Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 28 april 2022

 

Van 21 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Koenraad Muyldermans, voorzitter

Johan Van Lierde, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Johan Linthout, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Wendy Godaert, Christiane Bert, Dirk Evenepoel, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Marc Devits, Eline De Vos, Jo Timmermans, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

Verontschuldigd:

 

 

Peggy Bulterijs, raadslid

 

 

Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Ontslag Matthias Wijnant als lid BCSD

 

Juridische gronden

        het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, de artikelen 8, 58, 86 en 169

        het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

 

Argumentatie / motivering

        op 4 januari 2019 legde de heer Matthias Wijnant de eed af als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst

        artikel 103 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat: 'Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt. Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid

        de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft kennis genomen van de brief van 5 april 2022 van de heer Matthias Wijnant betreft het ontslag als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst

 

BESLUIT:

 

Enig artikel. - De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het ontslag van Matthias Wijnant als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Eedaflegging lid BCSD Nadia Van den Spiegel

 

Juridische gronden

        het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, de artikelen 8, 58, 86 en 169

        het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

 

Argumentatie / motivering

        op de raad voor maatschappelijk welzijn van 4 januari 2019 werd een ontvankelijke voordrachtsakte voor de verkiezing van de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst goedgekeurd

        deze ontvankelijke voordrachtsakte bevat eventueole opvolgers

        de geloofsbrieven van mevrouw Nadia Van den spiegel die opgeroepen werd om de eed af te leggen werden tijdig ingediend, en deze werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen ter zake

  uit het onderzoek van de ingediende geloofsbrieven blijkt dat mevrouw Nadia Van den spiegel voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en op eer verklaard heeft zich niet in een situatie van onverenigbaarheid te bevinden

  mevrouw Nadia Van den spiegel heeft de volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen"

 

BESLUIT:

 

Enig artikel. - De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de eedaflegging van mevrouw Nadia Van den spiegel als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Kennisname mededeling Jean Timmermans

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Kennisname mededeling Peggy Bulterijs

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Kennisname mededeling Annick Borloo

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 maart 2022 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

        het ontwerp van het zittingsverslag van 31 maart 2022

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 maart 2022 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Notulen van de openbare vergadering raad voor maatschappelijk welzijn 31 maart 2022 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het ontwerp van de notulen van 31 maart 2022

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 maart 2022 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Haviland intercommunale: agenda van de gewone algemene vergadering van 22 juni 2022 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het OCMW Roosdaal is aangesloten bij Haviland Intercommunale die werd opgericht op 24 maart 1965 bij oprichtingsakte verschenen in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 16 april 1965 onder het nummer 8226 en verlengd werd op 23 oktober 2019, verschenen in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 21 november 2019 onder het nummer 19151652

        Haviland Intercommunale is als intergemeentelijk samenwerkingsverband voor de ruimtelijke ordening en de economisch sociale expansie van het arrondissement Halle-Vilvoorde, een dienstverlenende vereniging die wordt beheerst door het Decreet Lokaal Bestuur

        het besluit van 28 februari 2019 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende aanstelling van de gemeentelijke afgevaardigden voor de algemene vergaderingen van Haviland Intercommunate tot einde legislatuur

        de oproepingsbrief van 25 maart 2022 waarin het OCMW wordt opgeroepen om deel te nemen aan de gewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale op 22 juni 2022

        het dossier met documentatiestukken dat aan de gemeente overgemaakt werd

 

Juridische gronden

        artikel 432 van het Decreet Lokaal Bestuur dat de organisatie regelt van de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging en dat bepaalt dat de vaststelling van hetg mandaat van de vertegenwoordiger dient herhaald te worden voor elke vergadering

        artikelen 77 en 78 van het Decreet Lokaal Bestuur dat de bevoegdheden van de raad bepaalt

 

Argumentatie / motivering

        de brief van 25 maart 2022 met de officiële uitnodiging tot de gewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale op 22 juni 2022, die volgende agenda heeft:

  1. notulen van de buitengewone algemene vergadering van 8 december 2021: goedkeuring

 (een exemplaar van deze notulen werd per brief op 21 december 2021 aan de deelnemers bezorgd)

  1.   verslag der activiteiten van het afgelopen boekjaar 2021
  2.   jaarrekening 2021 met balans, resultatenrekening, sociale balans per 31.12.2021, het voorstel van bestemming van het resultaat en toelichting: goedkeuring (art. 41)
  3.   verslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31.12.2021: goedkeuring (art. 41)
  4.   verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31.12.2021: goedkeuring (art. 41)
  5.   bestuur: kwijting aan bestuurders, commissaris (art. 34)
  6.   vaststelling resultaatsbestemming (art. 41)
  7.   vervanging lid raad van bestuur (art. 19): goedkeuring
  8.   vervanging deskundige (art. 19): goedkeuring
  9. toekenning dubbel presentiegeld aan de voorzitter (art. 29)
  10. bepaling vergoeding deskundigen (art. 29)
  11. benoeming commissaris-revisor (art. 31); goedkeuring
  12. vaststelling jaarlijkse bezoldiging commissaris (art. 31): goedkeuring
  13. varia

 

BESLUIT:

15 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Annick Borloo (Onafhankelijk), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
5 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA) en Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders).
 

Artikel 1. - De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de agenda van de gewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale op 22 juni 2022 goed en de daarbij horende documentatie nodig voor het onderzoek van de volgende agendapunten:

  1. notulen van de buitengewone algemene vergadering van 8 december 2021: goedkeuring

(een exemplaar van deze notulen werd per brief op 21 december 2021 aan de deelnemers bezorgd);

  1. verslag der activiteiten van het afgelopen boekjaar 2021;
  2. jaarrekening 2021 met balans, resultatenrekening, sociale balans per 31.12.2021, het voorstel van bestemming van het resultaat en toelichting: goedkeuring (art. 41);
  3. verslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31.12.2021: goedkeuring (art. 41);
  4. verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31.12.2021: goedkeuring (art. 41);
  5. bestuur: kwijting aan bestuurders, commissaris (art. 34);
  6. vaststelling resultaatsbestemming (art. 41);
  7. vervanging lid raad van bestuur (art. 19): goedkeuring;
  8. vervanging deskundige (art. 19): goedkeuring;
  9. toekenning dubbel presentiegeld aan de voorzitter (art. 29);
  10. bepaling vergoeding deskundigen (art. 29);
  11. benoeming commissari-revisor (art. 31); goedkeuring;
  12. vaststelling jaarlijkse bezoldiging commissaris (art. 31): goedkeuring;
  13. varia.

 

Artikel 2. - De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de reeds gevolmachtigde effectieve afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde - gedurende de huidige legislatuur - te mandateren om de agendapunten op de gewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale van 22 juni 2022 goed te keuren.

 

Artikel 3. - Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan Haviland Intercommunale, p/a Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Aanpassing van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn- goedkeuring

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur stelt in artikel 38 en artikel 74 dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt

        het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 januari 2019 betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

        Besluit van de Vlaamse Regering over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen

 

Argumentatie / motivering

        het huishoudelijk reglement bevat de aanvullende bepalingen over de werking van de raad

        het huishoudelijk reglement bevat volgende bepalingen:

        de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen

        de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de raadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken

        de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar worden gemaakt

        de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor raadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die het OCMW opricht en beheert

        de voorwaarden waaronder de raadsleden hun recht uitoefenen om aan de voorzitter en aan het Vast Bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen

        de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden

        het besluit van de Vlaamse regering bepaalt dat er een digitale of hybride wijze van vergaderen mogelijk is indien dit opgenomen is in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en indien enkele randvoorwaarden voldoen zijn.

        een gemeenteraad, gemeenteraadscommissie en raad voor maatschappelijk welzijn kan doorgaan als volgende voorwaarden vervuld zijn:

        ieder lid heeft afzonderlijk toegang tot de beraadslaging en de stemming

        de leden zijn zichtbaar en hoorbaar herkenbaar op een wijze waardoor hun identiteit kan worden vastgesteld

        de voorzitter is in staat om de orde te handhaven

        bij een stemming over een onderwerp waarvoor geen geheime stemming is voorgeschreven, maakt ieder lid dat aan de vergadering deelneemt, zijn stem uitdrukkelijk kenbaar. De voorzitter controleert de authenticiteit van de uitgebrachte stem en maakt de uitslag onmiddellijk bekend. Bij een geheime stemming wordt de stemming op zodanige digitale wijze georganiseerd dat de voorzitter de authenticiteit van de uitgebrachte stem kan controleren, waarbij een geheime stem niet herleid kan worden tot het lid dat de stem heeft uitgebracht. De Voorzitter maakt de uitslag onmiddellijk bekend.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. – Het volgende huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt goedgekeurd:

 

------------------------

BIJEENROEPING

Artikel 1

§ 1. De OCMW-raad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.

(art. 18, volgens art. 74 DLB)

§ 2. De voorzitter van de OCMW-raad beslist tot bijeenroeping van de OCMW-raad en stelt de agenda van de vergadering op.

De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan.  Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op.

(art. 19 en 20, volgens art. 74 DLB)

§ 3. De oproeping wordt verzonden via e-mail. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 9, §1 van dit reglement.

§ 4. De voorzitter van de OCMW-raad moet de OCMW-raad bijeenroepen op verzoek van:

1° een derde van de zittinghebbende leden;

2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige raad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;

3° het vast bureau.

In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de voorzitter van de OCMW-raad. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.

De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.

§ 5  Afhankelijk van de noodwendigheden kan de voorzitter de plaats van vergaderen specifiëren en ook de wijze waarop de vergadering zal plaatsvinden (fysiek, hybride of digitaal). De digitale en hybride vergaderingen van de gemeenteraad, raad voor maatschappelijk welzijn en gemeenteraadscommissies vinden plaats onder de voorwaarden zoals bepaald door het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021.

(art. 19, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 2

§ 1. De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de OCMW-raadsleden.

(art. 20, volgens art. 74  DLB)

In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.

(art. 19 en 20, volgens art. 74 DLB)

§ 2.   De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.

Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.

(art. 20, volgens art. 74  DLB)

 

Artikel 3

§ 1. OCMW-raadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de OCMW-raad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de OCMW-raad. Noch een lid van het vast bureau, noch het vast bureau als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

(art. 21, volgens art. 74  DLB)

§ 2. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de OCMW-raad onmiddellijk mee aan de OCMW-raadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.

(art. 21, volgens art. 74 DLB)

 

OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING

Artikel 4

§ 1. De vergaderingen van de OCMW-raad zijn in principe openbaar.

(art. 28, §1 volgens art. 74 DLB)

§ 2. De vergadering is niet openbaar als:

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

2° de OCMW-raad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

(art. 28, §1, volgens art. 74  DLB)

De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.

(art. 249 DLB)

 

Artikel 5

De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.

Als tijdens de openbare vergadering van de OCMW-raad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de OCMW-raad, enkel met dit doel, worden onderbroken.

Als tijdens de besloten vergadering van de OCMW-raad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende OCMW-raad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.

(art. 28, §2, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 6

De OCMW-raadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de OCMW-raad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

(art. 29, §4, volgens art. 74 DLB)

 

INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK

Artikel 7

§ 1. Plaats, dag en uur van de vergaderingen van de OCMW-raad en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.

Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt

In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

(art. 22, volgens art. 74 DLB)

§ 2. De agenda van de vergadering van de raad en de stukken die betrekking hebben op het openbare deel worden bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.

 

Artikel 8

§ 1. Het OCMW maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de OCMW-raad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.

§ 2.  De beslissingen van de OCMW-raad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 9

§1. Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, beschikbaar gesteld via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.

§2. Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de OCMW-raad bezorgd.

Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.

Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals de oproeping in art. 1, §3 van dit reglement.

(art. 249 DLB)

§ 3.  Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de OCMW-raad.

Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.

Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.

(art. 20, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 10

§ 1. De OCMW-raadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van het OCMW betreffen.

(art. 75 DLB)

§ 2.  De notulen van het vast bureau worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het vast bureau volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de OCMW-raadsleden. Dit gebeurt via een e-mail met een link naar het intranet van gemeente en OCMW.

(art. 83 DLB)

§ 3. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de OCMW-raad en die bestemd is voor de OCMW-raad, wordt meegedeeld aan de OCMW-raadsleden.

§ 4. Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van het OCMW, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden.

Het vast bureau zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.

Om het vast bureau in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van het OCMW, delen de raadsleden aan het vast bureau schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.

Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.

Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op  het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.

§ 5. De OCMW-raadsleden kunnen, behalve voor de dossiers die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten van het OCMW of hun onderhoudsplichtigen, een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.

De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een formulier dat hen daartoe ter beschikking wordt gesteld.

(art. 75 DLB)

§ 6. De OCMW-raadsleden hebben het recht de instellingen van het OCMW en diensten die het OCMW opricht en beheert te bezoeken.

Om het vast bureau in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.

Tijdens het bezoek van een inrichting van het OCMW mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.

(art. 29, §2 en §3, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 11

De OCMW-raadsleden hebben het recht aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de OCMW-raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden van het OCMW, die niet op de agenda van de OCMW-raad staan.

De mondelinge vragen, die de raadsleden na de openbare vergadering wensen te stellen, worden ten minste 3 werkdagen vóór de vergadering van de gemeenteraad schirftelijke meegedeeld aan de algemeen directeur .Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

(art. 31, volgens art. 74 DLB)

 

QUORUM

Artikel 12.

Vooraleer aan de vergadering van de OCMW-raad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.

 

Artikel 13

§ 1. De OCMW-raad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende OCMW-raadsleden aanwezig is.

Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.

(art. 26, volgens art. 74 DLB)

§ 2. De OCMW-raad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.

(art. 26, volgens art. 74 DLB)

 

WIJZE VAN VERGADEREN

Artikel 14

§1. De voorzitter zit de vergaderingen van de OCMW-raad voor, en opent en sluit de vergaderingen.

Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.

(art. 24, volgens art. 74 DLB)

§ 2. Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter, voorzitter van het vast bureau of de leden van het vast bureau uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.

 

Artikel 15

§ 1. De voorzitter van de OCMW-raad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.

De OCMW-raad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.

§ 2. Een punt dat niet op de agenda van de OCMW-raad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

(art. 23, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 16

§ 1. Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de OCMW-raad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.

§ 2.  Indien de OCMW-raad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.

De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.

 

Artikel 17

Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :

1° om te vragen dat men niet zal besluiten;

2° om de verdaging te vragen;

3° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;

4° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

5° om naar het reglement te verwijzen.

 

Artikel 18

De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.

 

Artikel 19

Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

Als een lid van de OCMW-raad, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verdervan het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

 

Artikel 20

§1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.

Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

(art. 25, volgens art. 74 DLB)

§ 2. De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

(art. 25, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 21

Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

 

Artikel 22

Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

 

Artikel 23

Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.

 

WIJZE VAN STEMMEN

Artikel 24

§ 1. Voor elke stemming in de OCMW-raad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.

§ 2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

(art. 33, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 25

§1. De OCMW-raad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.

(art. 249, §3 DLB)

§ 2. De OCMW-raad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.

In afwijking daarvan kan elk lid van de OCMW-raad de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het OCMW- deel van het beleidsrapport.  In dat geval mag de OCMW-raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.

Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de OCMW-raad. Als de gemeenteraad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de gemeenteraad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

 (art. 249, §4 DLB)

 

Artikel 26

§ 1. De OCMW-raadsleden stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4.

(art. 34 , volgens art. 74DLB)

§ 2. Er zijn twee mogelijke werkwijzen van stemmen:

1° de mondelinge stemming bij naamafroeping;

2° de geheime stemming.

§ 3. De OCMW-raadsleden stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.

(art. 34, volgens art. 74 DLB)

§ 4.  Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:

1° de vervallenverklaring van het mandaat van lid van de OCMW-raad en van lid van het vast bureau;

2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de bestuursorganen van het OCMW en van de vertegenwoordigers van het OCMW in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

3° individuele personeelszaken.

(art. 34, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 27

§ 1.  De mondelinge stemming geschiedt door, elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de rangorde.

§ 2. De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.

Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.

(art. 33 en 34, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 28

Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.

De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blancostembriefje.

Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

 

Artikel 29

Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

 

Artikel 30

Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

(art. 35, volgens art. 74 DLB)

 

NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG

Artikel 31

§ 1. De notulen van de OCMW-raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de OCMW-raad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

(art. 278, §1 DLB)

§ 2. De zittingsverslagen van de vergaderingen van de OCMW-raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.

Het zittingsverslag zal vervangen worden door een audio-opname. De audio-opname zal na de afloop van de OCMW-raad ter beschikking gesteld worden op de webstek van de gemeente.

(art. 278, §1 DLB)

§ 3. Als de OCMW-raad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.

(art. 278, §1 DLB)

 

Artikel 32

§ 1. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de OCMW-raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.

(art. 32, volgens art. 74 DLB)

§ 2. De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via de mobiele toepassing van het besluitvormingssysteem.

Het audio zittingsverslag zal ter beschikking gesteld worden via de gemeentelijke webstek.

(art. 32, volgens art. 74 DLB)

§ 3. Elk lid van de OCMW-raad heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de OCMW-raad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de OCMW-raad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de OCMW-raad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de OCMW-raad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

(art. 32, volgens art. 74 DLB)

§ 4. Zo dikwijls de OCMW-raad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.

(art. 32, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 33

§ 1. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

§ 2. De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de voorzitter van het vast bureau en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

(art. 279, § 6 DLB)

 

FRACTIES

Artikel 34

In de OCMW-raad wordt niet gewerkt met fracties.

(art. 74 DLB)

 

RAADSCOMMISSIES

Artikel 35

§ 1. In de OCMW-raad wordt niet gewerkt met raadscommissies.

(art. 74 DLB)

(Het artikel over commissies in het DLB werd niet van toepassing gemaakt op de OCMW-raad.)

 

VERGOEDING RAADSLEDEN

Artikel 36

§ 1. Aan de OCMW-raadsleden, met uitzondering van de voorzitter en de leden van het vast bureau, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

1° de vergaderingen van de OCMW-raad die niet aansluit op er vergadering van de gemeenteraad (tenzij het gaat om een lid van de OCMW-raad dat geen lid is van de gemeenteraad omwille van de geslachtsvoorwaarde. Dat lid krijgt ook een presentiegeld wanneer de vergadering van de OCMW-raad aansluit op die van de gemeenteraad);

2° de vergaderingen met de vertegenwoordigers van de verenigingen of vennootschappen voor maatschappelijk welzijn;

4° de vergadering waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft, maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt;

5° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond;

6° de vergaderingen die werden hervat op een andere dag.

(art. 73 DLB en art. 15, lid 2 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

§ 2. Het presentiegeld bedraagt 124.98 euro aan 100% (gekoppeld aan de spilindex 138.01) voor de vergaderingen van de gemeenteraad.

De voorzitter van de OCMW-raad ontvangt geen dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de OCMW-raad die hij voorzit.

 

Artikel 37

§ 1. OCMW-raadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen terugvorderen van het OCMW, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.

De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.

De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.

(art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

§ 2. Terugbetaling van bijkomende kosten veroorzaakt door een specifieke gezinssituatie (Bijv. opvang van kinderen, ouderen, zieke of mindervalide gezinsleden), wegens aanwezigheid op een raadsvergadering, is mogelijk. Een verzoek tot terugbetaling met verantwoordingsstukken kan worden ingediend bij de algemeen directeur.

Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het OCMW terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.

Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.

§ 3. Het OCMW sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de OCMW-raadsleden. Het OCMW sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de OCMW-raadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.

(art. 17, §5, volgens art. 73 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

 

VERZOEKSCHRIFTEN

(art. 38, 9° en art. 304, §2 DLB)

Artikel 38

§ 1. Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van het OCMW in te dienen.

(art. 304, §2 DLB)

Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.

De organen van het OCMW zijn de OCMW-raad, het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst, de voorzitter van de OCMW-raad, de voorzitter van het vast bureau, de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, de algemeen directeur en elk ander orgaan van het OCMW dat als overheid optreedt.

§ 2. De verzoekschriften worden aan het orgaan van het OCMW gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

§ 3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van het OCMW behoort, zijn onontvankelijk.

Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van de gemeente behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.

§ 4. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;

2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;

3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;

4° het taalgebruik ervan beledigend is.

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

 

Artikel 39

§ 1. Is het een verzoekschrift voor de OCMW-raad, dan plaatst de voorzitter van de OCMW-raad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende OCMW-raad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen.  Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

§ 2. De OCMW-raad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het vast bureau of het bijzonder comité verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

§ 3. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van het OCMW.  In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.

§ 4. Het betrokken orgaan van het OCMW verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

 

AANDUIDING PLAATSVERVANGERS BIJZONDER COMITE VOOR DE SOCIALE DIENST

Artikel 40

§ 1. Er kunnen plaatsvervangers worden aangeduid die de effectieve leden van het bijzonder comité vervangen als die afwezig zijn.

Deze plaatsvervangers moeten lid zijn van de OCMW-raad en worden aangewezen door een meerderheid van de leden van de raad die de voordrachtakte ondertekend hebben van het effectieve lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

(art. 105, §2 DLB)

§ 2. De aanduiding van de plaatsvervangers gebeurt door per lid van het bijzonder comité van de sociale dienst een ondertekende verklaring af te gegeven tegen ontvangstbewijs aan de algemeen directeur. De algemeen directeur zorgt voor een kennisgeving hiervan op de eerstvolgende OCMW- raad. De aanduiding is geldig vanaf de datum vermeld op het ontvangstbewijs.

§ 3. Wanneer een nieuw lid verkozen wordt in het bijzonder comité voor de sociale dienst, moet ook de plaatvervanger vernieuwd worden door een verklaring zoals in §1 en §2 van dit artikel. Het kan daarbij gaan om hetzelfde raadslid.

Is er geen geldige verklaring tot plaatsvervanging ingediend, dan is er geen plaatsvervanger voor het betreffende lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

WELZIJNSVERENIGING

Artikel 41

§1. De vertegenwoordigers van de OCMW-raad in een welzijnsvereniging, worden door de raadsleden in hun midden aangeduid door een geheime stemming in een stemronde, waarbij elk raadslid één stem krijgt. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen.

(art. 484, §1 DLB)

§.2. Als het mandaat van afgevaardigde in de bestuursorganen een einde neemt of bij een verhindering kunnen de OCMW-raadsleden van de lijst die het betreffende lid heeft voorgedragen, samen een kandidaat-lid aanwijzen, behalve als de vertegenwoordiger in de bestuursorganen van de vereniging was verkozen als jongste in jaren bij staking van stemmen.

De aanwijzing van dat lid wordt medegedeeld met een door de meerderheid van de leden van dezelfde lijst ondertekende verklaring die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs aan de algemeen directeur. De algemeen directeur geeft er op de eerstvolgende OCMW-raad kennis van.

Als deze vervanging niet kan plaatsvinden of niet plaatsvindt binnen zestig dagen wordt in de vervanging voorzien, zoals in art. 42, §1 van dit reglement.

(art. 484, §1 DLB)

 

Artikel 42

§ 1. De statuten van de welzijnsvereniging vermelden de wijze waarop de OCMW-raadsleden in kennis worden gesteld van de agenda van de bestuurs- en beheersorganen van de vereniging.

(art. 477 DLB)

§ 2. De statuten van de welzijnsvereniging vermelden de wijze waarop de OCMW-raadsleden in kennis worden gesteld van de notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur en het orgaan van dagelijks bestuur en alle documenten waarnaar verwezen wordt in de notulen. Deze worden, indien een lid van de OCMW-raad dat wenst, in elk geval elektronisch ter beschikking gesteld.

(art. 477 DLB)

Wanneer de voorzitter van de OCMW-raad in kennis gesteld wordt van de notulen van de raad van bestuur en het orgaan van dagelijks bestuur van de welzijnsvereniging, stelt hij deze vast en plaatst deze notulen en de bijhorende dossiers ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de OCMW-raad.

De voorzitter kan op basis van deze notulen toegelichte voorstellen van beslissing toevoegen aan de agenda. Dat kan enkel als de termijn uit art. 2, §1 van dit reglement gerespecteerd wordt. Andere leden van de raad kunnen toegelichte voorstellen van beslissing indienen op de wijze en binnen de termijn zoals bepaald in art. 3 van dit reglement.

(art. 484, §4 DLB)

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2022

 

Pensioentoezegging en toetreding tot OFP Prolocus - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 16 februari 2010 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende advies over het besluit van 28 januari 2010 van de gemeenteraad houdende invoeren van een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden en aanstellen RSZPPO als opdrachtencentrale volgens de wetgeving overheidsopdrachten - intentieverklaring

        het besluit van 16 maart 2010 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende invoeren van een aanvullend pensioenstelstel voor de contractuele personeelsleden en aanstellen RSZPPO als opdrachtencentrale volgens de wetgeving overheidsopdrachten - intentieverklaring

        het besluit van 18 mei 2010 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende invoering en goedkeuring van een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden en bestek opgemaakt door de RSZPPO

        het besluit van 16 november 2010 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende kennisneming van het besluit van 13 september 2010 van het college van burgemeester en schepenen houdende goedkeuring van de gunning en toewijzing pensioenverzekeraar van een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden

        het besluit van 16 augustus 2011 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende kennisneming groepsverzekeringsreglement, protocolovereenkomst en nota tweede pensioenpijler contractanten

        het besluit van 2 april 2015 van het vast bureau houdende kennisgeving van de wijziging groepsverzekeringsreglement van het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden

        het besluit van 20 februari 2020 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van de verhoging van het aanvullend pensioenstelsel voor contractuele personeelsleden in 2020 en 2021

        het besluit van 29 oktober 2020 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van het sectoraal akkoord 2020 voor het personeel, meer bepaald betreffende de verhoging van de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden

        het besluit van 29 oktober 2021 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van de aangepaste versie van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel

        het bericht van Belfius Insurance-Ethias betreffende de opzegging van de lopende groepsverzekeringsovereenkomst voor de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden met ingang van 1 januari 2022

 

Juridische gronden

        het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd

        de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid

        het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008

        het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd

        de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 2, §1, 1°

        het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 3, §1, 3°, a

        het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2, §1, 1 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 3 tot en met 6

 

Argumentatie / motivering

        het bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair en contractueel personeel verkleinen en voorziet daarom sedert 1 januari 2010 in een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden

        het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance

        Ethias en Belfiuis Insurance zegden in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst op per 1 januari 2022

        voor het voorzien in een tweede pensioenpijler heeft het bestuur de keuze tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds een aansluiting bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfonds)

        na onderhandelingen met de VVSG werd het OFP PROVANT omgevormd tot het OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537.155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaams Gewest kunnen toetreden

        door toetreding bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening is het bestuur meer betrokken bij het beheer van haar pensioenfinanciering; in tegenstelling tot een groepsverzekering vaardigt het bestuur een vertegenwoordiger af in de algemene vergadering van het OFP Prolocus en heeft, naast controlebevoegdheid, ook de mogelijkheid om, indien nodig, punten op de agenda van de algemene vergadering te plaatsen

        in tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening geen winsten na ten voordele van de organisatie zelf

        een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening heeft ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt

        het bestuur kan toetreden tot het OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits voldaan wordt aan de voorwaarden van een inhouse opdracht, met name:

        het bestuur oefent via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uit op het OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten

        80% van de activiteiten van het OFP PROLOCUS behelst de uitvoering van taken die hem toegewezen zijn door de controlerende overheden, namelijk het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen

        in het OFP PROLOCUS is er geen directe participatie van privékapitaal

        OFP PROLOCUS is zelf onderworpen aan de wetgeving op de overheidsopdrachten

        OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen

        het aanbod van OPF PROLOCUS vereist, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance, geen werknemersbijdragen en voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering

        er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); de voorgestelde formule is een vastebijdragenplan; in dit plan belooft het bestuur een voorgestelde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement

        het bestuur moet minimum de vastgestelde bijdrage betalen; wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen; in elk geval moet voor de aangesloten personeelsleden het wettelijk minimumrendement behaald worden (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen)

        het bestuur zal als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorzien in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het behalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen

        het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf) een MIPS-groep vormen; binnen een MIPS-groep bestaat interne mobiliteit voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; binnen een MIPS-groep speelt een onderlinge solidariteit

        de kosten voor de werking van het OFP PROLOCUS wordt voor 2022 forfaitair op 1000,00 euro per jaar per werkgever en 10,00 euro per jaar per aangeslotene vastgelegd; deze bedragen zullen jaarlijks geïndexeerd worden tot en met 2024; nadien zal een meer stabiel systeem van onkostenvergoeding worden opgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds

        gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement en de toetredingsakte van het OFP PROLOCUS

        het voorstel om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot het OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging

        de intentie werd geuit om met de gemeente, het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf een MIPS-groep te vormen om de interne mobiliteit van het personeel tussen deze entiteiten te bevorderen

        de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van het OFP PROLOCUS zullen geïnd worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan het OFP PROLOCUS

        een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van het OFP PROLOCUS

        na de beslissing tot toetreding moet het OFP PROLOCUS in kennis gesteld worden van deze beslissing en moet de algemene vergadering van het OFP PROLOCUS de kandidatuur van de vertegenwoordiger goedkeuren

 

Adviezen

        voormelde documenten en de intentie tot toetreding tot het OFP PROLOCUS werden besproken in het bijzonder onderhandelingscomité van 11 april 2022. Deze bespreking leidde tot een eenparig protocol van akkoord

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd niet volledig voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder de verschillende beleidsvelden waarop de personeelskredieten zijn gebudgetteerd.

 

De geraamde meerkost voor de periode 2022 tot en met 2026 voor wat betreft de prefinanciering van de bijdragen in de tweede pensioenpijler bedraagt ongeveer 3.700 euro.

De geraamde meerkost voor de periode 2022 tot en met 2024 aan vaste kosten en beheerskosten voor de aansluiting bedraagt ongeveer 3.715,00 euro. Vanaf 2025 zal een ander kostensysteem uitgewerkt worden in functie van het aantal aangesloten lokale besturen en contractuele personeelsleden bij het OFP PROLOCUS.

 

Het visum van de financieel directeur is gunstig.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis en stemt in met enerzijds de beheersovereenkomst en het financieringsplan (algemeen luik en luik VVSG) via de toetredingsakte van het OFP PROLOCUS en anderzijds het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement.

De hoogte van de pensioentoelage wordt vastgesteld op 3% van het pensioengevend jaarloon.

 

Artikel 2. - De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de statuten van het OFP PROLOCUS, evenals van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (Statement of Investment Principles - SIP).

 

Artikel 3. - De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot het OFP PROLOCUS (afzonderlijk vermogen VVSG) en richt hiertoe onverwijld tot het OFP PROLOCUS een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering.

 

Artikel 4. - De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord dat het OCMW samen met de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf Roosdaal een zogenaamde MIPS-groep vormt.

 

Artikel 5. - De raad voor maatschappelijk welzijn duidt de heer Emmanuel de Béthune, tweede schepen, aan als vaste stemgerechtigde vertegenwoordiger in de algemene vergadering van het OFP PROLOCUS. De heer Wim Goossens, burgemeester, wordt aangeduid als eventuele plaatsvervanger van de stemgerechtigde vertegenwoordiger indien deze niet aanwezig kan zijn.

 

Artikel 6. - De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van de voormelde beslissingen.

 

Artikel 7. - De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het pensioenreglement, met name dit raadsbesluit en het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten, ter beschikking van zijn contractuele personeelsleden.

 

 

Publicatiedatum: 10/06/2022