Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 29 oktober 2021

 

Van 00 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Koenraad Muyldermans, voorzitter

Johan Van Lierde, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Johan Linthout, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Wendy Godaert, Christiane Bert, Dirk Evenepoel, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Marc Devits, Jo Timmermans, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

Verontschuldigd:

 

 

Peggy Bulterijs, Eline De Vos, gemeenteraadsleden

 

 

Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Notulen van de openbare vergadering raad voor maatschappelijk welzijn 30 september 2021 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het ontwerp van de notulen van 30 september 2021

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 september 2021 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 september 2021 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

          het ontwerp van het zittingsverslag van 30 september 2021

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 september 2021 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Haviland intercommunale: agenda van de buitengewone algemene vergadering van 8 december 2021 (beleidsnota/begroting 2022) - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          de aangetekende brief van 5 oktober 2021 waarin het OCMW wordt opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van intercommunale Haviland op woensdag 8 december 2021 om 18.00 uur online via Teams met de mogelijkheid om ook fysiek aanwezig te zijn in de kantoren van Haviland, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik (=hybride vorm van vergaderen)

          het dossier met documentatiestukken dat aan de gemeente overgemaakt werd

          de brief van 5 oktober 2021 met de officiële uitnodiging tot de buitengewone algemene vergadering van intercommunale Haviland op 8 december 2021, dat volgende agenda heeft:

  1. notulen van de algemene vergadering van 16 juni 2021 goedkeuring
  2. de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie + begroting 2022 (art. 34): goedkeuring
  3. varia

 

Juridische gronden

          het OCMW Roosdaal is aangesloten bij intercommunale Haviland die werd opgericht op 24 maart 1965 bij oprichtingsakte verschenen in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 16 april 1965 onder het nummer 8226 en verlengd werd op 23 oktober 2019, verschenen in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 21 november 2019 onder het nummer 19151652

          intercommunale Haviland is als intergemeentelijk samenwerkingsverband voor de ruimtelijke ordening en de economisch sociale expansie van het arrondissement Halle-Vilvoorde, een dienstverlenende vereniging, die wordt beheerst door het Decreet Lokaal Bestuur

          het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie / motivering

          het besluit van 28 februari 2019 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende aanstelling van de gemeentelijke afgevaardigde voor de algemene vergaderingen van intercommunale Haviland tot einde legislatuur

 

BESLUIT:

18 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Johan Linthout (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (N-VA), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (N-VA), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
1 onthouding: Linda Van den Eede (N-VA).
 

Artikel 1. - De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van intercommunale Haviland op 8 december 2021 goed en de daarbij horende documentatie nodig voor het onderzoek van de volgende agendapunten:

  1. notulen van de algemene vergadering van 16 juni 2021 goedkeuring;
  2. de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie + begroting 2022 (art. 34): goedkeuring;
  3. varia.

 

Artikel 2. - De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de vertegenwoordigers van het OCMW, die zullen deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van intercommunale Haviland op 8 december 2021, op te dragen de voormelde agendapunten goed te keuren.

 

Artikel 3. - Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van dit besluit en met de kennisgeving aan intercommunale Haviland, p/a Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Gemeenschappelijke Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (SOLVA): aanduiden vertegenwoordiger in het beheerscomité - goedkeuring

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

OCMW-personeel: aangepaste versie arbeidsreglement voor het OCMW-personeel - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het raadsbesluit van 17 mei 2011 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel en latere wijzigingen

          het besluit van 24 november 2015 van de raad van maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van de aanpassing van het arbeidsreglement

          het besluit van 19 december 2019 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW

 

Juridische gronden

          de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen

          de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 2, §1, 1°

          het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 3,

§1, 3°, a

          het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2, §1, 1° van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 3 tot en met 6

          de wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen

          het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

 

Argumentatie / motivering

          samen met de rechtspositieregeling en het organogram is het arbeidsreglement van het lokaal bestuur een belangrijk instrument in de uitbouw van een hedendaags personeelsbeleid

          het bestaande arbeidsreglement goedgekeurd op 24 november 2015 was aan actualisatie toe

          als lokaal bestuur wil Roosdaal zich in de huidige concurrentiële arbeidsmarkt profileren als een aantrekkelijke werkgever, zodat ze competente personeelsleden kan aantrekken en behouden

          met de herwerking van het bestaande arbeidsreglement bouwt het lokaal bestuur verder aan een modern personeelsbeleid, teneinde verder te evolueren naar een moderne, professionele dienstverlenende organisatie, ten dienste van haar inwoners

          Deze hervorming past in het meerjarenplan van het lokaal bestuur dat een actie 'Roosdaal hervormt het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling om een modern HRM-beleid uit te werken' bevat

          de krijtlijnen van de aanpassingen zijn terug te vinden in de nota toegevoegd als bijlage

          het ontwerp van arbeidsreglement en bijlagen werd besproken op het overlegcomité van maandag 13 september 2021

 

Adviezen

          het protocol van 13 september 2021 van het bijzonder onderhandelingscomité over het ontwerp van arbeidsreglement

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het huidige arbeidsreglement van het OCMW-personeel, goedgekeurd door de raad van maatschappelijk welzijn op 24 november 2015, wordt integraal vervangen door het voorliggende aangepaste arbeidsreglement.

 

Artikel 2. - De aanpassingen in het arbeidsreglement worden van toepassing met ingang van 1 november 2021.

 

Artikel 3. - Het gewijzigde arbeidsreglement wordt digitaal neergelegd bij de Inspectie Toezicht op de Sociale Wetten.

 

Artikel 4. - Aan elk personeelslid wordt een exemplaar van het arbeidsreglement bezorgd.

 

Artikel 5. - Overeenkomstig artikel 286 § 1 van het decreet lokaal bestuur maakt de burgemeester het besluit en de inhoud ervan bekend via de webtoepassing van de gemeente. Op dezelfde dag brengt de gemeente overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur de toezichthoudende overheid op de hoogte.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

OCMW-personeel: aangepaste versie rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het raadsbesluit van 17 mei 2011 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel en latere wijzigingen

          het besluit van 19 december 2019 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW

          het besluit van 20 februari 2020 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring verhoging van het aanvullend pensioenstelsel voor contractuelen in 2020 en 2021

          het besluit van 25 juni 2020 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van het afsprakenkader betreffende uitzendarbeid

          het besluit van 29 oktober 2020 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van de invulling van het sectoraal akkoord 2020 voor het personeel

          het besluit van 28 januari 2021 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende goedkeuring van de toepassing van het deelakkoord VIA6 over de koopkracht voor de publieke sector - éénmalige verhoging eindejaarstoelage 2020

 

Juridische gronden

          de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 2, §1, 1°

          het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 3, §1, 3°, a

          het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2, §1, 1° van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, in het bijzonder artikel 3 tot en met 6

          het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

          het sectoraal akkoord 2008-2003 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008

          het besluit van 20 mei 2011 van de Vlaamse regering houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de externe personeelsmobiliteit tussen overheden met hetzelfde werkingsgebied

          het besluit van 23 november 2012 van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007, houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010, houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

          het decreet van 27 april 2018 betreffende uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen

          het vijfde Vlaamse Intersectoraal akkoord (VIA 5) voor de non-profitsector van 8 juni 2018 betreffende het verhogen van de koopkracht van het VIA-personeel van de lokale besturen met 1,1%

          het sectoraal akkoord voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 8 april 2020

          het besluit 12 maart 2021 van de Vlaamse Regering houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies

          het besluit van 19 maart 2021 van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

 

Argumentatie / motivering

          samen met het arbeidsreglement en het organogram is de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur een belangrijk instrument in de uitbouw van een hedendaags personeelsbeleid

          de bestaande rechtspositieregeling goedgekeurd op 30 november 2017 was aan actualisatie toe

          als lokaal bestuur wil Roosdaal zich in de huidige concurrentiële arbeidsmarkt profileren als een aantrekkelijke werkgever, zodat ze competente personeelsleden kan aantrekken en behouden

          met de herwerking van de bestaande rechtspositieregeling bouwt het lokaal bestuur verder aan een modern personeelsbeleid, teneinde verder te evolueren naar een moderne, professionele dienstverlenende organisatie, ten dienste van haar inwoners

          Deze hervorming past in het meerjarenplan van het lokaal bestuur dat een actie 'Roosdaal hervormt het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling om een modern HRM-beleid uit te werken' bevat

          de krijtlijnen van de aanpassingen zijn terug te vinden in de nota toegevoegd als bijlage

 

Adviezen

          het protocol van 13 september 2021 van het bijzonder onderhandelingscomité over het ontwerp van rechtspositieregeling

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aangepaste versie van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel goed.

 

Artikel 2. - Dit besluit heft alle voorgaande besluiten betreffende de rechtspositieregling voor het OCMW-personeel op.

 

Artikel 3. - Dit besluit treedt in werking vanaf 1 november 2021, tenzij anders bepaald.

 

Artikel 4. - Overeenkomstig artikel 286 § 1 van het decreet lokaal bestuur maakt de burgemeester het besluit en de inhoud ervan bekend via de webtoepassing van de gemeente. Op dezelfde dag brengt de gemeente overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur de toezichthoudende overheid op de hoogte.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Gezamenlijk organogram gemeente en OCMW - aanpassing

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het besluit van 30 april 2009 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de aangepaste versie van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en latere wijzigingen

          het raadsbesluit van 17 mei 2011 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel en latere wijzigingen

          het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2019 houdende de goedkeuring van het gezamenlijk organogram gemeente -OCMW

 

Juridische gronden

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 zoals gewijzigd

 

Argumentatie / motivering

          overeenkomstig artikel 161 van het decreet lokaal bestuur stellen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast

          het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden

          gezamenlijk houdt in dat elke raad afzonderlijk een beslissing moet nemen en dit elk voor de eigen organisatie

          het organogram werd voorgelegd aan het gemeenschappelijk MAT en aan het schepencollege en werd in consensus positief geadviseerd

          met de invoering van het Decreet Lokaal Bestuur is vanaf 1 januari 2019 de personeelsformatie niet langer een verplichting

          Volgende aanpassingen aan het organogram worden doorgevoerd:

          Cluster Mens & Vrije tijd:

          1 VTE (S) B4-B5 coördinator vrije tijd - Nieuw

          1 VTE (S) uitdovend

          verschuiving van 0,08 VTE  C1 -C3 bibliotheek assistent naar B1 -B3 bibliothecaris

          verschuiving van 0,5 C1-C3 administratief medewerker burgerzaken naar mobiliteit (zie verder)

          omschakeling en uitbreiding van 0,5 VTE ouderenzorg naar 1 VTE (C) maatschappelijk werker

          0,5 VTE (C) deskundige huis van het kind - nieuw

          11,39 VTE (C) E1-E3 technisch assistent schoonmaak- uitdovend

          11,39 VTE (C) D1 -D3 technisch assistent schoonmaak - nieuw

          Cluster Ruimte:

          Wijziging benaming functietitel 'Verantwoordelijke openbare werken'

          verschuiving van 0,5 C1-C3 administratief medewerker burgerzaken naar mobiliteit

          1 VTE (C) C1-C3 gemeenschapswacht - Nieuw

          Wijziging functietitel 'administratief medewerker'

          Ondersteunende diensten

          1 VTE (C) deskundige financiën vervangen door 1 VTE (S) deskundige financiën

Adviezen

          het verslag van 13 september 2021 van het hoog overlegcomité

 

 

Financiële weerslag / visum

In de meerjarenplanning worden de nodige kredieten voorzien om de personeelskosten van alle personeelsleden vermeld in het organogram te werk te stellen.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De wijzigingen aan het gezamenlijk organogram van de gemeente en het OCMW  Roosdaal worden goedgekeurd.

 

Artikel 2. - Alle voorgaande besluiten betreffende het organogram worden opgeheven.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Noodwoningen: samenwerkingsovereenkomst

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het ontwerp van de samenwerkingsovereenkomst van de ILV Noord-Pajottenland voor de gemeenten Affligem, Liedekerke, Roosdaal en Ternat

 

Juridische gronden

          het Decreet Lokaal Bestuur, in het bijzonder artikel 2, § 3, en artikel 84

          de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen

          het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder titel 4 betreffende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid

          het besluit van het Vast Bureau van 11 oktober 2021 houdende de goekeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor noodwoningen met de gemeenten Affligem, Liedekerke, Roosdaal en Ternat

 

Argumentatie / motivering

          een noodwoning is een woning die op korte termijn moet kunnen betrokken worden en is slechts voor een tijdelijk verblijf beschikbaar

          enkel in geval van nood zullen de gemeenten een verzoek aan elkaar richten. Enkel indien in de eigen gemeente alle noodwoningen bezet zijn zal de gemeente een verzoek richten aan de naburige gemeenten

          de gemeenten verbinden zich ertoe tegenover elkaar elke vraag te onderzoeken en de nodige inspanningen te leveren om deze positief te beantwoorden

          de gemeente wordt niet verplicht om op het ogenblik van de vraag van andere gemeenten een woning beschikbaar te hebben en te stellen

          deze samenwerkingsovereenkomst biedt de mogelijkheid om een noodwoning van een naburige gemeente (tijdelijk) te gebruiken, wanneer de eigen noodwoningen niet beschikbaar zijn en er een noodgeval is

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Er zal een principieel akkoord tot samenwerkingsovereenkomst volgens het onderstaand ontwerp worden gesloten met, het gemeentebestuur Affligem, Bellestraat 99, het gemeentebestuur Liedekerke, Opperstraat 31 en het gemeentebestuur Ternat, Gemeentehuisstraat 21.

Deze overeenkomst heeft als voorwerp samenwerkingsovereenkomst Noodwoningen.

 

--------------------

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST NOODWONINGEN

 

Tussen

OCMW Affligem

Administratieve zetel

Bellestraat 101, 1790 Affligem

Vertegenwoordigd door Frédéric Pipelers, algemeen directeur en voorzitter van de raad maatschappelijk welzijn, Gerda Van Geite

 

OCMW Liedekerke

Administratieve zetel

Opperstraat 33, 1770 Liedekerke

Vertegenwoordigd door Marc Mertens, algemeen directeur en voorzitter vast bureau, Steven van Linthout

 

OCMW Roosdaal

Administratieve zetel

Kerkstraat 4, 1761 Roosdaal

Vertegenwoordigd door Emma van der Maelen, algemeen directeur en voorzitter van de raad maatschappelijk welzijn, Koenraad Muyldermans

 

OCMW Ternat

Administratieve zetel

Kapelleveld 10,1742 Sint-Katherina-Lombeek

Vertegenwoordigd door Koen Vanholder, algemeen directeur en voorzitter van de raad maatschappelijk welzijn, Ines Swaelens

 

Tussen deze partijen wordt overeengekomen hetgeen hierna volgt:

 

Doelstelling:

 

De gemeenten Affligem, Liedekerke, Roosdaal en Ternat beschikken over eigen noodwoningen om bij normale noodsituaties te kunnen ingrijpen. In de praktijk gebeurt het dat de beschikbare capaciteit aan noodwoningen onvoldoende blijkt. Met deze samenwerkingsovereenkomst willen de gemeenten elkaar in dringende noodsituaties bijstand verlenen. De OCMW’s contacteren elkaar om in dringende gevallen te informeren of er mogelijks een noodwoning vrij is en deze ter beschikking kan gesteld worden aan één van de naburige hierboven genoemde gemeenten.

 

Omschrijving:

 

Een noodwoning is een woning die op korte termijn moet kunnen betrokken worden en is slechts voor een tijdelijk verblijf beschikbaar. Enkel in geval van nood zullen de gemeenten een verzoek aan elkaar richten. Enkel indien in de eigen gemeente alle noodwoningen bezet zijn, zal de gemeente een verzoek richten aan de naburige gemeenten. De gemeenten verbinden zich ertoe tegenover elkaar elke vraag te onderzoeken en de nodige inspanningen te leveren om deze positief te beantwoorden. De gemeente wordt niet verplicht om op dat ogenblik een woning beschikbaar te hebben en te stellen.

 

Doelgroep:

 

Een noodwoning is een woning die het OCMW ter beschikking stelt aan mensen die zich tijdelijk in een noodsituatie bevinden.

Noodwoningen: samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten Affligem, Liedekerke,

Een noodwoning biedt een tijdelijk verblijf aan voor personen die slachtoffer zijn geworden van een ramp zoals bijvoorbeeld een brand, overstroming. De noodwoning biedt een antwoord op de eerste periode na de crisissituatie. De bedoeling is dat de bewoners op zoek gaan naar een definitieve oplossing.

Deze doelgroep is strikt afgebakend. De noodwoning kan niet ter beschikking gesteld worden aan andere doelgroepen.

 

Duurtijd:

 

Aan het OCMW van de vragende gemeente kan een woning ter beschikking gesteld worden.

De maximum duurtijd is beperkt tot drie maanden en kan zonder opzeg door het OCMW van de vragende gemeente dagelijks worden opgezegd. In eerste instantie kan een verblijfsduur van twee maanden worden voorzien, dit kan eenmalig verlengd worden met 1 maand. De maximum verblijfsduur bedraagt drie maanden.

 

Indien een afwijking op de maximale duurtijd noodzakelijk blijkt in kader van het welzijn van de bewoner(s) van de noodwoning treden het OCMW van de gemeente van herkomst en het OCMW van de gemeente die de noodwoning ter beschikking stelt, in communicatie met elkaar om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Ze agenderen hun afgesproken voorstel beiden op hun Bijzonder comité sociale dienst of vragen hun beide voorzitters van het Bijzonder comité sociale dienst een beslissing tot toewijzing via dringende steun te nemen en laten deze bekrachtigen op het Bijzonder comité sociale dienst. Het OCMW van de gemeente van herkomst communiceert hierover met de cliënt. Deze laatste richt zijn vragen steeds tot het OCMW van de gemeente van herkomst. Bij deze mogelijkheid tot afwijking waken beide OCMW’s samen over een doorstroom van de bewoner(s) van de noodwoning naar een andere en definitieve oplossing voor de woonproblematiek en maximum verblijfsperiode van 8 maanden in totaal.

 

Uitvoering:

 

Het OCMW van de gemeente waar de ramp en nood naar opvang zich voordoet, zoekt eerst zelf naar een geschikte oplossing binnen de eigen gemeente. Indien er geen oplossing voor handen is, kan de toeleiding naar een noodwoning van een ander OCMW gebeuren. Enkel het OCMW van de gemeente van herkomst kan de vraag stellen aan één van de samenwerkende gemeenten. De cliënt kan dit nooit rechtstreeks.

 

Het OCMW van de gemeente van herkomst en het OCMW van de gemeente die de noodwoning ter beschikking zou stellen, stemmen eerst onderling af en brengen dan beiden het voorstel (ter bekrachtiging) op hun Bijzonder comité sociale dienst.

 

Het OCMW van de gemeente waar de ramp en nood naar opvang zich voordoet, blijft bevoegd voor het verdere hulpverleningstraject, ongeacht de locatie van de noodwoning.

 

Het OCMW van de gemeente van herkomst voert één huisbezoek per maand uit.

 

Het OCMW van de gemeente van herkomst van de cliënt is bevoegd voor de eventuele financiële ondersteuning zoals aanvraag van leefloon of tussenkomst in de gebruiksvergoeding en voor de aanvraag van het referentieadres indien nodig.

Het OCMW van de gemeente van herkomst van de cliënt is bevoegd voor de toeleiding naar de noodwoning, de psychosociale begeleiding, woonbegeleiding en andere praktische regelingen van het verblijf in de noodwoning.

 

Het OCMW dat de noodwoning ter beschikking stelt, is bevoegd voor de beslissing van de toewijzing en/of verlenging van het verblijf in de noodwoning.

 

Het OCMW dat zijn noodwoning ter beschikking stelt maakt een intredende en uittredende plaatsbeschrijving op. Dit gebeurt in aanwezigheid van de cliënt en het OCMW van de gemeente van herkomst. Een kopie van deze plaatsbeschrijvingen wordt steeds overhandigd aan de cliënt en het OCMW van de gemeente van herkomst.

 

Het OCMW van de gemeente waar de ramp en nood naar opvang zich voordoet, staat in voor de betaling van de gebruiksvergoeding. Het OCMW dat zijn noodwoning ter beschikking stelt, maakt hiervoor een factuur op, op naam van het OCMW van herkomst.

 

Het OCMW van de gemeente waar de ramp en nood zich voordoet, staat in voor eventuele andere kosten, zoals bijvoorbeeld buitensporige energieverbruik, schade, …

Er wordt een overeenkomst ‘bezetting ter bede’ (inclusief huishoudelijk reglement) opgemaakt tussen het OCMW dat zijn woning ter beschikking stelt en de bewoner van de noodwoning. Hierin worden alle gelijklopende bepalingen voor alle deelnemende gemeenten inzake de gebruiksvergoeding, de duurtijd van de overeenkomst en de waarborg opgenomen. Het OCMW dat de noodwoning ter beschikking stelt, behoudt wel de vrijheid om bepaalde eigen werkingsprincipes inzake huisdieren, onderhoud van de woning, sleuteloverhandiging,… te vrijwaren. Een kopie van de overeenkomst ‘bezetting ter bede’ wordt overgemaakt aan het OCMW van de gemeente van herkomst.

 

Het OCMW van de gemeente van herkomst maakt een tussenovereenkomst op met de bewoner van de noodwoning die ter beschikking wordt gesteld. Dit in functie van de betaling van de gebruiksvergoeding en de waarborg.

De bewoner van de noodwoning dient een waarborg ten bedrage van 200,00 euro te betalen vooraleer hij of zij de woning betrekt. Indien de betaling hiervan moeilijk ligt, kan dit gestort worden via een afbetaalplan, gespreid over maximum 3 maanden. Het OCMW van de gemeente van herkomst vordert dit in bij de cliënt en betaalt dit op zijn beurt aan het OCMW dat de noodwoning ter beschikking stelt op basis van de eerste factuur voor de maandelijkse gebruiksvergoeding waarbij dit bedrag extra wordt opgenomen.

 

De aangestelde medewerkers van het bevoegde OCMW volgen de verblijfsvoorwaarden op die zijn opgenomen in de ‘bezetting ter bede’ en het huishoudelijk reglement van de noodwoning.

 

Er wordt gewerkt met een gebruiksvergoeding van 20,00 euro per dag. In de gebruiksvergoeding is de kost water, gas en elektriciteit en eventueel afvalverwerking (Diftar) inbegrepen. De gebruiksvergoedingen worden jaarlijks geïndexeerd.

 

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt ondertekend in vijf exemplaren waarbij elke partij verklaart een exemplaar te hebben;

 

Voor het OCMW Affligem

Frédéric Pipelers       Gerda Van Geite

Algemeen directeur       voorzitter

raad maatschappelijk welzijn

 

 

 

 

Voor het OCMW Liedekerke

Marc Mertens        Steven Van Linthout

Algemeen directeur       burgemeester

 

 

 

 

Voor het OCMW Roosdaal

Emma van der Maelen      Koenraad Myuldermans

Algemeen directeur      voorzitter

raad maatschappelijk welzijn

 

 

 

 

Voor het OCMW Ternat

Koen Vanholder       Ines SwaelensAlgemeen directeur                                                                                                   voorzitter

raad maatschappelijk welzijn

 

 

 

 

--------------------

 

 

Artikel 2. - Deze overeenkomst maakt integrerend deel uit van dit besluit.

Deze overeenkomst zal namens het gemeentebestuur ondertekend worden door de voorzitter van de raad maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.

 

Artikel 3. - Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal samen met de ondertekende overeenkomst worden verzonden naar de gemeentebesturen van Affligem, Liedekerke en Ternat.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Verkoopakte met Aquafin voor inneming in volle eigendom van 27m2, deel van het perceel 56B, voor het project "Afkoppeling inlaten Populierstraat-Bosstraat"

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          het OCMW van Roosdaal is eigenaar van het perceel gelegen te Borchtlombeek, en kadastraal gekend als 4e afdeling, sectie B, nr. 56 B

          voor de verbreding en aanleg RWA-leiding zal NV Aquafin een inneming in volle eigendom dienen te nemen voor een oppervlakte van 27 m2

          gelet op het grafische plan

          gelet op de terreinbeschrijving

          gelet op de waardebepaling van het onroerend goed

          tijdens de zitting van 21 maart 2017 besliste de raad voor maatschappelijk welzijn aan NV Aquafin om dit deel aan hen te verkopen tegen de prijs van 1.768,15 euro

 

Juridische gronden

          het bestuursdecreet van 7 december 2018

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie / motivering

          de definitieve verkoopovereenkomst moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn

          het ontwerp van akte werd door notaris De Ruyver doorgestuurd via mail op 24 september 2021

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in hetmeerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0050-00 - actie 8.5.1.

De geraamde opbrengst bedraagt 1.768,15 euro.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het ontwerp van verkoopakte, zoals toegevoegd in bijlage, tegen de verkoopprijs van 1.768,15 euro goed.

 

Artikel 2. - Conform artikel 279§1 van het decreet lokaal bestuur zullen mevrouw Emma Van der Maelen, algemeen directeur en de heer Koen Muyldermans, voorzitter van de gemeenteraad, de verkoopakte ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 oktober 2021

 

Minimale levering via aardgasbudgetmeter voor de periode van 2021-2022 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

          een aantal inwoners in de gemeente Roosdaal beschikken over een aardgasbudgetmeter ten gevolge van energieschulden

          het OCMW kan beslissen om in de periode november 2021 tot en met maart 2022 halfmaandelijks tussenkomsten voor een minimale levering van aardgas toe te kennen aan mensen voor wie na een sociaal onderzoek blijkt dat ze hun budgetmeter onvoldoende kunnen opladen en hierdoor zonder verwarming dreigen te vallen

          e-mail van 5 oktober 2021 van de Vlaamse overheid betreffende de halfmaandelijkse tussenkomst 2021-2022; richtlijnen OCMW's minimum levering gas

 

Juridische gronden

          het Energiedecreet van 8 mei 2008, artikel 4.1.22, 6.1.2.

          het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10

          het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          de OCMW-wet van 8 juli 1976, artikel 1 en artikel 57§1

 

Argumentatie / motivering

          om te vermijden dat mensen die de middelen niet hebben om hun aardgasbudgetmeter op te laden in de winter zonder verwarming vallen, kunnen de OCMW's optioneel beslissen om gebruik te maken van het systeem van "minimale levering via aardgasbudgetmeter"

          de toegekende bedragen kunnen voor maximaal 70% worden gerecupereerd bij de aardgasnetbeheerder

          het OCMW besliste onafgebroken sinds 2011 om van deze mogelijkheid gebruik te maken

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in hetmeerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0900-sociale bijstand.

De geraamde uitgave bedraagt 2.000,00 euro. De ontvangsten zijn 70% van de uitgaven.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De Raad voor Maatschappelijk Welzijn gaat akkoord met de toepassing van het systeem van de minimale levering via de aardgasbudgetmeter voor de periode van 1 november 2021 tot en met 31 maart 2022.

 

Artikel 2. - De medewerkers van de sociale dienst worden op de hoogte gebracht van deze beslissing.
 

 

 

Publicatiedatum: 02/12/2021