Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.

§ 8.De bijzondere gemeenteraadscommissie (evaluatie ombudsman of -vrouw) en de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.

De bijzondere gemeenteraadscommissie en de tuchtcommissie vergaderen besloten.

 

VERGOEDING RAADSLEDEN

 

Artikel 36

§ 1.Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

1° de vergaderingen van de gemeenteraad;

2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem) en de afdelingen;

3° de vergadering waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft, maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt;

5° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond;

6° de vergaderingen die werden hervat op een andere dag.

(art. 17 §1 DLB en art. 15, lid 1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.)

§ 2.Het presentiegeld bedraagt 124.98 euro aan 100% (gekoppeld aan de spilindex 138.01) voor de vergaderingen van de gemeenteraad.

De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.

 

Artikel 37

§ 1.Gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.

De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.

De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.

(art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

§ 2.Terugbetaling van bijkomende kosten veroorzaakt door een specifieke gezinssituatie (Bijv. opvang van kinderen, ouderen, zieke of mindervalide gezinsleden), wegens aanwezigheid op een raads- of commissievergadering, is mogelijk. Een verzoek tot terugbetaling met verantwoordingsstukken kan worden ingediend bij de algemeen directeur.

Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeentebestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.

Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.

§ 3.De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.

(art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

 

VERZOEKSCHRIFTEN

 

(art. 38, 9° en art. 304, §2 DLB)

 

Artikel 38

§ 1.Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen.

(art. 304, §2 DLB)

Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.

De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.

§ 2.De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

§ 3.Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.

Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.

§ 4.Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;

2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;

3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;

4° het taalgebruik ervan beledigend is.

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

 

Artikel 39

§1.Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen.  Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

§ 2.De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

§ 3.De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente.  In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.

§ 4.Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

 

-----------------------

 

Artikel 2. - Ieder lid van de gemeenteraad wordt een kopie bezorgd van onderhavig reglement. Een exemplaar is tijdens de vergadering van de gemeenteraad permanent aanwezig.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Deontologische code van de gemeenteraad - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur stelt in artikel 39 dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt

          het college van burgemeester en schepenen heeft dezelfde deontologische code als die welke is aangenomen voor de gemeenteraad met toepassing van artikel 39

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt de volgende deontologische code voor de lokale mandatarissen goed:

 

Toepassingsgebied

 

Artikel 1

De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.

Voor de gemeente worden hieronder begrepen:

­de voorzitter van de gemeenteraad

­de gemeenteraadsleden,

­de burgemeester,

­de schepenen.

Voor het OCMW worden hieronder begrepen:

­de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,

­de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,

­de voorzitter van het vast bureau,

­de leden van het vast bureau,

­de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst,

­de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.

 

Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

 

Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

 

Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

 

Belangenvermenging en de schijn ervan

 

Artikel 2

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

 

Toelichting

De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:

1.De gemeenteraad wordt rechtstreeks verkozen en is het belangrijkste bestuursorgaan van de gemeente. Wie de eed aflegt als gemeenteraadslid is (behalve in de zes randgemeenten en Voeren) ook lid van de OCMW-raad.

De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code.

Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt.

2.Soms volstaat het niet dat lokale mandatarissen zich bij een belang onthouden van de bespreking en stemming van een punt. In die gevallen verbiedt de decreetgever lokale mandatarissen zelfs expliciet om bepaalde functies uit te oefenen, rollen te vervullen of (rechts)handelingen uit te voeren. Zie artikelen 6 en 7 van deze code.

 

Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:

1.Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.

2.Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.

3.Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.

 

Artikel 3

Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

 

          Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4

          Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8

          Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596

 

Artikel 4

Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

 

Artikel 5

Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

 

Artikel 6

Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

 

          Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10

          Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11

 

Artikel 7

Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

 

          Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3

 

Artikel 8

Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.

 

Artikel 9

Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.

 

Artikel 10

De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

 

Corruptie en de schijn ervan

 

Artikel 11

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

 

Toelichting

Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken.

 

Artikel 12

Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

 

          Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245

 

Het aannemen van geschenken

 

Toelichting

Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf.

 

Artikel 13

Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

          Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.

          De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.

          Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.

          Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

 

Artikel 14

Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.

 

Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente/het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke/OCMW bestemming.

 

Artikel 15

De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

 

Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten

 

Toelichting

Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan.

 

Artikel 16

Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

          Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.

          De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

 

Artikel 17

Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.

 

Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

 

Toelichting

Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden.

 

Artikel 18

Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

          De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.

          De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …).

          De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

 

Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

 

Toelichting

Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden.

 

Artikel 19

Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente/het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

 

Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

 

Artikel 20

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

 

Toelichting

Lokale mandatarissen krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en middelen van de lokale besturen. Daarnaast kan de gemeente/het OCMW (binnen het door de Vlaamse regering bepaalde kader) onkosten van lokale mandatarissen vergoeden. Terugbetaling daarvan geschiedt enkel wanneer volgende aan alle volgende voorwaarden voldaan is:

          De kosten houden verband met de uitoefening van het mandaat.

          De kosten zijn noodzakelijk.

          De kosten zijn bewezen.

 

          Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1

 

Artikel 21

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

 

Artikel 22

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

 

          Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38

 

Omgaan met informatie

 

Artikel 23

De gemeenteraad/ De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

 

Toelichting

Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

 

Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur).

 

De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht.

 

De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college/ Het vast bureau verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college/het vast bureau inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat.

 

Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie.

 

Artikel 24

Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

 

Artikel 25

Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/ het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

 

Toelichting

Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden.

 

Artikel 26

Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

 

          Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458

          Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4

          Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28

 

Toelichting

De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur.

 

Artikel 27

Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

 

Toelichting

Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.

 

          Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2

 

Artikel 28

Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

 

Artikel 29

Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

 

Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

 

Artikel 30

Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.

 

Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.

 

Toelichting

Elk raadslid, elk lid van het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.

 

Artikel 31

Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college/het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

 

Artikel 32

Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

 

Artikel 33

Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

 

Naleving en handhaving van de deontologische code

 

Artikel 34

De gemeenteraad /raad voor maatschappelijk welzijn stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.

 

Toelichting

Naast het vaststellen van een deontologische code met heldere gedragsregels is het van groot belang dat erop wordt toegezien dat deze daadwerkelijk worden nageleefd. In de deontologische code zijn immers de regels voor politieke mandatarissen opgenomen die gebaseerd op de geldende wetgeving. Ze leggen de voorwaarden vast waaraan het handelen van politieke mandatarissen minimaal moet voldoen. Wanneer mandatarissen zich niet aan deze regels houden, komen zij daarmee als het ware onder het morele minimum dat zij met elkaar hebben afgesproken. Een schending van de deontologische code is een schending van de integriteit van de politiek.

 

De decreetgever stelt niet vast hoe en door wie de handhaving van de deontologische code van de gemeenteraad/de raad voor maatschappelijk welzijn plaatsvindt. Het toezien op de naleving van de deontologische code is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokken. De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn zal daarom onderlinge afspraken maken inzake de procedures en rollen aangaande de handhaving van de deontologische code. Hierin staan drie principes centraal:

          De handhaving is onpartijdig.

          Men is terughoudend met publiciteit.

          Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.

 

Daarnaast is het raadzaam om op gezette tijden de tekst van de deontologische codes tegen het licht te houden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op deze manier blijft de deontologische code een levend document.

 

Artikel 35

De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn  ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

 

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

          het voorkomen van mogelijke schendingen

          het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

          het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

          het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

 

Het voorkomen van mogelijke schendingen

 

Artikel 36

Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Toelichting

Het is belangrijk dat een lokale mandataris zich steeds voorafgaand aan een handeling de vraag stelt of deze wel in overeenstemming is met deze code. Bij twijfel kan de lokale mandataris contact opnemen met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangeduid. Aanvullend daaraan kan de lokale mandataris ook steeds aftoetsen bij collega’s lokale mandatarissen of externe deskundigen zoals een stafmedewerker van de VVSG.

 

Artikel 37

Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Het signaleren van vermoedens van schendingen

 

Toelichting

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een andere lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, gaat hij/zij in eerste instantie te rade bij de algemeen directeur of het daartoe aangewezen personeelslid.

 

Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, is het van belang dat er een aantal verdere processtappen zijn afgesproken waarbij een bepaalde persoon of instantie aangewezen is als meldpunt.

 

De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn zal onderstaande regels verder moeten uitwerken en concretiseren.

 

Artikel 38

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, die dan meteen doorverwijst naar de daartoe aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen.

 

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

 

Artikel 39

Wanneer er na vooronderzoek door de aangewezen instantie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan opdracht gegeven worden tot het verrichten van een uitgebreid onderzoek hiernaar.

 

Het zich uitspreken over schendingen

 

Artikel 40

Wanneer vaststaat dat er sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan.

 

Toelichting

Wanneer vaststaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, dan kan de raad zich hierover uit spreken. Hierbij dient zij proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol.

 

Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden beoordeeld. Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenvermenging, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politici en zijn om die reden het ernstigst. De gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur zijn daar het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste woorden, waarbij in sommige gevallen zelfs overgegaan kan worden tot strafrechtelijke vervolging. Een te lichte beoordeling die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan. Hetzelfde geldt voor een te zware beoordeling op een lichte schending.

 

Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? Van naïviteit? Is de politicus onder druk gezet door partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de overtreden regel, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen.

 

Er kunnen verschillende ‘sancties’ volgen voor de lokale mandataris dat de deontologische code overtreedt:

          politiek aangesproken worden

          eis publiek excuus

          afkeuring door partijen

          negatieve media-aandacht

 

Het Decreet Lokaal Bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties afhankelijk van de feiten (bijvoorbeeld de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen). Sommige overtredingen van de deontologische code leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging.

 

Evalueren van de deontologische code

 

Artikel 41

Minimaal één keer per bestuursperiode evalueren de fractievoorzitters tijdens het fractievoorzittersoverleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. Het fractievoorzittersoverleg brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.

 

 

hoofdstuk 1: Enkele algemene bepalingen

Artikel 1.1

De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

 

Artikel 1.2

De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

 

Artikel 1.3

Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

 

Artikel 1.4

Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

 

Artikel 1.5

De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

 

hoofdstuk 2: Informatiebemiddeling

 

Artikel 2.1

Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

 

Artikel 2.2

De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

 

Artikel 2.3

Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

 

Artikel 2.4

De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

 

hoofdstuk 3: Administratieve begeleiding en ondersteuning

 

Artikel 3.1

De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

 

Artikel 3.2

Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

 

Artikel 3.3

De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

 

hoofdstuk 4: Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

 

Bespoedigingstussenkomsten

 

Artikel 4.1

Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.

 

Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

 

Begunstigingstussenkomsten

 

Artikel 4.2

Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

 

Artikel 4.3

Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

 

Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

 

Artikel 4.4

Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

 

Artikel 4.5

De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

 

Artikel 4.6

De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:

          louter informatieve vragen van algemene of technische aard

          vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten

 

Bijlage: wetteksten

 

          Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)

 

§ 1. Het is voor eenraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:

1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;

2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.

 

Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.

 

§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

 

§ 4. Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.

 

          Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten, artikel 8

 

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.

 

§ 2. Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:

1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;

2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.

De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.

 

§ 3. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.

 

          Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596

 

Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:

Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;

Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;

Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;

Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.

 

          Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)

 

De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:

1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;

2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;

3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;

4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;

5° de leden van een districtsraad;

6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;

7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.

 

Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.

 

Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.

 

Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.

 

Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.

 

De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.

 

Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.

 

          Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)

 

Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.

 

Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.

 

Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.

 

          Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)

 

§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:

1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;

2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;

3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;

4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.

 

§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

 

          Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245

 

Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.

 

          Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris, artikel 35 §1

 

Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.

 

De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.

 

          Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38

 

De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:

1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;

(…)

 

          Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458

 

Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.

 

          Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4

 

§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

 

Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

 

          Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28

 

§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

 

De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.

 

§ 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.

 

          Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2

 

§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.

 

Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.

 

Artikel 2. - Ieder lid van de gemeenteraad wordt een kopie bezorgd van de deontologische code voor mandatarissen. Een exemplaar is tijdens de vergadering van de gemeenteraad permanent aanwezig.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Gemeentelijke budgetcommissie: samenstelling - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de gemeenteraad keurde op 28 februari 2008 de oprichting van een budgetcommissie goed

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur voorziet in artikel 37 §1 de mogelijkheid om gemeenteraadscommissies, samengesteld uit gemeenteraadsleden, op te richten

 

Argumentatie / motivering

          gemeenteraadscommissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht

          gemeenteraadscommissies hebben de mogelijkheid om deskundigen en belanghebbenden te horen

          het is aangewezen dat alle gemeenteraadsleden deel uitmaken van deze commissie en dat de bevolking deze commissie kan bijwonen

          het decreet lokaal bestuur stelt dat een commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid

          elke fractie, vertegenwoordigd in de gemeenteraad, wordt verzocht om desgewenst de naam van haar kandidaat voor het voorzitterschap van de budgetcommissie schriftelijk in te dienen bij de algemeen directeur uiterlijk de dag van de vergadering van 31 januari 2019 om 10.00 uur

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. - Er wordt een budgetcommissie opgericht met de bedoeling advies te verlenen en voorstellen te formuleren omtrent de opmaak van het jaarlijkse budget en eventueel bij budgetwijzigingen en alle beslissingen met belangrijke financiële impact op het beleid van de gemeente. De raadsleden kunnen tijdens de vergadering van de budgetcommissie interpelleren en voorstellen doen. De informatieverstrekking zal gebeuren door de schepen van financiën, daarbij ondersteund door de financiële dienst. De budgetcommissie kan steeds andere deskundigen en/of belanghebbenden horen indien daar de noodzaak toe bestaat.

 

Artikel 2. - De budgetcommissie is samengesteld uit alle gemeenteraadsleden en kiest onder haar leden een voorzitter. De burgemeester en de schepenen kunnen geen voorzitter zijn.

 

Artikel 3. - Tom De Koster wordt aangesteld als voorzitter van de budgetcommissie.

 

Artikel 4. - De budgetcommissie komt elk jaar samen zodra het ontwerpbudget van het volgende boekjaar door de financiële dienst is klaargemaakt.

 

Artikel 5. - De budgetcommissie vergadert in openbare zitting en de datum en uur zal aan de bevolking meegedeeld worden door middel van een publicatie op de gemeentelijke webstek.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Reglement voor de ICT- ondersteuning van raadsleden - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 31 januari 2019

 

Argumentatie / motivering

          het decreet lokaal bestuur zet nog meer in op de verdere digitalisering

          het elektronisch ter beschikking stellen van de dossiers mag echter geen afbreuk doen aan het recht van de raadsleden om de dossiers ook ten allen tijde te kunnen raadplegen

          de gemeenteraad wil hiermee het inzagerecht van de raadsleden faciliteren. De gemeente heeft een uitbreiding op het besluitvormingssysteem aangeschaft om de dossiers en bijhorende stukken digitaal aan de raadsleden ter beschikking te stellen

          bovendien heeft deze maatregel een gunstig effect op het milieu doordat de papieren dossiers grotendeels wegvallen

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2019, onder beleidsveld 0100 - politieke organen.

De geraamde uitgave bedraagt 10.500 euro.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het volgend reglement ICT-ondersteuning voor gemeenteraadsleden goed:

 

**********

Reglement ICT-ondersteuning gemeenteraadsleden

 

Artikel 1: Toepassingsgebied.

Een gemeenteraadslid kan de terugbetaling vragen van de kosten aangegaan voor de aankoop en het gebruik van elektronische communicatiemiddelen tot een maximum bedrag van 500 euro inclusief BTW. Het bedrag is niet gekoppeld aan enig indexcijfer.

De tegemoetkoming geldt voor de uitoefening van de functie als burgemeester, schepenen of gemeenteraadslid en voor de periode van 6 jaar, gelijklopend met de legislatuur van de gemeenteraad.

Indien het ambt van burgemeester, het schepen of gemeenteraadslid eindigt vóór afloop van de periode van 6 jaar, dient de reeds uitbetaalde tegemoetkoming aan de gemeente terugbetaald te worden naar rato van het nog niet verstreken gedeelte van de periode van 6 jaren, naar beneden afgerond op hele maanden.

Indien het ambt van burgemeester, het schepen of gemeenteraadslid aanvangt na de start van de nieuwe legislatuur van de gemeenteraad wordt de tegemoetkoming toegekend a rato van het nog niet verstreken gedeelte van de periode van 6 jaren, naar beneden afgerond op hele maanden.

 

Artikel 2. Terugbetaalbare kosten

De volgende kosten zijn terugbetaalbaar:

1. De aankopen van een pc-configuratie (hard- en software) die aan de hedendaagse normen beantwoordt, inclusief de installatie van de componenten (hard- en software). Onder pc-configuratie wordt verstaan:

       een desktop (scherm, klavier, muis, enz.)

       een draagbare pc

       een tablet

       een smartphone.

2. Een onderhoudscontract voor genoemde apparatuur en toepassingen.

3. Een internetabonnement.

4. Anti-virussoftware

 

Artikel 3. Niet terugbetaalbare kosten en ondersteuning:

De volgende kosten zijn niet terugbetaalbaar:

- Kosten gemaakt vóór de eedaflegging als burgemeester, schepen of gemeenteraadslid

- Kosten die niet kunnen bewezen worden met officiële stukken.

- Kosten voor materiaal of programma’s waarvoor geen noodzakelijk verband kan aangetoond worden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid.

 

Artikel 4. Uitbetaling

Aanvragen tot het bekomen van de tegemoetkoming dienen schriftelijk ingediend te worden bij de algemeen directeur. Het verzoek tot betaling is vergezeld van de originele aankoopfactuur met een gedetailleerde opgave van de aangekochte goederen. De aankoopfactuur is verplicht op naam van het gemeenteraadslid.

De betalingen van abonnementsvergoedingen voor internetverbindingen dienen jaarlijks te worden verzameld en ingediend.

De algemeen directeur beoordeelt de aanvragen voor het bekomen van een tegemoetkoming en gaat hierbij na of aan de voorwaarden van het reglement is voldaan.

In voorkomend geval wordt overgegaan tot de uitbetaling van de vergoeding. Behalve indien uitdrukkelijk anders vermeld door de gerechtigde, wordt de financiële tegemoetkoming gestort op hetzelfde rekeningnummer als datgene waarop de presentiegelden van het betrokken lid van de gemeenteraad worden gestort.

 

**********

 

Artikel 2. - Ieder lid van de gemeenteraad wordt een kopie bezorgd van het reglement ICT-ondersteuning gemeenteraadsleden.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Toekennen straatnaam: Driebek - voorlopige vaststelling (V2016/39)

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 10 september 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende het voorstel om nieuwe straatnamen toe te kennen aan de nieuwe straten in het binnengebied tussen de Profetenstraat, Kattemkets en Kattemstraat en adviesaanvraag aan de cultuurraad Roosdaal

          het advies van 21 november 2018 van de cultuurraad Roosdaal om voor het binnengebied Profetenstraat, Kattemkets en Kattemstraat de straatnaam 'Driebek' te gebruiken

          het besluit van 3 december 2018 van het college van burgemeester en schepenen houdende het toekennen van de nieuwe straatnaam 'Driebek' aan de nieuwe weg tussen de Profetenstraat en de Kattemkets binnen de verkavelingsvergunning van 10 april 2017 op naam van Weyne-Projects BVBA, Franslaan 59 bus 1 te 8620 Nieuwpoort voor percelen gelegen te Roosdaal, Profetenstraat, Kattemkets en Kattemstraat

 

Juridische gronden

          het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, gewijzigd bij decreten van 1 juli 1987, 4 februari 1997 en 29 november 2002

 

Argumentatie / motivering

          binnenkort zullen er nieuwe woningen langs deze nieuwe openbare weg gebouwd worden

 

Adviezen

          het advies van 21 november 2018 van de cultuurraad Roosdaal om voor het binnengebied Profetenstraat, Kattemkets en Kattemstraat de straatnaam 'Driebek' te gebruiken

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Voor de nieuwe weg in het binnengebied tussen de Profetenstraat, Kattemkets en Kattemstraat wordt de straatnaam 'Driebek' voorlopig vastgesteld.

 

Artikel 2. - Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd gedurende 30 dagen door aanplakking en adviesaanvraag aan de gemeentelijke cultuurraad.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Vaststelling presentiegelden raadsleden - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2013 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de vaststelling van het presentiegeld van de gemeenteraadsleden, namelijk 124,98 euro aan 100% (gekoppeld aan de spilindex 138,01)

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 17

          besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, inzonderheid artikel 17 en 18

 

Argumentatie / motivering

          aan het begin van een legislatuur wordt het bedrag van de presentiegelden bepaald voor de raadsleden. Dit bedrag kan een vast bedrag niet gekoppeld aan de index der consumptieprijzen zijn ofwel een bedrag gekoppeld aan de index der consumptieprijzen, rekening houdend met de grenzen vastgesteld door de Vlaamse Regering

          de gemeenteraadsleden ontvangen een presentiegeld ten laste van de gemeente voor hun aanwezigheid op de vergaderingen van de gemeenteraad

          aan de voorzitter van de gemeenteraad kan maximaal een dubbel presentiegeld worden toegekend voor de raadszitting

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2019.

Het visum van de financieel beheerder is gunstig.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Met ingang van 4 januari 2019 wordt het presentiegeld van de gemeenteraadsleden vastgesteld op 124,98 euro aan 100% (gekoppeld aan spilindex 138,01).

 

Artikel 2. -Aan de voorzitter van de gemeenteraad wordt een dubbel presentiegeld toegekend.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

De Watergroep: aanduiden afgevaardigde - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de installatievergadering van de gemeenteraad van 4 januari 2019

          de gemeente Roosdaal is lid van De Watergroep

          de brief van 24 oktober 2018 van De Watergroep, Vooruitgangstraat 189 te 1030 Brussel betreffende de invulling van de bestuursmandaten

          vanaf 1 januari 2019 worden de bureaus van de provinciale comités afgeschaft en worden de provinciale comités omgevormd tot één aandeelhoudersbestuur voor de drinkwaterdiensten en één aandeelhoudersbestuur voor de rioolwaterdiensten, het Riopactcomité genoemd

          de gemeente Roosdaal dient de volgende afgevaardigden in de Watergroep aan te duiden:

- één stemgerechtigd vertegenwoordiger in de algemene vergadering

- één plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering

- één aandeelhoudersbestuur voor de drinkwaterdiensten

 

Juridische gronden

          het decreet houdende de oprichting van de instelling Vlaamse maatschappij voor watervoorziening.

 

Argumentatie / motivering

          de kandidatuur van:

- als stemgerechtigd vertegenwoordiger van de algemene vergadering:

-Johan Van Lierde, schepen

-Wendy Godaert, raadslid

- als plaatsvervanger

-Jan Van den Bosch, raadslid

-Kristof Cooreman, raadslid

          de kandidatuur van:

- als aandeelhoudersbestuur voor de drinkwaterdiensten:

-Christiane Bert, raadslid

-Linda Van den Eede, raadslid

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming geeft de volgende uitslag:

- als stemgerechtigd vertegenwoordiger van de algemene vergadering:

-Johan Van Lierde, schepen11 ja-stemmen, 0 nee-stemmen

-Wendy Godaert, raadslid  7 ja-stemmen, 0 nee-stemmen

- als plaatsvervanger van de algemene vergadering:

-Jan Van den Bosch, raadslid11 ja-stemmen, 0 nee-stemmen

-Kristof Cooreman, raadslid  7 ja-stemmen, 0 nee-stemmen

          er worden 2 ongeldige stemmen en 1 blanco stem uitgebracht

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming geeft de volgende uitslag:

- aandeelhoudersbestuur voor de drinkwaterdiensten:

-Christiane Bert, raadslid14 ja-stemmen, 0 nee-stemmen

-Linda Van den Eede, raadslid  7 ja-stemmen, 0 nee-stemmen

          er worden 0 ongeldige en 0 blanco stemmen uitgebracht

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. – De gemeenteraad duidt volgende personen aan als:

            stemgerechtigd vertegenwoordiger van de algemene vergadering:

- Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal;

            niet-stemgerechtigd vertegenwoordiger van de algemene vergadering:

- Jan Van den Bosch, raadslid, Molenstraat 31 te 1760 Roosdaal;

            aandeelhoudersbestuur voor de drinkwaterdiensten:

- Christiane Bert, raadslid, Poelkbeekstraat 47 te 1760 Roosdaal;

voor De Watergroep (voormalig VMW).

 

Artikel 2. – Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan De Watergroep, afdeling juridische zaken, Vooruitgangstraat 189 te 1030 Brussel.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Pajottenland+: aanduiden afgevaardigde - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 19 oktober 2006 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de principiële toetreding tot Pajottenland+, Molenstraat 26 te 1760 Roosdaal

          de brief van 4 januari 2019 van Pajottenland+ vzw betreffende het aanstellen van een afgevaardigde en plaatsvervanger

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokaal bestuur

 

Argumentatie / motivering

          naar aanleiding van de vernieuwing van de gemeenteraad dient een afgevaardigde in Pajottenland+ aangeduid te worden

          de kandidatuur:

          als effectief afgevaardigde:

- Herman Claeys, schepen

- Linda Huylenbroeck, raadslid

          als plaatsvervanger:

- Jan Van den Bosch, raadslid

- Jean Timmermans, raadslid

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming volgende uitslag heeft:

          als effectief afgevaardigde:

- Herman Claeys, schepen12 ja-stemmen,0 neen-stemmen

- Linda Huylenbroeck, raadslid  8 ja-stemmen,0 neen-stemmen

          als plaatsvervangend afgevaardigde:

- Jan Van den Bosch, raadslid12 ja-stemmen,0 neen-stemmen

- Jean Timmermans, raadslid  8 ja-stemmen,0 neen-stemmen

          er worden 0 blanco stembiljetten en 1 ongeldig stembiljet ontvangen

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad duidt de heer Herman Claeys, schepen, Eikauterstraat 37 te 1761 Roosdaal aan als effectief afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Pajottenland+.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad duidt de heer Jan Van den Bosch, raadslid, Molenstraat 31 te 1760 Roosdaal aan als plaatsvervangend afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Pajottenland+.

 

Artikel 3. - Pajottenland+ vzw wordt in kennis gebracht van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw: aanduiden afgevaardigde - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de e-mail van 11 december 2018 van Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw, Donkerstraat 21 te 1750 Gaasbeek betreffende de hernieuwing van de afgevaardigden van de gemeente

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokaal bestuur

 

Argumentatie / motivering

          naar aanleiding van de vernieuwing van de gemeenteraad dient er een politieke en een ambtelijke afgevaardigde in Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw aangeduid te worden

          de milieuambtenaar wordt voorgesteld als afgevaardigde in de hoedanigheid van ambtelijk medewerker

          de kandidatuur:

          als effectief afgevaardigde:

-Herman Claeys, schepen

-Jean Timmermans, raadslid

          als plaatsvervanger:

-Johan Linthout, raadslid

-Wendy Godaert, raadslid

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming volgende uitslag heeft:

          als effectief afgevaardigde:

-Herman Claeys, schepen12 ja-stemmen,0 neen-stemmen

-Jean Timmermans, raadslid  9 ja-stemmen,0 neen-stemmen

          als plaatsvervanger:

-Johan Linthout, raadslid12 ja-stemmen,0 neen-stemmen

-Wendy Godaert, raadslid  9 ja-stemmen,0 neen-stemmen

          er worden 0 blanco stembiljetten ontvangen

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad duidt de heer Herman Claeys, schepen, Eikauterstraat 37 te 1761 Roosdaal aan als effectief politiek afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad duidt de heer Johan Linthout, raadslid, Bezenweg 18 te 1760 Roosdaal aan als plaatsvervangend politiek afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei vzw.

 

Artikel 3. - De gemeenteraad duidt de milieuambtenaar aan als ambtelijke afgevaardigde.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei: aanduiden bestuursleden - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 26 november 2009 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de oprichtingsakte van de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei"

          de brief van 11 januari 2019 van Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei , Molenstraat 102 te 1700 Dilbeek betreffende de aanstelling van de nieuwe afgevaardigden

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokale bestuur

 

Argumentatie / motivering

          de projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur, waarvan de leden benoemd worden door de deelnemers en die bestaat uit stemgerechtigde leden en leden met een raadgevende stem

          iedere deelnemende gemeente moet één lid van het college van burgemeester en schepenen afvaardigen als stemgerechtigd lid

          iedere deelnemende gemeente moet één afgevaardigde aanduiden als lid met raadgevende stem, zijnde een raadslid verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen, of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn

          de kandidatuur:

          als stemgerechtigd lid van:

-Johan Van Lierde, schepen

          als lid met raadgevende stem van:

-Dirk Evenepoel, raadslid

-Linda Van Huylenbroeck, raadslid

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming geeft de volgende uitslag:

          als stemgerechtigd lid:

-Johan Van Lierde, schepen,19 ja-stemmen0 neen-stemmen

          er worden 2 blanco stembiljetten ontvangen

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          als lid met raadgevende stem:

-Dirk Evenepoel, raadslid,14 ja-stemmen0 neen-stemmen

-Linda Van Huylenbroeck, raadslid,  7 ja-stemmen0 neen-stemmen

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. - De heer Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal, wordt door de gemeenteraad aangeduid als stemgerechtigd lid van de raad van bestuur van de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei".

 

Artikel 2. - De heer Dirk Evenepoel, raadslid, Molenstraat 6 te 1760 Roosdaal, wordt aangeduid als lid met raadgevende stem van de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei".

 

Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan de projectvereniging "Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei", Molenstraat 102 te 1700 Dilbeek.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Stuurgroep Wijk-werken: aanduiden afgevaardigde - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 25 september 2017 van het college van burgemeester en schepenen betreffende de toetreding tot de stuurgroep Wijk-werken

          de brief van 12 december 2018 van Haviland Intercommunale IgSv, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik betreffende het aanduiden van een afgevaardigde voor de stuurgroep Wijk-werken

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokale bestuur

 

Argumentatie / motivering

          de kandidatuur:

          als effectief afgevaardigde van:

-Johan Van Lierde, schepen

-Annick Borloo, raadslid

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming geeft de volgende uitslag:

          als effectief afgevaardigde:

-Johan Van Lierde, schepen,12 ja-stemmen0 neen-stemmen

-Annick Borloo, raadslid,  9 ja-stemmen0 neen-stemmen

          er worden 0 blanco stembiljetten ontvangen

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. - De heer Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal, wordt door de gemeenteraad aangeduid als effectief afgevaardigde voor de stuurgroep Wijk-werken.

 

Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan Haviland Intercommunale IgSv, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Toerisme Pajottenland & Zennevallei: aanduiden afgevaardigde - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          naar aanleiding van de vernieuwing van de gemeenteraad dient een afgevaardigde in Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw aangeduid worden

          de brief van december 2018 van Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw, Grote Markt 1 b1 te 1500 Halle betreffende de vertegenwoordiging in de raad van bestuur

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokaal bestuur

 

Argumentatie / motivering

          de kandidatuur:

          als effectief afgevaardigde van:

-Johan Van Lierde, schepen

-Kristof Cooreman, raadslid

          als plaatsvervanger van:

-Tom De Koster, raadslid

-Peggy Bulterijs: raadslid

          gaat over tot de geheime stemming (er worden 21 stembiljetten uitgedeeld)

          de geheime stemming geeft volgende uitslag:

          als effectief afgevaardigde:

-Johan Van Lierde, schepen, 12 ja-stemmen0 neen-stemmen

-Kristof Cooreman, raadslid,  9 ja-stemmen0 neen-stemmen

          als plaatsvervanger van:

-Tom De Koster, raadslid,14 ja-stemmen0 neen-stemmen

-Peggy Bulterijs, raadslid,  7 ja-stemmen0 neen-stemmen

          er worden 0 blanco stembiljetten ontvangen

 

BESLUIT:

Bij geheime stemming.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad duidt de heer Johan Van Lierde, schepen, Hulsbroekweg 4A te 1760 Roosdaal, aan als effectief afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad duidt de heer Tom De Koster, raadslid, Gasthuisstraat 120 A te 1760 Roosdaal, aan als plaatsvervanger afgevaardigde van de gemeente Roosdaal in Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw.

 

Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan Toerisme Pajottenland en Zennevallei vzw, Grote Markt 1 b1 te 1500 Halle.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem): rekening 2017 - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 18 december 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gewijzigd meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem)

          het besluit van 27 oktober 2016 van de gemeenteraad houdende akteneming van het budget 2017 van de kerkfabriek

          het besluit van 7 maart 2018 van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) houdende goedkeuring van de jaarrekening 2017

          het besluit van 21 juni 2018 van de gemeenteraad houdende een negatief advies over de jaarrekening. aan de kerkfabriek werd gevaagd om:

          de jaarrekening 2017 te corrigeren en opnieuw in te dienen

          volledige inzage te verschaffen in de rekeninguittreksels

          interne controlemechanismen in te bouwen zodat er zekerheid kan geboden worden over de betrouwbaarheid en correctheid van de boekhouding en van de financiële informatieverstrekking:

          het overzicht van de investeringsprojecten in de inventaris te corrigeren, zodat de status van de investeringsprojecten naar financiële opvolging toe duidelijk is

          in het algemeen te zorgen voor een correcte toepassing van de regelgeving betreffende het financieel beheer van de erkende erediensten

          de gecorrigeerde jaarrekening 2017 werd op 11 december 2018 gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur

 

Juridische gronden

          het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 42 en 43, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota

          bewijsstukken kastoestand

          overzicht interne kredietaanpassingen

          staat van het vermogen

          actualisering inventaris

          investeringsfiches

          de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) sluit de jaarrekening 2017 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2016

Ontvangsten

Gemeentelijke toelage

Uitgaven

Saldo 2017

Exploitatie

8.455,10

  9.738,04

41.851,50

48.628,21

11.416,43

Investeringen

8.292,63

22.039,50

 

40.332,13

-10.000,00

 

          de kredietoverschrijdingen op de hoofdfunctie 13 – privaat patrimonium en 20 – eredienst werden toegelicht

          de bewegingen op de patrimoniumrekeningen (+6.253,13) werden verklaard

          het saldo van de investeringsprojecten komt met -10.256,73 euro niet overeen met het resultaat op de investeringsrekening (0,00 euro). Hierdoor is de (actualisatie van de) inventaris niet correct. Niet alle uitgaven en ontvangsten werden correct

          gekoppeld aan de overeenstemmende investeringsfiches. Aan de kerkfabriek werd reeds naar aanleiding van het advies van de gemeenteraad bij de jaarrekening 2015 en 2016 gevraagd dit recht te zetten. Bij de kerkfabriek kan er worden aangedrongen om het overzicht van de investeringsprojecten in 2018 te corrigeren, zodat de status van de investeringsprojecten naar financiële opvolging toe voor de kerkraad en de gemeenteraad duidelijk is

          de jaarrekening 2017 werd gecorrigeerd naar aanleiding van het negatief advies van de gemeenteraad van 21 juni 2018. De kastoestand kon niet worden aangesloten met de rekeninguittreksels.

          er werd een bijkomende uitgave geboekt van 10.000,00 euro op AR 439 - andere investeringsuitgaven aangaande het privaat patrimonium. Hierdoor sluit de investeringsrekening af met een negatief resultaat van -10.0000,00 euro, hetgeen overeenkomt met de stand van de bankrekeningen.

          in een bijkomende toelichtingsnota wordt verduidelijkt dat de penningmeester verkeerdelijk het ontvangen bedrag van 10.000,00 euro (als onteigeningsvergoeding Ninoofsesteenweg) heeft doorgestort naar zijn privé-rekening in plaats van naar de beleggingsrekening van de kerkfabriek. Bijgevolg werd er een tekort vastgesteld van 10.000,00 euro. Het tekort op de spaarrekening werd door de penningmeester aangezuiverd op 4 mei 2018, waarvan een bewijsstuk werd toegevoegd

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke toelage zijn correct opgenomen

 

Adviezen

          het advies van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur, van 16 januari 2019

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. – De rekening voor het dienstjaar 2017 van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) wordt gunstig geadviseerd, met als opmerking dat de actualisatie van de inventaris nog steeds niet correct is voor wat betreft de investeringsprojecten. De saldi op de investeringsfiches stemmen niet overeen met de werkelijke uitgaven en ontvangsten (niet alle uitgaven en ontvangsten werden correct gekoppeld aan de overeenstemmende investeringsfiches).

 

Artikel 2. – Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Kerkfabrieken Roosdaal: rekening 2017 - vaststelling en goedkeuring door de gouverneur - kennisneming

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de besluiten van 21 juni 2018 van de gemeenteraad waarbij gunstig advies wordt verleend over de rekeningen over het boekjaar 2017 van de kerkfabrieken gelegen op ons grondgebied, met uitsluiting van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem)

          de besluiten van 23 november 2018 van de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant houdende de goedkeuring en vaststelling van de jaarrekening 2017 van de kerkfabrieken:

- Sint-Gaugericus (parochie Pamel)

- Sint-Apollonia (parochie Ledeberg)

- Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek)

- Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem)

 

Juridische gronden

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 54 en 55

 

BESLUIT:

 

Enig artikel. - De gemeenteraad neemt kennis van de besluiten van 23 november 2018 van de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant betreffende de goedkeuring en de vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar 2017 van de kerkfabrieken:

- Sint-Gaugericus (parochie Pamel);

- Sint-Apollonia (parochie Ledeberg);

- Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek);

- Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem).

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Brandweerzone Vlaams-Brabant WEST: vaststelling gemeentelijke dotatie 2019 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het schrijven van 4 december 2018 van de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant betreffende de gemeentelijke dotatie 2019 aan de hulpverleningszone Vlaams-Brabant West

          de hulpverleningszone Vlaams-Brabant West heeft geen consensus bereikt omtrent de verdeelsleutel van de gemeentelijke dotatie voor het jaar 2019

          het besluit van 3 december 2018 van de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant houdende vaststelling van de gemeentelijke dotaties voor het dienstjaar 2019 aan de hulpverleningszone Vlaams-Brabant West

 

Juridische gronden

          de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid artikel 68

          de ministeriële omzendbrief van 14 augustus 2014 betreffende de gemeentelijke dotaties aan de hulpverleningszones

 

Argumentatie / motivering

          bij gebrek aan consensus wordt de jaarlijkse dotatie vastgesteld door de gouverneur

          het percentage van de dotatie voor Roosdaal wordt vastgesteld op 1,62552 %

          het bedrag van de gemeentelijke dotatie vastgesteld op 494.190,83 euro voor 2019

 

Adviezen

          de gemeenteraad kan, binnen de twintig dagen, beroep instellen bij de minister van Binnenlandse Zaken

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2019, op basis van de op dat moment beschikbare cijfers van de brandweerzone.

De bijdrage is opgenomen onder beleidsveld 0410 - brandweer - voor een bedrag van 493.880,00 euro. Het resterend gedeelte van 310,83 euro wordt bij de eerstvolgende budgetwijziging voor 2019 opgenomen.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeentelijke dotatie voor 2019 van de gemeente Roosdaal aan de brandweerzone Vlaams-Brabant West, vastgesteld op 494.190,83 euro, wordt goedgekeurd

 

Artikel 2. - Het bedrag van de dotatie zal gestort worden op de rekening van de hulpverleningszone. De betaling ervan zal maandelijks gebeuren, in gelijke tranches. De lijst van nominatieve toelagen, opgenomen in het gemeentebudget van 2019, wordt bij gelegenheid van de volgende budgetwijziging aangepast.

 

Artikel 3. - Een afschrift van dit besluit zal voor kennisneming worden verzonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Punt bijlagen/links 20181204_brief gouverneur mbt dotatie 2019_besluit gouverneur dd.20181203.pdf Download
Brandweerbegroting dienstjaar 2019.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Gemeentelijk retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 29 januari 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalsoorten op het gemeentelijk containerpark en andere inzamelplaatsen

          het besluit van 29 oktober 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met Haviland inzake afval en de princiepsbeslissing voor de aanleg en uitbating van het recyclagepark

          het besluit van 28 januari 2016 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met intercommunale Haviland betreffende afvalophaling- en verwerking - actualisatie

          het besluit van 27 oktober oktober 2016 houdende goedkeuring van bijlage 7 bij de samenwerkingsovereenkomst van 28 januari 2016 inzake het beheer van recyclageparken

          het besluit van 23 februari 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de oprichting van Intradura en het intergemeentelijke samenwerkingsconcept voor afvalbeheer middels opdrachthoudende vereniging. de gemeenteraad besliste hierbij ondermeer over de beheersoverdracht van de uitbating van het recyclagepark

 

Juridische gronden

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41,14°

          het besluit van 14 februari 2012 van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema), inzonderheid afdeling 5.1;

 

Argumentatie / motivering

          via VLAREMA wordt er gestreefd naar een harmonisatie van tarieven voor inzameling en verwerking van restafval

          het huidige recyclagepark beschikt slechts over een tijdelijke uitbatingsvergunning

          de bouw van het nieuwe recyclagepark aan de Belle-Alliance liep vertraging op. Hierdoor zal de opening met minstens 2 maanden vertraging oplopen.

          de laatste maanden wordt er in een enorme toestroom aan afval vastgesteld, afkomstig van zowel binnen als buiten de gemeente. Een logische verklaring is te vinden in het algemeen bekend zijn dat het huidige containerpark aan de Brusselstraat gaat sluiten en dat er hier zeer goedkope tarieven worden aangerekend

          de capaciteit van het containerpark wordt met de huidige toestroom van afval ver overschreden, met alle gevolgen

          het is onverantwoord dat de gemeente Roosdaal al dit afval nog verschillende maanden zou blijven aanvaarden temeer de betaalde bedragen geenszins meer in overeenstemming zijn met de reële verwerkingskost

          de grotere alertheid van de burger vraagt ook een uitgebreider gamma aan sorteermogelijkheden dan er nu geboden kunnen worden

          de gemeente kan de samenwerking met Intradura inzake uitbating van het recyclagepark vervroegd opstarten. Hierdoor zou het containerpark aan de Brusselstraat kunnen sluiten en de kunnen de inwoners terecht in alle recyclageparken uitgebaat door Intradura en technisch opengesteld voor de inwoners van Roosdaal, in dit geval het park van de gemeente Ternat, gelegen aan de Assesteenweg

          het containerpark zal enkel toegankelijk zijn voor particulieren. Afval van bedrijven of van kleine ondernemingen worden beschouwd als bedrijfsafval en zijn derhalve niet toegelaten op het containerpark

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2019.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0309 overig afval- en materialenbeheer.

De geraamde uitgave voor de personeelskosten van Intradura bedraagt 4.100,00 euro per maand.

De inkomsten en kosten voor afvoer en verwerking van de aangeboden afvalstoffen worden verrekend volgens aanvoer door de inwoners van de gemeente en volgens de vastgelegde tarieven van de samenwerkingsovereenkomst met intradura.
Het visum van de financieel beheerder is gunstig.

 

BESLUIT:

11 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koen Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Tom De Koster (CD&V) en Jan Van Den Bosch (CD&V).
10 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Jean Timmermans (N-VA), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - Vanaf vrijdag 1 februari 2019 wordt er een retributie geheven op het deponeren van afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark.

 

Artikel 2. - De retributie is verschuldigd door het hoofd van het gezin waarvan de leden afvalstoffen komen deponeren. De identiteit van de leden van het gezin wordt vastgesteld via de identiteitskaart.

 

Artikel 3. - De retributie bedraagt per aanvoerbeurt voor het deponeren van afval: 0,16 euro/kg. Voormelde gewichtshoeveelheid wordt gewogen door geijkte weegbruggen, gecontroleerd door de parkwachter.

 

Artikel 4. - Volgende afvalstoffen worden vrijgesteld van elke retributie: AEEA, KGA, PMD (aangeboden in een gemeentelijke PMD-zak), hol glas, papier en karton, kroonkurken, kurken, printerafval, batterijtjes, textiel, zuiver piepschuim, motorolie, frituurolie, metalen, autobanden van personenwagens en 200 kg asbestafval per gezin per jaar indien het asbest volledig afzonderlijk wordt aangeboden.

 

Artikel 5. - De retributies worden contant betaald worden bij vaststelling van de gewichtshoeveelheid tegen afgifte van een kasticket. De betaling gebeurt via bancontact op het recyclagepark.

 

Artikel 6. - Om recyclage van GFT-afval te stimuleren wordt een compostvat met beluchtingsstok van ± 290 liter aangeboden tegen een retributie van 15,00 euro. Deze retributie dient door de aanvrager contant betaald te worden op de financiële dienst in het gemeentehuis.

 

Om het hergebruik en de recyclage van goederen te stimuleren is het afzetten ervan in het kringloopcentrum gratis.

 

Artikel 7. - Het besluit van 29 januari 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalsoorten op het gemeentelijk containerpark en andere inzamelplaatsen wordt, met ingang van 1 februari 2019, opgeheven.

 

Artikel 8. - Dit reglement wordt, overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur,  bekend gemaakt via de website van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

AGB Roosdaal: samenstelling raad van bestuur - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 31 augustus 2007 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de oprichting en van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Roosdaal

          het besluit van 26 januari 2017 houdende statutenwijziging van AGB Roosdaal

 

Juridische gronden

          het decreet betreffende het lokaal bestuur van 17 december 2017, inzonderheid artikel 235

 

Argumentatie / motivering

          de raad van bestuur wordt samengesteld door de gemeenteraad op voordracht

          het aantal leden van de raad van bestuur is statutair vastgelegd op 10 leden

          ten hoogste twee derden van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht

          er zijn decretaal geen regels vastgelegd in verband met de verdeling van de mandaten over de politieke fracties waardoor er bijgevolg geen proportionele verdeling verplicht wordt

          elke fractie kan minstens 1 lid voordragen, dit voordrachtrecht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging in de raad van bestuur

          de voorzitter van de raad van bestuur maakt deel uit van het college van burgemeester en schepenen

          de gemeenteraad is als volgt samengesteld:

          11 leden van CD&V

          7 leden van N-VA

          2 leden van GROEN

          1 van Roosdaal Anders

          het voorstel om de raad van bestuur als volgt samen te stellen:

          6 leden van CD&V

          2 leden van N-VA

          1 lid van GROEN

          1 lid van Roosdaal Anders

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Roosdaal wordt samengesteld als volgt:

- 6 leden van CD&V;

- 2 leden van N-VA;

- 1 lid van GROEN;

- 1 lid van Roosdaal Anders.

 

Artikel 2. – Iedere fractie wordt verzocht tegen 16 februari 2019 de kandida(a)t(en) voor te dragen, schriftelijk tegen ontvangstbewijs, bij de algemeen directeur.

 

Artikel 3. - De samenstelling wordt definitief vastgelegd op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Gemeentelijk onderwijs: lestijdenpakket gemeentelijk basisonderwijs Triangel Roosdaal voor het schooljaar 2018-2019 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 26 april 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring opsplitsing gemeentelijke basisschool Triangel

          door deze opsplitsing is er vanaf 1 september 2018 een nieuwe gemeentelijke basisschool Triangel Strijtem en een oude school Triangel Pamel met vestigingsplaats Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek

          het besluit van 21 juni 2018 van de gemeenteraad houdende prognose lestijdenpakket gemeentelijk basisonderwijs Triangel Roosdaal voor het schooljaar 2018-2019

          de brieven van 22 oktober 2018 en 4 december 2018 van de Vlaamse overheid, Afdeling Basisonderwijs, DKO en CLB, houdende personeelsformatie voor het schooljaar 2018-2019

          de definitieve personeelsformatie wordt voorgelegd aan de gemeenteraad

 

Juridische gronden

          het besluit van 17 juni 1997 van de Vlaamse Regering betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en latere wijzigingen

          het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 hoofdstuk IX – Personeelsformatie in het basisonderwijs

          het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, in het bijzonder artikel 21 en artikel 30, en latere wijzigingen

          het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          de omzendbrief BaO/97/10 - Programmatie en Rationalisatie in het Gewoon Basisonderwijs

          de omzendbrief BaO/2005/09 van 29 juni 2005 - Personeelsformatie scholen in het gewoon basisonderwijs

          de omzendbrief BaO/2005/11 van 30 juni 2005 - Scholengemeenschappen basisonderwijs

          de omzendbrief BaO/2005/12 van 30 juni 2005 - Puntenenveloppen voor scholen en scholengemeenschappen basisonderwijs: personeelsformatie en personeelsaspecten

 

Argumentatie / motivering

          het lestijdenpakket van de oude en de nieuwe school met als teldag de eerste schooldag van oktober wordt gesubsidieerd of gefinancierd vanaf 1 september van het lopende schooljaar; dit betekent dat scholen die op de eerste schooldag van oktober tellen gedurende de maand september dienden te werken met een prognose van leerlingenaantallen en dus hun omkadering in eerste instantie zelf dienden in te schatten

          in december 2018 ontvingen beide scholen een personeelsformatie basisonderwijs voor het schooljaar 2018-2019 vanuit departement onderwijs waarin het definitief aanwendbaar lestijden, uren- en puntenpakketten voor beide scholen en vestigingsplaats afzonderlijk worden vermeld

          voor het organiseren van lichamelijke opvoeding, voldoende zorg en het ondervangen van splitsingen van klassen worden volgende uren ten laste van het werkingsbudget gevraagd: 5/24 en 3/32 in het kleuteronderwijs; 48/24 in het lager onderwijs; 3/24 SES in het kleuteronderwijs voor september, nadien wordt dit omgezet in uren LPF (lerarenplatform)

          met betrekking tot de indeling in leerlingengroepen gelden de volgende afspraken:

          voor de jaar- en de graadklassen is er een volledig splitsing vanaf 32 leerlingen, dit tot zolang de leerlingen in het klaslokaal kunnen zitten

          voor het eerste leerjaar is er een halve splitsing vanaf 25 leerlingen of meer

          voor de eerste graad is er een halve splitsing vanaf 16 leerlingen of meer

          voor het tweede, derde vierde, vijfde en zesde leerjaar is er een halve splitsing vanaf 28 leerlingen of meer

          voor de tweede en derde graad is er een halftijdse splitsing vanaf 21 leerlingen of meer

          als er na de splitsingen nog lestijden over zijn, worden deze besteed aan lestijden zorg voor de niet gesplitste klas

            de SES-lestijden samen met de lestijden volgens de schalen en de additionele lestijden vormen de basisomkadering van de school

 

Adviezen

            het verslag van 6 november 2018 van de schoolraad

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het definitief aan de scholen toegekende lestijden, uren- en puntenpakket voor het schooljaar 2018-2019 voor de gemeentelijke basischool Triangel Pamel en Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek en voor de gemeentelijke basischool Triangel Strijtem wordt aangewend overeenkomstig het hierbij gevoegde overzicht en omvat:

 

Lestijden kleuteronderwijs

Pamel:gesubsidieerde uren: 99 lestijden

uren ten laste van schoolbestuur: 3 lestijden

SES-lestijden: 6 lestijden

 

O.L.V.- Lombeek:gesubsidieerde uren: 51 lestijden

uren ten laste van schoolbestuur: 1 lestijd

SES-lestijden: 2 lestijden + 1 lestijd ten laste van schoolbestuur in

september (nadien LPF (lerarenplatform))

 

Strijtem: gesubsidieerde uren: 50 lestijden

uren ten laste van schoolbestuur: 1 lestijd

1u zorgco vanuit de punten van de scholengemeenschap

SES-lestijden: 1 lestijd + 2 lestijden ten laste van schoolbestuur in

september (nadien LPF)

 

Lestijden lager onderwijs

Pamel:gesubsidieerde uren: 237 lestijden

uren ten laste van schoolbestuur: 20 lestijden

SES-lestijden: 14 lestijden

 

O.L.V.- Lombeek:gesubsidieerde uren: 85 lestijden

uren ten laste van schoolbestuur: 17 lestijden

SES-lestijden: 5 lestijden

 

Strijtem: gesubsidieerde uren: 91 lestijden

uren ten laste van schoolbestuur: 11 lestijden

SES-lestijden: 5 lestijden

 

Levensbeschouwelijke vakken:

- rooms-katholieke godsdienst:24/24

- niet-confessionele zedenleer:24/24

- protestantse godsdienst:  8/24

- islamitische godsdienst:10/24

 

Kinderverzorging:oude school:           11/32

nieuwe school:0/32 gesubsidieerd

3/32 ten laste van het schoolbestuur

 

Administratieve ondersteuning: oude school: 36/36

nieuwe school 9/36

 

ICT-coördinator:oude school: 5/36

nieuwe school: 2/36

van scholengemeenschap: 4/36

 

Zorgcoördinator:oude school:     16/36 HOLT

                           4/36 HOKT

nieuwe school: 12/36 HOKT

van scholengemeenschap: 16/36 HOKT

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 20 december 2018 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van de notulen van 20 december 2018

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20 december 2018 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 4 januari 2019 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van de notulen van 4 januari 2019

 

BESLUIT:

20 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Koen Muyldermans (CD&V), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
1 onthouding: Kristof Cooreman (N-VA).
 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 4 januari 2019 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Uittekenen van een beleidsmatig kader met het oog op burgerparticipatie bij omvangrijke energieprojecten. - Toegevoegd punt

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Bijkomend agendapunt ingediend door N-VA-fractie: voorstel inzake de voorziening van WiFi in de gemeentelijke zalen - goedkeuring - Toegevoegd punt

 

Argumentatie / motivering

          in de gemeentelijke zalen De Lombeekkring en zaal Kattem is geen internettoegang; noch WiFi-voorziening

          de EU trekt in de periode 2018-2020 een bedrag van 120 miljoen euro uit voor WiFi4EU. Dat geld is bestemd voor de installatie van moderne WiFi-apparatuur op drukbezochte openbare locaties. De aanvragen hiervoor kunnen onder andere ingediend worden door gemeenten. De WiFi4EU-voucher is goed voor een eenmalige subsidie van 15.000 euro per gemeente. Gemeenten die een voucher krijgen, kiezen zelf de "centra van het openbare leven" waar de WiFi4EU-hotspot (internettoegangspunten) zullen worden geplaatst. De WiFi4EU-vouchers mogen ook gebruikt worden voor de gedeeltelijke financiering van een duurder project. De voucher kan worden gebruikt voor de aanschaf van nieuwe apparatuur of voor de vervanging van verouderde apparatuur door betere en modernere installaties. Tijdens een eerste ronde mochten 97 Belgische gemeenten een voucher hiervoor ontvangen. Begin 2019 is er een tweede ronde voor inschrijving op dit project. Roosdaal heeft zich hiervoor nog niet ingeschreven

          dit voorstel beoogt de connectiviteit voor iedereen binnen de gemeente te vergroten. Wij zien deze faciliteiten te voorzien in alle gemeentelijke zalen

          het feit dat er nog geen WiFi is voorzien in de gemeentelijke zalen; en het niet meer van deze tijd is in gemeentelijke infrastructuur geen internetvoorziening aan te beiden

          het feit dat hierbij concreet kan gedacht worden aan het project WiFi4EU om dit (deels) gesubsidieerd te krijgen

          gekoppeld aan het engagement om bij elke toekomstige investering in infrastructuur deze voorziening op te nemen in de inrichtingsplannen

          gebouwen in beheer van de gemeente een voorbeeld vervullen

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeente Roosdaal registreert zich op het portaal van WiFi4EU en bevestigt de interesse in het project WiFi4EU bij een volgende oproep.

 

Artikel 2. - Indien de subsidie van 15.000,00 euro wordt toegekend aan de gemeente Roosdaal, zal deze worden aangewend om WiFi te voorzien in de gemeentelijke infrastructuur waar nog geen publieke draadloze internetverbinding aanwezig is.

 

 

Publicatiedatum: 21/08/2019
Overzicht punten

Zitting van 31 januari 2019

 

Mondelinge vragen

 

Publicatiedatum: 21/08/2019