Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 25 juni 2020

 

Van 20 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Koenraad Muyldermans, voorzitter

Johan Van Lierde, Herman Claeys, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Johan Linthout, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Wendy Godaert, Christiane Bert, Dirk Evenepoel, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Peggy Bulterijs, Marc Devits, Eline De Vos, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

 

 

 

 

Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 4 juni 2020 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van de notulen van 4 juni 2020

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 4 juni 2020 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering gemeenteraad 4 juni 2020 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van het zittingsverslag van 4 juni 2020

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 4 juni 2020 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Gemeentefinanciën: jaarrekening 2019 - vaststelling

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het ontwerp van jaarrekening 2019 van het lokaal bestuur Roosdaal, deel gemeente en deel OCMW

          de jaarrekening bestaat uit de, bij besluit van de Vlaamse regering en bij ministerieel besluit, opgelegde schema's

          voor wat betreft het deel gemeente:

          de exploitatierekening vertoont een batig saldo van 2.416.951 euro

          de investeringsrekening vertoont een deficitair saldo van -2.419.746 euro

          de liquiditeitenrekening vertoont een deficitair saldo van -812.043 euro

          het budgettaire resultaat van het boekjaar sluit af met een deficitair saldo van -814.838 euro

          door optelling van het gecumuleerd budgettaire resultaat van het vorige boekjaar, 2.246.561 euro, en verminderd met de bestemde gelden op 31 december 2019, 598.410 euro, sluit het resultaat op kasbasis af met een batig saldo van 833.313 euro

          de autofinancieringsmarge bij de jaarrekening 2019 bedraagt 1.638.612 euro en is het saldo van het financieel draagvlak (2.580.053 euro) en de netto periodieke leningsuitgaven (941.440 euro)

          het balanstotaal op 31 december 2019 bedraagt 40.420.059 euro

          de staat van opbrengsten en kosten omvat de volgende totalen:
- kosten: 13.872.839 euro
- opbrengsten: 15.180.287 euro

- het overschot van het boekjaar bedraagt 1.307.448 euro

          de toelichtingen bij de jaarrekening

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 249 §3

          het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd

          het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
7 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA) en Peggy Bulterijs (N-VA).
 

Artikel 1. - Het deel gemeente van de jaarrekening 2019 van het lokaal bestuur Roosdaal, zoals voorgelegd, wordt vastgesteld.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad neemt kennis van de vaststelling van het deel OCMW van de jaarrekening 2019 van het lokaal bestuur Roosdaal.

 

Artikel 3. - Deze jaarrekening, met bijhorende toelichtingen, maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 4. - De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de jaarrekening 2019 van het lokaal bestuur Roosdaal goed.

 

Artikel 2. - Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal, samen met de jaarrekening, binnen de termijn van twintig dagen via het digitaal loket ter goedkeuring naar de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en ter kennisneming naar de Vlaamse regering, worden toegestuurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Rapportering financiën en organisatie 2019 - kennisneming

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing

          De financieel directeur rapporteert over de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, en de evolutie van de budgetten. Daarnaast wordt er gerapporteerd over zijn taak van de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het OCMW met budgettaire en financiële impact. Ten slotte rapporteert de financieel directeur over het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten

          de rapportering financiën en organisatie 2019, opgesteld door de algemeen directeur, mevrouw Emma Van der Maelen en de financieel directeur, de heer Joos Van Droogenbroeck, houdende een globaal overzicht voor het dienstjaar 2019 met betrekking tot de hierboven vermelde onderwerpen

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 176, 177 en 219

 

BESLUIT:

 

Enig artikel. - De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering financiën en organisatie over het dienstjaar 2019.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

AGB Roosdaal: statutenwijziging - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 31 augustus 2007 van de gemeenteraad houdende oprichting en statuten van Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal

          het besluit van 26 januari 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van statutenwijziging van AGB Roosdaal

 

Juridische gronden

          het decreet van 22 december 2017 betreffende het lokaal bestuur

 

Argumentatie / motivering

          een wijziging van de statuten is noodzakelijk gezien de bepalingen van het lokaal bestuur

 

Adviezen

          het besluit van 9 juni 2020 van de raad van bestuur houdende voorstel van statutenwijziging van AGB Roosdaal

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
9 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de onderstaande gecoördineerde tekst van de statuten van Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal:

 

------------

STATUTEN

 

Het bedrijf is onderworpen aan de artikelen 225 tot en met 244 van het decreet van 22 december 2017 betreffende het lokale bestuur, aan de andere toepasselijke wetten, decreten en besluiten, en aan deze statuten voor zover zij niet van voornoemde regelen afwijken.

 

HOOFDSTUK I: NAAM – ZETEL – DOEL – DUUR

 

Art. 1 Vorm en naam

Het autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid draagt de naam Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, afgekort AGB Roosdaal.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal verwerft rechtspersoonlijkheid vanaf de dag van de oprichtingsbeslissing door de gemeenteraad.

 

Art. 2 Zetel

De zetel van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal is gevestigd in het administratief centrum, Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal.

 

Art. 3 Doel

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal heeft als doel de exploitatie van infrastructuren bestemd voor sport, recreatieve, culturele, gemeenschapsvormende, vormings- en administratieve activiteiten alsmede het beheer van een deel van het onroerend goed van de gemeente Roosdaal.

 

Art. 4 Bevoegdheden

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal beslist vrij, binnen de grenzen van haar doel, over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van de lichamelijke en onlichamelijke goederen, over de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en de financiering ervan.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal kan, om de doelstellingen te realiseren, alle handelingen stellen, zo onder meer het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende goederen.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal kan, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op openbare domeingoederen voor zover die rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van die goederen.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal kan andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, als dat past in zijn opdrachten. De oprichting, deelname of vertegenwoordiging mag geen speculatieve oogmerken nastreven en gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving over mededinging en staatssteun en de voorwaarden bepaald in de beheersovereenkomst. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan de voormelde voorwaarden is voldaan. De deelname is onderworpen aan de voorwaarde dat aan AGB  Roosdaal minstens een mandaat van bestuurder wordt toegekend.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf kan gemachtigd worden om in eigen naam en voor eigen rekening over te gaan tot onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

 

Art. 5 Duur

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal wordt opgericht voor onbepaalde duur.

 

Art. 6 Beleids- en samenwerkingsovereenkomsten

§1 Tussen de gemeente en het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal wordt na onderhandeling een beheersovereenkomst gesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal door de raad van bestuur.

 

Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding wordt de beheersovereenkomst gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

 

§ 2. Als bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd. Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na deze verlenging, of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeente na overleg met het bedrijf voorlopige regels vaststellen inzake de in de beheersovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Die voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.

 

§ 3. De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan worden jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad.

 

§ 4. De beheersovereenkomst, evenals elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt verzonden aan de Vlaamse Regering en ter inzage neergelegd op het secretariaat van de gemeente en op het secretariaat van het bedrijf.

 

§ 5. De beheersovereenkomst regelt minstens de volgende aangelegenheden:

1.de concretisering van de wijze waarop het bedrijf zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan;

2.de toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het bedrijf;

3.binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het bedrijf worden toegekend;

4.de voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden verworven en aangewend;

5.de wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur vastgesteld en berekend worden;

6.de gedragsregels inzake dienstverlening door het bedrijf;

7.de voorwaarden waaronder het bedrijf andere personen kan oprichten, erin kan deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;

8.de informatieverstrekking door het bedrijf aan de gemeente;

9.de wijze waarop het bedrijf zal voorzien in een systeem van interne controle;

10.de maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;

11.de omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

 

§ 6. Naast deze beheersovereenkomst, kunnen het bedrijf en de gemeente één of meer concessie-, beleids-, samenwerkings- of andere overeenkomsten of convenanten sluiten met betrekking tot het onderling afstemmen van het beleid van de gemeente en dat van het bedrijf in de relevante beleidsdomeinen en de ermee verbonden activiteiten. Omtrent het beheer van onroerende goederen kunnen het bedrijf en de gemeente één of meer lastgevingsovereenkomsten sluiten.

 

§ 7. De gemeenteraad kan aan het bedrijf middelen, infrastructuur of, mits naleving van de terzake geldende rechtspositieregeling personeel ter beschikking stellen of overdragen.

 

§ 8. Het bedrijf onderhandelt en contracteert met alle bevoegde instanties zowel op internationaal, Europees, federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk en districtsniveau over investeringen, financiële tussenkomsten en alle andere aangelegenheden die zijn doelstellingen raken.

 

HOOFDSTUK II: STRUCTUUR

 

Art. 7 Structuur

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal wordt beheerd door een directiecomité en een raad van bestuur.

 

DE RAAD VAN BESTUUR

 

Art. 8 Samenstelling raad van bestuur

 

§ 1. De raad van bestuur is samengesteld uit maximaal 10 leden, die door de gemeenteraad worden benoemd. Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht. De leden van de raad van bestuur worden benoemd door de gemeenteraad. Elke fractie kan minstens één lid van de raad van bestuur voordragen en dit voordrachtrecht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging in de raad van bestuur.

 

Als de gewaarborgde vertegenwoordiging evenwel afbreuk zou doen aan de mogelijkheid voor de fracties die vertegenwoordigd zijn in het college van burgemeester en schepenen om minstens de helft van de leden van de raad van bestuur voor te dragen wordt er gewerkt met gewogen stemrecht binnen de groep van bestuurders die de fracties voorgedragen hebben.

 

§ 2. Het mandaat van lid van de raad van bestuur is hernieuwbaar. De gemeenteraad kan de leden van de raad van bestuur op elk moment ontslaan. Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt tot volledige vernieuwing van de raad van bestuur overgegaan. In dat geval blijven de leden van de raad van bestuur in functie tot de nieuwe gemeenteraad hen vervangt.

 

§ 3. De raad van bestuur kiest uit zijn leden een voorzitter die deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen van de oprichtende gemeente.

 

Art. 9 Bestuurders – termijn en einde mandaat

 

§ 1. Alle mandaten vallen samen met de duur van een gemeentelijke legislatuur. In elk geval worden de mandaten in de verschillende organen van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal of haar filialen beëindigd op de eerste vergadering van de raad van bestuur die volgt op de installatie van de gemeenteraad.

 

§ 2. De gemeenteraad kan te allen tijde, eigenmachtig en soeverein een bestuurder ontslaan, zonder enige vergoeding te voorzien of te betalen.

 

§ 3. Een lid van de raad van bestuur kan zijn mandaat opzeggen door kennisgeving via aangetekend schrijven aan de gemeenteraad dat zijn ontslag uitdrukkelijk moet aanvaarden. Tenzij het ontslagnemende lid daardoor zelf een aanmerkelijke schade mocht lijden die niet louter financieel van aard is, volbrengt hij zijn mandaat tot de eerstvolgende gemeenteraad die volgt op de kennisgeving. Met aanmerkelijke schade wordt bedoeld een moeilijk te herstellen ernstig nadeel dat elke verdere uitvoering van het mandaat aan het betrokken lid zou berokkenen.

 

§ 4. Indien de raad van bestuur beslist dat het ontslagnemende lid een aanmerkelijke schade zou lijden indien hij zijn mandaat zou verder zetten tot de eerstvolgende gemeenteraad, voorziet de raad van bestuur zelf voorlopig in de vacature tot de eerstvolgende gemeenteraad die volgt op de kennisgeving.

 

§ 5. Bij overlijden, kennelijk onvermogen, faillissement of onbekwaamverklaring van een lid van de raad van bestuur, eindigt diens mandaat en kan de raad van bestuur voorlopig zelf voorzien in de vacature tot de gemeenteraad de definitieve benoeming doet.

 

Art. 10 Bestuurders – vergoeding

Het mandaat van de leden van de raad van bestuur is onbezoldigd. Nochtans kan hen een presentiegeld of een andere vergoeding worden toegekend. De gemeenteraad bepaalt het bedrag van het presentiegeld en andere vergoedingen die worden toegekend, binnen de limieten en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Art. 11 Voorzitterschap

De raad van bestuur kiest onder zijn leden een voorzitter die deel moet uitmaken van het college van burgemeester en schepenen van de oprichtende gemeente. Naast de voorzitter wordt door de raad van bestuur een secretaris verkozen die geen lid van de gemeenteraad dient te zijn.

 

Art. 12 Vergaderingen van de raad van bestuur

De raad van bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter of door vier bestuurders telkens de belangen van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal het vereisen, maar tenminste 2 maal per boekjaar.

 

De oproepingen vermelden plaats, datum, uur en agenda van de vergadering en worden tenminste vijf werkdagen voor de vergadering op digitale wijze of per brief verzonden.

 

Art. 13 Beraadslagingen

De raad van bestuur beraadslaagt in principe op de zetel van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

De raad van bestuur wordt voorgezeten door de voorzitter. Indien de voorzitter verhinderd is, wordt de raad van bestuur voorgezeten door een bestuurder die door de voorzitter daartoe werd aangeduid. Indien geen vervangende voorzitter werd aangeduid zal de oudste in leeftijd, aanwezige bestuurder de raad van bestuur voorzitten.

 

De regelmatigheid van de bijeenroeping kan niet worden betwist als alle bestuurders aanwezig of regelmatig vertegenwoordigd zijn.

 

De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen indien tenminste de helft van zijn leden aanwezig is. Indien dit quorum niet bereikt wordt, kan een nieuwe raad bijeengeroepen worden met dezelfde agenda. Die zal geldig beraadslagen en beslissen indien tenminste twee bestuurders aanwezig zijn.

 

Over punten die niet op de agenda werden vermeld, kan de raad van bestuur slechts geldig beraadslagen mits akkoord van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden.

 

De besluiten van de raad van bestuur worden bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld.

 

In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend; bij geheime stemming evenwel wordt de beslissing verworpen.

 

Indien op een vergadering van de raad van bestuur het vereiste quorum om geldig te beraadslagen is bereikt en één of meer bestuurders zich onthouden, al of niet ingevolge een belangenconflict, worden de besluiten geldig genomen bij meerderheid van de overige aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.

 

Elke bestuurder heeft één stem.

 

Een bestuurder kan zich enkel door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen op de vergadering van de raad van bestuur. Elke bestuurder kan slechts één volmacht krijgen ter vertegenwoordiging van een andere bestuurder op een vergadering. Deze volmacht wordt gevoegd aan de notulen van de vergadering.

 

Art. 14 Een bestuurder mag niet:

1.aanwezig zijn bij de bespreking of stemming over aangelegenheden waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, hebben afgelegd,  met echtgenoten gelijkgesteld;

2.rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten behalve in geval van een schenking aan het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente, behoudens in de gevallen waarbij de bestuurder een beroep doet op een door het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;

3.rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werkzaam zijn in geschillen ten behoeve van het bedrijf. Dit verbod geldt met name ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken;

4.rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werkzaam zijn in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van het bedrijf of ten behoeve van een personeelslid van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal aangaande beslissingen in verband met de tewerkstelling binnen het bedrijf. Dit verbod geldt met name ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken.

 

Art. 15 Notulen

§ 1. De beraadslagingen van de raad van bestuur worden vastgelegd in notulen die door onder de verantwoordelijkheid van de secretaris worden opgesteld en door de voorzitter en secretaris worden ondertekend. Deze notulen worden bewaard op de zetel van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal onder de verantwoordelijkheid van de secretaris. De volmachten worden aan de notulen gehecht. De notulen worden ook ter inzage neergelegd op het secretariaat van de gemeente.

 

§ 2. De afschriften of uittreksels, in rechte of anderszins voor te leggen, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend, of door twee bestuurders. Deze bevoegdheid kan worden opgedragen aan een lasthebber.

 

Art. 16 Bevoegdheden van de raad van bestuur

 

§ 1. Algemeen

De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te stellen om de doelstellingen van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal te verwezenlijken.

 

De raad van bestuur controleert het bestuur van het directiecomité van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

De raad van bestuur kan het verstrekken van bijzondere diensten bij wijze van concessie van openbare dienst toekennen, opdragen of overlaten aan andere publiek- of privaatrechtelijke ondernemingen.

 

Telkens indien de gemeenteraad van Roosdaal hem daartoe verzoekt, brengt de raad van bestuur verslag uit over alle of sommige activiteiten van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal en minstens eenmaal per jaar.

 

De raad van bestuur is bevoegd om binnen de perken van de statuten haar werking nader naar modaliteiten te regelen in een reglement van inwendige orde.

 

§ 2. Personeel

De raad van bestuur beslist over het organogram, het statuut van het personeel en de rechtspositieregeling van het personeel en alle andere personeelsaangelegenheden met betrekking tot het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

Het personeel kan in statutair of contractueel verband worden aangesteld.

 

Overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal kan het autonoom gemeentebedrijf personeel van de gemeente overnemen.

 

De overeenstemmende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is van toepassing op het personeel van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal. De raad van bestuur stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van het autonoom gemeentebedrijf dat verantwoordt. De raad van bestuur stelt de rechtspositieregeling vast van de betrekkingen die niet bestaan binnen de gemeente.

 

§ 3. Overeenkomsten

De raad van bestuur kan eveneens met de gemeente Roosdaal of met derden, natuurlijke of rechtspersonen, dienstverleningsovereenkomsten afsluiten waarbij de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de gemeente Roosdaal of voormelde derden wordt toevertrouwd.

 

§ 4. Bevoegdheidsdelegatie

De raad van bestuur delegeert de volgende bevoegdheden aan het directiecomité:

1° het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel;

2° het dagelijkse bestuur;

3° de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur;

4° de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.

De mogelijkheid bestaat om die toevertrouwde bevoegdheid verder toe te vertrouwen aan personeelsleden van het autonoom gemeentebedrijf:

 

De raad van bestuur benoemt de leden van het directiecomité of de gedelegeerd bestuurder.

 

De volgende bevoegdheden kunnen echter niet gedelegeerd aan het directiecomité:

het beslissen over de oprichting, deelneming of vertegenwoordiging in andere rechtspersonen;

het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten;

het vaststellen van het reglement van inwendige orde van de raad van bestuur;

het vaststellen van het statuut van het personeel;

het opstellen van een meerjarenplan, de aanpassingen ervan en de jaarrekeningen;

de tariefregeling.

 

§ 5. Statutenwijziging

Deze statuten worden gewijzigd bij beslissing van de gemeenteraad, op voorstel of na advies van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

De statutenwijzigingen worden op dezelfde wijze als de oprichtingsbeslissing en de statuten bekendgemaakt. Een volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt gepubliceerd via de webtoepassing van de gemeente Roosdaal.

 

Art. 17 Aansprakelijkheid

§ 1. De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

De bestuurders zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen bij de normale uitoefening van hun bestuur.

 

Ten aanzien van de overtredingen waaraan zij geen deel hebben gehad, worden zij van die aansprakelijkheid slechts ontheven indien hen geen schuld kan worden verweten en zij die overtredingen hebben aangeklaagd bij de gemeenteraad binnen een maand nadat zij er kennis van hebben gekregen.

 

§ 2. Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen. Die kwijting is alleen rechtsgeldig als de ware toestand van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen of in de rapportering betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst.

 

HET DIRECTIECOMITE

 

Art. 18 Het statuut van de leden van het directiecomité

§ 1. Het directiecomité bestaat uit vijf leden aangesteld door de raad van bestuur voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Alle mandaten vallen samen met de duur van een gemeentelijke legislatuur. In elk geval neemt het mandaat van de leden van het directiecomité een einde op de eerste vergadering van de raad van bestuur die volgt op de installatie van de gemeenteraad.

 

§ 2. Het directiecomité kiest onder zijn leden een voorzitter. Hij zit het directiecomité voor. In geval van staking van stemmen is zijn stem doorslaggevend.

 

Indien de voorzitter verhinderd is, wordt het directiecomité voorgezeten door een bestuurder die door de voorzitter daartoe wordt aangeduid. Indien geen vervangende voorzitter werd aangeduid door de voorzitter zal, de oudste in leeftijd aanwezige bestuurder de vergadering voorzitten.

 

§ 3. Het directiecomité kiest onder zijn leden een secretaris. Indien de secretaris verhinderd is, wordt een vervanger aangesteld.

 

§ 4. De raad van bestuur benoemt en ontslaat de leden van het directiecomité. De leden van het directiecomité kunnen slechts worden ontslagen bij besluit van twee derde van de leden van de raad van bestuur.

 

§ 5. Het mandaat van lid van het directiecomité neemt in elk geval een einde op de eerste vergadering van de raad van bestuur die volgt op de installatie van de gemeenteraad.

 

Art. 19 Het mandaat van de leden van het directiecomité is onbezoldigd. Nochtans kan hen een presentiegeld of een andere vergoeding worden toegekend. Eventuele presentiegelden worden vastgelegd in de beheersovereenkomst.

 

Art. 20 De besluiten van het directiecomité worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

Art. 21 Dagelijks bestuur

Het directiecomité is belast met:

1)het dagelijkse bestuur;

2)het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel;

3)de vertegenwoordiging met betrekking tot het AGB Roosdaal;

4)de voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.

 

Art. 22 Aansprakelijkheid

De aansprakelijkheidsregeling van de leden van de raad van bestuur is, mutatis mutandis, tevens van toepassing op de leden van het directiecomité.

 

HOOFDSTUK III: CONTROLE

 

Art 23 Bestuurlijk toezicht

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal valt onder het bestuurlijk toezicht zoals bepaald in de artikelen 326 tot en met 335 van het decreet betreffende het lokale bestuur.

 

HOOFDSTUK IV: FINANCIEN

 

Art. 24 Kapitaal

 

Het geplaatst maatschappelijk kapitaal van het bedrijf bedraagt tachtig duizend euro.

 

Het geplaatst maatschappelijk kapitaal stemt overeen met de netto-inbrengwaarde van de in te brengen vermogensbestanddelen, met name een inbreng in geld voor een bedrag van tachtig duizend euro.

 

Behoudens in het kader van een ontbinding van het bedrijf kan het kapitaal noch geheel noch gedeeltelijk, op welke wijze dan ook, worden vervreemd, uitgekeerd of overgedragen. Een vermindering van het kapitaal is enkel mogelijk om exploitatieverliezen, minderwaarden of (duurzame) waardeverminderingen te compenseren.

 

Art. 25 Inkomsten en uitgaven

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal ontvangt de inkomsten van alle activiteiten die het uitvoert en draagt de lasten van deze activiteiten.

 

Art. 26 Financiering

De raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering. Het bedrijf kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan. Een aangepaste financieringsvorm kan toegepast worden.

 

HOOFDSTUK V: VERTEGENWOORDIGING

 

Art. 27 Vertegenwoordigingsbevoegdheid van de raad van bestuur

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal wordt ten overstaan van derden, zowel in als buiten rechte, geldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité of twee bestuurders samen.

 

In uitzonderlijke gevallen wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal zulks vereisen, kan de afgevaardigd-bestuurder of een door hem daartoe gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder enige formaliteit beslissen over het instellen van een rechtsvordering en over het treffen van alle maatregelen tot bewaring van recht in en buiten rechte. Van de hiervoor genoemde rechtsvorderingen en bewarende maatregelen wordt mededeling gedaan op de eerstvolgende raad van bestuur.

 

Binnen het kader van het dagelijkse bestuur, is het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal tevens geldig vertegenwoordigd door een gevolmachtigde tot dit bestuur.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal is bovendien, binnen het kader van hun mandaat, geldig verbonden door bijzondere gevolmachtigden.

 

Art. 28 Vertegenwoordigingsbevoegdheid van het directiecomité

Binnen de grenzen van het dagelijkse bestuur wordt het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal geldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité.

 

Art. 29 Vertegenwoordiging door bijzondere lasthebbers

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal wordt binnen de grenzen van hun mandaat, geldig vertegenwoordigd door bijzondere lasthebbers.

 

HOOFDSTUK VI: BOEKHOUDING – MEERJARENPLAN – JAARREKENING

 

Art. 30 De beleidsrapporten

 

§1. De beleidsrapporten van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal zijn het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening. De beleidsrapporten vormen een geïntegreerd geheel.

 

§ 2. Betreffende de beleidsrapporten zijn de bepalingen van artikel 241 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 van toepassing.

 

§ 3. De raad van bestuur stelt het meerjarenplan en de aanpassingen ervan vast en legt ze ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor.

 

§ 4. De boekhouding wordt gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur.

 

§ 5. Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal doet uiterlijk op 31 december van ieder jaar de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook.

 

§ 6. De raad van bestuur spreekt zich uit over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

 

Als de raad van bestuur bezwaren heeft tegen bepaalde verrichtingen, formuleert hij een advies over de aansprakelijkheid van de actoren die betrokken zijn bij die verrichtingen. Dat advies wordt als bijlage bij de jaarrekening gevoegd. Een afschrift van dat advies wordt bezorgd aan de betrokken actoren.

 

Een afschrift van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde jaarrekening wordt binnen twintig dagen bezorgd aan de gemeenteraad.

 

§ 7. De gemeenteraad brengt advies uit bij de jaarrekening van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

Als de gemeenteraad geen advies heeft verstuurd aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het gemeentebestuur, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

 

§ 8. Eventuele winsten worden jaarlijks in de gemeentekas gestort. Eventuele verliezen worden jaarlijks overgedragen.

 

HOOFDSTUK VII: RECHTSOPVOLGING

 

Art. 31 Administratiefrechtelijk

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal neemt van rechtswege alle rechten en verplichtingen over van de gemeente Roosdaal die voortvloeien uit de wetten, de decreten, de besluiten en de tussen de gemeente Roosdaal en de Belgische federale overheid of het Vlaamse gewest geldende overeenkomsten, die de uitoefening van de bestuurlijke bevoegdheden van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal regelen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortkomen uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures.

 

Art. 32 Rechtsverhoudingen met publiek- en privaatrechtelijke personen

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal neemt eveneens van rechtswege de andere rechten en verplichtingen van de gemeente Roosdaal over die voortvloeien uit bestaande rechtsverhoudingen die verband houden met de bestuurlijke bevoegdheden van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortkomen uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures.

 

Art. 33 Goederen

Wanneer de gemeenteraad beslist om bepaalde activa in te brengen in het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, neemt het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal van rechtswege de rechten en verplichtingen betreffende die goederen over van de gemeente Roosdaal.

 

HOOFDSTUK VIII: ONTBINDING EN VEREFFENING

 

Art. 34

In geval van ontbinding en vereffening van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, wordt een algemene inventaris opgemaakt en tevens een eindrekening omvattende de balans en de resultatenrekening.

 

In de beslissing tot ontbinding wijst de gemeenteraad de vereffenaars aan. Alle andere organen vervallen op het ogenblik van de ontbinding.

 

Het personeel in statutair dienstverband van het ontbonden Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal wordt overgenomen door de gemeente Roosdaal. De gemeente waarborgt de rechten die het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal op het ogenblik van ontbinding voor het overgenomen personeel had vastgesteld.

 

De rechten en verplichtingen van het ontbonden Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal worden overgenomen door de gemeente Roosdaal.

 

In afwijking van lid 3 en lid 4 kan de gemeenteraad in het ontbindingsbesluit de personeelsleden, die daarmee moeten instemmen, de rechten en verplichtingen aanwijzen die overgenomen worden door de overnemer of de overnemers van de activiteiten van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

------------

 

Artikel 2. - Dit besluit wordt samen met het voorstel van de raad van bestuur verzonden naar de Vlaamse Regering.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

AGB Roosdaal: jaarrekening 2019 volgens BBC - advies en jaarrekening 2019 volgens het model van de Nationale Bank van België - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 9 juni 2020 van de raad van bestuur houdende voorstel tot statutenwijziging

          het besluit van 26 januari 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van statutenwijziging van AGB Roosdaal

          het besluit van 24 oktober 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de beheersovereenkomst met het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, inzonderheid punt 17 van de overeenkomst houdende informatieverstrekking aan het gemeentebestuur

          het besluit van 30 mei 2017 van de raad van bestuur houdende goedkeuring van de waarderingsregels volgens de beleids- en beheerscyclus

          het besluit van 9 juni van de raad van bestuur van Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal houdende vaststelling van het financieel verslag van 2019, opgemaakt in functie van de neerlegging bij de Nationale Bank van België en het financieel verslag van 2019 volgens de beleids- en beheerscyclus

          het ontwerp van financieel verslag van 2019, opgemaakt in functie van de neerlegging bij de Nationale Bank van België (vennootschapsboekhouding), wordt afgesloten met een (negatief) resultaat van -40.767,72 euro

          het ontwerp van financieel verslag van 2019 volgens de beleids- en beheerscyclus wordt afgesloten met de volgende gegevens:

          exploitatierekening: batig saldo van 66.657 euro

          investeringsrekening: 0 euro

          andere (liquiditeitenrekening): -104.651 euro

          budgettair resultaat: (negatief) resultaat van -37.994 euro

          gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar: 126.486 euro

          resultaat op kasbasis: 88.492 euro

(het gecumuleerd budgettaire resultaat van vorige jaar + budgettair resultaat boekjaar - bestemde gelden)

          autofinancieringsmarge van -37.994 euro: financieel draagvlak van 75.616 euro – netto periodieke leningsuitgaven van 113.610 euro

            balanstotaal van 4.940.116 euro

            de staat van opbrengsten en kosten bevat de volgende totalen:

       kosten: 392.734 euro

       opbrengsten: 351.966 euro

       het besluit van 23 april 2015 van de gemeenteraad houdende aanstelling van mevrouw Saskia Luyteijn, bedrijfsrevisor, als commissaris van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal

 

Juridische gronden

          het decreet van 22 december 2017 betreffende het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 243

          het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voor-schriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          de omzendbrief KB/ABB2018/4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005

 

Argumentatie / motivering

          de verklarende nota betreffende de jaarrekening volgens de beheers- en beleidscyclus en de jaarrekening volgens het model van de Nationale Bank van België over het dienstjaar 2019

 

Adviezen

          het verslag van 10 juni 2020 van de commissaris aan de gemeenteraad van de gemeente Roosdaal betreffende het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal (RPR 0896.178.545) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
9 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De jaarrekening 2019 van AGB Roosdaal, volgens de beleids- en beheerscyclus, met een budgettair resultaat van het boekjaar van -37.994 euro, zoals vastgesteld door de raad van bestuur, wordt positief geadviseerd.

Deze jaarrekening, met bijhorende toelichtingen, maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 2. – De jaarrekening 2019 van AGB Roosdaal, volgens het model van de Nationale Bank van België, zoals voorgelegd, wordt als volgt goedgekeurd:

 

Resultatenrekening:

- Verlies, vóór belasting: -40.767,72 euro

- Onttrekking aan de uitgestelde belastingen: /

- Belastingen op het resultaat: /

- Verlies van het boekjaar: -40.767,72 euro

 

Betreffende de resultaatsverwerking:

- Te bestemmen winst (verlies): -40.767,72 euro

Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar: -40.767,72 euro

Overgedragen winst (verlies): /

- Toevoeging aan het eigen vermogen, meer bepaald aan de wettelijke reserve: /

- Overgedragen winst: /

- Uit te keren winst (verlies) (vergoeding van het kapitaal) aan het gemeentebestuur: /

Deze jaarrekening, met bijhorende toelichting, maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 3. - Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal samen met de jaarrekening binnen de termijn van tien dagen via het digitaal loket ter goedkeuring naar de heer gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en ter kennisgeving naar de Vlaamse regering, worden toegestuurd.

 

Artikel 4. – De gemeenteraad verleent kwijting aan de bestuurders van Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Autonoom gemeentebedrijf Roosdaal: toekenning prijssubsidies - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 31 augustus 2007 van de gemeenteraad waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, afgekort AGB Roosdaal, werden goedgekeurd

          het besluit van 24 december 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Wonen en Inburgering betreffende de gedeeltelijke goedkeuring aan de vaststelling van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal bij beslissing van de gemeenteraad van Roosdaal van 31 augustus 2007

          het besluit van 25 juni 2020 van de gemeenteraad houdende statutenwijziging van Autonoom Gemeente bedrijf Roosdaal

          het besluit van 24 oktober 2019 van de gemeenteraad houdende aanpassing van de beheersovereenkomst tussen de gemeente Roosdaal en AGB Roosdaal

          het besluit van 24 oktober 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het prijssubsidiereglement

          het besluit van 22 oktober 2019 van de raad van bestuur houdende goedkeuring van het retributiereglement voor het gebruik van het kunstgrasveld Pamel-centrum

          het besluit van 22 oktober 2019 van de raad van bestuur houdende goedkeuring van het retributiereglement voor het gebruik van de infrastructuur van gemeenschapscentrum het Koetshuis

 

Juridische gronden

          het decreet van 22 december 2017 betreffende het lokale bestuur, in het bijzonder artikel 40 en 41

          de wet van 14 november 1983, betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen

 

Argumentatie / motivering

          AGB Roosdaal heeft als doel het gemeenschapscentrum het Koetshuis en de sportinfrastructuur te Pamel-centrum te exploiteren

          AGB Roosdaal is een bedrijf dat winst nastreeft

          het gemeentebestuur kan de prijs van de dienstverlening ten aanzien van de bezoekers en gebruikers beïnvloeden door een prijssubsidie toe te kennen aan AGB Roosdaal

          het bestuur wenst, door middel van meer bedrijfsmatige aansturing, een marktconform prestatie- en kostenniveau te garanderen

          de sociale, gemeenschapsvormende, recreatieve, faciliterende en culturele functie van Gemeenschapscentrum het Koetshuis, toevertrouwd door de gemeente Roosdaal aan AGB Roosdaal

          de recreatieve, sportbevorderende en faciliterende functie van het kunstgrasveld

          de berekening van de prijssubsidiefactor op basis van het geraamde aantal gebruiken van het kunstgrasveld voor de periode van juli tot en met december 2020

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder:

          beleidsveld 0705 - gemeenschapscentrum voor een geraamde uitgave van 250.000,00 euro (inclusief BTW) per jaar;

          beleidsveld 0742 - sportinfrastructuur voor een geraamde uitgave van 40.000,00 euro (inclusief 6% BTW) per jaar;

          in de lijst van de te verstrekken werkingstoelagen van het budget.

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
9 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA), Peggy Bulterijs (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan ondervermeld prijssubsidiereglement:

 

------------

 

Prijssubsidiereglement

 

De gemeente Roosdaal, Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal, vertegenwoordigd overeenkomstig het decreet betreffende het lokale bestuur van 22 december 2017 door de heer Koenraad Muyldermans, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

en

 

het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, met maatschappelijke zetel Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal, opgericht bij besluit van 31 augustus 2007 van de gemeenteraad van de gemeente Roosdaal en aangenomen bij besluit van 24 december 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Wonen en Inburgering betreffende de gedeeltelijke goedkeuring aan de vaststelling van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, hier vertegenwoordigd overeenkomstig het besluit 20 maart 2019 van de raad van bestuur door de heer Johan Van Lierde, voorzitter, en mevrouw Nancy Vanderveken, secretaris,

 

wordt overeengekomen dat de gemeente Roosdaal

 

1) prijssubsidies zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal voor het verlenen van recht op toegang aan bezoekers van evenementen van cultuur of vermaak van eigen programmatie in gemeenschapscentrum het Koetshuis;

2) zal optreden als derdebetaler voor het gebruik van

          de volgende infrastructuur van gemeenschapscentrum het Koetshuis:

          de polyvalente zaal voor een activiteit zonder toegangsprijs;

          het bewegingslokaal;

          de zolder, de kelder en de foyer voor een thema- of educatieve of tentoonstelling;

          het gebruik van de evenementenweide en buitentheater;

door verenigingen en instanties ingeschaald onder categorie A van het retributiereglement voor gebruik van infrastructuur in gemeenschapscentrum het Koetshuis;

          het gebruik van het kunstgrasveld Pamel-centrum door Roosdaalse scholen.

 

Artikel 1. - Rekening houdende met de sociale, gemeenschapsvormende, recreatieve en culturele functie van gemeenschapscentrum het Koetshuis wenst de gemeente Roosdaal de toegangsgelden te beperken zodat de evenementen van cultuur en vermaak van de eigen programmatie van gemeenschapscentrum het Koetshuis toegankelijk zijn voor iedereen. De gemeente Roosdaal verbindt zich ertoe om de toegangsgelden te subsidiëren aan de hand van de toekenning van prijssubsidies.

 

Artikel 2. - De gemeenteraad legt de prijssubsidie voor het verlenen van recht op toegang van evenementen van cultuur of vermaak van eigen programmatie in gemeenschapscentrum het Koetshuis vast op 73,19 euro (exclusief 6% BTW) of 77,58 euro (inclusief 6% BTW).

 

Artikel 3. - Rekening houdende met de faciliterende, recreatieve en sportbevorderende functie van het kunstgrasveld wenst de gemeente Roosdaal de gebruikstarieven te beperken zodat de infrastructuur toegankelijk is. De gemeente Roosdaal verbindt zich ertoe om de gebruikstarieven te subsidiëren aan de hand van de toekenning van prijssubsidies.

 

Artikel 4. - De gemeenteraad legt de prijssubsidie voor het verlenen van recht van gebruik van het kunstgrasveld vast op 185,00 euro (exclusief 6% BTW) of 196,10 euro (inclusief 6% BTW) per gebruik.

 

Onder gebruik verstaan we de toegang tot het kunstgrasveld door eenzelfde vereniging voor eenzelfde activiteit binnen dezelfde dag.

 

Artikel 5. - AGB Roosdaal zal minstens op de 15de kalenderdag van elke maand volgend op de kwartaalafsluiting aan de gemeente Roosdaal een overzicht bezorgen van:

          het aantal bezoekers waaraan recht op toegang is verleend tot de eigen evenementen van cultuur en vermaak in gemeenschapscentrum het Koetshuis;

          het aantal gebruiken van een lokaal in gemeenschapscentrum het Koetshuis door een organisatie uit categorie A zoals beschreven in het retributiereglement voor gebruik van infrastructuur in GC het Koetshuis;

          het aantal gebruiken het kunstgrasveld, uitgerekend in halve uren.

 

Rekening houdend met de in het eerste lid vermelde gegevens en met haar inkomsten en uitgaven zal AGB Roosdaal samen met haar budget en telkens dit passend lijkt in de loop van het jaar, een voorstel van prijssubsidie voorleggen zodanig dat de werking en de dienstverlening van het AGB minstens economisch rendabel zijn.

 

Artikel 6. - De uitbetaling van de prijssubsidies en de bedragen waarbij de gemeente optreedt als derdebetaler, zal gebeuren aan AGB Roosdaal nadat deze laatste een factuur, vergezeld van een overzicht van de geleverde diensten, heeft opgesteld. Voor de uitbetaling worden alle verantwoordingsstukken overgemaakt die het college van burgemeester en schepenen nodig acht voor de controle van deze diensten.

 

Artikel 7. - Dit prijssubsidiereglement regelt de toekenning van de prijssubsidies voor de periode vanaf 1 juli 2020 tot en met 31 december 2024.

 

------------

 

Artikel 2. - Het besluit van 24 oktober 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het prijssubsidiereglement wordt opgeheven.

 

Artikel 3. - Dit reglement wordt ter kennis gegeven aan de raad van bestuur van AGB Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Kerkfabriek Sint-Gaugericus (parochie Pamel): rekening 2019 - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 24 oktober 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gewijzigd meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Gaugericus (parochie Pamel)

          het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende akteneming van het budget 2019 van de kerkfabriek

          het besluit van 15 april 2020 van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Gaugericus (parochie Pamel) houdende goedkeuring van de jaarrekening 2019

          het verslag van 15 juni 2020 van het centraal kerkbestuur betreffende de gecoördineerde indiening van de jaarrekeningen 2019

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota

          bewijsstuk kastoestand

          overzicht interne kredietaanpassingen

          staat van het vermogen

          actualisering inventaris

          investeringsfiches

          de kerkfabriek Sint-Gaugericus (parochie Pamel) sluit de jaarrekening 2019 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2018

Ontvangsten

Gemeentelijke toelage

Uitgaven

Saldo 2019

Exploitatie

28.063,90

17.261,07

79.323,73

80.396,38

44.252,32

Investeringen

973,93

0,00

 

19.805,28

-18.831,35

 

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          er werden geen significante kredietoverschrijdingen van de hoofdfuncties vastgesteld

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke toelage zijn correct opgenomen

          het saldo op de investeringsprojecten stemt niet overeen met het resultaat op de investeringsrekening (-18.831,35 euro). Een verkeerd aanvangsbedrag van investeringsfiche 2019.00001 'Haalbaarheidsstudie kerk' wordt rechtgezet in 2020

          er waren geen bewegingen op de patrimoniumrekeningen ten opzichte van 2018

 

Advies

          het advies van 8 juni 2020 van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. – De rekening voor het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Sint-Gaugericus (parochie Pamel) wordt gunstig geadviseerd.

 

Artikel 2. – Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Gaugericus (parochie Pamel) en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Kerkfabriek Sint-Apollonia (parochie Ledeberg): rekening 2019  - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 24 oktober 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gewijzigd meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Apollonia (parochie Ledeberg)

          het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende akteneming van het budget 2019 van de kerkfabriek

          het besluit van 26 mei 2020 van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Apollonia (parochie Ledeberg) houdende goedkeuring van de jaarrekening 2019

          het verslag van 15 juni 2020 van het centraal kerkbestuur betreffende de gecoördineerde indiening van de jaarrekeningen 2019

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota

          bewijsstuk kastoestand

          rekeninguittreksels

          overzicht interne kredietaanpassingen

          staat van het vermogen

          actualisering inventaris

          investeringsfiches

          de kerkfabriek Sint-Apollonia (parochie Ledeberg) sluit de jaarrekening 2018 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2018

Ontvangsten

Gemeentelijke toelage

Uitgaven

saldo 2019

Exploitatie

10.366,93

8.711,09

23.597,93

32.133,01

10.542,94

Investeringen

0,00

 

 

 

0,00

 

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          er werden geen kredieten van de hoofdfuncties overschreden

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke toelage zijn correct opgenomen

          er zijn geen patrimoniumrekeningen, noch openstaande investeringsfiches

 

Adviezen

          het advies van 8 juni 2020 van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De rekening voor het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Sint-Apollonia (parochie Ledeberg) wordt gunstig geadviseerd.

 

Artikel 2. - Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Apollonia (parochie Ledeberg) en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek: rekening 2019 - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 18 december 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gewijzigd meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek

          het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het budget 2019 van de kerkfabriek

          het besluit van 18 februari 2020 van de kerkraad van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek houdende goedkeuring van de jaarrekening 2019

          het verslag van 15 juni 2020 van het centraal kerkbestuur betreffende de gecoördineerde indiening van de jaarrekeningen 2019

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota

          bewijsstuk kastoestand

          staat van het vermogen

          actualisering inventaris

          investeringsfiches

          de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw sluit de jaarrekening 2019 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2018

Ontvangsten

Gemeentelijke

toelage

Uitgaven

Saldo 2019

Exploitatie

-4.833,90

40.275,30

27.524,08

72.147,15

-9.181,67

Investeringen

4.900,00

84.200,00

 

79.900,00

9.200,00

 

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke werkingstoelagen zijn correct opgenomen

          eventuele kredietoverschrijdingen op de hoofdfuncties werden toegelicht

          het saldo op de investeringsprojecten stemt overeen met het resultaat van de investeringsrekening

          de bewegingen op de patrimoniumrekeningen werden toegelicht

 

Advies

          het advies van 8 juni 2020 van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De rekening voor het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek wordt gunstig geadviseerd.

 

Artikel 2. - Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Kerkfabriek Sint-Martinus: rekening 2019 - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 18 december 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het (gewijzigd) meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem)

          het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende akteneming van het budget 2018 van de kerkfabriek

          het besluit van 5 mei 2020 van de kerkraad van de kerkfabriek houdende vaststelling van de jaarrekening 2019

          het verslag van 15 juni 2020 van het centraal kerkbestuur betreffende de gecoördineerde indiening van de jaarrekeningen 2019

 

Juridische gronden

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota;

          bewijsstukken kastoestand;

          overzicht interne kredietaanpassingen;

          staat van het vermogen;

          actualisering inventaris;

          investeringsfiches.

          de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) sluit de jaarrekening 2019 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2018

Ontvangsten

Gemeentelijke toelage

Uitgaven

saldo 2019

Exploitatie

16.339,37

9.846,13

30.286,70

49.473,50

6.998,70

Investeringen

304,79

42.093,33

 

42.093,33

304,79

 

          In de toelichtingsnota's bij de jaarrekening wordt toelichting gegeven bij het project 'Restauratie Stenen Catechismus' en bij de financiering ervan

          toelichting bij ontvangst van een gewestelijke bijdrage voor investeringsproject ‘opmaak beheersplan’ (19.263,20 euro)

          de kredietoverschrijdingen op de hoofdfunctie 21 werd toegelicht onderhoud pastorie: overschrijding door dringende herstellingen aan het dak van de pastorie (1.005,00 euro). Er wordt vastgesteld dat er ook een alarminstallatie werd geplaatst voor 2.462,35 euro voor de KLJ-lokalen, geboekt als exploitatiekost (AR 2113 onderhoud andere gebouwen eredienst). Investeringsuitgaven voor gebouwen behorende tot het privaat patrimonium van de kerkfabriek mogen niet geboekt worden als exploitatiekosten. Investeringsuitgaven moeten eerst voorzien worden in het investeringsbudget waarbij er afspraken gemaakt worden over de financiering ervan

          het saldo van de investeringsprojecten komt met -14.899,22 euro niet overeen met het resultaat op de investeringsrekening (304,79 euro). Hierdoor is de (actualisatie van de) inventaris niet correct. Niet alle uitgaven en ontvangsten werden correct gekoppeld aan de overeenstemmende investeringsfiches. Aan de kerkfabriek werd reeds naar aanleiding van het advies van de gemeenteraad sinds de jaarrekening van 2015 gevraagd dit recht te zetten. Bij de kerkfabriek kan er worden op aangedrongen om het overzicht van de investeringsprojecten in 2020 te corrigeren, zodat de status van de investeringsprojecten naar financiële opvolging toe voor de kerkraad en de gemeenteraad duidelijk is

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke toelage zijn correct opgenomen

          de bewegingen op de patrimoniumrekeningen werden toegelicht (-3.566,93 euro). Dit gaat in het bijzonder over de financiering van de restauratie van de Stenen Catechisus met middelen uit het privaat patrimonium (-22.830,13 euro) en de ontvangst van een gewestbijdrage voor de opmaak van het beheersplan (19.263,20 euro - terugstorting prefinanciering met middelen uit het privaat patrimonium)

 

Adviezen

          het advies van 8 juni 2020 van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. – De rekening voor het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) wordt gunstig geadviseerd, met als opmerkingen:

- dat er investeringsuitgaven voor gebouwen behorende tot het privaat patrimonium van de kerkfabriek geboekt werden als exploitatiekosten, die zo ten laste komen van de exploitatiebijdrage van de gemeente;

- dat de actualisatie van de inventaris nog steeds niet correct is voor wat betreft de investeringsprojecten.

 

De kerkfabriek wordt verzocht om:

- investeringsuitgaven niet te boeken als exploitatiekosten. Investeringsuitgaven moeten eerst voorzien worden in het investeringsbudget waarbij er afspraken gemaakt worden over de financiering ervan;

- de inventaris te corrigeren wat betreft de investeringsprojecten, zodat de status van investeringsprojecten naar (financiële) opvolging toe voor de kerkraad en voor de gemeenteraad duidelijk is.

 

Artikel 2. – Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Martinus (parochie Strijtem) en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Kerkfabriek Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek): rekening 2019 - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 24 oktober 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gewijzigd meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek)

          het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende akteneming van het budget 2019 van de kerkfabriek

          het besluit van 31 december 2019 van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek) houdende vaststelling van de jaarrekening 2019 van de kerkfabriek

          het verslag van 15 juni 2020 van het centraal kerkbestuur betreffende de gecoördineerde indiening van de jaarrekeningen 2019

          de kerkfabriek Sint-Amandus heeft een kapel, met name Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria van de parochie Kattem. De parochie Sint-Amandus strekt zich uit over het grondgebied van de gemeente Roosdaal en Liedekerke, terwijl de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria zich volledig binnen het grondgebied van de gemeente Roosdaal bevindt, meer bepaald over gehucht Kattem. De kerkraad van de kerkfabriek behandelt de materies van de beide parochies. De budgetten en jaarrekeningen van de kapel worden echter afzonderlijk behandeld aangezien enkel de parochie Sint-Amandus over 2 gemeenten is verspreid en er een verdeelsleutel van de gemeentelijke exploitatietoelage is vastgesteld als gevolg van de gemeentefusie. De gemeente Liedekerke is akkoord met deze afzonderlijke behandeling van de financiële documenten van de kerkfabriek Sint-Amandus en haar kapel Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota

          bewijsstukken kastoestand

          overzicht interne kredietaanpassingen

          staat van het vermogen

          actualisering inventaris

          investeringsfiches

          de kerkfabriek Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek) sluit de jaarrekening 2019 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2018

Ontvangsten

Gemeentelijke toelage

Uitgaven

Saldo 2019

Exploitatie

8.542,71

10.142,18

35.128,22

53.902,27

-89,16

Investeringen

14.287,56

38.485,56

 

24.928,44

27.844,68

 

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          de verklaring voor de materiële kredietoverschrijding op de hoofdfunctie 21 - gebouwen van de eredienst - meer bepaald voor onderhoudswerken aan de pastorie voor de huisvesting van de nieuwe pastoor

          het ontbreken van een toelichtende nota

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke toelage zijn correct opgenomen

          de bewegingen op de patrimoniumrekening werd verklaard (-11.600,00 euro), d.i. de (pre)financiering van de exploitatie met middelen uit het privaat patrimonium (5.000,00 euro) en de financiering van een nieuwe branderinstallatie in de oude pastorij van Kattem (6.300,00 euro)

          het saldo op de investeringsprojecten stemt overeen met het resultaat op de investeringsrekening

 

Adviezen

          het advies van 8 juni 2020 van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De rekening voor het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek) wordt gunstig geadviseerd.

 

Artikel 2. - Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Amandus (parochie Borchtlombeek), het gemeentebestuur van Liedekerke en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Kerkfabriek Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem): rekening 2019 - advies

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 24 oktober 2014 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gewijzigd meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem)

          het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende akteneming van het budget 2019 van de kerkfabriek

          het besluit van 31 december 2019 van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem) houdende goedkeuring van de jaarrekening 2019

          het verslag van 15 juni 2020 van het centraal kerkbestuur betreffende de gecoördineerde indiening van de jaarrekeningen 2019

          de parochie Sint-Amandus strekt zich uit over het grondgebied van de gemeente Roosdaal en Liedekerke, terwijl de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria zich volledig binnen het grondgebied van de gemeente Roosdaal bevindt, meer bepaald over gehucht Kattem. De kerkraad van de kerkfabriek behandelt de materies van de beide parochies. De budgetten en jaarrekeningen van de kapel worden echter afzonderlijk behandeld aangezien enkel de parochie Sint-Amandus over 2 gemeenten is verspreid en er een verdeelsleutel van de gemeentelijke exploitatietoelage is vastgesteld als gevolg van de gemeentefusie. De gemeente Liedekerke is akkoord met deze afzonderlijke behandeling van de financiële documenten van de kerkfabriek Sint-Amandus en haar kapel Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54 en 55, inzake de jaarrekening

          het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

          omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Argumentatie / motivering

          onder meer de volgende stukken door de kerkfabriek als toelichting bij de jaarrekening gevoegd:

          begeleidende nota

          bewijsstukken kastoestand

          overzicht interne kredietaanpassingen

          staat van het vermogen

          actualisering inventaris

          investeringsfiches

          de kerkfabriek Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem) sluit de jaarrekening 2019 af met de volgende saldi:

 

 

Saldo 2018

Ontvangsten

Gemeentelijke

toelage

Uitgaven

Saldo 2019

Exploitatie

14.082,18

7.382,89

0,00

6.688,66

14.776,41

Investeringen

0,00

6.300,00

0,00

7600,49

-1.300,49

 

          de nodige bewijsstukken werden bij de rekening gevoegd

          Het ontbreken van een degelijke toelichtende nota bij de jaarrekening

          er wordt een verklaring gegeven bij de kredietoverschrijding op de hoofdfunctie 21 - gebouwen van de eredienst (1.519,76 euro stormschade aan de kerk)

          er wordt een verklaring gegeven bij de overschrijding van het krediet op AR 433 grote herstellingen aan het privaat patrimonium (7.600,49 euro voor vervanging branderinstallatie). De financiering gebeurde via eigen middelen van de kerkfabriek (hoofdparochie Sint-Amandus). De financiering via een lening van de gemeente Roosdaal, zoals vermeld in de toelichtende nota is niet correct

          de resultaten van het vorig boekjaar en het bedrag van de gemeentelijke toelage zijn correct opgenomen

          er zijn geen patrimoniumrekeningen, noch openstaande investeringsfiches

 

Adviezen

          het advies van 8 juni 2020 van de heer Joos Van Droogenbroeck, financieel directeur

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De rekening voor het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem) wordt gunstig geadviseerd.

 

Artikel 2. - Dit advies wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Amandus (kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Hart van Maria - Kattem) en het centraal kerkbestuur van Roosdaal.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Aankoop van 3 bestelwagens voor gemeentelijke uitvoeringsdiensten: bestek, raming ten bedrage van 142.780,00 euro (inclusief 21% BTW), wijze van gunnen - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          in het kader van de opdracht “Aankoop van 3 bestelwagens voor gemeentelijke uitvoeringsdiensten” werd een bestek met nr. 2020007 opgesteld door de financiële dienst - afdeling aankoop

          de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 142.780,00 euro (inclusief 21% BTW)

 

Juridische gronden

          de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave exclusief BTW bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet)

          het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

          de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          het Bestuursdecreet van 7 december 2018

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

 

Argumentatie / motivering

          de uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025

          de huidige bestelwagens vertonen technische gebreken en bijgevolg bijkomende kosten voor herstellingen

          deze kosten zijn niet langer meer verantwoord in functie van de huidige levensduur en geschatte restwaarde van de bestelwagens

          de Ford Transit (15 jaar oud) zal vervangen worden door een bestelwagen met achterwaartse kipper en met gereedschapskoffer achter de cabine en met loofrekken voor het gemakkelijk vervoeren van snoeiafval en ander afval, deze zal ingezet worden door de groendienst

          de Toyota Dyna (17 jaar oud) zal vervangen worden door een bestelwagen met achterwaartse kipper en met gereedschapskoffer achter de cabine, deze zal ingezet worden door de dienst wegen

          de Renault Master (14 jaar oud) zal vervangen worden door bestelwagen met laadklep, deze zal ingezet worden door de dienst gebouwen en kan ook gebruikt worden voor het gemakkelijk vervoeren van tafels en stoelen voor de uitleendienst

          er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het meerjarenplan 2020-2025.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0200 - wegen actie 8.6.1.

De geraamde uitgave bedraagt 142.780,00 euro (inclusief 21% BTW).

De geraamde ontvangsten voor de overname van de bestelwagens bedragen:

- voor de Ford Transit: 2.000,00 euro;

- voor de Toyota Dyna: 3.000,00 euro;

- voor de Renault Master: 2.000,00 euro.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het bestek met nr. 2020007 en de raming voor de opdracht “Aankoop van 3 bestelwagens voor gemeentelijke uitvoeringsdiensten”, opgesteld door de financiële dienst - afdeling aankoop worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 142.780,00 euro (inclusief 21% BTW).

 

Artikel 2. - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Windmolenstraat: vaststellen rooilijn binnen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden – goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de aanvraag, digitaal ontvangen op 4 februari 2020, van mevrouw Hilde Eylenbosch, Jozef Jansstraat 5 te 1760 Roosdaal tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 1 nieuwe kavel voor een eengezinswoning in open verband met een nieuwe rooilijn van 4,00 meter uit de as van de Windmolenstraat voor de percelen gelegen: Windmolenstraat ZN, (afd. 3) sectie B 119 D – 1 kavel (dossiernummer O.V.2020/1 en OMV_2020013529)

 

Juridische gronden

          de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking vanaf 1 september 2009

          het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen

 

Argumentatie / motivering

          het proces-verbaal van 28 mei 2020 van sluiting van het openbaar onderzoek betreffende de aanvraag digitaal ontvangen op 4 februari 2020, van mevrouw Hilde Eylenbosch, Jozef Jansstraat 5 te 1760 Roosdaal tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 1 nieuwe kavel voor een eengezinswoning in open verband met een nieuwe rooilijn van 4,00 meter uit de as van de Windmolenstraat voor de percelen gelegen: Windmolenstraat ZN, (afd. 3) sectie B 119 D – 1 kavel waaruit blijkt dat er 0 mondelinge, 0 schriftelijke en digitale 0 opmerkingen of bezwaren werden ingediend

          er zijn geen bezwaren die betrekking hebben op de rooilijn

          enkel de bezwaren met betrekking tot de rooilijn of wegenis moeten door de gemeenteraad behandeld worden

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - De door mevrouw Hilde Eylenbosch, Jozef Jansstraat 5 te 1760 Roosdaal, binnen de grenzen van de te verkavelen percelen gelegen: Windmolenstraat ZN, (afd. 3) sectie B 119 D – 1 kavel, voorgestelde rooilijn 4,00 meter uit de as van de Windmolenstraat wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Moelieweg (gedeelte aansluitend op de Koning Albertstraat – buurtweg nr. 12): voorlopige vaststelling rooilijn - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het rooilijnplan met gratis grondafstand (28ca) op basis van het opmetingsplan voor een gedeelte van de Moelieweg (gedeelte aansluitend op de Koning Albertstraat – buurtweg nr. 12), 3de afdeling (O.L.V.-Lombeek) sectie A nr. 208g en 209d, opgemaakt door Pascal Eylenbosch - landmeter te Strijtem

          het besluit van 18 mei 2020 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van de principiële beslissing inzake de gratis grondafstand/ruil voor een gedeelte van het hoekperceel Koning Albertstraat/Moelieweg volgens het hoger vermelde plan

          het besluit van 28 februari 2019 van de gemeenteraad houdende aanstelling van de personen die gemachtigd worden om in naam van de gemeente op te treden bij het verlijden van akten van verwerving of vervreemding van onroerende goederen

 

Juridische gronden

          het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen

          het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 279 en 281

          de programmawet van 6 juli 1989, inzonderheid artikel 61 §1

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De voorgestelde rooilijn met gratis grondafstand (28ca) op basis van het opmetingsplan voor een gedeelte van de Moelieweg (gedeelte aansluitend op de Koning Albertstraat – buurtweg nr. 12), 3de afdeling (O.L.V.-Lombeek) sectie A nr. 208g en 209d, opgemaakt door Pascal Eylenbosch - landmeter te Strijtem, wordt voorlopig vastgesteld.

 

Artikel 2. – Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek naar het ontwerp van rooilijn langs de Moelieweg (gedeelte aansluitend op de Koning Albertstraat – buurtweg nr. 12), 3de afdeling (O.L.V.-Lombeek) sectie A nr. 208g en 209d.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Gemeentelijk reglement voor toelagen aan Roosdaalse erkende verenigingen voor het huren van niet-gemeentelijke parochiale zalen - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het integraal meerjarenplan 2020-2025

          de actie ACT -5.1.5. "Roosdaal werkt een evenwaardige compensatie uit in deelgemeentes waar geen gemeentelijke zalen zijn" werd ingeschreven in het meerjarenbeleidsplan voor de periode 2020-2025

 

Juridische gronden

          de wet van 14 november 1983 betreffende controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen

 

Argumentatie / motivering

          het bestuur wil verenigingen die niet terecht kunnen in gemeentelijke zalen de kans bieden om laagdrempeliger uit te wijken naar Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen

          op basis van dit reglement kunnen Roosdaalse erkende verenigingen aanspraak maken op toelagen voor de huurkosten van deze Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen voor hun werking en activiteiten

          over het voorstel van subsidieregelment werd het advies van de cultuurraad gevraagd

 

Adviezen

          het dagelijks bestuur van de cultuuurraad gaf (per mail) een positief advies op het voorstel van reglement

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan en in de lijst van te verstrekken subsidies van het jaar 2020, onder beleidsveld 0739 Overig kunst- en cultuurbeleid - actie 5.1.5 "Roosdaal werkt een evenwaardige compensatie uit in deelgemeentes waar geen gemeentelijke zalen zijn".

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - Het reglement voor de verdeling van toelagen aan Roosdaalse erkende verenigen voor het huren van Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen wordt als volgt goedgekeurd:

------------

 

Gemeentelijk reglement voor toelagen aan Roosdaalse erkende verenigingen voor het huren van Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen

 

Hoofdstuk 1. - Algemene voorwaarden.

 

Artikel 1. - Binnen de perken van het begrotingskrediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting door de gemeenteraad, kunnen er toelagen aan de Roosdaalse erkende verenigingen (hierna verenigingen) worden toegekend voor hun huurkosten van Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen, na advies van de Roosdaalse cultuurraad, door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2. - Deze toelagen hebben tot doel de verenigingen mogelijk te maken laagdrempeliger Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen te gebruiken voor hun bestuursvergaderingen, cursussen, activiteiten zonder toegangsprijs en ledenfeesten om zo de kloof met de kostprijs van gemeentelijke zalen voor soortgelijke activiteiten, te verkleinen en zo de activiteiten en inspanningen, die deze verenigingen leveren, te waarderen.

 

Artikel 3. - Deze toelagen zijn cummuleerbaar met andere gemeentelijke subsidies/toelagen voor dezelfde activiteiten of werking, behalve voor de sportverenigingen die subsidies/toelagen ontvangen via beleidssubsidies, impulssubsidies en/of niet-gemeentelijke sportinfrastructuur.

 

De subsidies kunnen maximaal 80% van de uitgaven bedragen.

 

Artikel 4. - Om in aanmerking te komen voor deze toelagen dienen de verenigingen aan volgende voorwaarden te voldoen:

          de vereniging is een erkende Roosdaalse vereniging (zie reglement voor erkenning van Roosdaalse verenigingen)

          zij dienen het aanvraagformulier, waarvan sprake in hoofdstuk 3,artikel 6, volledig en juist in te vullen. Indien blijkt dat een aanvraagformulier moedwillig onjuist is ingevuld, kan het college van burgemeester en schepenen op voorstel van de Roosdaalse cultuurraad, de toelage aan de betrokken vereniging weigeren.

 

Hoofdstuk 2 – Betoelaging

 

Artikel 5. - De verdeling van de toelagen gebeurt door het verdelen van het volledige begrotingskrediet waarvan sprake in artikel 1, onder de Roosdaalse erkende cultuurverenigingen die hiertoe een aanvraag indienen, procentueel, volgens hun aandeel in het totaal van de aanvaarde huur- en energiekosten van Roosdaalse niet-gemeentelijke parochiale zalen m.b.o. het afgelopen werkingsjaar.

 

Hoofdstuk 3 – Aanvraag

 

Artikel 6. - De gemeentelijke Cultuurdienst stuurt in de loop van de maand augustus van het subsidiejaar een aanvraagformulier naar alle verenigingen.

Een werkingsjaar loopt steeds van 1 september tot 31 augustus.

De verenigingen die voldoen aan de gevraagde voorwaarden, bezorgen hun aanvragen voor toelage met de bewijsstukken aan de Cultuurdienst. De aanvragen moeten aangetekend verzonden worden, of afgegeven worden tegen ontvangstbewijs. De aanvragen moeten op straffe van verval ingediend zijn vóór 1 oktober volgend op het werkingsjaar. De poststempel en/of het ontvangstbewijs gelden als bewijs.

 

Artikel 7. - Bij de aanvraag moeten kopieën van facturen en betalingsbewijzen van de huur van Roosdaalse parochiale zalen gevoegd zijn.

De Cultuurdienst controleert alle bewijsstukken op echtheid.

 

Artikel 8. - Door het indienen van een aanvraag tot toelage, aanvaarden de verenigingen de controle van het gemeentebestuur van de op het aanvraagformulier vermelde gegevens.

 

Hoofdstuk 4 — Uitbetaling

 

Artikel 9. - Het college van burgemeester en schepenen kent de toelagen toe, na advies van de Cultuurraad. De beslissingen van het college van burgemeester en schepenen moeten gemotiveerd zijn.

 

Artikel 10. - De toegekende toelagen worden gestort op de rekening van de vereniging vóór 31 december volgend op de aanvraag.

 

Hoofdstuk 5 — Slotbepalingen

 

Artikel 11. - Betwistingen, voorstellen tot verbetering, aanpassingen, … betreffende de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor toelagen worden aanhangig gemaakt bij het bestuur van de Cultuurraad die ter zake advies geeft aan de gemeenteraad na overleg met het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12. - Dit reglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en treedt in werking de dag na de bekendmaking.

 

Dit reglement zal voor het eerst zijn uitwerking hebben op het werkingsjaar dat loopt van 1 september 2019 t.e.m. 31 augustus 2020.

 

------------

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Sportverenigingen: aanpassingen gemeentelijk beleidssubsidiereglement - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 26 januari 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het subsidiereglement voor beleidssubsidie sportverenigingen

          het besluit van 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende de goedkeuring van het integraal meerjarenplan 2020-2025

 

Juridische gronden

          de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen

 

Argumentatie / motivering

          in het meerjarenplan voor de beleidsperiode 2020-2025 werd de volgende actie ingeschreven: ACT-5.1.5 "Roosdaal werkt een evenwaardige compensatie uit in deelgemeentes waar geen gemeentelijke zalen zijn"

          hiertoe werd een voorstel opgesteld voor een reglement voor toelagen aan Roosdaalse erkende sportverenigingen voor huur- en energiekosten van niet-gemeentelijke sportinfrastructuur, dat een positief advies kreeg van de Raad van Bestuur van de Roosdaalse Sportraad vzw en ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad op 25 juni 2020

          de invoer van het nieuwe reglement heeft als gevolg dat er enkele aanpassingen dienen te gebeuren aan het beleidssubsidiereglement voor sportverenigingen

 

Adviezen

          het positief advies van de Raad van Bestuur van de Roosdaalse Sportraad vzw, dat via mail werd uitgebracht op 27 mei 2020

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2020.

Het krediet van 20.268,00 euro voor beleidssubsidies is opgenomen onder beleidsveld 0740-00 Sportsector- en verenigingsondersteuning - actie ACT-5.2.2 "Roosdaal ondersteunt de Roosdaalse verenigingen: logistiek, financieel en inhoudelijk".

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel -  Het reglement voor de verdeling van de beleidssubsidie sportverenigingen wordt als volgt goedgekeurd:

------------

 

Gemeentelijk subsidiereglement voor beleidssubsidie sportverenigingen

 

Hoofdstuk 1 – Algemene voorwaarden

 

Artikel 1. - Binnen de perken van het begrotingskrediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting door de gemeenteraad, kunnen er toelagen aan de sportverenigingen worden toegekend na advies van Roosdaalse Sportraad vzw door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2. - Deze toelagen hebben tot doel de sportbeoefening in de gemeente te bevorderen en de activiteiten en inspanningen, die de verenigingen hiertoe leveren, te waarderen.

 

Artikel 3. - Deze subsidie is niet cumuleerbaar met andere gemeentelijke subsidies voor dezelfde activiteiten of werking, met uitzondering van de impulssubsidie en de subsidie niet-gemeentelijke sportinfrastructuur. Sportverenigingen die door andere gemeentebesturen gesubsidieerd worden voor dezelfde activiteiten of werking, komen niet meer in aanmerking voor een subsidie.

 

Artikel 4. - Om in aanmerking te komen voor subsidiëring dienen de sportverenigingen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

          de vereniging is een Roosdaalse vereniging (zie reglement voor erkenning van Roosdaalse verenigingen);

          zij dienen het aanvraagformulier, waarvan sprake in hoofdstuk 3, artikel 8, volledig en juist in te vullen. Indien blijkt dat een aanvraagformulier moedwillig onjuist is ingevuld, kan het college van burgemeester en schepenen, op voorstel van Roosdaalse Sportraad vzw, de subsidie aan de betrokken club weigeren;

          de clubs en eventueel nieuwe sportverenigingen dienen 1 jaar activiteit binnen hun sporttak te kunnen bewijzen om recht te hebben op subsidie.

 

Hoofdstuk 2 – Betoelaging

 

Artikel 5. - Het totale subsidiebedrag wordt onderverdeeld onder 2 rubrieken:

Rubriek 1:maximum 30% van het voorziene bedrag voor dit reglement zal verdeeld worden op basis van kwantitatieve criteria.

Rubriek 2: minstens 70% van het voorziene bedrag voor dit reglement zal verdeeld worden op basis van kwalitatieve criteria.

 

De verdeling van het subsidiebedrag gebeurt volgens een puntensysteem.

Waarde punt = rubriekpercentage x totale subsidiebedrag / totaal aantal punten van alle sportverenigingen

Subsidie = waarde punt x aantal punten van de sportvereniging

 

Rubriek 1 — Kwantitatieve criteria (maximum 30 % van het budget voor dit reglement).

 

Artikel 6. - Aan een sportvereniging die aan de gestelde kwantitatieve criteria voldoet, worden punten toegekend volgens het volgende puntensysteem:

 

          Basissubsidie voor iedereen die als sportvereniging erkend is door het college van burgemeester en schepenen:

geen erkende club  0 punten

erkende club20 punten

 

          Punten voor het aantal actieve leden* in de sportvereniging op 31 augustus van het subsidiejaar:

< 5 leden  0 punten

van 5 tot 10  2 punten

van 11 tot 20  4 punten

van 21 tot 40  6 punten

van 41 tot 80  8 punten

van 81 tot 10010 punten

van 101 tot 150 15 punten

meer dan 15020 punten

 

          Punten volgens het aantal actieve leden* tot en met 18 jaar op 31 augustus van het subsidiejaar:

< 5 leden  0 punten

van 5 tot 10  2 punten

van 11 tot 20  4 punten

van 21 tot 40  6 punten

van 41 tot 80  8 punten

van 81 tot 10010 punten

van 101 tot 150 15 punten

meer dan 15020 punten

 

*Kan beschouwd worden als een actief lid: het lid ingeschreven bij de overkoepelende organisatie of het lid dat door de sportvereniging is verzekerd. Een inschrijvings- of verzekeringsbewijs moet per lid aangegeven worden op de ledenlijst.

 

          Punten voor een regelmatige specifieke sportwerking voor mindervaliden onder specifieke begeleiding (namelijk afzonderlijke G-sport club):

G-sportwerking25 punten

 

          Punten voor een regelmatige afzonderlijke sportwerking voor senioren (+55) onder specifieke begeleiding (namelijk afzonderlijke senioren-sport club):

Seniorensportwerking 25 punten

 

         Reguliere sportverenigingen waar personen met een handicap* mee sporten: 5 punten per persoon met een handicap.

* Personen met een handicap bezitten een ‘algemeen attest erkenning van de handicap’, dit attest dient bijgevoegd te worden in het subsidiedossier

 

Rubriek 2 — Kwalitatieve criteria (70 % van het budget voor dit reglement).

 

Artikel 7. - Aan een sportvereniging die aan de gestelde kwalitatieve criteria voldoet, worden punten toegekend volgens onderstaand puntensysteem. Er komt maximaal 1 gediplomeerde trainer per 3 actieve leden in aanmerking voor subsidiëring.

 

1.        Punten per gediplomeerde trainer die zich specifiek bezighoudt met de opleiding van de clubleden en ook effectief training geeft:

VTS - aspirant initiator  3 punten

VTS - initiator   5 punten

VTS - trainer B/instructeur B  9 punten

VTS - trainer A10 punten

Bachelor/Regent L.O.  9 punten

Master/Licentiaat L.O.10 punten

Kandidaat kinesitherapie*  5 punten

Gegradueerde kinesitherapie*  9 punten

Trainers erkend door de koepel  8 punten

 

Een trainer die een pedagogisch diploma EN een VTS diploma heeft, kan voor beide diploma’s punten krijgen. De diploma’s die voorkomen op de referentielijst of assimilatietabel van de Vlaamse Trainersschool komen eveneens in aanmerking             

(https://www.sport.vlaanderen/media/3528/161021_assimilatietabel-vts.pdf).

 

* Diploma’s kinesitherapie komen enkel in aanmerking voor de gehandicaptensport.

 

2.        Punten per training die op één doorsnee week door een gediplomeerde trainer gegeven is.

1 punt per training

 

3.        Punten voor clubs met een duidelijke, transparante structuur, aan te tonen aan de hand van een cluborganigram met minstens 3 bestuursfuncties: een voorzitter, secretaris en penningmeester, uitgeoefend door 3 verschillende personen.

geen structuur  0 punten(geen organigram, geen vzw)

matige structuur  4 punten(wel organigram, geen vzw)

goede structuur15 punten(vzw)

 

4.        Punten voor aanwezigheid op 1 algemene vergadering per jaar van de sportraad.

10 punten

 

5.        Punten voor een specifieke sportactiviteit voor mindervaliden (G-sport) onder specifieke begeleiding in een niet-mindervalidenvereniging:

G-sportwerking5 punten per activiteit met een maximum van 25 punten per jaar.

 

6.        Punten voor een specifieke sportactiviteit voor senioren (+55) onder specifieke begeleiding in een niet-seniorenvereniging:

seniorensportwerking5 punten per activiteit met een maximum van 25 punten per jaar

 

7.        Punten voor een milieuvriendelijke communicatie rond de clubwerking:

beschikken over een eigen website2 punten;

beschikken over een eigen en goed onderhouden (minimaal trimestrieel bijgewerkt) website              2 punten;

Beschikken over een eigen profiel/pagina op sociale media (Facebook, twitter…)2 punten

 

8.        Punten voor medewerking aan de activiteiten, georganiseerd door Roosdaalse Sportraad vzw en de gemeentelijke sportdienst, onder volgende voorwaarden:

       minstens één persoon afvaardigen die minstens een halve dag zijn medewerking verleent;

       deze persoon dient minstens 18 jaar te zijn;

       de medewerker kan maar 1 vereniging vertegenwoordigen per organisatie.

2 punten per medewerker per activiteit, met een maximum van 50 punten per jaar.

 

9.        Punten voor het volgen van bijscholingen door de trainers (ook niet gediplomeerde trainers komen hiervoor in aanmerking)

2 punten per trainer per bijscholing.

 

10.    Punten voor het meewerken aan activiteiten van scholen of buitenschoolse kinderopvang.              5 punten per activiteit

 

11.    Punten voor clubs die in samenwerking met erkende instanties specifieke acties opzetten om het algemeen welzijn van de sportende leden te bevorderen. Verschillende thema’s kunnen passen binnen ‘algemeen welzijn’, bijvoorbeeld: tabak-, alcohol– en drugpreventie, een anti-pestbeleid, werken rond gedragscodes tijdens het sporten, infoavonden rond de mogelijke druk die ouders leggen op hun sportende kinderen, acties tegen racisme,…                            5 punten

 

Hoofdstuk 3 – Aanvraag

 

Artikel 8. - De gemeentelijke sportdienst stuurt in de loop van de maand augustus van het subsidiejaar een aanvraagformulier naar alle erkende sportverenigingen.

Een werkingsjaar loopt steeds van 1 september tot 31 augustus.

De sportverenigingen die voldoen aan de gevraagde voorwaarden, bezorgen hun subsidieaanvraag met de bewijsstukken aan de sportdienst. De aanvragen moeten aangetekend verzonden worden, of afgegeven worden tegen ontvangstbewijs. De aanvragen moeten op straffe van verval ingediend zijn vóór 1 oktober volgend op het werkingsjaar. De poststempel en/of het ontvangstbewijs gelden als bewijs.

 

Artikel 9. - Bij de aanvraag moeten volgende bewijsstukken gevoegd zijn:

       de ledenlijst met de toestand op 31 augustus van het subsidiejaar:

       de leden jonger dan 18 jaar worden op een aparte lijst gezet;

       de leden met een handicap worden op een aparte lijst gezet. Het ‘algemeen attest erkenning van de handicap’ per persoon met een handicap moet hier worden bijgevoegd;

       het lid -of verzekeringsnummer van de overkoepelende organisatie wordt bij elk lid vermeld;

       kopie van diploma en/of getuigschrift per trainer;

       opsomming van alle trainingsuren van de gediplomeerde trainers per week + vermelding van de locatie en naam van de trainer;

       cluborganigram – overzicht van clubstructuur;

       verslag van de specifieke sportactiviteiten voor mindervaliden onder begeleiding (in niet-mindervalidenwerking);

       verslag van de specifieke sportactiviteiten voor senioren onder begeleiding (in niet-seniorenwerking);

       bewijsstuk(ken) die aantonen dat de club milieuvriendelijke maatregelen neemt binnen haar sportvereniging: link van de website, bewijsstukken dat deze regelmatig (min. trimestrieel) wordt geüpdatet, link naar pagina’s die aantonen dat de club actief is op sociale media;

       een lijst van de leden die hebben meegewerkt aan activiteiten van de Roosdaalse Sportraad vzw: een opsomming van het aantal medewerkers per activiteit;

       wanneer de club rond een thema werkt om het algemeen welzijn te bevorderen van de sportende leden: verslag van de ondernomen acties, bewijs van samenwerking met erkende instanties,… ;

       alle andere bewijsstukken die de aanvraag van de subsidie kunnen staven.

De sportdienst controleert alle bewijsstukken op echtheid.

 

Artikel 10. - Door het indienen van een subsidieaanvraag aanvaarden de sportverenigingen de controle van het gemeentebestuur van de op het aanvraagformulier vermelde gegevens.

 

Artikel 11. - Indien blijkt dat de sportvereniging onjuiste gegevens heeft verstrekt, wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd. Bovendien kan deze sportvereniging voor maximum vijf opeenvolgende jaren worden uitgesloten van subsidiëring.

 

Hoofdstuk 4 — Uitbetaling.

 

Artikel 12. - Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidies toe, na advies van Roosdaalse Sportraad vzw. De besluiten van het college van burgemeester en schepenen moeten gemotiveerd zijn.

 

Artikel 13. - De toegekende subsidie wordt gestort op de rekening van de sportvereniging vóór 1 januari volgend op de aanvraag.

 

Hoofdstuk 5 — Slotbepalingen.

 

Artikel 14. - Dit subsidiereglement zal ieder jaar worden geëvalueerd door de gemeentelijke sportraad en bij noodzaak worden aangepast.

 

Artikel 15. - Betwistingen, voorstellen tot verbetering, aanpassingen, … betreffende de toepassing van dit gemeentelijk subsidiereglement worden aanhangig gemaakt bij het bestuur van de sportraad die ter zake advies geeft aan de gemeenteraad na overleg met het college van burgemeester en schepenen.

 

------------

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Gemeentelijk reglement voor toelagen aan Roosdaalse erkende sportverenigingen voor huur- en energiekosten van niet-gemeentelijke sportinfrastructuur - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende de goedkeuring van het integraal meerjarenplan 2020-2025

          de actie ACT-5.1.5 "Roosdaal werkt een evenwaardige compensatie uit in deelgemeentes waar geen gemeentelijke zalen zijn", werd ingeschreven in het meerjarenbeleidsplan voor de periode 2020-2025

 

Juridische gronden

          de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen

 

Argumentatie / motivering

          sportverenigingen die aan zaalsport doen zijn momenteel vaak aangewezen op het gebruik van private sportinfrastructuur waardoor ze doorgaans jaarlijks hogere kosten hebben dan sportverenigingen die wel gebruik kunnen maken van gemeentelijke sportinfrastructuur

          in het meerjarenplan voor de beleidsperiode 2020-2025 werd de volgende actie ingeschreven: ACT-5.1.5 "Roosdaal werkt een evenwaardige compensatie uit in deelgemeentes waar geen gemeentelijke zalen zijn"

          hiertoe werd een voorstel voor een subsidiereglement opgesteld, dat eerst ter advies aan de Roosdaalse Sportraad vzw werd voorgelegd.

 

Adviezen

          het positief advies van de Raad van Bestuur van de Roosdaalse Sportraad vzw, dat via mail werd uitgebracht op 27 mei 2020

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd niet volledig voorzien in het meerjarenplan en in de lijst van te verstrekken werkingssubsidies voor het jaar 2020.

De raming voor deze toelagen aan Roosdaalse erkende sportverenigingen voor huur- en energiekosten van Roosdaalse niet-gemeentelijke sportinfrastructuur bedraagt 8.000,00 euro en kan via interne kredietverschuivingen worden opgenomen onder beleidsveld 0740-00 Sportsector- en verenigingsondersteuning - actie 5.1.5 "Roosdaal werkt een evenwaardige compensatie uit in deelgemeentes waar geen gemeentelijke zalen zijn".

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - Het reglement voor de verdeling toelagen aan Roosdaalse erkende sportverenigingen voor huur- en energiekosten van Roosdaalse niet-gemeentelijke sportinfrastructuur wordt als volgt goedgekeurd:

 

------------

 

Gemeentelijk reglement voor toelagen aan Roosdaalse erkende sportverenigingen voor huur- en energiekosten van niet-gemeentelijke sportinfrastructuur

 

Hoofdstuk 1 – Algemene voorwaarden

 

Artikel 1:

Binnen de perken van het gemeentebudget, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting door de gemeenteraad, kunnen er toelagen aan de Roosdaalse erkende sportverenigingen (hierna sportverenigingen) worden toegekend voor hun huur- en energiekosten van Roosdaalse niet-gemeentelijke sportinfrastructuur, na advies van de Roosdaalse Sportraad vzw, door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 2:

Deze toelagen hebben tot doel om de sportverenigingen die niet terecht kunnen in gemeentelijke sportinfrastructuur de mogelijkheid te bieden om laagdrempeliger Roosdaalse niet-gemeentelijke sportinfrastructuur te gebruiken en zodoende hun sportbeoefening in de gemeente te bevorderen en de activiteiten en inspanningen die de verenigingen hiertoe leveren, te waarderen.

 

Artikel 3:

Deze toelagen zijn cumuleerbaar met andere gemeentelijke subsidies/toelagen voor dezelfde activiteiten of werking.

 

Artikel 4:

Om in aanmerking te komen voor deze toelagen dienen de sportverenigingen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

          de vereniging is een erkende Roosdaalse sportvereniging (zie reglement voor erkenning van Roosdaalse verenigingen);

          zij dienen het aanvraagformulier, waarvan sprake in hoofdstuk 3, artikel 6, volledig en juist in te vullen. Indien blijkt dat een aanvraagformulier moedwillig onjuist is ingevuld, kan het college van burgemeester en schepenen, op voorstel van Roosdaalse Sportraad vzw, de toelage aan de betrokken sportvereniging weigeren.

 

Hoofdstuk 2 – Betoelaging

 

Artikel 5:

De verdeling van de toelagen gebeurt door het verdelen van het volledige begrotingskrediet waarvan sprake in artikel 1, onder de sportverenigingen die hiertoe een aanvraag indienen. De verdeling gebeurt procentueel, volgens hun aandeel in het totaal van de aanvaarde huur- en energiekosten van niet-gemeentelijke sportinfrastructuur van het afgelopen werkingsjaar.

 

Hoofdstuk 3 – Aanvraag

 

Artikel 6:

De gemeentelijke sportdienst stuurt in de loop van de maand augustus van het subsidiejaar een aanvraagformulier naar alle sportverenigingen.

 

Een werkingsjaar loopt steeds van 1 september tot 31 augustus.

 

De sportverenigingen die voldoen aan de gevraagde voorwaarden, bezorgen het aanvraagformulier voor toelage met de bewijsstukken aan de sportdienst. De aanvragen kunnen digitaal of via de post verzonden worden, of afgegeven tegen ontvangstbewijs. De aanvragen moeten op straffe van verval ingediend zijn vóór 1 oktober volgend op het werkingsjaar. De poststempel en/of het ontvangstbewijs gelden als bewijs.

 

Artikel 7:

Bij de aanvraag moeten volgende bewijsstukken gevoegd zijn:

          kopieën van facturen en betalingsbewijzen van huur/gebruik van sportaccommodaties;

          kopieën van facturen en betalingsbewijzen van energiekosten;

De sportdienst controleert alle bewijsstukken op echtheid.

 

Artikel 8:

Door het indienen van een aanvraag tot toelage, aanvaarden de sportverenigingen de controle van het gemeentebestuur van de op het aanvraagformulier vermelde gegevens.

 

Hoofdstuk 4 — Uitbetaling

 

Artikel 9:

Het college van burgemeester en schepenen kent de toelagen toe, na advies van de vzw Roosdaalse Sportraad. De beslissingen van het college van burgemeester en schepenen moeten gemotiveerd zijn.

 

Artikel 10:

De toegekende toelagen worden gestort op de rekening van de sportvereniging vóór 31 december volgend op de aanvraag.

 

Hoofdstuk 5 — Slotbepalingen

 

Artikel 11:

Betwistingen, voorstellen tot verbetering, aanpassingen, … betreffende de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor toelagen worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen en na advies van de vzw Roosdaalse Sportraad voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Artikel 12:

Dit reglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en treedt in werking de dag na de bekendmaking.

 

Dit reglement is telkens van toepassing op een werkingsjaar dat loopt van 1 september t.e.m. 31 augustus en zal voor het eerst zijn uitwerking hebben vanaf 2019-2020.

 

------------

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Jeugd: subsidiereglement 2019-2020 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende de goedkeuring van het integraal meerjarenplan 2020-2025

 

Juridische gronden

          de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

          het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid, zoals gewijzigd

 

Argumentatie / motivering

          sommige jeugdwerkinitiatieven zullen op jaarbasis een bedrag van meer dan 1.250,00 euro ontvangen, hierop is de wet van 14 november 1983 van toepassing

          in het exploitatiebudget van beleidsveld 0750-00 Jeugdsector- en verenigingsondersteuning wordt een krediet voorzien van 14.800,00 euro voor de ondersteuning van de Roosdaalse verenigingen: logistiek, financieel en inhoudelijk

          in het exploitatiebudget van beleidsveld 0750-00 Jeugdsector- en verenigingsondersteuning wordt een krediet voorzien van 10.500,00 euro voor ondersteuning van de werking en het aanbod van bestaande adviesraden

 

Adviezen

          het gunstig advies van 28 mei 2020 van de jeugdraad betreffende de goedkeuring van het gemeentelijk subsidiereglement voor jeugdwerking 2019-2020

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2020.

De kredieten ten bedrage van 25.300,00 euro zijn opgenomen onder beleidsveld 0750-00 Jeugdsector- en verenigingsondersteuning (zie argumentatie/motivering hierboven).

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - Het volgende subsidiereglement voor het werkjaar 2019-2020 in uitvoering van het integraal meerjarenplan 2020-2025 wordt goedgekeurd:

 

------------

 

Gemeentelijk subsidiereglement voor jeugdwerking

 

A.Algemene bepalingen

 

Artikel 1. - Nederlandstalige jeugdinitiatieven die in aanmerking willen komen voor subsidiëring, streven een kwaliteitsverbetering van de samenleving na door het vervullen van één of meer van de volgende functies:

       ontmoeting;

       permanente groepsvorming;

       spel en recreatie;

       creativiteit;

       amateuristische kunstbeoefening;

       vorming;

       kadervorming;

       dienstverlening;

       werken aan maatschappelijke en politieke veranderingen.

 

Artikel 2. - Nederlandstalige jeugdinitiatieven die in aanmerking willen komen voor subsidiëring, worden onderverdeeld in 5 categorieën die bepalend zijn voor de wijze van subsidiëring:

 

1.      de gemeentelijke jeugdraad als overkoepelend orgaan van de erkende jeugdwerkinitiatieven;

 

2.      de jeugdhuizen die voldoen aan de criteria voor jeugdhuizen gehanteerd door de erkende landelijke koepelorganisaties;

 

3.      de gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven (particulier of door plaatselijke openbare besturen) die groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven met de jeugd (tot 30 jaar) organiseren in hun vrije tijd en onder educatieve begeleiding, hoofdzakelijk gericht naar jongeren uit de gemeente;

 

4.      de inter- en bovengemeentelijke jeugdwerkinitiatieven (particulier of door plaatselijke openbare besturen) die groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven met de jeugd organiseren in hun vrije tijd en onder educatieve begeleiding, actief op het grondgebied van de gemeente maar niet hoofdzakelijk gericht naar jongeren uit de gemeente;

 

5.      initiatieven die zich hoofdzakelijk richten naar de jongeren (gemeentelijk of intergemeentelijk) en één van de functies opgesomd in artikel 1 vervullen, maar niet voldoen aan de criteria opgelegd in artikel 2, punt 3 en 4.

 

Bij aansluiting van een nieuw jeugdinitiatief beslist de jeugdraad in welk van de 5 hogervermelde categorieën dit ingedeeld wordt.

 

Artikel 3. – Duur van het werkjaar

Per dienstjaar worden de in dit reglement verwerkte subsidies toegekend op basis van de activiteiten van het werkjaar van de jeugdverenigingen, dat loopt van 1 oktober tot en met 30 september van het volgende kalenderjaar.

 

Artikel 4. - Nieuw aangesloten jeugdverenigingen dienen erkend te zijn door het college van burgemeester en schepenen vóór 1 juni van het werkjaar teneinde te kunnen genieten van de subsidies voor het werkjaar. Indien ze hun erkenning pas na die datum bekomen, komen ze pas voor het eerst in aanmerking voor subsidies in het volgende werkjaar.

 

Artikel 5. - Aanvraagprocedure

Alle aanvragen worden ten laatste op 15 oktober van het lopende dienstjaar ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, schriftelijk of elektronisch door middel van de daartoe bestemde aanvraagformulieren.

Indien gevraagd, is de aanvraag vergezeld van de nodige bewijsstukken ter staving van de gemaakte kosten.

 

Artikel 6. - Weigering en terugvordering

Een subsidie kan geweigerd worden indien:

-de aanvraag laattijdig ingediend wordt;

-de aanvraag niet vergezeld gaat van de gevraagde bewijsstukken;

-de aard van de activiteit niet kadert binnen dit subsidiereglement;

-een vereniging ophoudt te bestaan in de loop van het werkjaar.

 

Een reeds betaalde subsidie kan teruggevorderd worden, indien achteraf blijkt dat ze niet gebruikt werd voor het doel waarvoor ze oorspronkelijk toegekend werd.

Indien het college van burgemeester en schepenen een subsidie weigert of terugvordert, moet het deze beslissing laten adviseren door de jeugdraad en motiveren.

 

Artikel 7. - Uitbetaling

De subsidies worden via overschrijving aan de aanvrager uitbetaald, die daartoe op elke aanvraag een bankrekeningnummer moet vermelden. Op uitzondering van die bedragen waar het specifiek vermeld wordt, kunnen geen subsidies uitbetaald worden vóór de uiterste aanvraagdatum.

 

De effectieve uitbetaling gebeurt voor eind december van het lopende dienstjaar.

 

Artikel 8. - Verdeling van de overschotten

Wanneer na de uiterste aanvraagdatum één of meerdere van de voorziene kredieten niet of niet volledig opgebruikt werden, worden deze samengevoegd en achtereenvolgens gebruikt voor:

          Kadervorming: de overschotten worden gebruikt om de subsidies voor kadervorming:

       te verhogen tot de voorziene 50% (indien het basiskrediet hiervoor niet zou volstaan)

       evenredig te verhogen boven de 50% tot een maximale subsidie van 100% van de deelnameprijs (indien met de basissubsidie alle aanvragen voor 50% gesubsidieerd konden worden).

          Evenementsubsidie: indien na de uitvoering van punt 1 nog overschotten zouden overblijven, worden deze gebruikt om de subsidies voor evenementen te verhogen tot het voorziene budget per aanvraag (indien het basiskrediet hiervoor niet zou volstaan, en alle aanvragen kunnen verhoogd worden).

          Evenredige verdeling: indien na de uitvoering van punt 1 en punt 2 nog overschotten zouden overblijven, worden deze evenredig verdeeld onder de verenigingen bedoeld onder artikel 2, punt 2 en 3.

 

B.Bepalingen per deelreglement

 

In dit deel worden de voorwaarden vastgelegd voor de toekenning van een totaal subsidiebedrag van 25.300,00 euro. Dit bedrag wordt ingeschreven in het exploitatiebudget van het lopende dienstjaar van het beleidsveld 0750-00 Jeugdsector- en verenigingsondersteuning.

 

De verdeling van de subsidies gebeurt als volgt:

 

Kadervorming

1.200,00 euro

Werkingssubsidie

5.300,00 euro

Kampsubsidie

4.600,00 euro

Evenementsubsidie

1.200,00 euro

Jeugdhuis Splinter

1.900,00 euro

Clubhuis Joachim

600,00 euro

Werking + activiteiten van de jeugdraad

10.500,00 euro

TOTAAL

25.300,00 euro

 

Artikel 9. - Kadervorming (krediet: 1.200,00 euro)

          Iedere persoon die in Roosdaal woont en/of als begeleider of toekomstig begeleider meewerkt in een Roosdaals jeugdinitiatief en een opleiding volgt georganiseerd voor verantwoordelijke en toekomstige verantwoordelijke personen belast met het begeleiden en animeren van jeugdinitiatieven, komt in aanmerking voor de subsidie voor kadervorming.

          Personen die niet in Roosdaal wonen maar meewerken in een Roosdaals jeugdinitiatief dienen bij de aanvraag een verklaring te ondertekenen dat ze in hun eigen woonplaats geen aanvraag hebben ingediend voor subsidiëring van dezelfde kadervorming.

          De subsidie bedraagt 50% van de cursusprijs (effectieve inschrijvingsprijs, geen vervoers- of verblijfskosten die niet inbegrepen zijn in de basisprijs). Overschotten na uitvoering van deze regel worden toegevoegd aan de algemene overschotten voor toepassing van artikel 8.

          Er wordt voorrang verleend aan alle kadervormingen die erkend worden door de afdeling jeugd van het agentschap sociaal-cultureel werk van de Vlaamse overheid terug te vinden op de website (www.sociaalcultureel.be - Jeugdbeleid - Kadervorming).

          Vormingen die niet erkend zijn door de afdeling jeugd van het agentschap sociaal-cultureel werk van de Vlaamse overheid, maar door de jeugdraad als kadervorming aanvaard worden, worden gesubsidieerd volgens de bepalingen in artikel 9, punt 3:

       na uitvoering van de subsidie van 50% op alle erkende kadervormingen;

       als er algemene overschotten gebruikt worden voor de hogere subsidiëring van de kadervorming (zie artikel 1.8. van de algemene bepalingen). In dit geval worden eerst de niet-erkende kadervormingen die nog niet tot 50% gesubsidieerd zijn, tot 50% aangevuld. Daarna worden alle kadervormingen (erkend en niet-erkend) evenredig verhoogd boven de 50% met een maximum van 100% van de totale cursusprijs.

 

Artikel 10. - Werkingssubsidie (krediet: 5.300,00 euro)

          Jeugdinitiatieven bedoeld onder punt 3 van artikel 2 komen in aanmerking voor een werkingssubsidie.

          Voor het bepalen van de werkingssubsidie per vereniging wordt aan de rechthebbende verenigingen bedoeld in artikel 10, punt 1 een aantal punten toegekend:

          Op basis van het ledenaantal, als volgt:

          < 25 leden=   4 punten;

          25-50 leden=   8 punten;

          50-100 leden= 12 punten;

          100 en meer leden= 16 punten.

          Per deelname van 1 of meerdere vertegenwoordigers van een rechthebbende jeugdvereniging bedoeld in artikel 10, punt 1 aan een vergadering van de jeugdraad, wordt het puntenaantal vermeerderd met een ½ punt.

          Op basis van aanwezigheid op de vorming georganiseerd door de jeugddienst: Per aanwezige begeleider van de jeugdbeweging bedoeld in artikel 10, punt 1 = 1 punt, met een maximum van 3 punten.

          Voor het bepalen van het ledenaantal dienen de verenigingen bij hun aanvraag een ledenlijst te voegen van de situatie op 30 juni van het lopende werkjaar waarop minimaal de naam, adres en geboortedatum van de actieve leden en leiding is vermeld. Proosten, volwassen begeleiders, oud-leiding, … die slechts sporadisch nog een bijdrage leveren aan de werking (bvb. naar aanleiding van een speciale activiteit, eetfestijn, kamp, …) komen hiervoor niet in aanmerking. Als actieve leiding worden aanzien alle personen die op regelmatige basis tijdens het werkjaar instaan voor de begeleiding en opleiding van de leden tijdens de normale werking.

          Alle punten van de hogervermelde jeugdwerkinitiatieven worden samengeteld en het totale beschikbare krediet voor werkingssubsidie wordt door dit totaal gedeeld. De bekomen puntwaarde wordt dan vermenigvuldigd met het totaal aantal punten per vereniging om de individuele subsidie te kennen.

 

Artikel 11. - Kampsubsidie (krediet: 4.600,00 euro)

          Jeugdinitiatieven bedoeld onder punt 3 van artikel 2 komen in aanmerking voor een kampsubsidie.

          De aanvraag dient vergezeld te zijn van een ledenlijst van de situatie op 30 juni van het lopende werkjaar waarop minimaal de naam, adres en geboortedatum van de actieve leden en leiding is vermeld. Proosten, volwassen begeleiders, oud-leiding, … die slechts sporadisch nog een bijdrage leveren aan de werking (bvb. naar aanleiding van een speciale activiteit, eetfestijn, kamp, …) komen hiervoor niet in aanmerking. Als actieve leiding worden aanzien alle personen die op regelmatige basis tijdens het werkjaar instaan voor de begeleiding en opleiding van de leden tijdens de normale werking.

Op deze lijst dienen de namen aangeduid te worden van de leden en leiding die effectief aan het kamp deelgenomen hebben.

          Slechts één kamp per vereniging en per jaar komt in aanmerking.

          Het kamp duurt minimaal 4 en maximaal 10 overnachtingen, voor- en nakampen niet meegerekend.

          Er zijn minimum 10 deelnemers en één begeleider.

          De hoofdverantwoordelijke van het kamp is minstens 18 jaar oud bij het begin van het kamp.

          Voor iedere goedgekeurde aanvraag wordt een forfait van 12,50 euro per overnachting toegekend. Jeugdwerkinitiatieven die gesplitst op kamp gaan hebben slechts recht op éénmaal de uitbetaling van het forfait.

          Het bedrag dat na toewijzing van de forfaits overblijft, wordt via een puntensysteem verdeeld. Iedere aanvraag krijgt een aantal punten toegekend, als volgt berekend:

          aantal deelnemers aan het kamp x aantal nachten gedeeld door 10;

          2 punten per begeleider;

          Alle punten van alle subsidieerbare aanvragen worden samengeteld en het totale bedrag van het variabel deel wordt door dit totaal gedeeld. De bekomen puntwaarde wordt dan vermenigvuldigd met het totaal aantal punten per aanvraag om het variabel subsidiedeel te kennen. Dit variabel deel wordt bij het forfait geteld.

 

Artikel 12. - Evenementsubsidie (krediet: 1.200,00 euro)

Algemene voorwaarden:

          Enkel evenementen georganiseerd door jeugdinitiatieven bedoeld onder artikel 2 komen in aanmerking;

          Het evenement is voor iedereen vrij toegankelijk, maar heeft als specifieke doelgroep ‘jongeren’ (3 tot en met 30 jaar) voor ogen;

          Het evenement kent geen commerciële doeleinden, een eventuele winst is bedoeld voor de werking van de organisatie;

          Het evenement beschikt over een kwaliteitsvolle programmatie met minstens één muzikaal optreden (muziekgroep, DJ, harmonie, …);

          Het evenement vindt plaats op het grondgebied van Roosdaal;

         Het evenement is aangevraagd bij de gemeente en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen (www.roosdaal.be - Documentenloket - Aanvraagformulier toelating activiteiten en inrichtingen);

         Een organisatie kan maximaal 1 keer per werkjaar beroep doen op een evenementsubsidie;

         Volgende evenementen worden geweigerd: privéfeesten, schoolfeesten, eetfestijnen en evenementen met een politiek, religieus, filosofisch of commercieel karakter.

 

Betoelaging: De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe voorziene krediet. De subsidie wordt berekend via een aantal criteria die punten genereren:

          1 – 10 punten = 150,00 euro

          11 – 20 punten = 200,00 euro

          21 – 30 punten = 250,00 euro

          31 – 40 punten = 300,00 euro

          > 40 punten = 350,00 euro

 

Toekenningsprocedure

 

Grootte evenement

Deze punten worden toegekend op basis van de verwachte opkomst, gemotiveerd

aan de hand van eventuele vroegere edities.

          < 100 aanwezigen:= 1 punt

          101 - 500 aanwezigen:= 2 punten

          501 - 1.000 aanwezigen:= 3 punten

          > 1.000 aanwezigen:= 4 punten

 

Laagdrempeligheid van het evenement

Deze punten worden toekend op basis van de toegangsprijs voor de activiteit. Bij evenementen waarbij in voorverkoop kaarten aan een goedkoper tarief kunnen gekocht worden, geldt de toegangsprijs aan de kassa.

          Gratis toegang:= 5 punten

          Minder dan 10,00 euro:= 3 punten

 

Veiligheid

Deze punten worden toegekend op basis van de acties die ondernomen worden op vlak van veiligheid.

          Inzet professionele security:= 3 punten

          Inzet stewards:= 1 punt

          Inzet professionele security + stewards= 3 punten

 

Milieuvriendelijkheid

Deze punten worden toegekend op basis van acties die ondernomen worden om het evenement zo milieuvriendelijk mogelijk te organiseren.

          Gebruik van ecologisch afbreekbaar materiaal:=   2 punten

(bijvoorbeeld flyer op ecologisch papier)

          Gebruik van glazen of herbruikbare bekers en milieuvriendelijk servies

(geen plastieken bordjes, vorken, lepels, …)=   2 punten

 

Acties betreffende drankwetgeving:

          Het niet-aanbieden van alcoholische dranken = 20 punten

          Het niet-aanbieden van sterke drank= 10 punten

          Signalisatie rond wetgeving (“-16 geen alcohol, -18 geen sterke drank”)

in promotie en op evenement zelf=   2 punten

          Werken met een systeem waarbij door vooraf controle

bekend is wie -16 jaar is en wie -18 jaar is

(bijv. a.d.h.v. bandjessysteem met kleuren)=   2 punten

 

Acties betreffende roken:

Opvallende signalisatie op evenement zelf dat roken in zaal of tent

verboden is=   3 punten

 

Communicatie naar de buurt

Brief verstuurd naar alle bewoners van de omliggende straten van het

evenement =   3 punten

 

Innovatief karakter

Deze punten worden toegekend op basis van de aanpassingen die er gebeuren

indien het project een herhalend karakter heeft.

Er zijn vernieuwende elementen toegevoegd aan het project:=   3 punten

 

Aanvraag

Volgende bewijsstukken dienen ingediend te worden voor 15 oktober van het jaar waarin het evenement plaatsvindt:

          een ontwerp van de affiche of flyer van het evenement;

          de link naar promotie van het evenement op sociale media kanalen;

          een betalingsbewijs van een securitybedrijf;

          een lijst van de stewards die instaan voor de veiligheid op het evenement;

          een beschrijving van de milieuvriendelijke acties die ondernomen worden op het evenement;

          een beschrijving van hoe de leeftijdscontrole in zijn werk zal gaan;

          de brief gericht aan de buurtbewoners;

          indien het evenement een herhalend karakter heeft: een beschrijving van de aanpassingen die het innovatief karakter aanduiden.

 

Artikel 13. - Jeugdhuis Splinter (krediet: 1.900,00 euro)

          Jeugdhuis Splinter komt in aanmerking voor een specifieke werkingssubsidie van maximaal 1.900,00 euro.

          Indien in de loop van het werkjaar nieuwe jeugdinitiatieven tot de jeugdraad toetreden zoals bedoeld in punt 2 van artikel 2. (jeugdhuizen), zullen deze in het subsidiereglement voor het lopende dienstjaar opgenomen worden volgens dezelfde criteria als jeugdhuis Splinter.

          Om in aanmerking te komen voor deze subsidie dient het jeugdhuis te voldoen aan:

          een aantal algemene voorwaarden;

          een aantal specifieke voorwaarden, waaraan een puntwaarde toegekend wordt die mee het bedrag van de subsidie bepalen.

          De algemene voorwaarden zijn:

          aangesloten zijn en blijven bij minstens één koepelorganisatie;

          vertegenwoordigd zijn in de jeugdraad;

          in zijn werking openstaan voor alle jongeren zonder onderscheid.

          De specifieke voorwaarden zijn:

          minimum 3 vormingen volgen of organiseren. Er dient een duidelijke link te zijn tussen het volgen of organiseren van de vorming, en het beoogde effect op de werking van het jeugdhuis. Vormingen die worden gevolgd moeten door een erkende instantie georganiseerd worden. Vormingen die het jeugdhuis zelf organiseert moeten in samenwerking gebeuren met een erkende instantie en open staan voor alle jongeren. De leden van de jeugdraad moeten een uitnodiging ontvangen van deze vorming. (per vorming 1 punt – maximaal 3 punten);

          regelmatige updates posten op hun sociale media kanalen (Facebook, Instagram,…) (per post 1 punt – maximaal 4 punten);

          minimum 2 dagdelen per week geopend zijn tijdens minimum 40 weken per jaar (per dagdeel 1 punt – maximaal 2 punten);

          minimum 2 keer per jaar een open activiteit in Roosdaal organiseren die hoofdzakelijk gericht is op de profilering naar jongeren die geen vaste bezoeker van het jeugdhuis zijn (maximaal 2 punten).

          Jeugdhuis Splinter ontvangt een onvoorwaardelijke werkingssubsidie van 930,00 euro. Met de specifieke voorwaarden kan het maximaal 11 punten verdienen die elk een subsidie van 88,18 euro vertegenwoordigen. Wanneer voldaan wordt aan alle voorwaarden krijgt jeugdhuis Splinter bijgevolg een maximale subsidie van 1.900,00 euro.

          Voor activiteiten die georganiseerd worden - al dan niet in het kader van de specifieke voorwaarden - en die voldoen aan de criteria van artikel 12, punt 1, kan jeugdhuis Splinter een aanvraag voor een evenementsubsidie indienen.

          Jeugdhuis Splinter dient uiterlijk op 15 oktober van het lopende dienstjaar een éénmalige aanvraag in met alle verantwoordingsstukken:

          bewijsstukken i.v.m. de georganiseerde vormingen;

          een link naar de verschillende sociale media;

          een kort verslag van de open activiteit(en) gericht op de profilering.

          Indien niet aan alle specifieke voorwaarden wordt voldaan, wordt per niet behaald punt een bedrag van 88,18 euro ingehouden op de subsidie en toegevoegd aan de algemene overschotten voor uitvoering van artikel 8.

 

(ter info: bedrag werd opgenomen in volledige subsidie voor de jeugdraad, inclusief activiteiten, zie verder)

 

Artikel 14. - Clubhuis Joachim (600,00 euro)

          Om in aanmerking te komen voor deze subsidie dient Clubhuis Joachim te voldoen aan de volgende voorwaarden:

         een continue werking hebben;

         een goede samenwerking onderhouden met de jeugdraad;

         1 keer per jaar een activiteit organiseren ter bevordering van inclusie van het doelpubliek van Clubhuis Joachim (1 punt);

         deelname aan de activiteiten van de jeugdraad en actief promotie voeren voor deze activiteiten bij het doelpubliek.

          Clubhuis Joachim ontvangt een onvoorwaardelijke werkingssubsidie van 475,00 euro. Indien uit het activiteitenverslag van Clubhuis Joachim blijkt dat 1 inclusieactiviteit werd georganiseerd, krijgt Clubhuis Joachim bijgevolg een maximale subsidie van 600,00 euro.

          Voor activiteiten die georganiseerd worden - al dan niet in het kader van de specifieke voorwaarden - en die voldoen aan de criteria van artikel 12, punt 1, kan Clubhuis Joachim een aanvraag voor evenementsubsidie indienen.

          Clubhuis Joachim dient uiterlijk op 15 oktober van het lopende dienstjaar een éénmalige aanvraag in met alle verantwoordingsstukken:

         een activiteitenverslag van het voorbije werkjaar waaruit blijkt dat Clubhuis Joachim een continue werking heeft ontplooid tijdens het werkjaar. Het verslag wordt gestoffeerd met bewijsstukken in verband met de georganiseerde activiteiten: lijst activiteiten, data, aantal deelnemers en aard van de activiteit;

         een kort verslag van de activiteit gericht op inclusie: aard activiteit, doelstelling en behaalde resultaat en evaluatie.

 

Artikel 15. - Jeugdcultuur (krediet: 10.500,00 euro)

          Een subsidie van 10.500,00 euro is beschikbaar voor de werking van de jeugdraad en voor het organiseren van activiteiten ter bevordering van de jeugdcultuur in de gemeente, waarvoor volgende verdeling kan gehanteerd worden:

       Recreatieve activiteit(en): 2.500,00 euro

       Roosdaal Zomert: 6.000,00 euro

       Culturele activiteit(en): 1.500,00 euro

       Kunstendag voor Kinderen: 300,00 euro

       Werking jeugdraad: 200,00 euro

       In afwijking van artikel 7 kunnen deze subsidies aan de jeugdraad vóór het afsluiten van de aanvraagperiode uitbetaald worden, teneinde de financiële verplichtingen verbonden aan de organisatie van de activiteiten tijdig te kunnen voldoen. De jeugdraad richt daartoe vooraf een aanvraag met een korte beschrijving van de geplande activiteiten aan het college van burgemeester en schepenen, dat beslist over de subsidieerbaarheid van de voorgestelde activiteiten en de uitbetaling van de subsidie.

       De jeugdraad kan een beroep doen op verenigingen die in eigen beheer een deel van de activiteiten organiseren. Hiervoor kan ze een deel van de subsidie aan deze vereniging ter beschikking stellen, evenwel blijft de jeugdraad ten allen tijde verantwoordelijk voor het verantwoorden van de besteding van de subsidie ten overstaan van het gemeentebestuur.

       Indien er nadien blijkt dat de som van deze kredieten niet volledig is aangewend voor de organisatie van bovenvermelde activiteiten dan dienen deze teruggestort te worden naar het bestuur.

 

------------

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Middenstandsraad: Detailhandelsbeleidsplan: eindversie - kennisneming

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Gemeentepersoneel: afsprakenkader uitzendarbeid - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 26 februari 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aanpassing van het arbeidsreglement

          het besluit van 30 november 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aangepaste versie van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel

          het besluit van 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW

 

Juridische gronden

          het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

          het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen

 

Argumentatie / motivering

          bij de algemene aanpassing van het arbeidsreglement in 2020 zal het afsprakenkader betreffende uitzendarbeid geïntegreerd worden in de bijlagen van het arbeidsreglement

          de invoering van uitzendarbeid biedt de mogelijkheid om snel het hoofd te bieden aan en in te spelen op de nood aan tijdelijke vervangingen van afwezige personeelsleden en/of tijdelijke vermeerderingen van werk

 

Adviezen

          het advies van 25 mei 2020 van het bijzonder onderhandelingscomité

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - De gemeenteraad keurt het afsprakenkader betreffende uitzendarbeid goed, als volgt:

-----------------------------

 

Artikel 1. - Het kader inzake inzet van uitzendkrachten door het lokaal bestuur Roosdaal wordt hieronder vastgelegd en is van toepassing op de gemeente en het OCMW Roosdaal.

 

Artikel 2. - In het geval dat het bestuur flexibel, vlot en efficiënt wil inspelen op tijdelijke personeelsbehoeften, die ontstaan naar aanleiding van onder meer uitval van personeelsleden door bijvoorbeeld ziekte wordt er prioritair beroep gedaan op kandidaten uit een geldende wervingsreserve die door het bestuur een tijdelijk contract krijgen aangeboden.

Indien mogelijk worden personeelsleden met een deeltijds contract of deeltijdse opdracht de mogelijkheid gegeven om hun contract of aanstelling tijdelijk uit te breiden.

Enkel indien deze maatregelen geen oplossing bieden, kan het lokaal bestuur Roosdaal beroep doen op uitzendkrachten.

 

Artikel 3. - Het lokaal bestuur Roosdaal kiest ervoor om uitzendarbeid toe te laten in volgende gevallen:

tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst voor maximaal 6 maanden;

tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd voor maximaal 6 maanden;

tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het Vlaams zorgkrediet voor maximaal 6 maanden;

tijdelijke vervanging van een vastbenoemd personeelslid die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent voor maximaal 6 maanden

tijdelijke vermeerdering van het werk voor maximaal 1 maand.

 

Artikel 4. –  De maximale duurtijd slaat op het motief of de reden waarvoor uitzendarbeid voor een bepaalde functie wordt ingezet.

 

Artikel 5. – De uitzendkrachten kunnen nooit tewerkgesteld worden met opeenvolgende dagcontracten.

 

Artikel 6. – Er worden geen uitzendkrachten aan het werk gezet of gehouden op dagen van staking of lock-out.

 

Artikel 7. – De algemeen directeur brengt de representatieve vakorganisaties vooraf op de hoogte per brief of per elektronische post indien een functie via een uitzendkracht tijdelijk zal worden ingevuld. Deze verwittiging gebeurt uiterlijk de dag voorafgaand aan de dag van de indienstname of de verlenging van de initiële verwittiging. Bij de verwittiging wordt vermeld voor welke functie zal beroep gedaan worden op een uitzendkracht, de vermoedelijke duur en welk uitzendkantoor als werkgever zal optreden.

 

Artikel 8. – In het eerste bijzonder overlegcomité van het kalenderjaar bezorgt het lokaal bestuur de globale informatie over de inzet van uitzendkrachten in het voorafgaande kalenderjaar. Deze informatie bevat minstens:

een opsomming van de functies, het loonbarema en de redenen waarvoor beroep werd gedaan op uitzendkrachten

het aantal dagen waarbij de desbetreffende functie door een uitzendkracht werd ingevuld

de totale kostprijs van de inzet van uitzendkrachten per functie

het aantal uitzendkrachten waarop beroep werd gedaan

de gegevens betreffende gebeurlijke arbeidsongevallen waarbij uitzendkrachten waren betrokken.

 

-----------------------------

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Informatieveiligheid en GDPR: beleid informatieveiligheid - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het gegeven dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG - GDPR ) op datum van 24 mei 2016 in werking is getreden en, overeenkomstig haar artikel 99, 2, met ingang van 25 mei 2018 effectief van toepassing is

          de besluiten van 26 april 2018 en 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de overeenkomst "exclusieve dienstverlening" tussen de gemeente Roosdaal en Haviland Intercommunale met betrekking tot de informatieveiligheid en ter beschikking stelling van een Data Protection Officer (DPO)

          het document "Informatieveiligheidsbeleid gemeente Roosdaal" opgesteld door de DPO

          het besluit van 19 december 2019 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van het informatieveiligheidsbeleid van OCMW Roosdaal

 

Juridische gronden

          de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming (Publ.blad, L 119, 4.5.2016, pp. 1-88))

 

Argumentatie / motivering

          het gemeentebestuur van Roosdaal verzamelt en beheert vanuit haar wettelijke opdracht een veelheid aan gevoelige informatie waarvoor een wettelijke verplichting bestaat tot adequate beveiliging om de continuïteit van de dienstverlening en het verzorgen van kwaliteitsvolle, transparante en toegankelijke dienstverlening te kunnen blijven garanderen

          de opslag en verwerking van deze gegevens gebeurt grotendeels binnen een complexe ICT-infrastructuur waar strikte regels rond informatieveiligheid een steeds groter gewicht krijgen

          het ontwerp van informatieveiligheidsbeleid waarin een gestructureerde aanpak van de informatieveiligheid wordt voorgesteld, zoals opgesteld door de heer Roman De Schrijver, DPO voor de gemeente Roosdaal

          het informatieveiligheidsbeleid is een algemeen kader en omschrijft de ideale situatie omtrent informatieveiligheid in de organisatie die dient nagestreefd te worden maar die niet per definitief volledig van toepassing op het tijdstip van goedkeuring van dit informatieveiligheidsbeleid

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - De gemeenteraad van Roosdaal hecht haar goedkeuring aan het document "Informatieveiligheidsbeleid gemeente Roosdaal", als volgt:

 

1. Doelstelling van dit document

 

Dit document geeft aan op welke manier een beleid voor informatieveiligheid onderdeel is van de visie en missie van het bestuur. Met deze beleidstekst toont het bestuur de strategische doelstellingen voor de ontwikkeling van informatieveiligheid. Het behandelt daarnaast ook enkele tactische elementen, met name de organisatie van het informatieveiligheidsbeleid, het beheer van risico’s en de scope van het beleid.

Het document geeft tevens de beleidsstandpunten weer inzake het beheer van gebruikers, rollen, informatieclassificatie en de omgang met leveranciers, om als basis te kunnen dienen voor het opstellen van procedures en richtlijnen omtrent informatieveiligheid.

 

2. Het belang van informatieveiligheid

 

Het bestuur staat garant om de gegevens die we van onze burgers verzamelen, te verwerken met de grootste aandacht voor privacy. We streven continu naar verbetering, met als doel een informatieveilige omgeving te creëren. In het bijzonder willen we de gegevens van onze burgers beschermen tegen:

          Verlies: gegevens zijn niet meer beschikbaar.

          Lekken: gegevens komen in verkeerde handen terecht.

          Fouten: gegevens zijn niet correct, bijvoorbeeld verouderd of onvolledig.

          Niet toegankelijk: op het moment van consultatie en bewerking zijn gegevens niet toegankelijk.

          Onterecht inkijken: ingekeken door personen die hiertoe niet gemachtigd zijn.

          Het niet kunnen nagaan wie de gegevens inkeek, wijzigde of verwijderde.

          Verwerkingen die niet in lijn liggen met regelgeving (onder andere GDPR) richtlijnen en normen.

 

De directie wil beroep doen op iedereen die betrokken is bij het verwerken van persoonsgegevens om samen, vanuit een gemeenschappelijke visie én vanuit onze gezamenlijke wil, de verwerking van (persoons-)gegevens van onze burgers correct te laten verlopen.

 

Dit beleid gaat dieper in op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de burger. Dit beleid dient als norm voor het verwerken van de (persoons-)gegevens van onze burgers. Het is een leidraad voor alle verwerkingsprocessen en biedt een referentienorm voor audit en controle. Het biedt elke burger, medewerker en externe een inzage in het informatieveiligheidsbeleid en de manier waarop we omgaan met gevoelige persoonsgegevens. De relevante onderdelen van dit beleid worden verwerkt in overeenkomsten met personeel en leveranciers.

 

3. De organisatie van informatieveiligheid

 

3.1. Plaats

Het beleid wordt geïntegreerd in de organisatiebeheersing, onder het toeziend oog van de verantwoordelijke kwaliteitsmedewerker.

 

3.2. Bevoegdheid

Als verantwoordelijke voor de verwerking, ligt de bevoegdheid van dit informatieveiligheidsbeleid bij het college van burgemeester en schepenen, vertegenwoordigd door de burgemeester en de algemeen directeur. Het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor het formuleren van de beleidsprincipes en de algemeen directeur voor de naleving ervan binnen het bestuur.

 

3.3. Verantwoordelijke uitvoerder

De informatieveiligheidscel fungeert als formeel beslissingsplatform voor alle zaken rond informatieveiligheid en GDPR. Het college van burgemeester en schepenen keurt de samenstelling van de informatieveiligheidscel goed. De informatieveiligheidscel is bevoegd om beslissingen te nemen die betrekking hebben op volgende aspecten:

          De risicoanalyse en bijhorende methodiek;

          Het ontwikkelen van het informatieveiligheidsbeleid en de bijhorende richtlijnen;

          De implementatie van beveiligingsmaatregelen (m.a.w. de inhoud van het informatieveiligheidsplan);

          De structurele reactie op informatieveiligheidsproblemen en –adviezen.

 

De volgende rollen maken vast deel uit van de informatieveiligheidscel:

          de algemeen directeur (voorzitter van de informatieveiligheidscel);

          de (externe) DPO;

          de (externe) ICT-verantwoordelijke;

          de beleidsmedewerker(s);

 

3.4. De informatieveiligheidsconsulent/DPO

De inhoudelijke opvolging van het informatieveiligheidsbeleid ligt bij de informatieveiligheidsconsulent/DPO. Hij/zij voert deze taak uit volgens de bepalingen in het Vlaams decreet van 15 mei 2009 betreffende informatieveiligheidsconsulenten. Tevens oefent de DPO de taken uit overeenkomstig artikel 39 van de AVG. De informatieveiligheidsconsulent/DPO rapporteert aan de algemeen directeur en is in het bijzonder belast met:

          Adviezen en aanbevelingen voorleggen aan de informatieveiligheidscel

          Opdrachten uit te voeren op vraag van de informatieveiligheidscel

          Bevorderen van de bewustwording van alle actoren binnen het bestuur

          Toezien op de naleving van het informatieveiligheidsbeleid binnen het bestuur (interne auditor)

          Documenteren van het informatieveiligheidsbeleid, in overleg met de kwaliteitsmedewerker en volgens dezelfde methodiek

          Opstellen van een jaarlijks informatieveiligheidsplan en waken over de uitvoering ervan

          Opstellen van een jaarverslag met de vorderingen van het informatieveiligheidsplan en voorleggen aan de informatieveiligheidscel

          Registreren van overtredingen en deze samen met een advies overmaken aan de informatieveiligheidscel

          De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de werknemers informeren en adviseren over hun verplichtingen uit hoofde van de AVG en andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen

          Toekijken op naleving van de AVG, van andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen en van het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de toewijzing van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van het bij de verwerking betrokken personeel en de betreffende audits

          Desgevraagd advies verstrekken met betrekking tot de gegevensbeschermingseffectbeoordeling en toezien op de uitvoering daarvan in overeenstemming met artikel 35 AVG

          Met de toezichthoudende autoriteit samenwerken

          Optreden als contactpunt voor de toezichthoudende autoriteit

 

3.5. De medewerker

Iedereen (intern of extern) die gegevens verwerkt (bijvoorbeeld inkijkt, registreert, wijzigt, …), doet dit volgens de beleidsprincipes uit dit beleid. De gebruiker verwerkt gegevens in overeenstemming met de discretieplicht, en conform volgende principes:

          Is verantwoordelijk voor de gegevens van burgers en medewerkers die hij/zij verwerkt

          Voert de informatieveiligheidsrichtlijnen uit tijdens zijn/haar verwerkingsopdracht

          Verwerkt enkel die gegevens die horen bij de taak dat hem/haar toebedeeld is

          Draagt zorg voor de gegevens

          Meldt inbreuken

          Leeft artikel 458 van het Strafwetboek na: de gebruiker respecteert het beroepsgeheim

 

3.6. Dienstverantwoordelijke

 

Bijkomend aan de verantwoordelijkheden van de medewerker, ziet de dienstverantwoordelijke toe op de goede uitvoering van de informatieveiligheidsbepalingen. De dienstverantwoordelijke volgt de informatieveiligheidsrichtlijnen op en informeert de medewerkers hierover. De dienstverantwoordelijke zorgt voor een informatieveiligheidscultuur en onderhoudt deze, bijvoorbeeld door het bespreken van de beleidsrichtlijnen op het teamoverleg. De dienstverantwoordelijke ondersteunt controleactiviteiten, bijvoorbeeld door het controleren van logbestanden in toepassingen waarin persoonsgegevens verwerkt worden.

 

3.7. ICT-medewerker en sleutelgebruiker

 

De ICT-medewerker en de verantwoordelijke voor de gebruikers (sleutelgebruiker) zijn verantwoordelijk voor:

          Het implementeren van de technische maatregelen

          Het implementeren van de informatieveiligheidsinstellingen in lijn met dit beleid

          Het melden van informatieveiligheidsproblemen die ontstaan voor, tijdens of na de implementatie van ICT-middelen aan de informatieveiligheidsconsulent/DPO

          Het fungeren als expert. Vanuit deze rol neemt hij/zij deel aan de identificatie zowel als aan de remediëring van de informatieveiligheidsrisico’s

          Het naleven van de gedragscode.

 

3.8. ICT-leverancier

 

De ICT-leverancier heeft dezelfde verantwoordelijkheden als deze van een ICT-medewerker. Aanvullend:

          Wijst hij op informatieveiligheidsrisico’s van geleverde toepassingen

          Wijst hij op de op te nemen veiligheidstaken

          Streeft hij een transparant informatieveiligheidsbeleid na door te communiceren over het eigen actuele informatieveiligheidsniveau en bij de afhandeling van informatieveiligheidsincidenten.

 

4. De scope van het informatieveiligheidsbeleid

 

Dit beleid verdiept zich in de informatieveiligheid bij zowel het lokaal verwerken als het delen van gegevens met verschillende actoren in kader van de taken en opdrachten van het bestuur. We hebben in dit beleid aandacht voor de omgang met persoonsgegevens van burgers en medewerkers.

 

Het informatieveiligheidsbeleid is van toepassing op alle medewerkers van het bestuur, zowel medewerkers in dienstverband als medewerkers die via andere overeenkomsten deelnemen aan de gegevensverwerking.

 

De bepalingen van dit informatieveiligheidsbeleid worden opgenomen in de contracten en kenbaar gemaakt via bewustwordingssessies. Gezien de belangrijke rol van de ICT-leveranciers bij het opzetten van de ICT-omgeving om gegevens te verwerken, legt het beleid hiervoor ook de beleidsprincipes vast.

 

5. Het beheer van risico’s

 

Het bestuur brengt de risico’s inzake gegevensbescherming in kaart aan de hand van een risicoanalyse en een maturiteitsmeting. Beiden worden uitgevoerd op basis van volgende criteria (toetsingskader):

          De richtsnoeren met betrekking tot de informatiebeveiliging van persoonsgegevens, zoals deze werden gepubliceerd door de Gegevensbeschermingsautoriteit

          De Algemene Verordening Gegevensbescherming

          Het decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg

 

De maturiteitsmeting brengt operationele en tactische risico’s in kaart. Beiden worden samen met de informatieveiligheidscel besproken. De te nemen maatregelen worden opgenomen in het informatieveiligheidsplan. Jaarlijks wordt de voortgang van het informatieveiligheidsplan besproken met de informatieveiligheidscel in de vorm van een jaarrapport.

 

De analyse, die elke drie jaar plaatsvindt, heeft als doel de effectiviteit van de genomen maatregelen te controleren en nieuwe risico’s in kaart te brengen. De nulmeting wordt jaarlijks geëvalueerd en aangepast. De planning wordt aangepast van zodra een item afgehandeld is. De risicoanalyse, de nulmeting en de planning worden gemaakt met behulp van de informatieveiligheidstool van V-ICT-OR en wordt aangebracht door Haviland.

Het proces wordt aangepast in de tool en meegedeeld aan de informatieveiligheidscel.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Informatieveiligheid en GDPR: jaarverslag 2019 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het gegeven dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG - GDPR ) op datum van 24 mei 2016 in werking is getreden en, overeenkomstig haar artikel 99, 2, met ingang van 25 mei 2018 effectief van toepassing is

          de besluiten van 26 april 2018 en 19 december 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de overeenkomst "exclusieve dienstverlening" tussen de gemeente Roosdaal en Haviland Intercommunale met betrekking tot de informatieveiligheid en ter beschikking stelling van een Data Protection Officer (DPO)

          het document "Jaarverslag 2019 informatieveiligheid en GDPR" opgesteld door de DPO

 

Juridische gronden

          de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming (Publ.blad, L 119, 4.5.2016, pp. 1-88))

 

Argumentatie / motivering

          jaarlijks wordt door de DPO een jaarverslag opgemaakt over de maatregelen die werden genomen in het kader van de bescherming van de informatieveiligheid en de naleving van de richtlijnen in de Algemene Verordening Gegevensbescherming

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - De gemeenteraad van Roosdaal hecht haar goedkeuring aan het document "Jaarverslag 2019 informatieveiligheid en GDPR" opgesteld door de Data Protection Officer (DPO) de heer Roman De Schrijver van Haviland Intercommunale.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Gemeentelijk onderwijs: schoolreglement - aanpassing

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 21 juni 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aangepaste versie van het schoolreglement

          het besluit van 26 april 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring opsplitsing gemeentelijke basisschool Triangel

          het besluit van 20 juni 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring aanpassing schoolreglement gemeentelijke basisschool Triangel

 

Juridische gronden

          de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 104 en119

          het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, zoals gewijzigd

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

          het decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs ,het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding van 18 april 2018

          de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 21 december 1998 betreffende het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs

          de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 8 februari 2002 betreffende informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement

          de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 22 juni 2007 betreffende kostenbeheersing in het basisonderwijs

          de ministriële omzendbrief van 21 juni 2017 betreffende samenstelling ondersteuningsnetwerken in het basis en secundair onderwijs

 

Argumentatie / motivering

          de digitale kennisgeving en goedkeuring van de schoolraad van 8 juni 2020

          de kennisneming van het aangepaste schoolreglement door het personeel

          een schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt

          het huidig schoolreglement gewoon basisonderwijs goedgekeurd op 20 juni 2019 is aan actualisatie toe

          het model van schoolreglement van OVSG

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
7 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA) en Peggy Bulterijs (N-VA).
 

Artikel 1. - Het bestaande schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen Triangel goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20 juni 2019 worden opgeheven.

 

Artikel 2. - Het hierbij gevoegde schoolreglement van het gemeentelijk basisonderwijs Triangel Roosdaal wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3. - Dit schoolreglement wordt bij elke inschrijving van de leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord.

Indien de ouders zich met het schoolreglement niet akkoord verklaren dan wordt aan de inschrijving van de leerling een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Gemeentelijk onderwijs: vaststelling van de kalender van de vakanties en verlofdagen van het gemeentelijk basisonderwijs voor het schooljaar 2020-2021

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          ten laatste 15 juni vóór aanvang van het volgende schooljaar legt de school de facultatieve vakantiedagen en de pedagogische studiedagen vast

 

Juridische gronden

          het besluit van 17 april 1991 van de Vlaamse regering tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap

 

Argumentatie / motivering

          de digitale kennisgeving van de kalender aan het onderwijzend personeel op 8 juni 2020

          de digitale kennisgeving en goedkeuring van de schoolraad van 8 juni 2020 voor het gemeentelijk kleuter- en lager onderwijs

 

Adviezen

          het advies van 15 juni 2020 van het afzonderlijk bijzonder overlegcomité

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - De kalender der schoolvakanties en verlofdagen van het gemeentelijk basisonderwijs voor het schooljaar 2020-2021 wordt als volgt vastgesteld:

 

1. Hervatting van de lessen op dinsdag 1 september 2020.

 

2. Vrije dagen van het eerste trimester:

          herfstvakantie van maandag 2 november 2020 tot en met zondag 8 november 2020.

 

3. Wapenstilstand:

          woensdag 11 november 2020

 

4. Kerstvakantie van maandag 21 december 2020 tot en met zondag 3 januari 2021.

 

5. Vrije dagen van het tweede trimester:

          krokusvakantie van maandag 15 februari 2021 tot en met zondag 21 februari 2021.

 

6. Paasvakantie van maandag 5 april 2021 tot en met zondag 18 april 2021.

 

7. Vrije dagen van het derde trimester:

          donderdag 13 mei 2021:Hemelvaartsdag;

          vrijdag 14 mei 2021:brugdag;

          maandag 24 mei 2021:Pinkstermaandag.

 

8. Facultatieve vrije dagen:

          maandag 5 oktober 2020;

          vrijdag 4 juni 2021.

 

9. Pedagogische studiedagen:

          woensdag 18 november 2020;

          woensdag 9 december 2020;

          woensdag 3 februari 2021;

          maandag 22 maart 2021.

 

10. De zomervakantie begint op donderdag 1 juli 2021.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

TARL-cameratoezicht op het openbaar domein

 

Juridische gronden

          het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikels 2, § 2 en 40 § 1 en 2

          artikel 162 van de grondwet

          de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, in het bijzonder artikel 25/4, § 1, 1°

          de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, in het bijzonder titel 2

 

Argumentatie / motivering

          het is aangewezen om de politiediensten van de TARL zone de toestemming te geven om het gebruik op ons grondgebied toe te laten van alle vaste, tijdelijk vaste en/of mobiele camera's, en dit ongeacht het feit dat deze camera's al dan niet van het zogenaamd intelligente type zijn

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De politiezone TARL krijgt een principiële toestemming voor het gebruik op het grondgebied van de gemeente van alle vaste, tijdelijk vaste en/of mobiele camera's, en dit ongeacht het feit dat deze camera's al dan niet van het zogenaamd intelligente type zijn.

 

Artikel 2. - Deze toestemming wordt ter kennis gebracht aan de korpschef, die instaat voor het gebruik van de camera’s door de politiediensten conform de toepasselijke wettelijke bepalingen. Deze toestemming wordt eveneens ter kennis gebracht aan de procureur des konings.

 

Artikel 3. - Deze toestemming wordt openbaar gemaakt voor wat betreft de opdrachten van bestuurlijke politie.

Dit besluit wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website, het treedt in voege op 1 juli 2020.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Bijkomend agendapunt ingediend door Groen: Klimaatbestendig maken van private en gemeentelijke groene zones in Roosdaal - Toegevoegd punt

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de gemeenteraad keurde eind 2015 de toetreding tot het burgemeestersconvenant 2030 goed met de daarbij horende doelstellingen. Daarbij engageert de gemeente zich onder meer om bij te dragen aan de Europese en regionale inspanningen om mens en maatschappij weerbaar te maken voor de gevolgen van de huidige en toekomstige klimaatverandering. Zo kan ze haar veerkracht verhogen door zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering

          de stad Aalst toonde hierin al het goede voorbeeld en werd de eerste ByeByeGrass gemeente.

 

Juridische gronden

          het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2015: “Gemeentelijk klimaatbeleid: streven naar klimaatneutraliteit, deelname aan het burgemeesterconvenant 2030 – goedkeuring”

 

Argumentatie / motivering

          onze natuur komt steeds meer onder druk te staan. Samen met de achteruitgang van de biodiversiteit en de daaraan gekoppelde ecosysteemdiensten, groeit ook het besef dat biodiversiteit, ecosystemen en natuurlijke processen bijdragen aan het welzijn van de mens. Deze natuurlijke processen zijn op lange termijn haalbaarder en duurzamer voor het verzachten van de effecten van extreme situaties zoals wateroverlast, uitzonderlijke hitte en andere consequenties die samengaan met de klimaatveranderingen. Bovendien zorgt deze aanpak voor een minder duur en arbeidsintensief onderhoud. Sinds de komst van het Harmonisch Park- en Groenbeheer wordt bij de aanleg van groen meer aandacht besteed aan de ecologische functie maar er is nog ruimte voor verbetering. Ecologisch verantwoord groen in een gemeente kan een voorbeeld zijn naar de burgers toe

          daarnaast bestaat België uit 8% privé-tuin, een oppervlakte die niet te onderschatten is en met veel potentieel. De groendienst zou hier een voortrekkersrol kunnen spelen door met demotuinen, acties, burgerparticipaties,… de burger te inspireren zich meer in te zetten voor een tuin met minder onderhoud, meer genieten en een positieve bijdrage aan het milieu. Er bestaan momenteel al veel tools om mensen te sensibiliseren rond dit thema. Het wordt gestimuleerd door de provincie Vlaams-Brabant via het initiatief ‘Klimaatbestendige tuinen’, er zijn de workshops en de ‘Pimp je gazon’ campagne van ByeBye Grass en er zijn daarnaast tal van social media tools die ter beschikking worden gesteld. De huidige acties rond biodiversiteit kunnen er bovendien aan gekoppeld worden

          door het onderschrijven van het Burgemeesterconvenant 2030 wil de gemeente inzetten op een robuust klimaatbeleid dat zich kan weren tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Door de gemeentelijke en private groene zones klimaatrobuust te maken kan hier al deels aan tegemoet gekomen worden

 

 

Financiële weerslag / visum

De nodige kredieten voor de realisatie van acties omtrent klimaat, milieu en duurzaamheid zijn opgenomen onder beleidsveld 0350 - klimaat en energie en 0390 - overige milieubescherming.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het ByeByeGrass Charter, betreffende het klimaatrobuust maken van groene zones in de gemeente, goed. Dit bestaat uit volgende elementen:

          Alle groene zones in eigendom van de gemeente worden geïnventariseerd en de huidige situatie beschreven.

          Per groene eenheid wordt een duurzame toekomstvisie uitgeschreven in samenwerking met de groendienst, de bewoners en indien gewenst, externe adviesbureaus. Er wordt onderzocht hoe het beheer te optimaliseren is voor een ideale luchtkwaliteit, bodeminfiltratie, koolstofbuffering, biodiversiteit, sociale functies, … De gemeente engageert zich om binnen de twee jaar na ondertekening een volledig toekomstvisie op te stellen voor alle gronden die zich binnen het beheer van de gemeente bevinden.

          De hieruit ontstane toekomstvisie wordt vertaald in een duidelijk, haalbaar beheerplan dat is opgesteld in samenspraak met experten en/of ecologische adviesbureaus.

          Vervolgens moeten er opleidingen ter beschikking gesteld worden voor groendiensten en hun medewerkers, zodat ze over meer kennis beschikken om hun gebieden ecologisch te beheren volgens het opgestelde beheerplan.

          Er moet een betere dialoog komen tussen politici en de verantwoordelijken van groendiensten om de samenwerking te verbeteren en een win-win situatie te creëren. Het betreffende beheer moet worden opgenomen in het milieubeleid van de gemeente en de waarde hiervan erkend worden zodat het ecologisch beheer reeds in de planningsfase van projecten kan meespelen.

 

Artikel 2. - De gemeente promoot klimaatbestendige tuinen en stimuleert haar inwoners om hierin actie te ondernemen.

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 25 juni 2020

 

Bijkomend agendapunt ingediend door Groen: opmaak hemelwaterplan - Toegevoegd punt

 

EXTREME DROOGTE

 

Sinds het begin van de metingen in 1833 is het nog nooit zo droog geweest. Gans Europa kreunt onder de droogte. In Duitsland staat de Rijn historisch laag...

 

Ook bij ons begint het een jaarlijks weerkerend fenomeen te worden. De voorbije drie jaren waren allemaal droger dan gemiddeld. 2020 staat nu al op de lijst van jaren met langdurige droogte. “Het is verontrustend dat het zo vroeg op het jaar al zo droog is", zegt professor Patrick Meire, expert Waterbeheer aan de Universiteit Antwerpen.

 

Dat het in maart en april nauwelijks geregend heeft, is iedereen opgevallen. We kunnen écht niet om de droogte heen. Pas nog stond natuurgebied de Liereman in vuur en vlam.

 

De grondwaterstanden zijn alweer erg laag, meldt de VMM. “Het waterpeil van verschillende waterlopen staat nu al bijna zo laag als tijdens de droge zomers van 2018 en 2019, zegt Kris Huijskens - droogte- en hemelwatercoördinator.

 

Intussen werd het captatieverbod uitgebreid … en ook in de andere Vlaamse provincies mogen landbouwers geen water meer oppompen uit een aantal ecologisch kwetsbare waterlopen. In 42 gemeenten in Vlaams-Brabant gelden nog bijkomende maatregelen. Door de algemene droogte en het overschrijden van de leveringscapaciteit van kraantjeswater mag je er geen leidingwater meer gebruiken om de auto te wassen, de tuin te sproeien of een zwembad te vullen.

 

Denken dat dit probleem de komende jaren niet frequent zal weerkeren is wishful thinking. Het klimaat verandert razendsnel. Daarom moeten we ervoor zorgen dat onze uitstoot vermindert om het effect zo veel mogelijk te beperken, maar we moeten ons ook voorbereiden op de effecten van klimaatverandering.

 

WATERBELEIDSPLAN

 

Recent werd de Waterbeleidsnota 2020-2025 besproken in het Vlaams Parlement, waar nog maar eens duidelijk werd dat de verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven naar de lokale besturen.

 

Zuhal Demir (N-VA), erkent dat de waterproblematiek hoger op het politieke prioriteitenlijstje hoort en er actie nodig is. Een tweede ambitieuzer plan volgt tegen de lente van volgend jaar. Helaas zal het voor deze zomer alweer te laat zijn.

 

Intussen rekent de minister op kleinere ‘quick wins’: het plaatsen van stuwen om water op te houden in beken en grachten, het dempen van afwateringsgrachten in bossen om de verdroging tegen te gaan. Steden en gemeente zullen dus het verschil moeten maken en worden gestimuleerd om een hemelwaterplan op te stellen. Een plan dat mikt op hergebruik van regenwater en meer infiltratie in de bodem

 

Met Groen willen we de lead nemen en ambitieuze, structurele voorstellen over ontharding en klimaatrobuustheid naar voor schuiven. “Er is geen andere keuze dan preventieve maatregelen te nemen”, zegt professor waterbeheer Patrick Meire (UAntwerpen), "want de waterbak in Vlaanderen loopt langzaam leeg. En water is nog veel bepalender voor ons leven dan het coronavirus."

 

De komende decennia ingaan zonder plan is een recept voor een crisis, een crisis die je lang op voorhand had kunnen zien aankomen en dat kunnen we dus echt niet maken naar onze bevolking toe.

 

GEMEENTE ALS TREKKER TEGEN DROOGTE

 

Dat klimaatverstoring leidt tot langere periodes van droogte staat buiten kijf. Deze droogte blijft niet zonder gevolgen voor mens, economie en natuur. Tegelijk onttrekken landbouw, industrie en burgers steeds meer grondwater aan het land, waardoor het watertekort in droge, kwetsbare jaren verder oploopt.

 

Het grondwatersysteem reageert traag op veranderingen. Zo zien we bijvoorbeeld dat de droogte die nu aanwezig is nog steeds een gevolg is van een reeds verlaagde grondwatertafel door de voorbije droge jaren. Net daarom moet er ruim op tijd actie ondernomen worden om problemen te voorkomen.

 

Op een schriftelijke parlementaire vraag van 2018 waarin de gemeentes werden bevraagd over de aanwezigheid van een hemelwaterplan, gaf 2/3de van de Vlaamse gemeenten aan er reeds één te hebben of één op te maken in de volgende legislatuur.

 

En intussen regent het aanvragen voor grondwaterwinning…

 

Via het DOV kan iedereen de cijfers bekijken rond grondwaterwinningen op ons grondgebied. Zo zien we dat er momenteel lopende vergunningen zijn voor het oppompen van bijna 2 miljoen m³ grondwater per jaar. 2 miljoen is hallucinant!

 

Het merendeel situeert zich in landelijke gemeenten in de land- en tuinbouw. We zien echter ook een aanzienlijk aandeel in bronbemalingen (droogzuiging op bouwwerven). Hebben we zicht op de situatie in Roosdaal?

 

jaren

vergund jaardebiet (m³/j)

vergund dagdebiet (m³/j)

aantal vergunningen

2002

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

8.500,00

12.200,00

7.235,00

17.434,00

72.833,00

55.590,00

106.621,00

31.433,00

154.937,00

31.557,00

72.800,00

92.810,00

99.136,00

15.090,00

222.390,00

109.624,00

438.749,00

440.692,00

150,00

67,00

90,00

48,60

260,11

191,00

363,00

108,00

1.754.90

86,50

2.954,00

697,50

318,00

54,00

3.368,47

1.764,00

9.206,00

4.755,00

3,00

2,00

2,00

3,00

8,00

8,00

12,00

9,00

17,00

6,00

10,00

9,00

10,00

2,00

16,00

11,00

27,00

13,00

Eindtotaal

1.989.631,00

26.236,08

168,00

 

Meer in detail zien we duidelijk een negatieve evolutie in de laatste jaren. In 2019 werd maar liefst 440.000 m³ vergund op het ganse jaar en 2020 is zelfs nog straffer! Daar zitten we nu, ondanks een kleiner aantal vergunningen, met een bijkomend debiet dat intussen ook al gelijk is aan de 440.000m³ van 2019.

 

In tijden zonder neerslag piekt het gebruik van grondwater. Als we de droogte effectief willen tegengaan, moeten we iets doen aan die illegale winning. Wil je als particulier een grondwaterput boren, dan is er een meldingsplicht. In 2018 waren er 57.000 putten gemeld in Vlaanderen maar ze worden niet allemaal gemeld. Ook dit mogen we niet onderschatten.

 

Voor de grotere volumes die vooral bedrijven en landbouwers oppompen, is wel een vergunning nodig. Maar de Vlaamse Milieumaatschappij schat op basis van ervaring en controles op het terrein dat er 10 à 20 procent illegale winningen zijn. ( via illegale putten of door het meer oppompen dan toegestaan)

 

‘De onttrokken volumes zijn dan wel beperkt, we moeten er toch dringend paal en perk aan stellen’, zegt waterexpert Patrick Willems (KU Leuven). “Zeker nu grondwaterreserves moeilijker aangevuld raken, moeten we de onttrekkingen beter in kaart brengen en er strenger op toezien.”

 

Volgens bioloog Jan Staes (UAntwerpen) wordt de impact van grondwaterwinningen systematisch onderschat. ‘Je kan geen miljoenen kubieke meter water oppompen en verwachten dat er geen algemene grondwaterpeildaling is. Daar komt nog bij dat er vaak meer opgepompt wordt bij droogte, als de natuur het al moeilijk heeft. De huidige situatie is onhoudbaar.’

 

En hoe zit het met het aantal verleende vergunningen op ons grondgebied? Een duidelijk standpunt – of nog beter een vergunningenbeleid - van ons gemeentebestuur kan en zal hierin dus een zeer belangrijke en sturende rol moeten spelen.

 

Door de coronacrisis is de kans groot dat de meeste mensen hun vakantie in eigen land doorbrengen. Daardoor zal het waterverbruik niet afnemen, in tegenstelling tot andere zomers. Sinds de coronamaatregelen onze leefwereld hebben beperkt tot ‘ons kot’ en bij uitbreiding onze tuin, is de vraag naar zwembaden verdubbeld stond in De Tijd te lezen. En zeer opvallend: mensen kiezen ook voor grotere exemplaren.

 

EEN HEMELWATERPLAN ALS BASIS

 

De droogte in Vlaanderen is intussen een jaarlijks probleem. We vallen van het ene uiterste in het andere. Van nat tot zeer nat in februari en begin maart, met zelfs even dreigend overstromingsgevaar, tot aanhoudend droog, kurkdroog, vanaf de tweede helft van maart. Het blijkt toch heel wat minder goed gesteld te zijn met die waterstanden.

 

 

Water oppompen uit de diepe grondwaterlagen geeft geen antwoord op de klimaatverstoring, maar is een grotere kans op droogtrekken van de omgeving. Erger nog: de te snelle afvoer van regenwater via grachten en greppels nadien willen compenseren door grondwater op te pompen, leidt net tot extra druk op ons watersysteem.

 

We moeten proberen het volume grondwater zoveel mogelijk te behouden. Kanalen en rivieren hoog houden om reserves te behouden voor droge periodes. We moeten voorzichtig omspringen met het grondwater - en bij uitbreiding ons leidingwater. Patrick Willems, waterkundige KU Leuven pleit er zelfs voor om het oppompen van grondwater duurder te maken. ‘Dat zal spaarzaamheid en hergebruik aantrekkelijker maken.’

 

De klimaatopwarming zorgt voor langere droogteperiodes, de regen daarna is ook heviger en intenser. Onze winters zullen natter worden. Op jaarbasis hoeft de hoeveelheid neerslag dus niet te dalen. Het probleem is dat het water op die piekmomenten snel afgevoerd wordt. Verschillende experten geven dan ook aan dat we dringend structurele maatregelen moeten nemen.

 

Professor Patrick Meire, bioloog Dirk Draulans en Robin Verachtert (beleidsmedewerker water en klimaat bij Natuurpunt) spreken allemaal over het watervriendelijk maken van onze landschappen. We moeten “sponzen maken” die water ophouden met het oog op zowel droogte als overstromingsgevaar. Enkel zo kunnen we iets veranderen aan de lage grondwaterstanden.

 

Water moet nog meer kunnen infiltreren. Hoe beter de watervoorraad in de winter wordt aangevuld, hoe minder problemen in de zomer. Een strenger infiltratiebeleid is nodig. De invoering van een infiltratiebonus, waarbij burgers en bedrijven financieel beloond worden als ze regenwater op hun grond in de bodem laten doorsijpelen, is een veelbelovende piste.

 

Het grondwater wordt te weinig aangevuld. Er is veel te veel verharding waardoor het water niet in de bodem kan sijpelen en wegstroomt. De verharding moet weg, niet alleen het asfalt, maar ook de drainagesystemen. De landbouw zal moeten accepteren dat er water op het veld kan komen staan. Waar drainagesystemen verdwijnen, kan een ander type landbouw op beoefend worden, of de landbouwers kunnen via een ruiloperatie meer geschikte grond aangeboden krijgen.

 

Ons ecosysteem moet centraal staan in het streven naar propere waterlopen en robuuste grondwaterstanden. Investeren in natuur is een kostenefficiënte oplossing. Natuurlijk rivierherstel leidt tot een grotere watercapaciteit en vertraagde afvoer, waardoor het grondwater sneller en beter wordt aangevuld. Investeren in meer bossen, moerassen en graslanden horen bij de noodzakelijke maatregelen tegen wateroverlast. Natuur houdt water vast en geeft het in periodes van schaarste vertraagd weer af.

 

We moeten zorgen voor meer buffers die in nattere periodes het regenwater opvangen om tijdens de droge periodes langzaam te kunnen gebruiken. Van overstromingsbuffer naar droogtebuffer. We zijn te lang gewoon geweest om water snel af te voeren naar zee, uit vrees voor overstromingen of omdat we er toch genoeg hadden, en daar is een belangrijke switch nodig,

 

De oplossing moet dus komen van een totaal andere aanpak. De voorkeur moet dan ook gaan naar maatregelen die de systemen minder kwetsbaar maken. Opritten en parkings doorlaatbaar maken, veel meer water bufferen, minder open ruimte volbouwen, het invoeren van een betonstop, veel meer regenwaterputten aanleggen, druppelirrigatie in de landbouw en de striktere toepassing van de juiste teelt op de juiste plaats.

 

Daarom stelt Groen voor dat Roosdaal zo snel mogelijk start aan een hemelwaterplan. Idealiter wordt dit plan opgemaakt samen met onze buurgemeenten voor de ganse regio. In de eerste plaats denken we dan ook aan Liedekerke.

 

Een hemelwaterplan schept een kader voor een integrale ruimtelijke visie over waterbeheer. Een sterk hemelwaterplan bevat een klimaattoets, een visie over ontharding en infiltratie. Een gedegen waterplan respecteert de groen-blauwe assen in de omgeving en versterkt deze. Kortom, een essentieel instrument voor een toekomstgericht en groen lokaal beleid.

 

HOE EN WAAROM?

 

Elke regio is uniek met zijn ondergrond, reliëf, ruimtelijke ordening, mogelijkheden, noden en knelpunten. De opmaak van een hemelwaterplan gebeurt op vrijwillige basis met de gemeente (of enkele gemeenten samen) als trekker. Een goed plan maken, neemt tijd in beslag, gebeurt in fases en wordt op maat gemaakt van de gemeente of de regio.

 

Voor de opmaak van een hemelwaterplan stelt de CIW (commissie integraal waterbeheer) een methodiek voor waarbij in een basiswaterplan doelstellingen worden bepaald, de basisgegevens (= huidige toestand) worden verzameld en geanalyseerd , een visie en prioritering wordt uitgewerkt en verschillende oplossingen worden aangedragen.

 

Op basis van dit basiswaterplan kan dan overgegaan worden op een detailwaterplan waarin definitieve keuzes worden gemaakt.

 

De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) legt deze basismethodologie goed uit in haar rapport ”Opmaak van een hemelwaterplan”.

 

Het uiteindelijke doel van dit traject is dus om te komen tot een duidelijk stappenplan waar actief gewerkt wordt aan het behalen van winsten op vlak van waterborging, zodat voldoende water lokaal gebufferd en geïnfiltreerd wordt en het water niet meteen afvloeit. Uiteraard zal ook de nodige aandacht moeten gaan naar de risico’s van wateroverlast. Inzetten op al deze sporen zal niet altijd op elke locatie mogelijk zijn. Maatregelen moeten duurzaam, haalbaar en betaalbaar zijn. Een periodieke herziening van het plan in functie van een gewijzigd klimaat, wijzigend waterverbruik en variabele doelstellingen zal eveneens nodig zijn.

 

Een plan dat gedragen wordt, dient uitgewerkt te worden met voldoende participatie en externe experten. . Gemeentelijke diensten, rioolbeheerders, waterbeheerders, natuurorganisaties, land- en tuinbouwers, de provincie, de buurgemeenten en vele andere actoren zijn stakeholders in dit traject. De basisprincipes en ruimtelijke ideeën uit een hemelwaterplan zijn een onderdeel van een breder klimaatplan en worden dan ook afgestemd met de andere beleidsplannen (ruimtelijk beleidsplan, groenplan, …). Zo wordt het plan een efficiënt instrument om een integrale ruimtelijke visie uit te werken. Bruikbaar voor het beleid.

 

Zo wordt het plan ook een belangrijk ondersteunend instrument voor Roosdaal bij de realisatie van haar ruimtelijke en klimaatdoelstellingen, zoals het terugdringen van verharding en versnippering en de uitbouw van een fijnmazig groenblauw netwerk. Enkel zo kunnen we de economische, maatschappelijke en ecologische gevolgen van wateroverlast en verdroging beperken en Roosdaal robuust maken voor de klimaatverandering en de gevolgen ervan.

 

De gemeente verbindt zich ertoe een degelijk grondwaterbeleid uit te werken en dit nog in 2020 op te starten en tegen eind 2022 te finaliseren.

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Herman Claeys (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
7 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (N-VA), Jean Timmermans (N-VA) en Peggy Bulterijs (N-VA).
 

Artikel 1. - Het bestuur werkt aan een informatie- en sensibiliseringscampagne rond rationeel gebruik van grondwater en bij uitbreiding leidingwater. Vanaf 2021 wordt in de cruciale periodes- voorjaar en zomer -gecommuniceerd via website en nieuwsbrief. Bestaande initiatieven (bvb: watertelt.be) worden op die manier ruim verspreid.

 

Artikel 2. - Het bestuur onderzoekt de beperking in tijd rond grondwaterwinning.

 

Artikel 3. - Het bestuur bundelt een strategie voor het ontharden van Roosdaal. Er zal een terugkoppeling voorzien worden aan de gemeenteraad voor het einde van 2020.

 

Artikel 4. - Het bestuur zet zich in om kleine landschapselementen aan te planten of te herstellen die het bufferen van water bevorderen. Het bestuur gaat meer en divers aanplanten, op een manier die ecologisch duurzaam en economisch stabiel is. Complexe ecosystemen in de natuur dienen hierbij als voorbeeld. Ook private eigenaars worden hiertoe aangezet via een subsidieregeling.

 

Artikel 5. - Het bestuur start met de opmaak van een hemelwaterplan als onderdeel van het klimaatplan. Intergemeentelijk overleg is nodig en dit hemelwaterplan wordt minstens afgestemd met -of beter nog samengewerkt met-, buurgemeenten die door dezelfde waterlopen beïnvloed worden of er invloed op hebben. De gemeenteraad wordt minimaal jaarlijks ingelicht over de voortgang van de opmaak, de opvolging en monitoring van de doelstellingen. Deze toelichting vindt ideaal in januari-maart plaats, net voor het "droge seizoen".

 

 

Publicatiedatum: 04/09/2020