Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 19 december 2019

 

Van 20 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Dirk Evenepoel, voorzitter

Johan Van Lierde, Herman Claeys, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Johan Linthout, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Koenraad Muyldermans, Wendy Godaert, Christiane Bert, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Marc Devits, Eline De Vos, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

Verontschuldigd:

 

 

Peggy Bulterijs, raadslid

 

 

 

 

Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 28 november 2019 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van de notulen van 28 november 2019

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 november 2019 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering gemeenteraad 28 november 2019 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van het zittingsverslag van 28 november 2019

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 28 november 2019 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Aanpassing van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur stelt in artikel 38 dat de gemeenteraad bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt

          het besluit van de gemeenteraad van 31 januari 2019 betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

 

Argumentatie / motivering

          het huishoudelijk reglement bevat de aanvullende bepalingen over de werking van de raad

          het huishoudelijk reglement bevat volgende bepalingen:

          de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen

          de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken

          de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt

          de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert

          de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen

          de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden

          de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties

          de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend

          de nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld

          de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid

          de gemeenteraad stelde de vraag om het huishoudelijk reglement te wijzigen om de oproeping van de commissies duidelijk op te nemen

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. – Het volgende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt goedgekeurd:

 

------------------------

 

BIJEENROEPING

Artikel 1

§ 1.De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.

(art. 18 DLB)

§ 2.De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan.  Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op.

(art. 19 en 20 DLB)

§ 3.De oproeping wordt verzonden via e-mail. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 10, §2 van dit reglement.

§ 4.De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:

1° een derde van de zittinghebbende leden;

2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;

3° het college van burgemeester en schepenen;

4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.

In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.

 

De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.

(art. 19 en art. 67 DLB)

 

Artikel 2

§ 1. De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.

(art. 20 DLB)

In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.

(art. 19, 20 en art. 67 DLB)

§ 2.  De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.

Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.

(art. 20 DLB)

 

Artikel 3

§ 1.Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

(art. 21 DLB)

§ 2.De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.

(art. 21 DLB)

 

OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING

Artikel 4

§ 1.De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.

(art. 28, §1 DLB)

§ 2.De vergadering is niet openbaar als:

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

(art. 28, §1 DLB)

De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.

(art. 249 DLB)

 

Artikel 5

De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.

Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.

Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.

(art. 28, §2 DLB)

 

Artikel 6

De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

(art. 29, §4 DLB)

 

INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK

Artikel 7

§ 1.Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.

Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt

In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

(art. 22 DLB)

§ 2.De agenda van de vergadering van de raad en de stukken die betrekking hebben op het openbare deel worden bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.

Artikel 8

§ 1.De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.

§ 2. De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 9

§1.Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, beschikbaar gesteld via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.

§2.Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.

Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.

Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals de oproeping in art. 1, §3 van dit reglement.

(art. 249 DLB)

§ 3. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.

Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.

Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.

(art. 20 DLB)

 

Artikel 10

§1.De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.

(art. 29, §1 DLB)

§2. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, ter beschikking gesteld aan de gemeenteraadsleden. Dit zal gebeuren door publicatie van de notulen op de gemeentelijke webstek.

(art. 50 DLB)

§ 3.De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.

(art. 29, §1 DLB)

§ 4.Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden.

Het college zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.

Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan het college schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.

Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.

Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op  het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.

§ 5.De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.

De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een formulier dat hen daartoe ter beschikking wordt gesteld.

(art. 29, §1 DLB)

§ 6.De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.

Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.

Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.

(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)

 

Artikel 11

De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.

De mondelinge vragen, die de raadsleden na de openbare vergadering wensen te stellen, worden ten minste 3 werkdagen vóór de vergadering van de gemeenteraad schriftelijke meegedeeld aan de algemeen directeur .Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

(art. 31 DLB)

 

QUORUM

Artikel 12.

Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.

Artikel 13

§ 1.De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.

Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.

(art. 26 DLB)

§ 2.De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.

(art. 26 DLB)

 

WIJZE VAN VERGADEREN

Artikel 14

§1.De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.

Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.

(art. 24 DLB)

§ 2.Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter, burgemeester of bevoegde schepen uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.

Artikel 15

§1.De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.

De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.

§ 2.Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

(art. 23 DLB)

 

Artikel 16

§ 1.Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.

§ 2. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.

De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.

 

Artikel 17

Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :

1° om te vragen dat men niet zal besluiten;

2° om de verdaging te vragen;

3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;

4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;

5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

6° om naar het reglement te verwijzen.

 

Artikel 18

De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.

 

Artikel 19

Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

 

Artikel 20

§1.De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.

Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

(art. 25 DLB)

§ 2.De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

(art. 25, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 21

Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

 

Artikel 22

Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

 

Artikel 23

Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.

 

WIJZE VAN STEMMEN

Artikel 24

§ 1.Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.

§ 2.De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

(art. 33 DLB)

 

Artikel 25

§1.De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.

Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.

(art. 249, §3 DLB)

§ 2.De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.

In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport.  In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.

Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

(art. 249, §4 DLB)

 

Artikel 26

§ 1.De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4.

(art. 34 DLB)

§ 2.Er zijn twee mogelijke werkwijzen van stemmen:

1° de mondelinge stemming bij naamafroeping;

2° de geheime stemming.

§ 3.De gemeenteraadsleden stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.

(art. 34 DLB)

§ 4. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:

1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;

2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

3° individuele personeelszaken.

(art. 34 DLB)

 

Artikel 27

§ 1. De mondelinge stemming geschiedt door, elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de rangorde.

§2.De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.

Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.

(art. 33 en 34 DLB)

 

Artikel 28

Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.

De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje.

Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

 

Artikel 29

Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

 

Artikel 30

Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

(art. 35 DLB)

 

NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG

Artikel 31

§1.De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

(art. 278, §1 DLB)

§ 2.De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.

Het zittingsverslag zal vervangen worden door een audio-opname. De audio-opname zal na de afloop van de gemeenteraad ter beschikking gesteld worden op de webstek van de gemeente.

(art. 278, §1 DLB)

§ 3.Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.

(art. 278, §1 DLB)

 

Artikel 32

§ 1.De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.

(art. 32 DLB)

§ 2.De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.

Het audio zittingsverslag zal ter beschikking gesteld worden via de gemeentelijke webstek.

(art. 32 DLB)

§ 3.Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

(art. 32 DLB)

§ 4.Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.

(art. 32 DLB)

 

Artikel 33

§ 1.De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

§ 2.De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

(art. 279, § 6 DLB)

 

FRACTIES

Artikel 34

Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het huishoudelijk reglement legt ook de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de fracties vast.

(art. 36 DLB)

 

RAADSCOMMISSIES

Artikel 35

§1.De gemeenteraad richt commissies op die zijn samengesteld uit  gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

(art. 37, § 1 DLB)

§ 2.De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. De berekeningswijze is als volgt:  alle gemeenteraadsleden maken deel uit van de commissies.

De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 3.Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 4.Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 5.Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.

(art. 37 § 3 DLB)

§ 6.Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan.

(art. 37 § 4 DLB)

§ 7.De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. De oproeping voor de commissies zal 7 dagen op voorhand verstuurd worden op eenzelfde wijze als de gemeenteraad.

Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente.

De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

De vergaderingen van de commissies  zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement).

De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 26 §4 van dit reglement.

De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.

Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.

Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.

§. 8.De bijzondere gemeenteraadscommissie (evaluatie ombudsman of -vrouw) en de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.

De bijzondere gemeenteraadscommissie en de tuchtcommissie vergaderen besloten.

 

VERGOEDING RAADSLEDEN

Artikel 36

§1Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

1° de vergaderingen van de gemeenteraad;

2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem) en de afdelingen;

3° de vergadering waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft, maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt;

5° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond;

6° de vergaderingen die werden hervat op een andere dag.

(art. 17 §1 DLB en art. 15, lid 1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.)

§ 2.Het presentiegeld bedraagt 124.98 euro aan 100% (gekoppeld aan de spilindex 138.01) voor de vergaderingen van de gemeenteraad.

De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.

 

Artikel 37

§ 1.Gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.

De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.

De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.

(art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

§ 2.Terugbetaling van bijkomende kosten veroorzaakt door een specifieke gezinssituatie (Bijv. opvang van kinderen, ouderen, zieke of mindervalide gezinsleden), wegens aanwezigheid op een raads- of commissievergadering, is mogelijk. Een verzoek tot terugbetaling met verantwoordingsstukken kan worden ingediend bij de algemeen directeur.

Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeentebestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.

Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.

§ 3.De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.

(art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

 

VERZOEKSCHRIFTEN

(art. 38, 9° en art. 304, §2 DLB)

Artikel 38

§ 1.Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen.

(art. 304, §2 DLB)

Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.

De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.

§ 2.De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

§ 3.Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.

Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.

§ 4.Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;

2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;

3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;

4° het taalgebruik ervan beledigend is.

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

 

Artikel 39

§ 1.Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen.  Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

§ 2.De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

§ 3.De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente.  In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.

§ 4.Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

AGB Roosdaal: meerjarenplan 2020-2025 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 17 december 2019 van de raad van bestuur houdende vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025

 

Juridische gronden

          het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

          het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)

          het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen

          de omzendbrief van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Argumentatie / motivering

          de nota betreffende het meerjarenplan 2020-2025 van AGB Roosdaal, bestaande uit een strategische, financiële nota en een toelichting, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Roosdaal in vergadering van 17 december 2019

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het meerjarenplan 2020-2025 van AGB Roosdaal dat met de volgende gegevens werd vastgesteld:

 

Jaar

Beschikbaar budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

2020

100.363,43 euro

363,43 euro

2021

98.089,54 euro

  -2.264,89 euro

2022

120.491,12 euro

22.392,58 euro

2023

150.747,77 euro

30.256,65 euro

2024

175.473,04 euro

24.725,27 euro

2025

189.972,38 euro

14.499,34 euro

 

Het meerjarenplan 2020-2025 maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 2. - Dit besluit wordt, samen met de bijlage, naar de toezichthoudende overheid toegestuurd en in toepassing van artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur kenbaar gemaakt op de webtoepassing van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gemeentefinanciën: meerjarenplan 2020-2025 - vaststelling

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de budgetcommissie van 12 november 2019 waarop het planningsproces, de omgevingsanalyse en de doelstellingenboom van het voorontwerp van meerjarenplan 2020-2025 werd voorgesteld

          de budgetcommissie van 10 december 2019 waarop het voorontwerp van het meerjarenplan 2020-2025 werd voorgesteld

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

          het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen

          het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen

          de omzendbrief van 3 mei 2019 van de Vlaamse Regering betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Argumentatie / motivering

          het meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit een strategische nota, een financiële nota, een toelichting en bijlagen

          het ontwerp van het meerjarenplan is financieel in evenwicht aangezien:

          het beschikbaar budgettair resultaat per financieel boekjaar groter is dan of gelijk aan nul

          de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, groter is dan of gelijk aan nul

 

Adviezen

          het gunstig advies van 26 november 2019 van het managementteam

 

BESLUIT:

11 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koenraad Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Tom De Koster (CD&V) en Jan Van Den Bosch (CD&V).
9 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - Het deel gemeente van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente en OCMW Roosdaal wordt vastgesteld.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad neemt kennis van de vaststelling van het deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2025 van OCMW Roosdaal.

 

Artikel 3. - Het meerjarenplan maakt integraal deel uit van dit besluit met de volgende resultaten:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

2020

1.290.127,91

2020

115.957,22

2021

654.903,00

2021

219.476,75

2022

196.209,65

2022

143.022,33

2023

170.968,68

2023

202.042,64

2024

263.780,26

2024

299.522,63

2025

244.453,91

2025

351.102,75

 

Artikel 4. - De gemeenteraad keurt het deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2025 van OCMW Roosdaal goed.

 

Artikel 5. - De lijst van nominatieve toelagen, zoals opgenomen in de bijkomende informatie bij het meerjarenplan, wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gemeentefinanciën: jaarrekening 2018 - goedkeuring door de gouverneur - kennisneming

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 20 juni 2019 van de gemeenteraad betreffende de vaststelling van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2018

          het schrijven van 19 november 2019 van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant inzake de goedkeuring van de jaarrekening 2018

 

Juridische gronden

          het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

          het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften voor de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven van 19 november 2019 van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant inzake de goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2018.

 

Artikel 2. - De financieel directeur, de heer Joos Van Droogenbroeck, wordt van dit besluit in kennis gesteld.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gemeentebelastingen: opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2020 - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het artikel 170, §4, van de Grondwet

          het artikel 464, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992

          het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41

          het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies

          ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, stijgt de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen

          de financiële toestand van de gemeente

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2020.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 fiscale aangelegenheden.

De geraamde ontvangst bedraagt 2.358.660,27 euro.

 

BESLUIT:

13 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koenraad Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V) en Eline De Vos (Groen).
6 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA) en Jean Timmermans (N-VA).
 

Artikel 1. - Er worden 661,21 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd voor het aanslagjaar 2020.

 

Artikel 2. - Deze opcentiemen zullen geïnd worden door de Belastingdienst van Vlaanderen, Onroerende voorheffing.

 

Artikel 3. - Dit besluit is onderworpen aan het algemeen toezicht van de provinciale overheid.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gemeentebelastingen: aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2020 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          sinds het aanslagjaar 2001 werd deze belasting vastgesteld op 7,50%

 

Juridische gronden

          de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen

          de financiële toestand van de gemeente

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2020.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 fiscale aangelegenheden.

De geraamde ontvangst bedraagt 4.611.857,04 euro.

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koenraad Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V) en Jan Van Den Bosch (CD&V).
8 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - Voor het aanslagjaar 2020 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 2. - De belasting wordt vastgesteld op 7,50% van het overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 3. - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen.

 

Artikel 4. - Dit besluit treedt heden in werking.

 

Artikel 5. - Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Toekennen straatnaam: sociaal woonproject Derrevoortstraat (B.2008/90-2017/72d) - definitieve vaststelling

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 11 december 2017 van het college van burgemeester en schepenen waarbij aan de heer Theo De Vos namens Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen, Koloniënstraat 40 te 1000 Brussel en de heer Geert Robberechts namens Providentia, Brusselsesteenweg 191 te 1730 Asse een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van 24 wooneenheden en bijbehorende terreinaanlegwerken werd afgeleverd voor percelen gelegen: Derrevoortstraat 6 en Derrevoortstraat ZN te Roosdaal, kadastraal gekend afd. 3 sectie B nr. 313 E, 313 D, 314 D en 315 K (dossiernummer B.2008/90-2017/72d)

          het advies van 27 juni 2019 van de cultuurraad Roosdaal om binnen het sociaal woonproject Derrevoortstraat de straatnaam 'Halleweg' te gebruiken

          het besluit van 15 juli 2019 van het college van burgemeester en schepenen houdende het vaststellen van de noodzaak tot naamgeving

          het besluit van 29 juli 2019 van het college van burgemeester en schepenen houdende het toekennen van de nieuwe straatnaam 'Halleweg' aan de nieuwe weg gelegen binnen het sociale woonproject Derrevoortstraat waarvoor op 11 december 2017 door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd aan de heer Theo De Vos namens Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen, Koloniënstraat 40 te 1000 Brussel en de heer Geert Robberechts namens Providentia, Brusselsesteenweg 191 te 1730 Asse voor de percelen gelegen te Roosdaal: Derrevoortstraat 6 en Derrevoortstraat ZN, kadastraal gekend afd. 3 sectie B nr. 313 E, 313 D, 314 Den 315 K

          het besluit van 12 september 2019 van de gemeenteraad houdende de voorlopige vaststelling van de nieuwe straatnaam 'Halleweg'

          het besluit van 7 oktober 2019 van het college van burgemeester en schepenen houdende het openbaar onderzoek voor het toekennen van een straatnaam binnen het sociaal woonproject Derrevoortstraat

          het proces-verbaal van 21 november 2019 van sluiting van het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat er geen bezwaren werden ingediend

          het advies van 13 november 2019 van de cultuurraad Roosdaal om binnen het sociaal woonproject Derrevoortstraat de straatnaam 'Halleweg' te gebruiken

 

Juridische gronden

          het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, gewijzigd bij decreten van 1 juli 1987, 4 februari 1997 en 29 november 2002

          de richtinggevende nota van de WSG met betrekking tot het toekennen en wijzigen van straatnamen

 

Argumentatie / motivering

          aan elke nieuwe woning die langs deze openbare weg gebouwd wordt, moet een straatnaam en een huisnummering worden toegekend

 

Adviezen

          het advies van 27 juni 2019 en 13 november 2019 van de cultuurraad Roosdaal om binnen het sociaal woonproject Derrevoortstraat de straatnaam 'Halleweg' te gebruiken

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad neemt kennis van het proces-verbaal van 21 november 2019 van sluiting van het openbaar onderzoek waarin bevestigd werd dat er geen bezwaren ingediend werden.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad neemt kennis van het gunstig advies van 26 juni 2019 en van 13 november 2019 van de cultuurraad van Roosdaal.

 

Artikel 3. - Voor de nieuwe weg binnen het sociaal woonproject Derrevoortstraat wordt de straatnaam 'Halleweg' definitief toegekend.

 

Artikel 4. - Alle bevoegde diensten (zoals BPost, brandweer, politie, rijksregister, nutsmaatschappijen) worden van dit besluit in kennis gesteld.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gemeentelijk commissie voor ruimtelijke Ordening (GECORO) huishoudelijk reglement - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 28 februari 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenstelling van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO)

          het besluit van 2 september 2019 van het college van burgemeester en schepenen houdende voordracht van de voorzitter, de ondervoorzitter en van de vaste secretaris

          het besluit van 12 september 2019 van de gemeenteraad houdende de goedkeuring van de benoeming van de vertegenwoordigers, deskundigen en vaststellen presentiegelden van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO)

          het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO)

          het besluit van 21 november 2019 van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement

 

Juridische gronden

          de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening en wijzigingen

          het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000, en wijzigingen, tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening

          het besluit van 3 juli 2009 van de Vlaamse regering tot vaststelling van een deontologische code

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) wordt als volgt goedgekeurd:

 

GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING – GECORO

GEMEENTE ROOSDAAL – 19 december 2019

 

Huishoudelijk reglement

 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de besluiten van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling, de organisatie, werkwijze en deontologie van de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening;

 

Artikel 1. - Vergaderingen

 

A. Wijze van vergaderen

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter. Ze vergadert minstens tweemaal per jaar.

 

De voorzitter moet de commissie bijeenroepen binnen vijftien dagen die volgen op een verzoek van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen. Hij moet dit ook doen bij een verzoek dat uitgaat van minstens een derde van de effectieve leden van de commissie.

 

B. Agenda

De voorzitter stelt samen met de secretaris de agenda op voor de volgende vergadering.

 

De effectieve leden van de commissie kunnen vooraf, mits motivatie, een schriftelijk (brief, fax, mail), gemotiveerd voorstel van agendapunten indienen bij de secretaris.

 

Op voorstel van de voorzitter kunnen bij de opening van de vergadering spoedeisende of dringende onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd. Alvorens de agenda te behandelen, wordt gestemd, met gewone meerderheid, of deze bijkomende onderwerpen worden opgenomen als agendapunt.

 

C. Uitnodigingen

De secretaris zorgt ervoor dat de uitnodigingen met de agenda ten minste vijf werkdagen voor de vergadering gemaild worden naar de effectieve en plaatsvervangende leden. In geval van dringende noodzaak kan van deze termijn worden afgeweken. De redenen daartoe worden zowel in de uitnodiging als in de notulen van de vergadering verantwoord.

 

De commissie nodigt voor elke vergadering een vertegenwoordiger uit van elke politieke fractie in de gemeenteraad. Deze personen kunnen de toelichtingen bijwonen en deelnemen aan een eventuele bespreking van het onderwerp, maar mogen de beraadslaging over het advies van de commissie en de stemming erover niet bijwonen, tenzij die delen van de vergadering openbaar worden gehouden. Zij kunnen in ieder geval niet deelnemen aan die beraadslaging over het advies en de stemming erover.

 

De commissie kan voor de behandeling van een onderwerp al de nodige instanties en personen of belanghebbenden uitnodigen voor een toelichting en een eventuele bespreking van het onderwerp. Die personen mogen echter de beraadslaging over het advies van de commissie en de stemming erover niet bijwonen, tenzij die delen van de vergadering openbaar worden gehouden. Zij kunnen in ieder geval niet deelnemen aan die beraadslaging over het advies en de stemming erover.

 

Op de uitnodiging wordt minstens vermeld: datum, uur en plaats van de vergadering en de agendapunten. De uitnodiging kan per mail verstuurd worden.

 

D. Documenten

De documenten met betrekking tot de punten geplaatst op de agenda liggen digitaal ter inzage van de leden op het permanent secretariaat vanaf de verzending van de agenda tot de dag van de vergadering zelf.

 

E. Aanwezigheid

Elke aanwezige genodigde tekent op de vergadering de aanwezigheidslijst.

 

Elk effectief lid dat verhinderd is overlegt met zijn plaatsvervanger. Indien de plaatsvervanger de vergadering bijwoont wordt de secretaris verwittigd.

 

Is de plaatsvervanger ook verhinderd, dan meldt hij/zij dit ook onmiddellijk aan de secretaris. Om niet als afwezig beschouwd te worden, dient deze melding voor de aanvang van de vergadering te gebeuren, mondeling of via e-mail aan de secretaris.

 

Elk effectief lid van de commissie dat zonder verantwoording driemaal achtereenvolgens afwezig is, is ambtshalve ontslagnemend. De voorzitter brengt de belanghebbende daarvan schriftelijk op de hoogte.

 

F. Voorzitter

De voorzitter leidt de vergaderingen van de commissie.

 

Als de voorzitter verhinderd is, wordt de vergadering geleid door de ondervoorzitter. Is ook de ondervoorzitter verhinderd, dan wordt de vergadering geleid door het oudste lid (in leeftijd) van de GECORO dat aanwezig is.

 

G. Stemming

De commissie kan slechts geldig beslissen wanneer ten minste de helft van haar leden aanwezig is.

 

Is die voorwaarde niet vervuld, dan kan de commissie op haar eerstvolgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, geldig beslissen over de onderwerpen die waren geagendeerd voor de vergadering waarop onvoldoende leden aanwezig waren, op voorwaarde dat de nieuwe vergadering niet binnen vierentwintig uur na de eerste plaats heeft. Voor nieuwe agendapunten is opnieuw de aanwezigheid van de meerderheid van de leden vereist.

 

De commissie beslist bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

 

H. Spreekrecht

De voorzitter fungeert als woordvoerder van de commissie of bij verhindering de ondervoorzitter. Het is de overige effectieve en plaatsvervangende leden, genodigden en waarnemers, op straffe van uitsluiting uit de commissie, verboden het verloop van de besprekingen tijdens de vergadering openbaar te maken.

 

I. Persoonlijk belang

Het lid of genodigde die een persoonlijk belang heeft bij een besproken onderwerp, mag noch de bespreking ervan, noch de beraadslaging over het advies van de commissie en de stemming erover bijwonen.

 

J. Openbare vergadering en ordehandhaving

De vergadering van de GECORO gebeurt in besloten zitting.

 

Over het openbaar houden van de vergadering of een gedeelte van de vergadering wordt beslist met bijzondere meerderheid van stemmen, namelijk 2/3 meerderheid.

 

De voorzitter staat in voor de ordehandhaving tijdens de vergadering van de GECORO. De aanwezigen die, ofwel de orde verstoren, ofwel de vergadering onnodig vertragen door het aanbrengen van irrelevante onderwerpen, worden door de voorzitter ter orde geroepen of verzocht de zaal te verlaten. Ingeval de voorzitter er niet in slaagt de orde te handhaven kan hij autonoom beslissen tot schorsing of sluiting van de vergadering. Elke tussenkomst van de voorzitter inzake ordehandhaving wordt vermeld in het verslag.

 

K. Notulen en verslag

De secretaris stelt de notulen van de vergadering van de GECORO op.

 

De secretaris zorgt voor een verslag van elke vergadering. Hierin wordt vermeld: de datum van de vergadering, de namen van de aanwezigen, van hen die verhinderd waren en van de afwezigen, het beknopt verloop van de besprekingen en het – gemotiveerd - advies. Het verslag maakt eveneens melding van de minderheidsstandpunten.

 

De voorzitter overloopt op het einde van de vergadering, per agendapunt, beknopt wat en in welke bewoordingen zal opgenomen worden in het verslag voor de beraadslagingen en het advies.

 

Het verslag wordt ondertekend door de persoon die de vergadering voorzat en de secretaris.

 

Het verslag wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen. Het verslag wordt samen met de uitnodiging voor de volgende vergadering verstuurd.

 

Artikel 2. - Adviezen

De commissie brengt advies uit binnen de termijn vermeld in de adviesaanvraag.

 

De adviezen worden met de nodige verantwoording uitgewerkt. De voorbereiding gebeurt door het permanent secretariaat en eventueel een werkgroep.

 

Artikel 3. - Vergoeding

Aan de leden worden presentiegelden, reis- en verblijfsvergoedingen toegekend. Het bedrag wordt bepaald door de gemeenteraad. Enkel de stemgerechtigde aanwezigen die de aanwezigheidslijst ondertekend hebben, hebben recht op het presentiegeld.

 

De presentiegelden en reis- en verblijfsvergoedingen komen ten laste van de werkingsmiddelen die de gemeenteraad aan de commissie ter beschikking stelt.

 

De uitbetaling van de presentiegelden en vergoedingen wordt driemaandelijks door het permanent secretariaat ten behoeve van de leden van de commissie aangevraagd na overlegging van de presentielijsten en de onkostenstaten met betrekking tot de presentiegelden en de reis- en verblijfsvergoedingen.

 

Artikel 4. - Permanent secretariaat

Het permanent secretariaat omvat een vaste secretaris en personeelsleden van de dienst ruimtelijke ordening.

 

Als de secretaris verhinderd is, zal een personeelslid van de gemeentelijke dienst ruimtelijke ordening het secretariaat waarnemen.

 

Het permanent secretariaat heeft tot opdracht, onder de leiding van de voorzitter, de vergaderingen en werkzaamheden van de commissie voor te bereiden en uit te voeren.

 

Het adres van het secretariaat van de GECORO is gevestigd bij de technische dienst van de gemeente Roosdaal, Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal, telefoon 054/89.13.39 – email. Mieke.Massaer@roosdaal.be.

 

Artikel 5. - Werkgroep

De commissie beslist met gewone meerderheid over de oprichting en de ontbinding van permanente en tijdelijke werkgroepen. Tijdelijke werkgroepen zijn van rechtswege ontbonden als hun opdracht vervuld is. Permanente werkgroepen worden jaarlijks uitdrukkelijk herbevestigd door de GECORO.

 

De werkgroepen hebben tot taak alle zaken te behandelen die hen door of namens de GECORO zijn opgedragen. De werkgroepen stellen op aanvraag van de GECORO een ontwerpadvies of voorstel tot beslissing op.

 

De werkgroepen werken in opdracht van en onder toezicht van de GECORO.

 

Een werkgroep is samengesteld uit leden van de GECORO. Ieder lid kan op zijn/haar verzoek deel uitmaken van een werkgroep, of de vergaderingen ervan bijwonen.

 

Het ontwerpadvies van de werkgroepen wordt niet extern verspreid.

 

Artikel 6. - Deskundigen

De commissie kan voor het onderzoeken van bijzondere vraagstukken een beroep doen op externe deskundigen.

 

In acht genomen de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de overheidsopdrachten en binnen de perken van de werkingsmiddelen, sluit de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen de contracten met externe deskundigen voor het onderzoeken van bijzondere vraagstukken.

 

Artikel 7. - Diverse bepalingen

Dit huishoudelijk reglement wordt door de commissie met eenparigheid van stemmen aangenomen. Het kan met eenparigheid van stemmen gewijzigd worden.

 

Het reglement en zijn wijzigingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Het reglement treedt in werking na de goedkeuring door de gemeenteraad.

 

Artikel 2. - De voorzitter van de GECORO wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Invoering uniforme restafvalzak en gft-zak - bekrachtiging

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de gemeente is aangesloten bij Intradura die werd opgericht op 27 april 2017

          Intradura is een intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging die wordt beheerst door het decreet lokaal bestuur

          de opdrachthoudende vereniging, Intradura, is een samenwerkingsverband met beheersoverdracht, waaronder wordt verstaan het toevertrouwen door de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsverband van de uitvoering van de door hen genomen beslissingen in het kader van zijn doelstellingen, in die zin dat de gemeenten zich het recht ontzeggen zelfstandig of met derden dezelfde opdracht uit te voeren

          de gemeentelijke deelnemers beslissen over de beheersoverdracht overeenkomstig de statuten van het samenwerkingsverband

          het schrijven van 17 oktober 2019 waarbij Intradura de gemeente verzoekt deel te nemen aan de invoering van de uniforme restafvalzak en GFT-zak

          het college van burgemeester en schepenen gaf op 18 november 2019 haar principiële goedkeuring

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

          het decreet algemene bepalingen milieubeleid van 5 april 1995

 

Argumentatie / motivering

          artikel 4 van de statuten bepaalt dat de beheersoverdracht minstens de uitvoering van volgende opdrachten moet omvatten:

          preventie & duurzaamheid

          huis-aan-huisophaling van restafval

          huis-aan-huisophaling van papier en karton

          huis-aan-huisophaling van PMD

          inzameling van glas

          verwerking restafval

          verwerking grofvuil

          verwerking Fost Plus fracties (papier & karton, PMD, glas)

          samenaankoop afvalrecipiënten (zakken, glasbollen, containers, …)

          de argumentatie om in te stappen in het concept “UNIFORME ZAK’ ten voordele van de lokale besturen en de inwoners, zijnde:

          de realisatie van de OVAM-doelstellingen, beschreven in het memorandum van lntradura en in het ondernemingsplan. Vanuit dit oogpunt is de prijszetting op 2,00 euro/zak voor een restafvalzak van 60 L een minimum

          in 2021 gaat een nieuwe wetgeving van kracht (wijziging 7 van het Vlarema) die stelt dat een restafvalzak 80% recyclaat moet bevatten waarvan 50% gerecycleerde post consumer kunststoffen.  Vanaf 2025 dient de restafvalzak uit 100% recyclaat te bestaan. Deze wetgeving zal tot gevolg hebben dat de technische specificaties van de huidige restafvalzak sowieso dient herbekeken te worden en mogelijks de kleur van de zak dient aangepast te worden naar de technische beschikbare mogelijkheden. De voorgestelde uniforme restafvalzak beantwoordt aan deze wetgeving

          lntradura verzekert een hoge kwaliteitsgraad van de uniforme zak

          kostefficiëntie ten voordele van de vennoten door toepassing van de schaalgrootte van lntradura bij de aanbesteding

          in 2021 zal de P+MD-zak uitgerold worden in het werkingsgebied waardoor er een aanzienlijke verschuiving van volume van de restafvalzak naar de P+MD-zak zal plaatsvinden. Inwoners zullen daardoor eerder kiezen voor kleinere restafvalzakken en de inkomsten van de restafvalzak zullen dalen

          de uitvoering van deze uniforme zakken zal volledig door lntradura gedragen worden en betekent een extra dienstverlening met voordelen voor de gemeente/stad, haar inwoners alsook de verkooppunten.  En dit op vlak van bijvoorbeeld ontzorging, eenduidige en eenvoudige communicatie, schaalvoordeel en slagkracht, minder afvaltoerisme, minder stockage, meer beschikbaarheid van de verkooppunten;

          de uniforme zak versterkt de (h)erkenning van lntradura als referentie in een gemeenschappelijk afvalbeleid en dienstverlening

          de artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur bepalen de bevoegdheden van de gemeenteraad.  In dit kader zou het opportuun zijn om de bepaling van de invoering van de prijszetting vast te leggen op het moment dat de uniforme restafval- en gft-zak samen met de P+MD-zak gelanceerd worden, in het voorjaar 2021

          gelet op de vooropgestelde verkoopprijzen:

          restafvalzakken:

          60 L: 2,00 euro/zak

          30 L: 1,00 euro/zak

          15 L: 0,50 euro/zak

          GFT-zakken:

          60 L: 1,00 euro/zak

          30 L: 0,50 euro/zak

          15 L: 0,25 euro/zak

 

Adviezen

          de principiële goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019

 

BESLUIT:

11 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koenraad Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Tom De Koster (CD&V) en Jan Van Den Bosch (CD&V).
6 stemmen tegen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA) en Jean Timmermans (N-VA).
3 onthoudingen: Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019 en is akkoord met de invoering van de uniforme restafvalzak en GFT-zak samen met de lancering van de P+MD-zak in het voorjaar 2021.

 

Artikel 2. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Verderzetting van de deelname aan het project INL (Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen): verlenging van de samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2020-2025 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 29 juni 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project "Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen" voor de periode 2018 tot en met 2019

          het schrijven van 26 juni 2019 van Pro Natura vzw, Molenstraat 26 te 1760 Roosdaal, met het verzoek om een principiële beslissing te nemen omtrent de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst van de periode 2018 tot en met 2019 tussen het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, het gemeentebestuur van Roosdaal en Pro Natura vzw in het kader van het project "Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen" voor de periode 2020 tot en met 2025

          het besluit van 16 september 2019 van het schepencollege houdende principiële goedkeuring omtrent de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst van de periode 2018 tot en met 2019 tussen het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, het gemeentebestuur van Roosdaal en Pro Natura vzw in het kader van het project "Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen" voor de periode 2020 tot en met 2025

          het schrijven van 28 oktober 2019 van de provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1 te 3010 Leuven, met het verzoek om de samenwerkingsovereenkomst van de periode 2018 tot en met 2019 tussen het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, het gemeentebestuur van Roosdaal en Pro Natura vzw in het kader van het project "Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen" te verlengen voor de periode 2020 tot en met 2025

 

Argumentatie / motivering

          de bestaande samenwerkingsovereenkomst loopt nog tot 31 december 2019

          het provinciebestuur van Vlaams-Brabant voorziet een opvolging voor deze samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2020 tot en met 2025

          de nieuwe samenwerkingsovereenkomst heeft algemeen tot doel de uitvoering van gemeentelijke natuurprojecten door middel van sociale tewerkstelling

          de "Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen" kunnen als sterk instrument beschouwd worden voor het realiseren van een klimaatbestendig en biodivers landschap via versterking van robuuste groen-blauwe netwerken in de open ruimte en een groen-blauwe dooradering tot in de bebouwde ruimte

          via de samenwerkingsovereenkomst wordt jaarlijks een vooraf afgesproken actieprogramma uitgevoerd op basis van een gegarandeerd urenpakket

          er wordt voorgesteld opnieuw in te schrijven voor 2 VTE (voltijdse equivalenten) wat neerkomt op 2.900 uren per jaar

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 680 - groene ruimte.

De geraamde uitgave

- voor het jaar 2020 bedraagt 2 x 34.210,00 euro (exclusief BTW)

= 68.420,00 euro (exclusief BTW)

- voor het jaar 2021 bedraagt 2 x 35.578,00 euro (exclusief BTW)

= 71.156,00 euro (exclusief BTW)

- voor het jaar 2022 bedraagt 2 x 37.002,00 euro (exclusief BTW)

= 74.004,00 euro (exclusief BTW)

- voor het jaar 2023 bedraagt 2 x 38.482,00 euro (exclusief BTW)

= 76.964,00 euro (exclusief BTW)

- voor het jaar 2024 bedraagt 2 x 40.021,00 euro (exclusief BTW)

= 80.042,00 euro (exclusief BTW)

- voor het jaar 2025 bedraagt 2 x 41.622,00 euro (exclusief BTW)

= 83.244,00 euro (exclusief BTW).

De te ontvangen subsidie (door de Vlaamse regering vastgestelde compensatie aan verschillende actoren en aan gemeenten voor milieugerelateerde taken uitgevoerd door doelgroepwerknemers) geraamd op minimaal 11.329,50 euro per jaar, zonder herziening, werd voorzien in het beleidsveld 0390 - overige milieubescherming.

Het visum van de financieel beheerder is gunstig, onder voorbehoud van de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad beslist deel te nemen aan het project "Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen 2020-2025".

 

Artikel 2. - Er wordt opnieuw ingeschreven op een urenbudget van 2.900 uren, wat overeenkomt met 2 VTE (voltijdse equivalenten), per jaar.

 

Artikel 3. - De maximale bijdrage ten laste van de gemeente bedraagt 68.420,00 (exclusief BTW) voor het jaar 2020, 71.156,00 euro (exclusief BTW) voor het jaar 2021, 74.004,00 euro (exclusief BTW) voor het jaar 2022, 76.964,00 euro (exclusief BTW) voor het jaar 2023, 80.042,00 euro (exclusief BTW) voor het jaar 2024 en 83.244,00 euro (exclusief BTW)

voor het jaar 2025.

 

Artikel 5. - Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, Provincieplein 1 te 3010 Leuven.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Personeel: omschrijving van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' - goedkeuring

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur stelt:

          Artikel 57 2de lid: De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen (….) en de op basis van artikel 56, § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de gemeenteraad voor (…) het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan (…), kunnen evenwel niet aan de algemeen directeur worden toevertrouwd. (…)

          Artikel 125 §3 5° : de algemeen directeur aan het hoofd blijft staan van het gemeentepersoneel, vermeld in artikel 140, en bevoegd is voor het dagelijkse personeelsbeheer

          Artikel 170: De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst

          rechtspositieregeling van de gemeente

          arbeidsreglement van de gemeente

          naast het vrijwilligerswerk ook de toelating tot het verrichten van stage, begeleid werk en prestaties in het kader van 'alternatieve gerechtelijke maatregelen, alle onbezoldigd, onder het dagelijks personeelsbeheer kunnen gecatalogeerd worden

 

Argumentatie / motivering

          het is aangewezen dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het begrip dagelijks personeelsbeheer omschrijft. Hierbij dient dit begrip op een zo éénvormige manier te worden omschreven voor de personeelsleden van de de gemeente en het OCMW. Het begrip dagelijks personeelsbeheer dient zo te omschreven worden dat de administratie op een correcte en snelle manier kan omspringen met de personeelsaangelegenheden.

          de lijst van wat onder dagelijks personeelsbeheer valt, wordt als volgt bepaald:

a.      individueel personeelsbeheer:

          opmaak functiebeschrijvingen

          opdrachthouderschap

          toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel

          verlofaanvragen en aanvragen dienstvrijstellingen

          loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen

          opdracht permanentieplicht

          toestemming tot verrichten van vrijwilligerswerk, stage, begeleid werk en gemeenschapsdienst (onbezoldigd)

          de individuele weddevaststelling met inbegrip van de overname van anciënniteiten en de beslissing over de duur van in aanmerking komende diensten in de overheid, in de privé sector, als zelfstandige of in het onderwijs, binnen de grenzen vastgelegd door de raden in de rechtspositieregeling en de aanstellende overheid bij de vacantverklaring

          maatregelen van inwendige orde: dit zijn maatregelen om de goede werking van de dienst te verbeteren of te verzekeren bv. een reorganisatie of de uitoefening van het hiërarchisch gezag

b.      individuele toepassingen van de bepaling met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke:

          individuele opvolging van de evaluatie

          vormingsaanvragen

          concrete invulling van het recht en de plicht op vorming, onder voorbehoud van wat de raad, of na delegatie, het uitvoerend orgaan, in het vormingsreglement bepaalt

c.      toepassing van de rechtspositieregeling voor het personeel:

          de evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad bepaalde termijnen

          dienstroosters opmaken en prestaties noteren

          vergoedingen voor reiskosten in het kader van dienstreizen

          andere taken bepaald en toegewezen aan de algemeen directeur in de rechtspositieregeling

d.      collectief personeelsbeheer

          vastleggen van dienstvrijstellingen

          vaststellen van het aantal personeelsleden met een arbeidshandicap, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, dat overeenkomst met ten minste 2% van het totaal aantal personeelsleden (in vte) in het bestuur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2015 'uitbreiding omschrijving begrip dagelijks personeelsbeheer' wordt opgeheven.

 

Artikel 2. - De lijst van wat onder dagelijks personeelsbeheer valt, wordt als volgt omschreven:

a.   individueel personeelsbeheer:

       opmaak functiebeschrijvingen

       opdrachthouderschap

       toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel

       verlofaanvragen en aanvragen dienstvrijstellingen

       loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen

       opdracht permanentieplicht

       toestemming tot verrichten van vrijwilligerswerk, stage, begeleid werk en gemeenschapsdienst (onbezoldigd)

       de individuele weddevaststelling met inbegrip van de overname van anciënniteiten en de beslissing over de duur van in aanmerking komende diensten in de overheid, in de privé sector, als zelfstandige of in het onderwijs, binnen de grenzen vastgelegd door de raden in de rechtspositieregeling en de aanstellende overheid bij de vacantverklaring

       maatregelen van inwendige orde: dit zijn maatregelen om de goede werking van de dienst te verbeteren of te verzekeren bv. een reorganisatie of de uitoefening van het hiërarchisch gezag.

b.   individuele toepassingen van de bepaling met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke:

       individuele opvolging van de evaluatie

       vormingsaanvragen

       concrete invulling van het recht en de plicht op vorming, onder voorbehoud van wat de raad, of na delegatie, het uitvoerend orgaan, in het vormingsreglement bepaalt

c.    toepassing van de rechtspositieregeling voor het personeel:

       de evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad bepaalde termijnen

       dienstroosters opmaken en prestaties noteren

       vergoedingen voor reiskosten in het kader van dienstreizen

       andere taken bepaald en toegewezen aan de algemeen directeur in de rechtspositieregeling

d.   collectief personeelsbeheer

       vastleggen van dienstvrijstellingen

       vaststellen van het aantal personeelsleden met een arbeidshandicap, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, dat overeenkomst met ten minste 2% van het totaal aantal personeelsleden (in vte) in het bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gezamenlijk organogram gemeente en OCMW - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 30 april 2009 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aangepaste versie van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en latere wijzigingen

          het raadsbesluit van 17 mei 2011 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel en latere wijzigingen

          het gemeenteraadsbesluit van 31 mei 2018 houdende aanpassing personeelsformatie en organogram

          de raadsbeslissing van 23 februari 2016 betreffende goedkeuring wijziging personeelsformatie en organogram

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 zoals gewijzigd

 

Argumentatie / motivering

          overeenkomstig artikel 161 van het decreet lokaal bestuur stellen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast

          het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden

          gezamenlijk houdt in dat elke raad afzonderlijk een beslissing moet nemen en dit elk voor de eigen organisatie

          het organogram werd voorgelegd aan het gemeenschappelijk MAT en aan het schepencollege en werd in consensus positief geadviseerd

          met de invoering van het Decreet Lokaal Bestuur is vanaf 1 januari 2019 de personeelsformatie niet langer een verplichting

 

Adviezen

          het advies van 9 december 2019 van het hoog overlegcomité

 

 

Financiële weerslag / visum

In de meerjarenplanning worden de nodige kredieten voorzien om de personeelskosten van alle personeelsleden vermeld in het organogram te werk te stellen.

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Koenraad Muyldermans (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
6 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA) en Jean Timmermans (N-VA).
 

Artikel 1. - Het voorliggend gezamenlijk organogram van de gemeente en het OCMW Roosdaal wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2. - Alle voorgaande besluiten betreffende personeelsformatie en organogram worden opgeheven.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Gemeentepersoneel: permanentieregeling - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 26 februari 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aanpassing van het arbeidsreglement

          het besluit van 30 november 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aangepaste versie van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel

 

Juridische gronden

          de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector

          het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (in het bijzonder artikel 148 en 149)

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

 

Argumentatie / motivering

          bij de algemene aanpassing van het arbeidsreglement in 2020 zal dit permanentiereglement geïntegreerd worden in de bijlagen van het arbeidsreglement

          door de permanentieregeling zal er steeds duidelijkheid zijn over het eerste aanspreekpunt bij de gemeentelijke technische dienst in geval van noodwendigheden buiten de werkuren, waardoor sneller en efficiënter zal kunnen tussengekomen worden

          door de permanentieregeling zal het systeem van de verstoringstoelagen minder moeten toegepast worden

 

Adviezen

          het advies van 9 december 2019 van het hoog overlegcomité

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit wordt voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, onder de beleidsvelden van de verschillende diensten.

De geraamde uitgave bedraagt 35.037,89 euro op jaarbasis.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De gemeenteraad keurt het reglement op de permanentieregeling goed, als volgt:

 

----------------------

 

Artikel 1. – Er wordt een permanentietoelage ingesteld voor de personeelsleden die door het hoofd van het personeel (na samenspraak met de hiërarchische overste(n) ) worden aangewezen om zich buiten de normale diensturen thuis beschikbaar te houden voor interventies.

De algemeen directeur, adjunct algemeen directeur en de financieel directeur komen niet in aanmerking voor deze permanentietoelage.

 

Artikel 2. – De permanentietoelage wordt voorzien als volgt:

       weekend: van vrijdag 12.45 uur tot maandag 07.45 uur (67.00 uur);

       feestdag in de week: van vorige werkdag 16.30 uur tot volgende werkdag 07.45 uur (39.15 uur);

       in de werkweek: na de werkuren;

       winterperiode (1 november – 31 maart):

       geen voorspelde wintertoestand = gewone regeling;

       bij de afkondiging van “code oranje” door het KMI (https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg ) wordt het aantal medewerkers in de permanentieregeling in overleg met de dienst planning verhoogd volgens de te verwachten noden;

       buiten de winterperiode kan in overleg met de dienst planning en in functie van verwachte noodwendigheden (bvb. groot evenement, aangekondigd noodweer, …) het aantal medewerkers in de permanentieregeling verhoogd worden of een permanentie ingesteld worden op weekdagen.

 

Artikel 3. – Behoudens bij de in artikel 2 vermelde uitzonderingen, wordt de permanentie waargenomen door 1 personeelslid.

 

Artikel 4. –  De personeelsleden in permanentie buiten hun gewone uurrooster ontvangen een permanentietoelage gelijk aan 2,01 euro bruto (gekoppeld aan gezondheidsindex).

 

Artikel 5. – Wanneer een personeelslid tijdens zijn permanentie effectief aan het werk gaat, stopt de permanentietoelage en beginnen de dienstprestaties te lopen voor minimaal 2 uur volgens de regeling van de meeruren / inhaalrust, zoals voorzien in de rechtspositieregeling.

Na het beëindigen van de dienstprestaties hervat het stelsel van de permanentie met toepassing van de permanentietoelage.

De regeling voor meeruren/inhaalrust omvat:

        weekdagen 6-22 uur: 1 uur gepresteerd = 1 uur inhaalrust;

        weekdagen 22-6 uur : 1 uur gepresteerd = 1 uur inhaalrust + 25% loontoeslag;

        zaterdag : 1 uur gepresteerd = 1 uur inhaalrust + 50% loontoeslag + ev. 25% voor nachtprestaties;

        zon- en feestdag : 1 uur gepresteerd = 1 uur inhaalrust + 100% loontoeslag + ev. 25% voor nachtprestaties.

 

De loontoeslagen voor nachtprestaties en voor prestaties op zaterdag, zondag en feestdagen zijn niet van toepassing op de personeelsleden van niveau A (wel de inhaalrust).

 

Artikel 6. – Wanneer het personeelslid in permanentie andere collega’s moet oproepen die niet in permanentie zijn, wordt voor hen het principe van de dringende oproep gehanteerd ( inhaalrust + verstoringstoelage van 4 keer het bruto uurloon).

 

Artikel 7. - Als er een risico bestaat op gladheid of sneeuw en de medewerker in permanentie voert tijdens de nacht een controle uit om in te schatten of de strooidienst moet worden opgestart of niet, wordt hiervoor forfaitair 1 uur compensatie toegekend per controle en zonder dat de permanentietoelage hiervoor wordt onderbroken.

 

Artikel 8. – De verplaatsingen van en naar de werkplek naar aanleiding van een oproep tijdens de permanentie worden aanzien als woon-werkverkeer volgens de algemene regels.

 

Artikel 9. - Tijdens de permanentie beschikt het personeelslid uiteraard vrij over zijn tijd maar hij moet wel de nodige maatregelen treffen om binnen maximaal 30 minuten aanwezig te zijn op de werkplek.

 

----------------------

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2019

 

Informatieveiligheid: samenwerkingsovereenkomst dienstverlening "functionaris voor gegevensbescherming (FG)" tussen gemeente Roosdaal en Haviland - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het gegeven dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming op datum van 24 mei 2016 in werking is getreden en, overeenkomstig haar artikel 99, 2, met ingang van 25 mei 2018 effectief van toepassing is

          het besluit van 26 april 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de overeenkomst "exclusieve dienstverlening" tussen de gemeente Roosdaal en Haviland Intercommunale met betrekking tot de informatieveiligheid en ter beschikking stelling van een Data Protection Officer (DPO)

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen

          het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur

          de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming (Publ.blad, L 119, 4.5.2016, pp. 1-88))

          het Vlaams decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer

          het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer

 

Argumentatie / motivering

          de thans van kracht zijnde statuten van Haviland zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 23 april 2019

          overeenkomstig artikel 4 van haar statuten heeft Haviland tot doel haar deelnemers bij te staan bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, door de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en door de ontwikkelingsinitiatieven in het belang van de groep van de aangesloten gemeenten en de regio ervan te nemen en/of te bestendigen binnen bepaalde beleidsdomeinen, waaronder informatieveiligheid; dat deze dienstverlening volgens artikel 5 van deze statuten onder meer de vorm kan aannemen van diensten voor één of meer deelnemers waarvoor exclusiviteit verleend wordt en dit op basis van een kosten- en expertisedelend principe

          de verplichting in hoofde van de gemeente Roosdaal om, overeenkomstig artikel 37, 1°, a) AVG en artikel 9 van het Vlaams decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, over te gaan tot de aanduiding van een functionaris voor gegevensbescherming

          het feit dat deze functie overeenkomstig artikel 37, 3° en 6°, van de AVG op grond van een dienstverleningsovereenkomst kan verricht worden

          de mogelijkheid van Haviland om, conform hogervermelde statuten, diensten te leveren in het belang van de aangesloten gemeenten, dit onder meer inzake informatieveiligheid, en het feit dat de aanstelling en het ter beschikking stellen door Haviland aan de gemeente Roosdaal van een Functionaris Voor Gegevensbescherming (FG) ontegensprekelijk als een dergelijke dienst dient beschouwd te worden

          dat de gemeente als deelnemer van de dienstverlenende vereniging Haviland in de mogelijkheid is om een beroep te doen op deze diensten van de vereniging, alsook diensten in exclusiviteit kan geven aan Haviland

          dat aldus, voor de vereiste aanduiding van een Functionaris voor Gegevensbescherming (FG), een beroep zal worden gedaan op een personeelslid van Haviland

          dat de aanduiding van een personeelslid van Haviland als FG voor de gemeente Roosdaal een in exclusiviteit toegewezen dienst is, waarbij de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, indien ze deze niet in eigen beheer wenst uit te voeren, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van Haviland

          dat de gemeente aldus kan kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op Haviland, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch uitdrukkelijk afziet van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de overeenkomst, te laten uitvoeren door derden

          dat voor de uitvoering van deze exclusieve taken zal worden gewerkt overeenkomstig de in bijlage toegevoegde overeenkomst

          dat deze overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur

 

Adviezen

          de overeenkomst wijzigt inhoudelijk niets aan de inhoud van de reeds bestaande samenwerking (behalve aanpassing van uurtarief van 77,00 euro naar 79,00 euro), de vernieuwing is het louter gevolg van de statutaire hernieuwing van Haviland Intercommunale

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2020 en volgende.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0119 - actie gelijkblijvend beleid.

De geraamde uitgave bedraagt 8.412,00 euro (inclusief 21% BTW) (11 maand x 8uur/maand x 95,60 euro/uur).

Het visum van de financieel directeur is gunstig.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De volgende diensten worden in exclusiviteit toegekend aan de dienstverlenende vereniging Haviland, en dit voor onbepaalde duur met ingang van 11/11/2019: aanwijzing van een personeelslid van Haviland als Functionaris Voor Gegevensbescherming (FG) van de gemeente zoals bedoeld in de artikelen 37-39 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, artikel 9 van het Vlaams decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer en het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer.

 

Artikel 2. - De uitvoering van deze exclusieve diensten gebeurt middels ondertekening van een overeenkomst als volgt:

 

----------------------

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST DIENSTVERLENING

AANWIJZING VAN EEN FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING (FG)

TUSSEN DE GEMEENTE ROOSDAAL EN HAVILAND

 

Tussen enerzijds,

 

De gemeente Roosdaal, zoals vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoren gevestigd te 1760 Roosdaal, Losstraat 163, vertegenwoordigd in de persoon van de heer Wim Goossens, burgemeester, en mevrouw Emma Van der Maelen, algemeen directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2019

 

hierna genoemd ‘de opdrachtgever’

 

en anderzijds,

 

Haviland intercommunale - Intergemeentelijk Samenwerkingsverband voor de Ruimtelijke Ordening en de Economische-Sociale Expansie van het Arrondissement Halle-Vilvoorde, met maatschappelijke zetel te 1731 Zellik-Asse, Brusselsesteenweg 617, vertegenwoordigd door de heer Walter De Donder, voorzitter, en de heer Jan Erkelbout, ondervoorzitter, handelend in uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur van 23 april 2019.

 

hierna genoemd ‘Haviland’

 

samen genoemd ‘partijen’

 

wordt overeengekomen hetgeen volgt:

 

Artikel 1: VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST

 

§1.Conform het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna genoemd ‘Decreet Lokaal Bestuur’) en overeenkomstig artikel 4 van haar statuten heeft Haviland tot doel “haar deelnemers bij te staan bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, door de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en door de ontwikkelingsinitiatieven in het belang van de groep van de aangesloten gemeenten en de regio ervan te nemen en/of te bestendigen” binnen bepaalde beleidsdomeinen.

 

§2. In het kader van deze dienstverlening geeft de opdrachtgever aan Haviland de volgende opdracht:

 

AANDUIDING VAN EEN FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING (FG) en alle technische, administratieve, juridische of andere ondersteuning die eventueel nodig zou blijken in dit kader.

 

§3.Onderhavige overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2:TOEWIJZING EN AANVAARDING VAN DE OPDRACHT

 

§1.De toewijzing en aanvaarding van deze opdracht gebeuren onder voorwaarde van een positieve beslissing daaromtrent door de bevoegde beslissingsorganen van Haviland en de opdrachtgever. De opdrachtgever bezorgt Haviland een kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de toewijzing.

 

§2.In geval van toewijzing door de opdrachtgever wordt de aanvaarding van de opdracht geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van het beslissingsorgaan van Haviland. Het beslissingsorgaan van Haviland kan de eigenlijke aanvaarding van de opdracht steeds weigeren, in geval van schending van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van Haviland of van bepalingen uit onderhavige samenwerkingsovereenkomst, voor zover daarvan niet overeenkomstig art. 4, §1 is afgeweken. Haviland bezorgt de opdrachtgever kopie van het door haar beslissingsorgaan genomen besluit dienaangaande.

 

§3. De toewijzing van de opdracht door de opdrachtgever aan Haviland is niet onderworpen aan de wetgeving overheidsopdrachten, op grond van de in-house-vrijstelling overeenkomstig art. 30 van de Wet Overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

 

Op eventuele in opdracht van Haviland als aanbestedende overheid door derden uit te voeren leveringen, diensten of werken is de wetgeving overheidsopdrachten wel onverkort van toepassing, dit zowel wat betreft de plaatsing als de uitvoering van de opdracht.

 

Artikel 3: OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT:

 

§1. De Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming (Publ.blad, L 119, 4.5.2016, pp. 1-88), hierna genoemd de ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’ oftewel afgekort de ‘AVG’) is op 24 mei 2016 in werking getreden en overeenkomstig haar artikel 99, 2. met ingang van 25 mei 2018 van toepassing.

 

Overeenkomstig artikel 37, 1°, a) AVG en artikel 9 van het Vlaams decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna genoemd ‘het decreet’) is de opdrachtgever er, in haar hoedanigheid van overheidsinstantie, toe gehouden om een FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING aan te duiden. Deze functie kan, overeenkomstig artikel 37, 3° en 6°, van de AVG, door een personeelslid van Haviland worden uitgeoefend.

 

§2.De heer Roman De Schrijver, personeelslid van Haviland, wordt voor de opdrachtgever aangeduid als FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING (hierna ‘FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING’ ofwel afgekort ‘FG’ genoemd) zoals bedoeld in het AVG en het decreet.

 

Ten einde de continuïteit van de dienstverlening te garanderen kan elk personeelslid van het team van FUNCTIONARISSEN VOOR GEGEVENSBESCHERMING van Haviland dat aan alle geldende eisen van de AVG en het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer (hierna genoemd ‘het BVR’) voldoet onder de verantwoordelijkheid van de hierboven aangeduide FG de taken van de FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING op zich nemen en uitvoeren voor de opdrachtgever.

 

De verschillende verplichtingen die hiermee gepaard gaan en die voortvloeien uit het van toepassing zijnde regelgevende kader, worden verder gedetailleerd in onderhavige overeenkomst.

 

§3.De FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING zal de in onderhavige overeenkomst opgenomen taken in functie van de noodwendigheden uitoefenen waar dit nodig is, hetzij in de kantoren van Haviland, hetzij ter plaatse bij de opdrachtgever.

 

De FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING staat principieel enkel tijdens de kantooruren ter beschikking van de opdrachtgever.

 

Afhankelijk van de noodwendigheid of hoogdringendheid kunnen in onderling overleg tussen Haviland, de opdrachtgever en de FG bijkomende en/of aangepaste tijdstippen van beschikbaarheid overeengekomen worden.

 

Haviland zal alle prestaties die de FG uitvoert voor de opdrachtgever op nauwkeurige wijze bijhouden en hiervan een overzicht bieden aan de opdrachtgever bij facturatie van de prestaties.

 

In geval van ziekte of van ongeval moet Haviland de opdrachtgever hiervan dezelfde dag in kennis stellen.

 

§4.De opdrachtgever verbindt zich ertoe voor de hierna vermelde ondersteunende diensten, indien de opdrachtgever deze niet in eigen beheer wenst uit te voeren, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van Haviland. De opdrachtgever ontzegt zichzelf dus niet het recht zelfstandig de opdracht uit te voeren in eigen beheer. De opdrachtgever ziet echter wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

 

Haviland aanvaardt om deze diensten uit te voeren in opdracht van de opdrachtgever volgens de modaliteiten omschreven in deze samenwerkingsovereenkomst.

 

Artikel 4: ALGEMENE BEPALINGEN BIJ DE UITVOERING VAN DE OPDRACHT:

§1. Inspanningen: Haviland levert alle redelijke inspanningen om de haar toegewezen opdracht volledig en correct uit te voeren.

 

§2.Toepassing en afwijking van de samenwerkingsovereenkomst: de realisatie van Haviland van de hierboven vermelde opdracht is steeds onderworpen aan de bepalingen van onderhavige samenwerkingsovereenkomst. De eventuele nietigheid van één of meer bepalingen van deze samenwerkingsovereenkomst doet geen afbreuk aan de overige bepalingen. Partijen verbinden zich ertoe om in onderling overleg en overeenkomstig de doelstellingen van partijen de nietige bepalingen desgevallend te vervangen.

Van de samenwerkingsovereenkomst kan in onderling akkoord tussen de opdrachtgever en Haviland worden afgeweken overeenkomstig de bepalingen van artikel 8. In voorkomend geval worden de afwijkingen van de samenwerkingsovereenkomst opgenomen in een addendum, dat voorafgaand aan de inwerkingtreding dient goedgekeurd te worden door het bevoegde beslissingsorgaan van de opdrachtgever en het bevoegde beslissingsorgaan van Haviland.

§3.Samenwerking – overleg – informatie – besluitvorming: gedurende de gehele realisatie van de opdracht werken partijen en hun aangestelden op constructieve en loyale wijze samen met elkaar, alsook met derden (bv. aannemers) die betrokken worden bij de realisatie van de opdracht. Partijen plegen hierbij zoveel als nodig onderling overleg en wisselen steeds en onverwijld alle informatie uit waarover zij beschikken en die relevant kan zijn voor de realisatie van de opdracht.

Haviland en de opdrachtgever laten de voor de realisatie van de opdracht noodzakelijke beslissingen van hun bevoegde beslissingsorganen binnen een zo kort mogelijke termijn nemen en communiceren deze zonder uitstel aan de andere partij.

§4.Communicatie – contactpersoon: voor de realisatie van de opdracht functioneert de FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING namens Haviland als contactpersoon ten aanzien van de opdrachtgever.

Gedurende de gehele realisatie van de opdracht verlopen de formele contacten tussen Haviland en de opdrachtgever via de FG. Hij is verantwoordelijk voor de voortgang en kwaliteit van de opdracht en de coördinatie binnen Haviland.

Alle communicatie tussen partijen met betrekking tot de uitvoering van de opdracht verloopt uitsluitend in het Nederlands en bij voorkeur schriftelijk via e-mail op het adres van de FG. Eventuele ingebrekestellingen en andere officiële kennisgevingen zullen steeds aangetekend gebeuren op het adres van de maatschappelijke zetel van Haviland.

§5.Documenten - producten: alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld en worden zoveel mogelijk digitaal ter beschikking gesteld. Enkel het eindresultaat kan worden geleverd op vaste drager, indien relevant en op vraag van de opdrachtgever. Bijkomende exemplaren worden aangerekend aan de reële kostprijs.

§6.Gegevensbescherming: tussen partijen wordt een afzonderlijke overeenkomst gesloten met betrekking tot gegevensbescherming en de verwerking van persoonsgegevens, welke onverkort van toepassing is.

§7.Eigendomsrecht: de resultaten en producten van de opdracht zijn eigendom van de opdrachtgever en Haviland, waarover beide partijen vrij mogen beschikken.

 

Artikel 5: DUUR, SCHORSING EN BEËINDIGING VAN DE OVEREENKOMST

 

§1.Onderhavige overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en gaat in op 11 november 2019

 

§2.Partijen kunnen de overeenkomst ten allen tijde schorsen in onderling overleg. Deze schorsing wordt door Haviland en het bevoegde beslissingsorgaan van de opdrachtgever schriftelijk bevestigd, met vermelding van de duurtijd en de modaliteiten van de schorsing. Met inachtneming van de in artikel 4 vermelde principes overleggen Haviland en de opdrachtgever voorafgaand aan de schorsing over deze modaliteiten. De opdrachtgever bezorgt Haviland tevens een kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de schorsing.

 

Daarnaast kan Haviland de overeenkomst ten allen tijde eenzijdig schorsen in geval van schending door de opdrachtgever van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van Haviland of van onderhavige samenwerkingsovereenkomst voor zover daarvan niet conform artikel 4, §2 is afgeweken. Haviland geeft hiervan onverwijld en aangetekend kennis aan de opdrachtgever, met opgave van de redenen van de schorsing. Indien hieraan niet geremedieerd wordt binnen de door Haviland opgegeven termijn, kan Haviland overgaan tot verlenging van de schorsing, dan wel eenzijdige opzegging van de overeenkomst. Haviland bezorgt de opdrachtgever kopie van het door haar beslissingsorgaan genomen besluit over de schorsing of opzegging.

 

§3.Partijen kunnen de overeenkomst ten allen tijde opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, welke een aanvang neemt bij de kennisgeving van de opzegging aan de andere partij.

 

De schriftelijke en aangetekende kennisgeving wordt vergezeld van een kopie van het besluit van het bevoegde beslissingsorgaan van de opdrachtgever, dan wel het beslissingsorgaan van Haviland, aangaande de opzegging.

 

Daarnaast kan Haviland de overeenkomst ten allen tijde eenzijdig en zonder opzegtermijn opzeggen in geval van schending door de opdrachtgever van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van Haviland of van onderhavige samenwerkingsovereenkomst voor zover daarvan niet conform artikel 4, §2 is afgeweken. Haviland geeft hiervan onverwijld en aangetekend kennis aan de opdrachtgever, met opgave van de redenen van de opzegging. Haviland bezorgt de opdrachtgever kopie van het door haar beslissingsorgaan genomen besluit over de opzegging.

 

§4.In geval van schorsing om redenen te wijten aan de opdrachtgever wordt de overeenkomstig artikel 7 totale minimale verschuldigde kwartaalprijs – tenzij er reeds bijkomende uren werden gepresteerd, in welk geval de reële kwartaalvergoeding verschuldigd is - vermeerderd met alle kosten die ontstaan naar aanleiding van de schorsing en van de heropstart na schorsing. Desgevallend wordt hiervan melding gemaakt in §2, eerste lid vermelde schriftelijke bevestiging.

 

In geval van opzegging door de opdrachtgever betaalt deze de overeenkomstig artikel 7 bepaalde prijs voor de door Haviland geleverde prestaties gedurende de opzegtermijn.

 

Bovendien heeft Haviland te allen tijde recht op de betaling door de opdrachtgever van alle in het raam van deze opdracht gemaakte en geleden kosten en alle eventuele kosten welke zouden ontstaan naar aanleiding van de opzegging.

 

Een schorsing of opzegging door Haviland kan geen bijkomende kosten of recht op vergoedingen in hoofde van de opdrachtgever meebrengen.

 

§5.Partijen kunnen in onderling overleg afwijken van de bepalingen in §4.

 

§6.Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat Haviland bij de eventuele beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen Haviland en de FG en langdurige ziekte van de FG een ander personeelslid in de plaats zal stellen en dienvolgens belasten met de uitvoering van de in onderhavige overeenkomst beschreven opdracht.

 

De contactgegevens van dit personeelslid worden opgenomen in een annex bij deze overeenkomst.

 

Haviland verbindt zich ertoe om in voorkomend geval:

 

a)overeenkomstig artikel 37, 7°, van de AVG en artikel 2, eerste lid BVR de toezichthoudende instantie in te lichten van deze vervanging en voornoemde instantie de nodige contactgegevens van de vervanger mede te delen;

b)overeenkomstig artikel 37, 5°, van de AVG en artikel 1 BVR er nauwgezet op toe te zien dat de vervanger wordt aangewezen op grond van zijn professionele kwaliteiten en, in het bijzonder, zijn deskundigheid op het gebied van de wetgeving en de praktijk inzake gegevensbescherming en zijn vermogen om de in artikel 39 van de AVG bedoelde taken te vervullen;

c)de opdrachtgever in ieder geval tijdig en schriftelijk te informeren betreffende de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de eerder aangestelde FG alsook van de identiteit en de contactgegevens van diens vervanger en een zekere continuïteit in de dienstverlening te verzekeren;

d)alle overige wettelijke verplichtingen betreffende de aanstelling van een FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING, ook in het kader van de vervanging van de eerder aangestelde FG, strikt in acht te nemen.

 

In afwijking van §3 kan de opdrachtgever in voorkomend geval binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de onder punt c) vermelde kennisgeving overgaan tot eenzijdige opzegging van de overeenkomst teneinde zelf een FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING aan te stellen, conform de geldende reglementering en wetgeving.

 

§7.De FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING kan overeenkomstig artikel 38, derde lid AVG en artikel 8 BVR niet uit zijn functie worden ontheven wegens meningen die hij uit of daden die hij stelt om zijn functie goed uit te oefenen.

 

Artikel 6: TAAKOMSCHRIJVING VAN DE FG

 

§1.De FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING vervult minimaal de in artikel 39 AVG en artikel 3 BVR vermelde taken en opdrachten.

 

Aldus zal de FG overeenkomstig artikel 39, 1. AVG:

 

          de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de werknemers die verwerken, informeren en adviseren over hun verplichtingen uit hoofde van de AVG en andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevens-beschermingsbepalingen;

          toezien op naleving van de AVG, van andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen en van het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de toewijzing van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van het bij de verwerking betrokken personeel en de betreffende audits;

          desgevraagd advies verstrekken  met  betrekking tot de gegevens-beschermingseffectbeoordeling en toezien op de uitvoering daarvan in overeenstemming met artikel 35 AVG;

          met de toezichthoudende autoriteit samenwerken;

          optreden als contactpunt voor de toezichthoudende autoriteit inzake met verwerking verband houdende aangelegenheden, met inbegrip van de in artikel 36 AVG bedoelde voorafgaande raadpleging, en, waar passend, overleg plegen over enige andere aangelegenheid.

 

Overeenkomstig artikel 3 BVR is de FG er tevens voor verantwoordelijk:

 

           adviezen en aanbevelingen te verstrekken aan de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur bij de opdrachtgever, over alle aspecten op het vlak van de informatieveiligheid;

          voor de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur bij de opdrachtgever een veiligheidsplan voor een termijn van drie jaar op te stellen, met vermelding van de middelen op jaarbasis die volgens hem vereist zijn om het plan uit te voeren. Dat plan wordt minstens één keer per jaar met de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur bij de opdrachtgever besproken en zo nodig aangepast. De verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur beslist over de in te zetten middelen. Het veiligheidsplan wordt beschouwd als een advies als vermeld in artikel 39, lid 1, a), van de algemene verordening gegevensbescherming;

          jaarlijks een verslag zoals bedoeld in artikel 3, 3° BVR op te stellen voor de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur bij de opdrachtgever;

          opdrachten uit te voeren die de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur bij de opdrachtgever hem binnen de organisatie heeft toevertrouwd, als dat zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang brengt en als de inhoud en de hoeveelheid van zijn andere opdrachten hem in staat stellen om zijn taken als functionaris voor gegevensbescherming conform de algemene verordening gegevensbescherming te vervullen.

 

De opdrachten van de FG hebben ook betrekking op de bewaring, de verwerking of de uitwisseling van persoonsgegevens die voor rekening van de instantie door derden worden uitgevoerd.

 

Alle betrokkenen zullen met de FG contact kunnen opnemen over alle aangelegenheden die verband houden met de verwerking van hun gegevens en met de uitvoering van hun rechten overeenkomstig de betreffende regelgeving.

 

De FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING is overeenkomstig artikel 6 BVR strikt gehouden tot vertrouwelijkheid.

 

De FG zal zich niet in een situatie van belangenconflict bevinden.

 

§3..Haviland blijft de juridische werkgever van de FG en oefent als enige werkgeversgezag over hem of haar uit. De volledige rechtspositieregeling van Haviland blijft van toepassing op het genoemde personeelslid. Dit houdt onder meer in dat de rechten en plichten, de arbeidsvoorwaarden (arbeids- en rusttijden), aanwerving en ontslag, loonbepaling, promotie, evaluatie en functionering, tucht, ziekte- en vakantieregeling worden bepaald door Haviland.

 

Onverminderd het eerste lid werkt de FG overeenkomstig artikel 9 BVR onder het rechtstreekse functionele gezag van de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur bij de opdrachtgever en in nauwe samenwerking met de andere diensten bij de opdrachtgever welke mee instaan voor de gegevensbescherming.

 

Deze opdrachten beperken zich evenwel tot:

 

          het doen uitvoeren van de in §1 vermelde opdrachten, met dien verstande dat aan de FG geen instructies kunnen worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop deze opdrachten worden uitgevoerd;

          het doen naleven door de FG van de verplichtingen die op de opdrachtgever rusten inzake het welzijn op het werk.

 

Artikel 7:BETALING VAN DE OPDRACHT

 

§1.De prijs van de opdracht welke aan de opdrachtgever gefactureerd wordt bestaat uit de personeelskost, welke berekend wordt op basis van de arbeidsuren die door alle betrokken personeelsleden van Haviland worden gepresteerd naar aanleiding van of in uitvoering van de in artikel 1 vermelde opdracht.

 

Het toepasbare uurtarief (exclusief BTW) voor de personeelsleden wordt daarbij bepaald op 79,00 euro.

 

Dit uurloon is gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz... zijn begrepen in het uurtarief. Aldus worden enkel de effectief gepresteerde uren aangerekend.

 

Op driemaandelijkse basis wordt door Haviland aan de opdrachtgever een detail van de geleverde prestaties en een factuur overgemaakt.

 

De betalingstermijn bedraagt 30 dagen na factuurdatum.

 

De bijgevoegde factuurvoorwaarden van Haviland zijn onverminderd van toepassing.

 

De opdrachtgever kan ten allen tijde een tussentijds overzicht vragen van de te factureren kosten.

 

§2.De opdrachtgever garandeert een afname van minimaal 10 uren per kwartaal in uitvoering van de opdracht. Bij niet afname van deze uren, wordt het saldo gevoegd bij de driemaandelijkse afrekening, a rato van de niet afgenomen uren maal de geïndexeerde kostprijs zoals bepaald onder §1.

 

De door personeelsleden van Haviland ter plaatse bij de opdrachtgever of op een andere locatie buiten de kantoren van Haviland gepresteerde uren worden gepresteerd in blokken van minimaal 2 aansluitende uren. Haviland streeft ernaar de door haar personeelsleden te presteren uren in die zin maximaal te bundelen.

 

§3.Voor de prestaties welke moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 7.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt het uurtarief met 50% verhoogd.

§4.De toekenning via in-house van voornoemde opdrachten aan Haviland heeft onder meer tot gevolg dat er in beginsel, en dit behoudens andersluidend standpunt van de BTW-administratie, op de door de eigen personeelsleden van Haviland geleverde prestaties geen BTW zal worden doorgerekend naar de opdrachtgever toe. Op alle andere prestaties en kosten blijft uiteraard wel BTW verschuldigd.

 

Artikel 8: WIJZIGING VAN HET VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST

 

§1.Partijen kunnen de aard en/of de omvang van de toegewezen opdracht in onderling overleg wijzigen vóór of tijdens de realisatie ervan.

 

§2.Telkens wanneer de opdrachtgever het voornemen heeft om een opdracht te wijzigen, deelt deze dit voornemen onverwijld mee aan Haviland. Haviland en de opdrachtgever overleggen vervolgens over de concrete, inhoudelijke aard, draagwijdte en gevolgen van de door te voeren wijzigingen.

 

§3.Op vraag van de opdrachtgever maakt Haviland desgevallend een bijkomend planproces en geraamde tijdsbesteding omtrent de voorgenomen wijzigingen.

 

§4.Na voormeld overleg beslist het bevoegde beslissingsorgaan van de opdrachtgever over de effectieve wijziging van de opdracht. De opdrachtgever bezorgt Haviland een kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de wijziging.

 

§5.In geval van wijziging wordt de aanvaarding van de wijziging geagendeerd op de agenda van het beslissingsorgaan van Haviland. Het beslissingsorgaan van Haviland kan de aanvaarding van de wijziging steeds weigeren, in geval van schending van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van Haviland of van de overige bepalingen van onderhavige samenwerkingsovereenkomst voor zover daarvan niet conform art. 4, §1 is afgeweken. Haviland bezorgt de opdrachtgever kopie van de door haar beslissingsorgaan genomen besluit dienaangaande.

 

§6.De in artikel 7 vermelde principes omtrent de betaling van de opdrachten zijn onverkort van toepassing, zowel op het vóór de wijziging gerealiseerde deel als op het na de wijziging nog te realiseren deel van de opdracht.

 

Artikel 9:GESCHILLEN OMTRENT DE OVEREENKOMST

 

§1.De opdrachtgever zal Haviland vrijwaren voor alle financiële gevolgen van de eventuele aansprakelijkheid die Haviland ten opzichte van derden zou oplopen bij de realisatie van de opdracht. De opdrachtgever zal op eerste verzoek van Haviland vrijwillig tussenkomen in eventuele gerechtelijke of administratieve procedures die lastens Haviland zouden gevoerd worden in het lader van de uitvoering van de overeenkomst. Alle kosten die door Haviland gemaakt worden in het kader van geschillen omtrent de overeenkomst maken steeds deel uit van de in artikel 7 vermelde opdrachtprijs.

 

§2.Indien tussen Haviland en de opdrachtgever geschillen ontstaan over de uitvoering van de overeenkomst leveren zij – met inachtneming van de in artikel 4 vermelde principes – alle redelijke inspanningen om deze in der minne tot aanvaardbare oplossing te komen, rekening houdend met de wederzijdse gerechtvaardigde belangen.

 

§3.Voor zover ze niet minnelijk zouden kunnen geregeld worden, vallen alle geschillen met derden of met de opdrachtgever over de uitvoering van de overeenkomst onder de toepassing van het Belgisch recht en onder de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel.

 

----------------------

 

Artikel 3. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het uitvoeren van huidige beslissing.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020