Gemeente Roosdaal

 

Zitting van 22 december 2022

 

Van 19 uur.

 

Aanwezig:

 

Wim Goossens, burgemeester

Koenraad Muyldermans, voorzitter

Johan Van Lierde, Emmanuel de Béthune, An Van den Spiegel, Rudy Bracquez, schepenen

Linda Van den Eede, Kristof Cooreman, Linda Van Huylenbroeck, Wendy Godaert, Christiane Bert, Dirk Evenepoel, Annick Borloo, Tom De Koster, Jean Timmermans, Jan Van Den Bosch, Peggy Bulterijs, Marc Devits, Eline De Vos, Jo Timmermans, gemeenteraadsleden

Emma Van der Maelen, algemeen directeur

 

Verontschuldigd:

 

Johan Linthout, schepen

 

 

Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Zittingsverslag van de openbare vergadering gemeenteraad 24 november 2022 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

        het ontwerp van het zittingsverslag van 24 november 2022

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 24 november 2022 wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Notulen van de openbare vergadering gemeenteraad 24 november 2022 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis /feiten en context

        het ontwerp van de notulen van 24 november 2022

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 24 november 2022 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentefinanciën: meerjarenplan 2020-2025, aanpassing nr. 3 - vaststelling deel gemeente en goedkeuring deel OCMW

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        de budgetcommissie van 20 december 2022 waarop het voorontwerp van het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van het lokaal bestuur Roosdaal werd voorgesteld

 

Juridische gronden

        het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

        het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen

        het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen

        de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 van de Vlaamse Regering betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Argumentatie / motivering

        het meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit een strategische nota, een financiële nota, een toelichting en bijlagen

        het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van het AGB Roosdaal bevat wijzigingen in de strategische nota, de aangepaste financiële nota, de toelichting bij het meerjarenplan en motivering van de wijzigingen

        het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, past de kredieten voor het jaar 2022 aan, stelt de beginkredieten van 2023 vast en past de ramingen voor de resterende jaren van het meerjarenplan 2024-2025 aan

        het ontwerp van het meerjarenplan is financieel in evenwicht aangezien:

        het beschikbaar budgettair resultaat per financieel boekjaar groter is dan of gelijk aan nul

        de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, groter is dan of gelijk aan nul

 

Adviezen

        het gunstig advies van 29 november 2022 van het managementteam

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
8 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (Onafhankelijk), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - Het deel gemeente van het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van het lokaal bestuur Roosdaal wordt vastgesteld.

 

Artikel 2. - Het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, maakt integraal deel uit van dit besluit met de volgende resultaten:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

2020

7.187.739

2020

1.699.190

2021

4.167.987

2021

1.279.977

2022

3.418.160

2022

-550.696

2023

714.238

2023

522.678

2024

1.189.059

2024

245.449

2025

902.092

2025

202.871

 

Artikel 3. - De gemeenteraad keurt het deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van het lokaal bestuur Roosdaal goed. Hierdoor is het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentebelastingen: aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2023 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        sinds het aanslagjaar 2001 werd deze belasting vastgesteld op 7,50%

 

Juridische gronden

        de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen

        de financiële toestand van de gemeente

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2023.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 fiscale aangelegenheden.

De geraamde ontvangst bedraagt 6.349.669,56 euro.

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
8 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (Onafhankelijk), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 2. - De belasting wordt vastgesteld op 7,50% van het overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 3. - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen.

 

Artikel 4. - Dit besluit treedt heden in werking.

 

Artikel 5. - Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentebelastingen: opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2023 - goedkeuring

 

Juridische gronden

        het artikel 170, §4, van de Grondwet

        het artikel 464, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992

        het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur

        het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41

        het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies

        ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, stijgt de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen

        de financiële toestand van de gemeente

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het budget van het jaar 2023.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 fiscale aangelegenheden.

De geraamde ontvangst bedraagt 2.727.608,60 euro.

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
6 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Annick Borloo (Onafhankelijk) en Peggy Bulterijs (Onafhankelijk).
 

Artikel 1. - Er worden 661,21 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd voor het aanslagjaar 2023.

 

Artikel 2. - Deze opcentiemen zullen geïnd worden door de Belastingdienst van Vlaanderen, Onroerende voorheffing.

 

Artikel 3. - Dit besluit is onderworpen aan het algemeen toezicht van de provinciale overheid.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentefinanciën: toekenning nominatieve subsidies 2023

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 22 december 2022 van de gemeenteraad waarbij het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, werd vastgesteld

        de budgetten 2023 en meerjarenplanaanpassingen 2022-2025 van de Roosdaalse kerkfabrieken zijn nog niet goedgekeurd door de gemeenteraad, hierdoor kunnen de werkingsbijdragen nog niet worden opgenomen in de lijst van de nominatieve toelagen

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 41 §2 23° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad inzake het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies

        besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen

        de omzendbrief KB/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids-en beheerscyclus

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan 2020-2025. De nodige ramingen voor de uitbetaling van de nominatieve subsidies zijn opgenomen onder de respectievelijke beleidsvelden.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - Voor 2023 worden volgende nominatieve toelagen goedgekeurd:

 

beleidsveld

omschrijving

bedrag

0160 - Hulp aan het buitenland

Werkingssubsidie GROS

250,00

0350 - Klimaat en energie

Nom. Werkingsbijdrage Pajopower vzw

4.050,00

0390 - Overige milieubescherming

Toelage Natuurpunt

250,00

0390 - Overige milieubescherming

Toelage WBE Dendervallei West-Pajottenland

250,00

0400 - Politiediensten

Werkingsbijdrage aan de politiezone TARL

1.391.827,76

0410 - Brandweer

Werkingsbijdrage hulpverleningszone Vlaams-Brabant West

628.510,39

0410 - Brandweer

Investeringstoelage hulpverleningszone Vlaams-Brabant West

71.558,44

0490 - Overige elementen van openbare orde en veiligheid

Toelage buurtinformatienetwerken (BIN)

1.000,00

0629 - Overig woonbeleid

Bijdrage aan interlokale vereniging "Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland"

45.422,00

0709 - Overige culturele instellingen

Toelage cultuurraad

11.500,00

0709 - Overige culturele instellingen

Toelage aan erfgoed Rausa vzw voor gebruik infrastructuur Koetshuis

3.000,00

0709 - Overige culturele instellingen

Toelage Cultuurregio Pajottenland

13.750,00

0740 - Sportsector- en verenigingsondersteuning

Werkingstoelage Roosdaalse sportraad vzw

5.500,00

0740 - Sportsector- en verenigingsondersteuning

ILV sportregio

6.000,00

0750 - Jeugdsector- en verenigingsondersteuning

Toelage aan jeugdhuis Splinter

6.000,00

0820 - Deeltijds kunstonderwijs

Werkinsbijdrage Stedelijke academie voor muziek, woord en dans Ninove

58.422,41

0820 - Deeltijds kunstonderwijs

Werkingsbijdrage tekenacademie Liedekerke (ABAK)

696,00

0985 - Gezondheidspromotie en ziektepreventie

Toelage Samana Pamel

125,00

0985 - Gezondheidspromotie en ziektepreventie

Toelage Samana Ledeberg

125,00

0985 - Gezondheidspromotie en ziektepreventie

Toelage Samana O.L.V.-Lombeek

125,00

0985 - Gezondheidspromotie en ziektepreventie

Toelage Ziekenzorg Strijtem

125,00

0985 - Gezondheidspromotie en ziektepreventie

Toelage Samana Borchtlombeek

125,00

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentebelastingen: belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2023-2025 - goedkeuring

 

Juridische gronden

        artikel 170 § 4 van de Grondwet

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40 § 3

        het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, in het bijzonder artikel 13, met de verplichte activiteit "leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken"

        het besluit van de gemeenteraad van 20 juni 2019 - Interlokale Vereniging Woonbeleid Noord-Pajottenland - subsidieaanvraag 2020/2025

        Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder Boek 2. Organisatie van het woonbeleid, Deel 2. Lokaal woonbeleid, Titel 3. Leegstandsregister

        het besluit van 4 september 2017 houdende de aanstelling van de personeelsleden bevoegd om een controle of een onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichtingen inzake de toepassing van belastingvorderingen

        het besluit van 23 mei 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor het aanslagjaar 2019-2025

 

Argumentatie / motivering

        langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden

        de financiële toestand van de gemeente

        de strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting

        leegstaande gebouwen en woningen brengen veiligheidsrisico's met zich mee, en beïnvloeden de kwaliteit van het straatbeeld

        de vervanging van het bestaande reglement van 23 mei 2019 gezien meerdere aanpassingen noodzakelijk zijn om onduidelijkheden bij bepaalde situaties te vermijden

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 - fiscale aangelegenheden. De geraamde ontvangst bedraagt 50.000,00 euro per jaar.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

HOOFDSTUK1- DEFINITIES

 

Artikel1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de definities van artikel 1.3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

In dit reglement wordt verstaan onder:

 Administratie: het intergemeentelijk samenwerkingsverband dat door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister; Conform art 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 draagt de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister over aan de interlokale vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland. Het college van burgemeester en schepenen duidt de personeelsleden aan die onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden hebben met betrekking tot de registratie van leegstaande gebouwen en woningen. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband voert alle taken uit voor de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister. Daarnaast stelt het college van burgemeester en schepenen de personeelsleden van het gemeentebestuur aan die onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden hebben met betrekking tot de toepassing van de belastingverordening.

 Beveiligdezending:eenvandehiernavolgendebetekeningswijzen:

  1. eenaangetekendschrijven;
  2. eenafgiftetegenontvangstbewijs;
  3. een mail aan de betrokken gemeentelijke dienst, onder voorwaarde van de bevestiging van de ontvangst van de mail binnen de 14 kalenderdagen;

 Leegstandsregister:hetregistervanleegstaandegebouwenenwoningenbedoeldin artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

 Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel als hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van hetdecreetvan19april1995houdendemaatregelenterbestrijdingenvoorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 Leegstand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurendeeenperiodevantenminstetwaalfopeenvolgendemaanden.Hierbijwordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

Defunctievanhetgebouwisdezedieovereenkomtmeteenvoorhetgebouwofvoor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhandenisofwaarvandefunctie nietduidelijkuiteenvergunningofmeldingblijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Eengebouwdatinhoofdzaakgediendheeftvooreeneconomischeactiviteit,vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregel ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan wordenbeschouwdalseenafzonderlijkewoningdievoldoetaandebouwfysische vereisten.

  Woning:elkonroerendgoedofhetdeelervandathoofdzakelijkbestemdisvoorde huisvesting van een gezin of alleenstaande;

  Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

  Houder van het zakelijk recht:depersoondiehouderisvanéénvandevolgendezakelijke rechten:

        devolle eigendom;

        demede-eigendom;

        hetrechtvanopstalofvan erfpacht;

        het vruchtgebruik.

10°  Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen, zijnde dedatumvandeadministratieveakte;

11°  Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

 

HOOFDSTUK 2- LEEGSTANDSREGISTRATIE

 

Artikel2. Leegstandsregister

§1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

 1° een lijst “leegstaande gebouwen”;

 2° een lijst “leegstaande woningen”.

 Eenwoningdiegeïnventariseerdisalsongeschikten/ofonbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

§2. In elke lijst wordenvolgendegegevens opgenomen:

        hetadresvandeleegstaandewoningofhetleegstaandegebouw;

        dekadastralegegevensvandeleegstaandewoningofhetleegstaandegebouw;

        deidentiteitenhet(de)adres(sen)vandehouder(s) van het zakelijk recht;

        het nummer en de datum van de administratieve akte;

        deindicatieofindicatiesdieaanleidinghebbengegeventotdeopname.

 

Artikel3. Registratie van leegstand

§1. De door het college van burgemeester en schepenen aangeduide personeelsleden belast met de opsporing van leegstand, bezitten de onderzoeks-, de controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffendedevestiging,invorderingendegeschillenprocedurevanprovincie-en gemeentebelastingen.

§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte opgesteld en goedgekeurd door de met vaststellingsbevoegdheid belaste personeelsleden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Bij de administratieve akte wordt een beschrijvend verslag, met één of meerdere foto’s en metvermeldingvandeindicatiesdiedeleegstandstaven, gevoegd.Dedatumvande administratieve akte geldt als opnamedatum.

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

        hetontbreken, sinds meer dan één jaar, van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

        hetontbreken van een aangifte als tweede verblijf;

        deonmogelijkheidomhetgebouwtebetreden,bijvoorbeelddooreen geblokkeerde toegang;

        het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als "te huur" of "te koop";

        het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

        een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw uitgesloten worden kan;

        oneigenlijke gevelafwerkingen zoals dichtgemetselde of dichtgetimmerde gevelopeningen;

        verwaarloosd buitenschrijnwerk zoals verweerde ramen en deuren, afbladderende verf, glasbreuk, ...

        verwaarloosde gevels zoals ontbrekende stenen, uitvallend voegwerk, verweerde bepleistering, ...

        verwaarloosd dak zoals het verzakken, losliggen of plaatselijk ontbreken van dakbedekking, het niet waterdicht zijn van de dakbedekking, het ontbreken van regenafvoer, ...

        verwaarloosde buitenruimte door opschietende en niet onderhouden beplanting, geen tekenen van betreding, kruidgroei, ...

        permanente indruk van niet bewoning door bijvoorbeeld het permanent gesloten zijn van gordijnen of rolluiken;

        getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent.

 

Artikel4. Kennisgeving van de registratie

Dehouder van het zakelijk rechtwordtperbeveiligdezendinginkennisgesteldvande beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

        de administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag;

        informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

        informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;

        informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister.

 

Artikel5. Beroep tegen registratie

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de administratieve akte tot opnameinhetleegstandsregister.Hetberoepwordtperbeveiligdezendingbetekend. Het beroepsschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

        deidentiteitenhetadresvande indiener;

        devermeldingvanhetnummervandeadministratieveakteenhetadresvanhet gebouw of de woning waarop het beroepsschrift betrekking heeft;

        de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in hetleegstandsregistertenonrechteisgebeurd.Devaststellingvandeleegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeenrecht, uitgezonderd de eed;

Alsdatumvanhetberoepsschriftwordtdedatumvandebeveiligdezending gehanteerd.

Als het beroepsschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging,tenzijhijoptreedtalsraadsmandieingeschrevenisaandebalie als advocaat of advocaat-stagiair.

§2.   Zolangdeindieningstermijnvandertigdagennietverstrekenis,kaneenvervangend beroepsschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepsschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

§3.   Elkinkomendberoepsschriftwordtinhetleegstandsregistergeregistreerdenaande indiener wordt een ontvangstbewijs verstuurd.

§4.   Het beroepsschriftisalleen onontvankelijk:

        als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

        alshetberoepsschriftnietuitgaatvaneenhouder van het zakelijk recht,of;

        alshetberoepsschriftnietisondertekend.

§5. Als het beroepsschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuwberoepismogelijkzolangdeberoepstermijnuit§1nietverstrekenis.

§6. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepsschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het metdeopsporingvanleegstaandegebouwenenwoningenbelastepersoneelslid.Het beroepwordtgeachtongegrondtezijnalsdetoegangtoteengebouwofeenwoning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

§7. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen,dieingaatopdedagnadezevandebetekeningvanhetberoepsschrift.De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel6. Schrappen uit het leegstandsregister

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden,aangewendwordtovereenkomstigdefunctiezoalsomschreveninartikel

1.6.Dedatumvanschrappingisdeeerstedagvandeaanwendingovereenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na onderzoek ter plaatse.

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 4°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minstezesopeenvolgendemaanden.Dedatumvanschrappingisdeeerstedagvan de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na onderzoek ter plaatse.

Een (handels)huurovereenkomst kan nooit als bewijs gelden voor de beëindiging van de leegstand van een gebouw, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van het gebouw.

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerdverzoekaandeadministratieviabeveiligdezending.Ditverzoekbevat:

        deidentiteitenhetadresvande indiener;

        devermeldingvanhetnummervandeadministratieveakteenhetadresvanhet gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

        debewijsstukkenovereenkomstigparagraaf1dieaantonendatdewoningofhet gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;

Alsdatumvanhetverzoekwordtdedatumvandebeveiligdezending gehanteerd.

 

De personeelsleden belast met de onderzoeks-, de controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, onderzoeken of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en nemen een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na dezeontvangstvanhetverzoek.Deverzoekerwordtopdehoogtegebrachtvandeze beslissing met een beveiligde zending.

 

§3. Tegendebeslissingoverhetonderzoektotschrappingkandezakelijkegerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

 

HOOFDSTUK3- DE BELASTING

 

Artikel 7. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

Er wordt voor de aanslagjaren 2023-2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigdopdewoningenengebouwendiegedurendeminstenstwaalfopeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Debelastingvooreenleegstaandewoningofeenleegstaandgebouwisvoorheteerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandregister geschrapt is in overeenstemmingmetartikel6,isdebelastingvanhetaanslagjaarverschuldigdophet ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel8. Belastingsplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op het leegstaandegebouwofdeleegstaandewoningophetogenblikdatdebelastingvan het aanslagjaar verschuldigd wordt (op de verjaardag van de opnamedatum).

 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigddoordehoudervandatzakelijkrechtvanopstal,vanerfpachtofvan vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt (op de verjaardag van de opnamedatum).

 

§2. Ingevalvanmede-eigendomzijndemede-eigenaarshoofdelijkaansprakelijkvoorde betaling van de totale belastingschuld.

Ingevalvanonverdeeldheidzijnalleledenvandeonverdeeldheidhoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. Hetondertekenenvaneenverkoopovereenkomsthoudtgeenoverdrachtinvaneen zakelijk recht. Het verlijden van de notariële zal bepalend zijn om te bekijken wie er op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt, belastingplichtige is.

 

Ingevalvanoverdrachtvanhetzakelijkrechtsteltdeinstrumenterendeambtenaarof de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

 

De instrumenterende ambtenaar of de overdrager van het zakelijk recht stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentiekeoverdrachtsakteinkennisvandeoverdracht,dedatumvanverlijdenen de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

 

Artikel9. Tarief van de belasting

Debelastingbedraagt1.250,00eurovooreen leegstaand gebouwof leegstaande woning.

 

Debelastingwordtvermeerderdmet250,00europerbijkomendenieuwetermijnvantwaalf maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat. De belasting bedraagt maximaal 5.000,00 euro.

 

Een vrijstelling, zoals voorzien in artikel 10, schorst de optelling van het aantal termijnen gedurende de termijn van de vrijstelling. Met uitzondering van de vrijstelling voor de belastingplichtige die sinds minder dan 1 jaar houder is van het zakelijk recht, in dit geval vervalt hetaantaltermijnenvantwaalfmaandendateengebouwofeenwoningin het leegstandsregister staat.

 

Artikel10. Vrijstellingen

§1. De belastingplichtige kan vrijgesteld worden van betaling van de verschuldigde belasting. De aanvraag tot vrijstelling moet door de houder van het zakelijk recht vóór de verjaardag van de opnamedatum schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen, via het ingevulde modelformulier ‘aanvraag vrijstelling’, samen met de nodige bewijsstukken. De poststempel geldt als bewijs.

 

Binnen de 2 maanden na de aanvraag van de vrijstelling ontvangt de aanvrager via beveiligde zending een beslissing over de aanvraag tot vrijstelling.

 

§2.  Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 5.

 

§3.  Vandeleegstandsbelastingzijnvrijgesteld (enkel voor de persoon aan wie de vrijstelling is toegekend):

 De belastingplichtige die sinds minder dan 1 jaar houder is van het zakelijk recht van het gebouw of de woning. De vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar volgend op de opnamedatum of (indien het pand reeds was opgenomen in het leegstandsregister) volgendophetogenblikvanhetverstrijkenvandelopendeperiodevan12maanden na de opnamedatum.

 De belastingplichtige die een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijfwerdopgenomenineenpsychiatrischeinstelling.Hetverblijfwordt geattesteerd en gedateerd door de voorziening of instelling in kwestie. De vrijstellinggeldtvooreenperiodevanmaximaal2jaarvolgendopdeopnamedatum.

 Het gebouw of de woning waarvan minimum 1 van de belastingplichtige, houder van het zakelijk recht in zijn handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. De vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 2 jaar volgendopdeopnamedatum.

 

§4.  Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning:

 gelegenisbinnendegrenzenvaneendoorde bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.

 krachtensdecreetbeschermdisalsmonument,of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument. De vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar volgend op de opnamedatum.

 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp (brand, overstroming,…). De vrijstelling slechts geldt gedurende een periodevan2jaarvolgendopdeopnamedatum.

 gerenoveerdwordt:

     De belastingplichtige vraagt, indien nodig overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, een omgevingsvergunning aan;

Op basis van een omgevingsvergunning wordt een éénmalige vrijstelling toegekend gedurende een periode van 3 jaar volgend op de opnamedatum, indien er reeds een vergunning aanwezig was voor de opname. In de andere gevallen start de periode van vrijstelling de eerstvolgende verjaardag van de opnamedatum.

        De belastingplichtige dient, indien er geen vergunningsplicht is, bij het college van burgemeester en schepenen een ondertekende en gedagtekende renovatienota in, om de effectieve aanvang der werken te attesteren. In de renovatienota wordt de volgende informatie vermeld:

 a) een overzicht van welke niet-vergunningsplichtige werken er worden uitgevoerd;

 b) offertes, facturen en /of bestekken waaruit blijkt dat de werken uitgevoerd zullen worden;

 c) een (gedetailleerd) tijdschema waarin wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd;

 d) een plan of tekening en fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen.

Op basis van een goedgekeurde renovatienota wordt een éénmalige vrijstelling toegekend gedurende een periode van 3 jaar volgend op de eerstvolgende verjaardag van de opnamedatum.

 

§5.  Naeenperiodevanvrijstellingzaldebelastingeeneerstekeerverschuldigdzijn nadat een nieuwe termijn van 12 maanden is verlopen.

 

§6.  Het cumuleren van vrijstellingen vermeld onder §3 en §4 is mogelijk, maar met een maximum van 4 jaar volgend op de aanvangsdatum van de eerst verkregen vrijstelling.

 

Artikel11.Vervalvanvrijstelling

Debelastingplichtigedieoméénvandeinartikel 10aangehaaldevrijstellingsgronden vrijgesteld werd, is er te allen tijde toe gehouden de woning of het gebouw normaal te onderhouden en mag het niet laten verkrotten.

Indien het college van burgemeester en schepenen vaststelt dat dit toch het geval is, brengt zijdebelastingplichtigehiervanperaangetekendschrijvenopdehoogte.Indiendezelaatste hiervoor niet binnen een termijn van 30 dagen na betekening een door het college gegrond bevonden antwoord formuleert, vervalt de vrijstellingsgrond voor de nog resterende periode met ingang vanaf de datum van het hierboven vernoemd aangetekend schrijven.

 

Artikel12. Inkohiering

Debelastingwordtingevorderdbijwegevaneenkohierdatvastgestelden uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 13. Bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

Het bezwaarschrift kan via duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet. 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 14. Bekendmaking

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Overeenkomstig artikel 285 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur wordt dit belastingreglement bekendgemaakt via de gemeentelijke website en wordt een afschrift van deze beslissing overgemaakt aan de provinciegouverneur.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentebelastingen: belasting op de tweede verblijven voor de aanslagjaren 2023-2025 - wijziging

 

Juridische gronden

        hetdecreetlokaalbestuurvan22december2017, in het bijzonder artikel 40, § 3

        het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedurevanprovincie-engemeentebelastingen,zoalsgewijzigd

        definanciëletoestandvandegemeente

        het besluit van 20 december 2018 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van debelastingoptweede verblijvenvoordeaanslagjaren 2019-2025

        de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentelijke fiscaliteit

 

Argumentatie / motivering

        een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf is vande eigenaar of de huurder, maar die op elk moment door hen kan worden bewoond. De belasting op tweede verblijven wordt gebruikt als compensatie voor de aanvullendegemeentebelastingopdepersonenbelasting.Wienietisingeschrevenin de bevolkingsregisters van de gemeente wordt er ook niet aangeslagen in de aanvullende personenbelasting. De gemeente levert echter heel wat inspanningen voor personen die niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente, maar die er toch dikwijls verblijven en dus ook gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening

        de aanpassing van het bestaande reglement van 20 december 2018 voor een duidelijker onderscheid tussen leegstand en tweede verblijf; er wordt omschreven welke panden niet als tweede verblijf worden beschouwd

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 - fiscale aangelegenheden. De

geraamde ontvangst bedraagt 20.500,00 euro per jaar.

 

BESLUIT:

16 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (Onafhankelijk), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
4 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA) en Wendy Godaert (N-VA).
 

Artikel1.Erwordtvoordeaanslagjaren2023-2025eenjaarlijksebelastinggehevenopde tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger zijn ingeschreven.

 

Artikel2.Debelastingwordt,onverdeeldenvoorhetgehelejaar,vastgesteldop 1.250,00 euro per tweede verblijf.

 

Artikel3.Debelastingplichtigeisdepersoondieop1januarivanhetaanslagjaareigenaar is van het tweede verblijf. De belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of wanneer het tijdelijk niet gebruikt wordt. De eigenaar is de belastingplichtige, ongeacht het feit of hij al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven.

 

In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.

 

Ingevalvanmede-eigendomzijndemede-eigenaarshoofdelijkaansprakelijkvoorde betaling van de totale belastingschuld.

 

Artikel4.Alstweedeverblijfwordtbeschouwd:elkewoongelegenheiddievoordeeigenaar of de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die wel op elk ogenblik door hen voor bewoning gebruikt kan worden.

 

Dient niet tot hoofdverblijfplaats: een private woongelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. De hoedanigheid van het tweede verblijf wordt beoordeeld op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Het kan hierbij gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes of buitengoederen,optrekjesenalleanderevastewoongelegenheden,metinbegripvandemet chalets gelijkgestelde caravans.

Deinschrijvingindekadastraleleggerisvangeenbelangvoordevaststellingvande belastbare materie.

 

Artikel5.Wordennietbeschouwdalseentweedeverblijf:

     de lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

     de garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze minstens zes maanden opgesteld bleven in het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar om als woongelegenheid te kunnen dienen of tenzij het terrein waarop de garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens zich bevinden zodanig uitgerust is met nutsleidingen dat het op elk ogenblijk kan gebruikt worden voor het inrichten van één of meerdere woongelegenheden;

     de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij gedurende het aan het aanslagjaar voorafgaand kalenderjaar niet als tweede verblijf werd aangewend;

     een private woongelegenheid die niet aan de criteria van een minimum aan bewoonbaarheid voldoet, m.a.w. als blijkt uit onderzoek dat de woongelegenheid niet als tweede verblijf kan worden benut:

     de woning is niet stabiel/veilig genoeg;

     het ontbreken van of te minimale bemeubeling;

     sanitaire voorzieningen: het ontbreken van een goed functionerend toilet, stromend water, aansluiting op riolering;

     het ontbreken van verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur en op een veilige manier te kunnen verwarmen;

     de afwezigheid van elektriciteit om de woning te kunnen verlichten en elektrische installaties op een veilige manier te kunnen gebruiken.
 

Artikel 6. – De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 1 maart van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur via een door het gemeentebestuur aangeboden formulier. Het formulier moet behoorlijk ingevuld en ondertekend zijn, en voorzien zijn van de nodige bewijsstukken. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier ontvangen heeft, moet er zelf één vragen of kan dit vinden op de website van de gemeente.

 

Debelastingplichtigeisvrijgesteldvanaangifteplichtindienhijvoorhetvorigaanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

 

Als een woning niet langer als tweede verblijf wordt gebruikt, moet de eigenaar dat binnen dezelfde termijn en met hetzelfde aangifteformulier aangeven zoals vermeld in het eerste lid.

 

Artikel 7. – Bij gebrek aan een aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgensdegegevenswaaroverhetgemeentebestuurbeschikt,onverminderdhetrechtvan bezwaar en beroep.

     Vooraleerwordtovergegaantotdeambtshalvevaststellingvandebelasting,betekenthet college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

     Debelastingplichtigebeschiktovereentermijnvandertigdagen,volgendopdedatum van de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

     De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordeningmethetoogmerktebedriegenofmetdebedoelingschadete berokkenen.

     Deambtshalveingekohierdebelastingwordtalsvolgtverhoogd:

     Bij een eerste ontbrekende aangifte, volgens de aangifteplicht vermeld in art. 6 wordt de belasting verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de helft van de verschuldigde belasting.

     Vanafeentweedeontbrekende aangifte volgensdeaangifteplicht volgens vermeld in art.6wordtdebelasting verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting.

     Hetbedragvandeambtshalveverhogingwordtook ingekohierd.

 

Artikel8.Deontbrekende aangiften,vermeldinart.7,eerstelid,wordenvastgestelddoordaartoe speciaalaangesteldepersoneelsleden.Dezepersoneelsledenwordenaangestelddoorhet college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel9.Debelastingwordtingevorderddoormiddelvaneenkohierdatvastgestelden uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel10.Debelastingschuldigekaninzakedebelasting,alsmedeinzakedewettigheiden de regelmatigheid van het aanslagbiljet bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn vandrie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum vanverzending vanhet aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Debezwaarindienermoet,indienhijwiluitgenodigdwordenopdehoorzitting,ditduidelijkin zijn bezwaarschrift vermelden.

 

Artikel11.Ditbesluitwordtaandetoezichthoudendeoverheidtoegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

AGB Roosdaal MJP 2020/2025 aanpassing 3 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 25 juni 2020 van de gemeenteraad houdende statutenwijziging

        het besluit van 23 december 2021 van de gemeenteraad houdende vaststelling van aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020/2025 van AGB Roosdaal

        de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur, Afdeling lokale financiën, VAC Herman Teirlinckgebouw, Havenlaan 88 bus 70 te 1000 Brussel betreffende het meerjarenplan 2020/2025 van AGB Roosdaal

 

Juridische gronden

        het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

        het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)

        het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen

        de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 houdende aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen

 

Argumentatie / motivering

        het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Roosdaal bestaat uit een strategische nota, een financiële nota, een toelichting en bijlagen

        het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van het AGB Roosdaal bevat wijzigingen in de strategische nota, de aangepaste financiële nota, de toelichting bij het meerjarenplan en motivering van de wijzigingen

        het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, past de kredieten voor het jaar 2022 aan, stelt de beginkredieten van 2023 vast en past de ramingen voor de resterende jaren van het meerjarenplan 2024-2025 aan

        het financieel evenwicht in het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan wordt aangetoond via:

        het beschikbaar budgettair resultaat is per financieel boekjaar positief

        de autofinancieringsmarge is positief

 

Adviezen

        het besluit van 13 december 2022 van de raad van bestuur houdende vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van AGB Roosdaal

 

BESLUIT:

14 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (Onafhankelijk), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
6 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3, van het AGB Roosdaal goed met de volgende gegevens:

 

Jaar

Beschikbaar budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

2020

129.256

40.764

2021

120.227

-9.029

2022

120.499

272

2023

123.647

3.149

2024

128.936

5.288

2025

130.030

1.094

 

Het meerjarenplan 2020-2025, aanpassing #3 maakt integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 2. - Dit besluit wordt, samen met de bijlage, naar de toezichthoudende overheid toegestuurd en in toepassing van artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur kenbaar gemaakt op de webtoepassing van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Politiereglement TARL - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het lokaal bestuur heeft tot taak om, ten behoeve van haar inwoners, te voorzien in een goede politie, meer bepaald betreffende de openbare veiligheid en vlotte doorgang op de openbare wegen, de openbare netheid en gezondheid, en de openbare rust en overlast

        het is aangewezen om binnen de meergemeentezone over een uniform algemeen politiereglement met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en de beteugeling van diverse vormen van maatschappelijke overlast te beschikken, teneinde de politie toe te laten op eenvormige wijze op te treden op het ganse grondgebied van de politiezone TARL

        de administratieve geldboetes kunnen worden opgelegd aan minderjarigen vanaf de leeftijd van 16 jaar; dat voorafgaand het advies moet worden ingewonnen van de jeugdraden van de betrokken gemeenten

        op basis van artikel 2, 51 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties heeft de gemeenteraad de keuzevrijheid politiestraffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen; het administratief strafbaar stellen van overtredingen het lokaal bestuur de mogelijkheid biedt sneller te reageren op problemen van lokale aard

 

Juridische gronden

        de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

        het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie

        het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen

        de nieuwe gemeentewet, artikelen 119 en 135 52

        het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 §3

 

Adviezen

        het advies van de jeugdraad van Roosdaal  van 23 november 2022 met betrekking tot het ontwerp van algemeen politiereglement

       het gunstig advies van de politieraad van de politiezone TARL van 6 december 2022 met betrekking tot het ontwerp van algemeen politiereglement

 

BESLUIT:

16 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (Onafhankelijk), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
4 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA) en Wendy Godaert (N-VA).
 

Enig artikel - Het algemeen politiereglement goed te keuren als volgt .

 

------------

 

Inhoud

Titel 1. Algemene bepalingen..............................................4

Titel 2. Openbare veiligheid en vlotte doorgang op de openbare wegen.............6

Afdeling 1. Manifestaties en samenscholingen..............................6

Afdeling 2. Het privaat gebruik van openbare ruimte..........................6

Afdeling 3. Het uitvoeren van werken.....................................7

Afdeling 4. Collecten en bedelen.........................................9

Afdeling 5. Netheid van voetpaden en bermen en onderhoud van eigendommen...9

Afdeling 6. Veiligheidsmaatregelen bij sneeuw en ijzel........................9

Afdeling 7. Het aanbrengen van tekens van openbaar nut en huisnummers......10

Afdeling 8. Woonwagens en constructies voor bewoning.....................11

Titel 3. De openbare netheid en gezondheid.................................12

Afdeling 1. Achterlaten van afval........................................12

Afdeling 2. Onderhoud van eigendommen.................................12

Afdeling 3. Reinigen van de openbare ruimte..............................12

Afdeling 4. Afval van standplaatsen......................................13

Afdeling 5. Afloop van regenwater en van afvalwater........................13

Afdeling 6. Parken, plantsoenen en sportterreinen..........................13

Afdeling 7. Wildplassen of het bevuilen van de openbare ruimte en eigendom....14

Afdeling 8. Aanplakkingen.............................................14

Afdeling 9. Flyers en drukwerk..........................................14

Afdeling 10. Tijdelijke reclameborden en bewegwijzering......................14

Afdeling 11. Verkiezingspubliciteit........................................15

Titel 4. De openbare rust en overlast.......................................16

Afdeling 1. Beschadigingen en vernielingen...............................16

Afdeling 2. Feitelijkheden en lichte gewelddaden...........................17

Afdeling 3. Winkeldiefstal..............................................17

Afdeling 4. Roesmiddelen en hun oneigenlijk gebruik........................17

Afdeling 5. Dieren....................................................18

Afdeling 6. Openbare drankgelegenheden................................19

Afdeling 7. Geluidshinder..............................................20

Afdeling 8. Vogelschriktoestellen........................................21

Afdeling 9. Alarmen..................................................22

Afdeling 10. Gebruik van vuurwerk, feest- en kanongeschut...................22

Afdeling 11. Identificeerbaarheid.........................................22

Afdeling 12. Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie............22

Titel 5. Stilstaan en parkeren.............................................25

Afdeling 1. Overtredingen van de eerste categorie..........................25

Afdeling 2. Overtredingen van de tweede categorie.........................30

Afdeling 3. Kenbaar maken bestuurder...................................31

Titel 6. Sancties........................................................32

Afdeling 1. Administratieve geldboete....................................32

Afdeling 2. Lokale bemiddeling.........................................33

Afdeling 3. Gemeenschapsdienst........................................34

Afdeling 4. Administratieve schorsing, intrekking en sluiting...................35

Titel 7. Slotbepalingen...................................................36


  1. Algemene bepalingen
  2.  

Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van andere wetgeving.

Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens de artikelen 133 tot en met 135 van de Nieuwe Gemeentewet, naleven.

 

  1.  

De begunstigden van vergunningen moeten zich strikt houden aan de voorschriften van de vergunningen en erover waken dat het voorwerp van de vergunning geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare veiligheid, rust, gezondheid of netheid in het gedrang kan brengen.

De vergunningen worden afgegeven in de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel.

Ze kunnen op ieder moment ingetrokken worden wanneer het algemeen belang het vereist.

 

  1.  

Het lokaal bestuur is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de - al dan niet foutieve - uitvoering van de vergunning.

 

  1.  

Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan het lokaal bestuur dit doen of laten doen op kosten en op risico van de overtreder.

 

  1.  

In dit reglement wordt verstaan onder:

        collecte: iedere geld- en goedereninzameling op een openbare plaats.

        consument: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten of diensten verwerft of gebruikt.

        gemengde inbreuken: inbreuken bedoeld in artikel 3,1° en 2° van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        illegale drugs: de verdovende en psychotrope stoffen zoals opgesomd in het Koninklijk besluit van 31 december 1930 en het Koninklijk besluit van 22 januari 1998 in uitvoering van de Wet van 24 februari 1921.

        kwaadaardige hond: elke hond die, wanneer hij vrij zou rondlopen, op een duidelijk en onmiskenbare dreigende wijze naar iemand toeloopt; elke hond die iemand of een ander huisdier aanvalt, bijt of verwondt.

        manifestatie: betoging van om het even welke aard.

        nachtwinkel: iedere vestigingseenheid waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter dan 150 m2 is, die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen en die op duidelijke en permanente manier de vermelding " Nachtwinkel " draagt.

        openbare drankgelegenheid: hiermee wordt bedoeld danszalen, cafés, herbergen, privéclubs en over het algemeen alle inrichtingen, lokalen of plaatsen, alsmede hun aanhorigheden, die al dan niet tegen betaling voor publiek toegankelijk zijn en waar dranken en/of spijzen worden verstrekt, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt.

        openbare plaats: elke weg en zijn aanhorigheden, zowel de begane grond als het gedeelte erboven en eronder alsook de openbare ruimten zoals parken, plantsoenen, speelpleinen, sportterreinen, parkeerplaatsen en winkelcentra.

        openbare vergadering: iedere vergadering waar in beginsel iedereen zonder onderscheid wordt toegelaten, hetzij gratis, hetzij tegen betaling.

        privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

        private ingebruikname van openbare plaatsen: het gebruik van een openbare plaats voor uitsluitend privé doeleinden, waardoor het ingenomen deel van de openbare plaats aan zijn normale bestemming wordt onttrokken.

        uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt uitgebaat.

        voertuigwrak: ieder voertuig dat het uitzicht heeft van een motorvoertuig en dat niet meer aan het normale verkeer deelneemt of kan deelnemen.

        woonwagen: elke verplaatsbare of mobiele constructie, zelfs indien de wielen ervan verwijderd zijn, ontworpen en/of gebruikt als permanente of tijdelijke verblijfplaats.

 

Openbare veiligheid en vlotte doorgang op de openbare wegen

  1. Manifestaties en samenscholingen
  1.  

Manifestaties en samenscholingen zijn verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

Elke vergunning moet schriftelijk aangevraagd worden, ten minste 30 dagen vóór de vastgestelde datum van de manifestatie. De burgemeester kan op deze termijn in uitzonderlijke gevallen gemotiveerde afwijkingen toestaan. Deze aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten: uur en plaats van manifestatie, uur van vertrek, gevolgde weg, uur en plaats van ontbinding, raming van het aantal deelnemers, voorziene organisatiemaatregelen, naam en adres van de organisatoren.

Als de organisatie gebeurt door een rechtspersoon zal haar benaming, haar rechtsvorm, het adres van haar hoofdzetel alsook de statutaire bepaling en/of beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon die de ondertekenaar toelaat haar te vertegenwoordigen, opgegeven moeten worden.

 

  1.  

De burgemeester moet minstens 48 uur op voorhand op de hoogte gebracht worden van openbare vergaderingen of samenscholingen, die de openbare orde zouden kunnen in het gedrang brengen.

 

  1.  

Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te gooien, te slaan, te steken of te verwonden, is gedurende manifestaties en samenscholingen verboden.

Gebruik of manipulatie van voorwerpen tijdens manifestaties op zodanige wijze dat deze het vlot of veilig verloop van deze gebeurtenissen kunnen verhinderen is verboden.                           

  1. Het privaat gebruik van openbare ruimte
  1.  

Voor elke private ingebruikname van een openbare plaats is een schriftelijke vergunning vereist.

Openbare of ministeriële ambtenaren die vonnissen uitvoeren (vb. uitzetting, verkoop op markt) moeten het lokaal bestuur en de politie verwittigen en dienen de richtlijnen van de politie te volgen.

Bij beëindiging van voornoemde activiteit zal de vergunninghouder desgevallend de openbare plaats herstellen in zijn oorspronkelijke staat.

 

  1.  

Zonnetenten, luiken of andere inrichtingen, beweegbaar of vast, aan winkels en andere gebouwen bevestigd mogen de vrije doorgang van voetgangers en andere weggebruikers niet  hinderen of belemmeren.

 

  1.  

Het is verboden spandoeken, draden, toestellen of andere verbindingen, uitgaande van privé-initiatief, op of over openbare plaatsen aan te brengen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

De politie kan ambtshalve alle voorwerpen doen wegnemen waarvan de plaatsing een privaat gebruik van een openbare plaats uitmaakt, of in strijd is met één der voorgaande artikelen.

Bij weigering of ontstentenis van wegname door de overtreder, kan de politie deze voorwerpen  zelf wegnemen of laten wegnemen.

 

  1. Het uitvoeren van werken
  1.  

Het is verboden werken uit te voeren op, onder of boven openbare plaatsen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

De aannemer van bouwwerken of de bouwheer zelf, die langs openbare plaatsen bouwt, verbouwt of sloopt, moet de bouwwerf langs de straatkant van een stevige afsluiting voorzien vooraleer de werken aan te vangen.

Deze afsluiting moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. minimaal 2 meter hoog zijn ;
  2. maximaal 1,50 meter uitspringen ten opzichte van de rooilijn en niet verder reiken dan de boordstenen van het trottoir of fietspad;
  3. de afloop van het water op de openbare weg niet verhinderen;
  4. indien de uitsprong voorzien door b) hiervoor, kleiner is dan 1,50 meter of indien de werken op een grotere hoogte dan 6 meter moeten gebeuren, moet op de afsluiting een afhellend vlak aangebracht worden, zodat vallende voorwerpen niet langs de straatzijde zouden vallen. Dit hellend vlak mag in geen geval over de rijbaan komen.
  5. de afsluiting moet voorzien zijn van een afdoende verlichting.

 

  1.  

De doorgang voor voetgangers moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. de doorgang moet steeds vrij en veilig gehouden worden;
  2. indien op het trottoir geen veilige doorgang van 1 meter breedte overblijft, moet op de rijbaan een stevig en in bestendig goede staat onderhouden trottoir aangelegd worden, zodat een veilige doorgang bestaat voor de voetgangers;
  3. de rand van het trottoir zoals gesteld in artikel 15 b) moet speciaal verlicht worden om het duidelijk zichtbaar te maken voor de voetgangers en bestuurders.

 

  1.  

Het is verboden zonder afdoende beveiliging voor het verkeer, hetzij van uit de hoogte, hetzij van binnen gebouwen steenpuin, afbraakmaterialen of bouwstoffen in openbare ruimten of in voertuigen of containers in openbare ruimten te storten.             

 

  1.  

Indien het verhandelen van steenpuin, afbraakmaterialen of bouwstoffen stof verwekt, moet dit met water besproeid worden, of moeten andere afdoende middelen gebruikt worden, zodat geen stof op de openbare weg of op de naastgelegen gebouwen of eigendommen kan terechtkomen.

 

  1.  

Het steenpuin, de afbraakmaterialen of bouwstoffen die niet binnen de afsluiting kunnen geplaatst worden, moeten onverwijld van de openbare weg verwijderd worden en mogen in geen geval na het intreden van de duisternis in openbare ruimten achtergelaten worden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

De openbare plaatsen rondom de werf of werkzone moeten steeds rein gehouden worden.

Bouwstoffen, afval of ander vuil moeten zodanig op de werf geplaatst worden dat deze niet op de aangelande eigendommen kunnen terecht komen.

 

  1.  

Onmiddellijk na het beëindigen van de werken moeten de afsluitingen verwijderd worden en moet de openbare plaats hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat.

 

  1.  

Buiten de daartoe aangestelde personen of deze die daartoe een schriftelijke vergunning hebben bekomen, mag niemand:

  1. de toestellen van de openbare verlichting aanraken om deze te doven of aan te steken;
  2. de kranen van het waterleidingsnet openen of sluiten;
  3. riooldeksels of roosters openen of verwijderen.

 

  1.  

De verkeers- en signalisatieborden geplaatst op het grondgebied van de gemeente mogen enkel Nederlandstalige vermeldingen bevatten. Deze bepaling is ook van toepassing op aannemers of derden die niet onder de toepassing vallen van de wet van 18 juli 1966 (Wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken).

Signalisatie met anderstalige vermeldingen dient op het eerste verzoek onmiddellijk te worden verwijderd en vervangen door eentalig Nederlandstalige borden

 

  1. Collecten en bedelen
  1.  

Iedere collecte is onderworpen aan een schriftelijke vergunning.

 

  1.  

De geldinzamelingen geschieden door middel van gesloten recipiënten.

 

  1.  

De inzamelaars zullen een degelijk uiterlijk kenteken dragen, waarvan een model bij de vergunningsaanvraag wordt gevoegd.

 

  1.  

§1. Het is op het ganse grondgebied verboden te bedelen op een agressieve manier, onder meer door het opdringerig aanklampen van voorbijgangers.

§2. Het is op het ganse grondgebied verboden aan de deuren te bellen of te kloppen met het doel een aalmoes te bekomen.

 

  1. Netheid van voetpaden en bermen en onderhoud van eigendommen
  1.  

De eigenaars, huurders of gebruikers van een eigendom zijn ertoe gehouden er voor te zorgen dat de op deze eigendom groeiende planten of bomen zodanig gesnoeid worden dat geen enkel deel ervan:

  1. op minder dan 4,50 meter van de grond boven de rijweg hangt;
  2. op minder dan 2,50 meter van de grond boven de gelijkgrondse berm of boven het fietspad of trottoir hangt;
  3. de zichtbaarheid van de weggebruiker hindert;

        Dit houdt in dat aanplantingen, hagen en afsluitingen een maximum hoogte hebben van 1 meter langs de rijbaan aan de zijde van de ligging van het perceel. Deze maximum hoogte is beperkt tot een diepte in het perceel van 3 meter, tenzij er andere stedenbouwkundige voorschriften van toepassing zijn.

  1. de zichtbaarheid van verkeersborden of borden van openbaar nut belemmert;
  2. een gevaar oplevert voor nutsleidingen.

 

  1.  Veiligheidsmaatregelen bij sneeuw en ijzel
  1.  

Bij vriesweer is het verboden in openbare ruimten:

  1. water te gieten of te laten vloeien;
  2. glijbanen aan te leggen;
  3. sneeuw of ijs te storten of te gooien dat afkomstig is van privé-eigendommen.

 

  1.  

Bij sneeuwval en ijzel zijn de eigenaars, huurders of vruchtgebruikers verplicht op de trottoirs voor gebouwen en onbebouwde percelen een doorgang voor voetgangers (slip)vrij te maken en het nodige te doen om de gladheid te bestrijden.

Bij het vrijmaken van trottoirs moet de sneeuw zodanig verwijderd worden dat ze geen hinder veroorzaakt voor de weggebruikers.             

 

  1.  

Het is verboden zich op het ijs van de openbare waterlopen en stilstaande waters te begeven tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1. Het aanbrengen van tekens van openbaar nut en huisnummers
  1.  

De gebruiker en bij ontstentenis de eigenaar van gebouwen, die voor huisvesting of handels- en nijverheidsactiviteiten kunnen dienen, is gehouden deze gebouwen te nummeren.

Het toegewezen nummer moet worden aangebracht op een vanaf de straat goed zichtbare plaats. Het nummer moet vanaf deze plaats goed leesbaar zijn.

 

  1.  

De eigenaars en gebruikers van de langs openbare plaatsen gelegen gebouwen moeten, zonder de minste vergoeding, de door de openbare besturen gelaste personen toelaten alle verkeersborden en voorwerpen in stand te houden.

Onder voorwerpen wordt verstaan: signalisaties, straatnaamborden, nutsleidingen, verlichting, of eender welk voorwerp van algemeen nut uit welke materie ook vervaardigd.

Alle noodzakelijke verankeringen mogen daarvoor aangebracht worden op de buitenzijde van gevels zelfs indien deze op of achter de rooilijn opgetrokken werden.

 

  1.  

Het is verboden de voorwerpen vermeld in artikelen 30 en 31 te bedekken, aan het zicht te onttrekken, de bereikbaarheid ervan te bemoeilijken of onmogelijk te maken.

Het verwijderen of verplaatsen van die voorwerpen, om gelijk welke reden, kan slechts gebeuren na beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

  1. Woonwagens en constructies voor bewoning
  1.  

Het is verboden een grond voor een beperkte tijd te gebruiken voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning dienen of kunnen dienen, zoals tijdelijke constructies, loodsen, woonwagens en tenten, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

In afwijking van artikel 34 mogen uitbaters van kermisattracties en rondreizende circusartiesten die deelnemen aan door het lokaal bestuur georganiseerde of toegelaten evenementen, met hun woonwagens plaatsnemen op openbare plaatsen of op een andere hen door het lokaal bestuur aangewezen plaats voor de duur van die evenementen en voor de periode nodig voor het opbouwen en afbreken van de attractie.

 

  1.  

In andere dan de in artikel 35 opgenomen situaties, kunnen rondreizende verplaatsbare inrichtingen die tot woning dienen of kunnen dienen, zoals woonwagens en tenten, slechts voor 48 uur  een standplaats innemen op een privé-eigendom mits een schriftelijke vergunning en na voorlegging van goedkeuring van plaatsing door de eigenaar.

De politiediensten zullen steeds toegang hebben tot de niet-afgesloten terreinen waar deze woongelegenheden zich bevinden.

 

  1.  

Bovengenoemde personen, vermeld in artikel 34 zijn verplicht:

  1. de plaats rond en onder de wagens rein te houden;
  2. hun afval in de daarvoor door het Lokaal Bestuur voorgeschreven recipiënten te bergen;
  3. een doorgang van ten minste vier meter tussen de wagens of constructies te laten teneinde de doorgang van hulpverleningsdiensten mogelijk te maken.
  4. De openbare netheid en gezondheid
  1. Achterlaten van afval
  1.  

Het is verboden om op het grondgebied van de gemeente kleine vormen van afval achter te laten behalve op de daartoe voorziene plaatsen.

 

  1.  

Het is verboden ander dan ter plaatse geproduceerd afval te werpen of achter te laten in of aan de openbare vuilnisbakken.

 

  1.  

Het is verboden om andermans voertuigen, huizen, gebouwen, afsluitingen, tuinen en erven te bevuilen.

 

  1.  

Het is verboden in de openbare ruimte voertuigwrakken en voertuigen zonder originele kentekenplaat achter te laten, te (laten) deponeren of te laten deponeren.

 

  1. Onderhoud van eigendommen
  1.  

Elke eigenaar, huurder of gebruiker van een bebouwd of niet- bebouwd terrein moet het terrein of het gebouw zodanig onderhouden dat de zindelijkheid, gezondheid en veiligheid niet in het gedrang komen en er geen overlast veroorzaakt wordt aan de omliggende terreinen, buren of het openbaar domein.

 

  1.  

De eigenaar van een niet-bewoond of niet-gebruikt gebouw moet dit zo afsluiten dat iedere toegangsmogelijkheid, zonder inbraak, onmogelijk wordt.

Ook moeten vensters, ramen, deuren, keldergaten en afvoerbuizen worden gedicht of afgesloten zodat er geen dieren kunnen binnendringen.

 

  1.  

Het niet bezitten van een conformiteitsattest voor het verhuren van woongelegenheden waar en wanneer dit verplicht is.  

 

  1. Reinigen van de openbare ruimte
  1.  

Iedereen die, op om het even welke wijze, een openbare ruimte heeft bevuild of laten bevuilen, moet ervoor zorgen dat deze onverwijld opnieuw rein gemaakt wordt.

 

  1.  

Het is verboden op openbare plaatsen onderhouds- of herstellingswerken uit te voeren aan voertuigen, machines of werktuigen, als die de weg kunnen bevuilen.

 

  1. Afval van standplaatsen
  1.  

De uitbater van een vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs openbare ruimten die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt, moet op een behoorlijke wijze, duidelijk zichtbaar en goed bereikbaar, voldoende afvalrecipiënten voorzien.

 

  1.  

Horecazaken zijn verplicht om de nodige voorzieningen te treffen zodat rokende klanten de peuken in een asbak of een soortgelijk recipiënt kunnen gooien.

 

  1.  

De uitbater moet de recipiënten zelf tijdig ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein houden.

 

  1. Afloop van regenwater en van afvalwater
  1.  

Het is verboden in de afvoerleidingen voor regen- en afvalwater enig voorwerp te gooien of achter te laten waardoor ze kunnen verstoppen

 

  1. Parken, plantsoenen en sportterreinen
  1.  

In openbare parken, plantsoenen en sportterreinen is het verboden:

  1. te betreden buiten de geafficheerde openingsuren;
  2. open vuren te maken, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven;
  3. zich voort te bewegen met gelijk welk vervoermiddel met of zonder motorkracht of er te paard te rijden. Dit verbod geldt niet voor de voertuigen van de hulpdiensten, voor leveranciers of voor personen die over een schriftelijke vergunning afgeleverd door de burgemeester beschikken;
  4. voor personen van ouder dan 14 jaar om de speeltoestellen te gebruiken die zich bevinden in de speeltuinen. Kinderen van minder dan 7 jaar moeten op de speelpleinen vergezeld zijn van een meerderjarige die voor hen verantwoordelijk is;
  5. te zwemmen, in vijvers en fonteinen uitgezonderd in – door de bevoegde overheid – bewaakte en afgebakende zwemzones;
  6.  

Het is verboden zich zonder voorafgaande toelating op een sportterrein van het lokaal bestuur te bevinden.

 

  1. Wildplassen of het bevuilen van de openbare ruimte en eigendom
  1.  

Het is verboden op openbare plaatsen en andermans eigendom te urineren of deze te bevuilen.

 

  1. Aanplakkingen
  1.  

Het is verboden opschriften, affiches, beeld-, laser- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen op andere plaatsen dan die welke door de gemeente tot aanplakking zijn bestemd, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein of door de eigenaar of de gebruiker voor wat betreft het privaat domein.

Voor het aanplakken aan de gemeentelijke infozuilen is het gemeentelijk reglement inzake het gebruik van de gemeentelijke aanplakzuilen van toepassing.

Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de opschriften en dergelijke verantwoordelijk, in tweede instantie de organisator en in laatste instantie de verantwoordelijke uitgever.

 

  1.  

Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten te beschadigen of onleesbaar te maken of te verwijderen.

 

  1. Flyers en drukwerk
  1.  

Het is verboden flyers, strooibiljetten en ander reclamedrukwerk van welke aard dan ook (met of zonder toevoeging van staaltjes) in openbare ruimten uit te delen, te verspreiden, te bevestigen of achter te laten op voertuigen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

De verdeler moet het uitgedeelde reclamedrukwerk dat door het publiek op de grond wordt gegooid, oprapen. Indien dit niet gebeurt, kan ambtshalve worden overgegaan tot opruiming van het openbaar domein op kosten van de overtreder.

Bij overtreding van dit artikel is in eerste instantie de verdeler verantwoordelijk. Indien de verdeler niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk.             

 

  1. Tijdelijke reclameborden en bewegwijzering
  1.  

Het is verboden tijdelijke reclame- of bewegwijzeringsborden, spandoeken of soortgelijke constructies op of over het openbaar domein te plaatsen of te hangen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de reclameborden en dergelijke verantwoordelijk, in tweede instantie de organisator en in laatste instantie de verantwoordelijke uitgever.

 

  1. Verkiezingspubliciteit
  1.  

Verkiezingspubliciteit wordt geacht haar belang te hebben verloren de dag na de verkiezingen. Ze moet binnen de twee weken na afloop van de verkiezingen worden verwijderd.


  1. De openbare rust en overlast
  1. Beschadigingen en vernielingen
  1. Artikel 521, 3de lid Sw.

Het is verboden rijtuigen, wagons en motorvoertuigen geheel of gedeeltelijk te vernielen of onbruikbaar te maken, met het oogmerk om te schaden.

 

  1. Artikel 526 Sw.

Het is verboden om:

        grafsteden, gedenktekens of grafstenen;

        monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht; 

        monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst;

te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.

 

  1. Artikel 534bis Sw.

Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen.

 

  1. Artikel 534ter Sw

Het is verboden andermans onroerende eigendommen opzettelijk te beschadigen.

 

  1. Artikel 537 Sw.

Het is verboden om kwaadwillig één of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, te verminken of te ontschorsen dat zij vergaan, of om één of meer enten te vernielen.

 

  1. Artikel 545 Sw.

Het is verboden om grachten te dempen, levende of dode hagen om te hakken of uit te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt te vernielen; grenspalen, hoekbomen, of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.

 

  1. Artikel 559,1° Sw.

Het is verboden andermans roerende eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen. 

 

  1. Artikel 563,2° Sw.

Het is verboden stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen.

 

  1.  

Het is verboden om graszoden, aarde, stenen of andere materialen weg te nemen op plaatsen die tot het openbaar domein behoren, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

Het is verboden om andermans planten, knoppen en bloemen op eender welke manier te verwijderen, beschadigen of vernielen.

 

  1.  

Het is verboden om voorwerpen uit om het even welk materiaal in openbare ruimten stuk te gooien.

 

  1.  

Het is verboden officiële verkeerssignalisatie gelegen langs de openbare weg opzettelijk te manipuleren (beschadigen, verplaatsen, afdekken …).

 

  1. Feitelijkheden en lichte gewelddaden
  1. Artikel 563,3° Sw.

Feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits niemand gewond of geslagen werd en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren, zijn verboden; in het bijzonder het opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen. 

 

  1. Winkeldiefstal
  1. Artikel 461, 463 Sw

Het is verboden zich schuldig te maken aan winkeldiefstal, dit is het bedrieglijk wegnemen van een tot een winkel behorende zaak. 

Met diefstal wordt gelijkgesteld het bedrieglijk wegnemen van andermans goed voor een kortstondig gebruik. 

 

  1. Roesmiddelen en hun oneigenlijk gebruik
  1.  

Het is verboden om schadelijke middelen zoals lachgas ter beschikking te stellen, te verhandelen of te bezitten indien de handel of het bezit gericht is op het oneigenlijk gebruik van het middel met als doel het bekomen van een roeseffect.             

 

  1. Dieren
  1.  

De eigenaars of houders van dieren moeten alle maatregelen treffen om aanhoudend en storend lawaai te voorkomen.

 

  1.  

Op openbare plaatsen moeten de honden aan de leiband gehouden worden. Het dragen van een muilkorf is verplicht voor kwaadaardige honden.

 

  1.  

Het is de houders of begeleiders van dieren verboden om hun dieren op te hitsen of niet terug te houden wanneer deze de voorbijgangers aanvallen of vervolgen, zelfs als er geen schade uit voortvloeit.

 

  1.  

Het is verboden zich met de dieren te begeven op openbare speelpleinen en sportvelden en op alle plaatsen die door de bevoegde overheid aldus zijn aangeduid.             

 

  1.  

In openbare ruimten en bij dreigend gevaar moeten de begeleiders of verantwoordelijken, op het eerste verzoek van de politie, hun dier verwijderen.

 

  1.  

Het is verboden op openbare plaatsen of privé-eigendom van derden uitwerpselen van dieren achter te laten.

In voorkomend geval zijn de begeleiders verplicht het vuil te verwijderen. De begeleider van een hond moet steeds in het bezit zijn van een recipiënt voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier.

 

  1.  

Het is verboden dieren te laten zwerven.

Iedere eigenaar of bewaker van een dier, uitgezonderd katten, moet ervoor zorgen dat het erf, hof of koer, waar het  dier vrij kan rondlopen, voldoende afgesloten is zodat het dier geen toegang heeft tot openbare plaatsen of andermans eigendom.

 

  1.  

De eigenaars of gebruikers van gebouwen zijn verplicht maatregelen te treffen om het nestelen van verwilderde duiven of andere verwilderde dieren te verhinderen.

 

  1.  

Het houden van dieren moet gepaard gaan met de regels van goed nabuurschap.

Het is verboden vee en pluimvee te houden in delen van gebouwen die voor bewoning zijn ingericht.             

  1.  

Gevaarlijke of zieke loslopende dieren mogen na tussenkomst van de politie afgemaakt worden op kosten van de eigenaar.

 

  1.  

Op openbare plaatsen moeten de dieren die een gevaar betekenen voor het leven en de lichamelijke integriteit van personen of dieren die de openbare rust verstoren, onder controle worden gehouden door de eigenaar of de houder.

De dieren kunnen met het oog op de handhaving van de openbare rust op politiebevel aan de eigenaar of houder worden onttrokken zodat hij/zij er niet langer vrij kan over beschikken.

 

  1.  

Het is verboden te vissen in openbare vijvers, fonteinen en bronnen waar de Wet op de riviervisserij niet van toepassing is.

 

  1.  

Het is verboden om dieren te voederen op openbare plaatsen, uitgezonderd het voederen van zwerfkatten door de door het lokaal bestuur gemandateerde personen.

Deze personen moeten zich houden aan de voorwaarden van de overeenkomst en op elk moment hun voederpas kunnen voorleggen.

 

  1. Openbare drankgelegenheden
  1.  

De exploitanten van openbare drankgelegenheden of andere openbare gelegenheden die over een terras beschikken moeten er voor zorgen dat het lawaai, door het cliënteel veroorzaakt, geen burenhinder uitmaakt. 

Na 22.00 uur kan de politie de terrassen ontruimen als er gewettigde klachten zijn, tenzij er een bijzondere afwijking zou zijn toegestaan.

De klanten die geen gevolg geven aan de aanmaningen van de politie om het terras te ontruimen zijn eveneens strafbaar.

 

  1.  

In het belang van de openbare rust en veiligheid wordt het verboden om alcoholhoudende dranken in openbare ruimten, buiten de vergunde terrassen en andere toegelaten plaatsen speciaal bestemd voor dit doel, te gebruiken.

Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het gebruik beoogd in dit artikel.

Een uitzondering kan worden toegestaan door de burgemeester aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare plaats voorafgaandelijk werd toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

  1. Geluidshinder
  1.  

Elk gerucht of rumoer bij dag is verboden, wanneer het zonder noodzaak wordt veroorzaakt, wanneer het te wijten is aan een gebrek aan voorzorg en wanneer het van aard is de rust van de inwoners te verstoren.

 

  1. Artikel 561,1° Sw

Het is verboden nachtgerucht of nachtrumoer te verwekken waardoor de rust van de inwoners kan verstoord worden.

 

  1.  

De uitbaters van alle voor het publiek toegankelijke inrichtingen en de organisatoren van manifestaties, al dan niet met privaat karakter, zijn verplicht alle voorzorgsmaatregelen te nemen om te voorkomen dat de rust van de buurtbewoners wordt verstoord.

Bij overtreding van dit artikel kan de politie, na een eerste verwittiging, bij nieuwe vaststelling binnen de 6 uur, de muziekinstallaties of geluidsbronnen tijdelijk in beslag nemen.

 

  1.  

Het is verboden gerucht of rumoer van om het even welke intensiteit te veroorzaken wanneer dit aanleiding kan geven tot samenscholingen, die van aard zijn het verkeer of de openbare orde te verstoren.

 

  1.  

Het gebruik van geluidsversterkers, luidsprekers, muziekinstrumenten of andere geluidsinstallaties is verboden op openbare plaatsen, alsmede buiten en binnen gebouwen wanneer de uitzending bestemd is om op openbare plaatsen gehoord te worden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

Het verkeer met reclametoestellen en reclamewagens, het gebruik van luidsprekers, geluidsversterkers en geluidsvoortbrengende toestellen is verboden op openbare plaatsen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

Het is verboden geluidshinder aan boord van voertuigen te produceren die de rust en sereniteit van de buurt verstoort en waarvan de intensiteit van het geluid dat geproduceerd wordt het niveau van het straatgeluid overschrijdt.

 

  1.  

Het is verboden om op een openbare plaats zang-, muziek- of andere voorstellingen te geven, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven. Dit is ook van toepassing voor straatmuzikanten.             

 

  1.  

Het gebruik in open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffingsmotoren, is verboden op zon- en feestdagen.

Dit artikel is niet van toepassing voor de normale exploitatie van landbouwgronden.

 

  1.  

Het is verboden aan deuren te kloppen of te bellen met het inzicht de bewoners te storen. 

 

  1. Vogelschriktoestellen
  1.  

Het gebruik van vogelschrikkanonnen voor het verjagen van vogels bij het beschermen van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt is verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

De aanvraag wordt gemotiveerd en moet toelaten de mogelijke hinder van de installatie te beoordelen.

Ook het gebruik van gelijkaardige tuigen bij feestelijkheden is verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven.

 

  1.  

Vogelschrikkanonnen mogen enkel opgesteld worden op een afstand van meer dan 300 meter van een woning en op een afstand van meer dan 100 meter van een openbare plaats.

 

  1.  

Het gebruik van vogelschrikkanonnen is verboden tussen 19.00 en 08.00 uur.

Op gemotiveerd verzoek kan in de vergunning een ingekorte verbodsperiode worden bepaald.

 

  1.  

De vergunning kan maximaal voor een duur van drie weken na mekaar worden toegestaan, uitsluitend in de periode van 15 april tot 30 juni.

Verder gebruik vereist het indienen van een nieuwe aanvraag.

 

  1.  

De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van de hindergevoelige plaatsen of gebieden vermeld in artikel 99.

De tijd tussen 2 ontploffingen moet minstens 15 minuten bedragen.

 

  1. Alarmen
  1.  

Voertuigen of gebouwen die met een alarmsysteem uitgerust zijn, mogen in geen enkel geval de buurt verstoren.

De eigenaar van een voertuig waarvan het alarm afgaat moet het alarm dadelijk uitschakelen.

Wanneer de eigenaar niet opdaagt nadat het alarm ongepast afgegaan is, mogen de politiediensten de nodige maatregelen nemen om die hinder te beëindigen op kosten en risico van de overtreder.

 

  1. Gebruik van vuurwerk, feest- en kanongeschut
  1.  

Het is verboden vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen, carbuurkanonnen af te vuren of wensballonnen op te laten.

In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen of carbuurkanonnen af te vuren.

 

  1. Identificeerbaarheid
  1. Artikel 563bis Sw

Het is verboden in voor het publiek toegankelijke plaatsen het gezicht geheel of gedeeltelijk te bedekken of te verbergen, zodat men niet herkenbaar is.

Het in het voorgaande lid voorziene verbod geldt niet voor evenementen, activiteiten met commerciële doeleinden en culturele en sportieve manifestaties die de burgemeester bepaalt.             

 

  1. Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie
  1.  

Deze afdeling is van toepassing op alle nieuw te openen en bestaande vestigingseenheden op het grondgebied van de gemeente die, rekening houdend met de begripsomschrijvingen van artikel 5 van dit reglement, worden beschouwd als een nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie.

  1.  

§1. De vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie is onderworpen aan een schriftelijke vergunning.

§2. Voor het verkrijgen van een vestigingsvergunning dient de uitbater een schriftelijke aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen.

§3. Het college van burgemeester en schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van de handhaving van de openbare orde. Hiervoor baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de korpschef van de lokale politie TARL met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen en een advies van de brandweercommandant van de hulpverleningszone met betrekking tot de eventuele opmerkingen met betrekking tot de minimumnormen inzake brandpreventie.

§4. Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel verleend indien de vestigingseenheid zich bevindt binnen een perimeter van 500 meter van een bestaande nachtwinkel. Deze minimumafstand vertegenwoordigt de afstand in vogelvlucht van drempel tot drempel.

§5. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen in de vestigingsvergunning bijzondere voorwaarden op te nemen met het oog op het voorkomen van verstoringen van openbare orde. De uitbater is gehouden deze voorwaarden na te leven of te doen naleven. De vestigingsvergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is

§6. De vestigingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie en kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten opzichte van de veiligheid, onmiddellijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

  1.  

§1. Voor elke uitbating van een nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 5 van dit reglement, moet de uitbater schriftelijk een uitbatingsvergunning aanvragen bij het college van burgemeester en schepenen.

§2. De uitbatingsvergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen. Hiervoor baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de korpschef van de lokale politie TARL met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen en een advies van de brandweercommandant van de hulpverleningszone met betrekking tot de eventuele opmerkingen met betrekking tot de minimumnormen inzake brandpreventie.

§3. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen in de uitbatingsvergunning bijzondere voorwaarden op te nemen met het oog op het voorkomen van verstoringen van openbare orde. De uitbater is gehouden deze voorwaarden na te leven of te doen naleven.

§4. De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is.

§5. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie en kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid.

§6. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten opzichte van de veiligheid, onmiddellijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

  1.  

Het is verboden alcoholhoudende dranken te verbruiken in nachtwinkels. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het verbruik beoogd in dit artikel.

 

  1.  

In afwijking van artikel 6 c) van de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening is de toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid verboden na 02.00 uur.

 


  1. Stilstaan en parkeren
  1. Overtredingen van de eerste categorie
  1.   Parkeren in erven en woonerven (art. 22 bis, 4°,a) KB 1/12/1975)

Binnen de woonerven en de erven, is het parkeren verboden, behalve : - Op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter “P” aangebracht is; - Op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat

 

 

  1. Stilstaan en parkeren op verhoogde inrichtingen (art. 22 ter, 1, 3° KB 1/12/1975)

Op de openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen, die aangekondigd zijn door de verkeersborden A14 en F87, of die op de kruispunten alleen aangekondigd zijn door de verkeersborden A 14, of die gelegen zijn binnen een zone afgebakend door de verkeersborden F4a en F4b, is stilstaan en parkeren verboden op deze inrichtingen, behoudens plaatselijke reglementering.

 

  1. Parkeren in voetgangerszones (art. 22 sexies2 KB 1/12/1975)

In voetgangerszones is het parkeren verboden.

 

 

  1. Opstelling stilstaand of geparkeerd voertuig ten opzichte van de rijrichting (art. 23.1,1° KB 1/12/1975)

Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld rechts ten opzichte van zijn rijrichting. Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.

 

  1. Stilstaan of parkeren op een berm (art. 23.1,2° KB 1/12/1975)

Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld :

        Buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm;

        Indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter breed vrijgelaten worden;

        Indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden;

        Indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan worden opgesteld.

 

  1. Stilstaan of parkeren volledig of deels op de rijbaan (art. 23.2 KB 1/12/1975)

Elk voertuig dat volledig of ten dele op de rijbaan opgesteld is, moet geplaatst worden:

  1. zover mogelijk van de aslijn van de rijbaan;
  2. evenwijdig met de rand van de rijbaan, behoudens bijzondere plaatsaanleg;
  3. in één enkele file.

Motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen mogen evenwel haaks op de rand van de rijbaan parkeren voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden.

 

  1. Opstelling fietsen of tweewielige bromfietsen (art. 23.3 KB 1/12/1975)

Fietsen en tweewielige bromfietsen moeten buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°.f van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

 

  1. Opstelling motorfietsen (art. 23.4 KB 1/12/1975)

Motorfietsen mogen buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer van het gebruik van de openbare weg, opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken.

 

  1. Stilstaan of parkeren op plaatsen waar gevaar veroorzaakt kan worden of onnodige hinder zou veroorzaken (art. 24, lid 1 KB 1/12/1975)

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

  1. Op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
  2. Op de rijbaan op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter voor de oversteekplaatsen voor voetgangers en de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;
  3. In de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naast bijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;
  4. Op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijke reglementering;
  5. Op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeerslichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt;
  6. Op minder dan 20 meter voor de verkeersborden behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.

 

  1. Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 1°, 2°, 3°, 5°, 8° tot 13° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (art. 25.1 KB 1/12/1975)

Het is verboden een voertuig te parkeren:

  1. Op minder dan 1 meter zowel voor als achter een ander stilstaand of geparkeerd voertuig en op elke plaats waar het voertuig het instappen in of het wegrijden van een ander voertuig zou verhinderen;
  2. Op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst;
  3. Voor de inrij van eigendommen, behalve de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht;
  4. Op elke plaats waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou verhinderen;
  5. Buiten de bebouwde kommen op de rijbaan van een openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht;

  1. Op de rijbaan wanneer deze verdeeld is in rijstroken, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a of E9b is aangebracht;

  1. Op de rijbaan langs de gele onderbroken streep, bedoeld in artikel 75.1.2° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
  2. Op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen;
  3. Op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen;
  4. Buiten de bebouwde kommen, langs de linkerkant van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen of op de middenberm die deze rijbanen scheidt.

 

  1. Onjuiste aanduiding parkeerschijf (art. 27.1.3 KB 1/12/1975)

Het is verboden onjuiste aanduidingen op de schijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de schijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.

 

  1. Parkeren onrijvaardige motorvoertuigen en aanhangwagens (art. 27.5.1 KB 1/12/1975)

Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te parkeren.

 

  1.  Parkeren auto’s, slepen en aanhangwagens met een MTM van meer dan 7,5 ton (art. 27.5.2 KB 1/12/1975)

Binnen de bebouwde kommen is het verboden op de openbare weg auto’s, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te parkeren, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.

 

E9a

 

E9c

E9d

  1. Parkeren reclamevoertuigen (art. 27.5.3 KB 1/12/1975)

Het is verboden op de openbare weg reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te parkeren.

 

  1. Gebruik gehandicaptenkaart (art. 27bis KB 1/12/1975)

Het niet hebben aangebracht van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg of het door artikel 27.4.1 van hetzelfde besluit hiermee gelijkgesteld document op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op een voorbehouden parkeerplaats voor personen met een handicap geparkeerde voertuig.

 

  1. Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren (art. 70.2.1 KB 1/12/1975) Verkeersborden E1, E3, E5, E7 en van type E9 betreffende het stilstaan en parkeren niet in acht nemen.

 

E1

E3

E5

E7

 

 

E9a

E9b

E9c

  E9d

 

 

 

E9e

E9f

  E9g

E9h

 

E9i

  1. Verkeersbord halfmaandelijks parkeren (art. 70.3 KB 1/12/1975)

Het verkeersbord E11 niet in acht nemen.

 

  1. Stilstaan en parkeren op verkeersgeleiders en verdrijvingsvakken (art. 77.4 KB 1/12/1975)

Het stilstaan of parkeren is verboden op markeringen van verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken.

 

 

  1. Stilstaan en parkeren op witte markering parkeerzone (art. 77.5 KB 1/12/1975)

Het stilstaan of parkeren is verboden op witte markeringen bedoeld in artikel 77.5 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.

 

 

  1. Stilstaan en parkeren op dambordmarkeringen (art. 77.8 KB 1/12/1975)

Het stilstaan of parkeren is verboden op de dambordmarkering die bestaat uit witte vierkanten die op de grond zijn aangebracht.

 

  1. Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder (art. 68.3 KB 1/12/1975)

Het niet in acht nemen van het verkeersbord C3 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

 

  1. Verkeer in voetgangerszones (art. 71 KB 1/12/1975)

Het niet in acht nemen van het verkeersbord F103 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

 

 

  1.  Overtredingen van de tweede categorie 
  1. Stilstaan en parkeren op autowegen (art. 22.2 en art. 21.4, 4° KB 1/12/1975)

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of parkeren op autowegen, behalve op de parkeerstroken, aangewezen door het verkeersbord E9a.

 

  1. Stilstaan en parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 24, lid1 1°, 2°, 4° tot en met 6° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (art. 24 lid 1 KB 1/12/1975)

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

  1. Op de trottoirs en binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;
  2. Op de fietspaden en op minder dan 3 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
  3. Op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 3 meter voor deze oversteekplaatsen;
  4. Op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;
  5. Op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is.

 

  1. Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 4°, 6°, 7° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (art. 25.1 KB 1/12/1975)

Het is verboden een voertuig te parkeren:

  1. Op de plaatsen waar de voetgangers en de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen op de rijbaan moeten komen om omheen een hindernis te gaan of te rijden;
  2. Op de plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden;
  3. Wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden.

 

  1. Parkeren op voorbehouden parkeerplaatsen voor personen met een handicap (art. 25.1,14° KB 1/12/1975)

Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°c, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

 

  1. Kenbaar maken bestuurder 
  1.  

Voor de voormelde overtredingen wordt bij afwezigheid van de bestuurder vermoed dat deze is begaan door de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat kan dit vermoeden weerleggen door met elk middel te bewijzen dat hij niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten. In dat geval is hij ertoe gehouden de identiteit van de onmiskenbare bestuurder kenbaar te maken binnen de wettelijk termijn (op heden dertig dagen) na de kennisgeving van de overtreding, behalve wanneer hij diefstal, fraude of overmacht kan bewijzen.

 

  1. Sancties
  1. Administratieve geldboete
  1.  

Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen of reglementen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van dit politiereglement bestraft worden met een administratieve geldboete.

 

  1.  

De sanctionerend ambtenaar, bevoegd voor het opleggen van een administratieve geldboete, werd aangesteld door de gemeente en voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.             

 

  1.  

Inbreuken op de artikelen uit Titel 5, afdeling 1 van dit politiereglement worden bestraft met een wettelijke bepaalde administratieve geldboete (op heden: 58 euro).

Inbreuken op de artikelen uit Titel 5, Afdeling 2 van dit politiereglement worden bestraft met een wettelijke bepaalde administratieve geldboete (op heden: 116 euro).

Inbreuken op de overige artikelen uit dit politiereglement kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete van het wettelijke maximum (op heden: 350 euro).

Minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten kunnen gestraft worden met een administratieve geldboete van het wettelijke maximum (op heden: 175 euro).

 

  1.  

De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van eventuele herhaling.

De administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.             

 

  1.  

De louter administratieve overtredingen begaan door volwassen personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats hebben in België, zullen aanleiding geven tot de onmiddellijke betaling van een administratieve geldboete.

Deze boete bedraagt 25 euro per inbreuk en maximaal 100 euro wanneer er vier of meer inbreuken werden begaan.

De overtreder heeft steeds het recht dit voorstel te weigeren.

De onmiddellijke betaling van de administratieve geldboete gebeurt door middel van een bankkaart, kredietkaart, via een overschrijving of in geld en leidt tot het einde van de gehele procedure. Bijgevolg kan er na de onmiddellijke betaling van een administratieve boete geen enkele andere administratieve sanctie opgelegd worden.

 

  1. Lokale bemiddeling
  1.  

Lokale bemiddeling kan worden voorgesteld als alternatieve maatregel voor de administratieve geldboete.

De lokale bemiddeling is een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of te vergoeden of om het conflict te doen bedaren.             

 

  1.  

De bemiddelaar wordt aangesteld door het lokaal bestuur en voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.             

 

  1.  

Het bemiddelingsdossier wordt door de sanctionerend ambtenaar aangemeld bij de bemiddelaar

 

  1.  

De sanctionerend ambtenaar vermeldt het bemiddelingsaanbod en de contactgegevens van de bemiddelaar in zijn opstartbrief.

Bij minderjarigen, die de volle leeftijd van 16  jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten, wordt de beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete steeds voorafgegaan door een bemiddelingsaanbod.

Bij meerderjarigen kan de bemiddeling facultatief worden aangeboden.

 

  1.  

Enkele weken na de verzending van de aangetekende opstartbrief neemt de bemiddelaar zelf contact op met de overtreder.

Bij minderjarigen krijgen de vader en moeder, voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben tevens een kopie van het bemiddelingsaanbod. Ook de advocaat wordt op de hoogte gebracht van het aanbod.

Dit geldt uiteraard niet wanneer de overtreder reeds gereageerd heeft op het eerste bemiddelingsaanbod in de aangetekende opstartbrief van de sanctionerend ambtenaar.

 

  1.  

Indien de overtreder positief reageert op het bemiddelingsaanbod, neemt de bemiddelaar contact op met het slachtoffer en informeert naar de bereidheid om deel te nemen aan de bemiddelingsprocedure.

Als het slachtoffer niet bereid is om te bemiddelen kan de bemiddeling alsnog worden opgestart via de inschakeling van een gemeentelijk vertegenwoordiger mits akkoord van de sanctionerend ambtenaar.             

 

  1.  

De bemiddeling en dus ook de communicatie tussen de betrokken partijen kan rechtstreeks of onrechtstreeks gebeuren.

Hierbij wordt rekening gehouden met de algemene beginselen van de bemiddeling, zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

De bemiddelaar tracht de betrokkenen te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis van het woord. Dit betekent dat zo veel als mogelijk tegemoet gekomen wordt aan de noden van alle betrokkenen.

De bemiddelaar probeert, indien de betrokkenen hiertoe bereid zijn, een dialoog tussen hen tot stand te brengen.

De betrokken partijen trachten zelf tot een overeenkomst te komen.

Minderjarigen mogen tijdens de bemiddeling begeleid worden door hun vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over hen.

Ook de advocaat kan aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure. 

 

  1.  

Na het afsluiten van het bemiddelingsdossier rapporteert de bemiddelaar het resultaat aan de sanctionerend ambtenaar zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.             

 

  1.  

De sanctionerend ambtenaar houdt rekening met het resultaat van de bemiddeling, of met de stand van zaken van de bemiddeling, indien blijkt dat de bemiddeling niet afgerond kan worden vóór het verstrijken van de termijn zoals voorzien in artikel 26, §2 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.             

 

  1. Gemeenschapsdienst
  1.  

De gemeenschapsdienst bestaat uit een opleiding en/of onbetaalde prestatie onder toezicht van het lokaal bestuur of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijk rechtspersoon, een stichting of een door de gemeente uitgekozen VZW.

De gemeenschapsdienst mag niet langer duren dan 30 uur voor meerderjarigen en 15 uur voor minderjarigen (als het aanbod van de lokale bemiddeling geweigerd wordt of bemiddeling mislukt).

Zowel voor minderjarigen als voor meerderjarigen geldt dat de gemeenschapsdienst uitgevoerd moet worden binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.

In geval van weigering van het aanbod of niet – uitvoeren van de opgelegde gemeenschapsdienst kan een administratieve geldboete worden opgelegd.             

 

  1. Administratieve schorsing, intrekking en sluiting
  1.  

Het college van burgemeester en schepenen beslist over de administratieve schorsing of intrekking van een door het lokaal bestuur verleende toestemming of vergunning en/of over een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling.             

 

  1.  

De administratieve schorsing, intrekking of sluiting moet worden voorafgegaan door een schriftelijke waarschuwing dat er een inbreuk werd vastgesteld en dat een sanctie zal opgelegd worden bij een volgende inbreuk of bij handhaving van de inbreuk.

De waarschuwing wordt aangetekend verstuurd en moet een uittreksel bevatten van het overtreden reglement.

 

  1.  

Indien de betrokkene zich niet houdt aan de opgelegde instructies, dan wordt deze per aangetekende brief verwittigd dat er aanwijzingen zijn dat er nog steeds een inbreuk is en dat het college overweegt om een sanctie op te leggen.

Er wordt meegedeeld waar en wanneer het dossier kan worden ingekeken, waar en wanneer de betrokkene zal worden gehoord, en dat hij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

 

  1.  

Bij het opleggen van een administratieve schorsing, intrekking of sluiting, moet het college rekening houden met de ernst van de gevolgen van de overtreding.

 

  1.  

De opgelegde sanctie wordt met een aangetekende brief ter kennis gebracht van de overtreder.

 

  1. Slotbepalingen
  2.  

Het huidig politiereglement treedt in werking op 1 januari 2023 en heft de politieverordeningen van 30 maart 2007 (openbare orde en veiligheid), 30 november 2017 (verwijderen van afvalstoffen), 30 november 2017 (overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en de verkeersborden C3 en F103) en 27 augustus 2020 (openbare overlast) op. Overtredingen gepleegd voor de inwerkingtreding van huidig politiereglement blijven onderworpen aan de bepalingen van bovengenoemde politieverordeningen.

 

  1.  

Een afschrift van dit reglement wordt overgemaakt aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de griffie van de politierechtbank.

Tevens zal een afschrift worden overgemaakt aan het parket van de procureur des Konings en aan de korpschef van de lokale politie.

Het protocolakkoord voor de” overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersbordenC3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen” wordt in bijlage gevoegd aan dit reglement.              Het protocolakkoord verkeer wordt in bijlage gevoegd aan dit reglement.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Nominatieve toelage De Hoeve vzw

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        de verwoestende brand van 1 augustus 2022 in de boerderij "De Hoeve" voor kinderen, jongeren en volwassenen met een mentale beperking van het MPC Sint-Franciscus in de Lostraat te Roosdaal

        na de brand onstonden tal van initiatieven om geld in te zamelen voor de snelle heropbouw van De Hoeve

        de samenwerking tussen lokaal bestuur Roosdaal en Pajottenland+ en Plattelandscentrum Peerenbosch voor de organisatie van een kwis op 10 december 2022 integraal ten voordele van De Hoeve

        het positief advies van het managementteam van dinsdag 8 november 2022

 

Argumentatie / motivering

        het lokaal bestuur Roosdaal kan de opbrengst van de kwis op 10 december 2022 (inschrijvingsgelden en consumpties) verdubbelen om zo een hogere schenking aan De Hoeve te kunnen doen, mits toekenning van een nominale toelage voor een bedrag van maximaal 1.500,00 euro

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit wordt voorzien in het meerjarenplan.

De ramingen zijn opgenomen onder beleidsveld 0911 - actie GBB-GEM.

De geraamde uitgave bedraagt 1.500,00 euro.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - Het lokaal bestuur Roosdaal verdubbelt het bedrag van de opbrengst van de kwis op 10 december 2022 t.v.v. De Hoeve (MPC Sint-Franciscus), middels toekenning van een nominale toelage tot een maximaal bedrag van 1.500,00 euro.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Varing: vaststellen rooilijn binnen een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden – O.V.2022/5 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        de aanvraag, digitaal ontvangen op 04 augustus 2022, van de heer Kestens Stefan, Rijstraat 205 te 9400 Denderwindeke tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 2 nieuwe kavels voor eengezinswoningen in open verband met nieuwe rooilijn van 4,00 meter uit de as van de Rik Van Saenestraat, voor percelen gelegen: Varing ZN, kadastraal gekend (afd. 1) sectie C 534 D  (dossiernummer O.V.2022/5 en OMV_2022097420)

 

Juridische gronden

        de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking vanaf 1 september 2009

        het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen

 

Argumentatie / motivering

        het proces-verbaal van 11 oktober 2022 van sluiting van het openbaar onderzoek betreffende de aanvraag digitaal ontvangen op 04 augustus 2022, van de heer Kestens Stefan, Rijstraat 205 te 9400 Denderwindeke tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 2 nieuwe kavels voor eengezinswoningen in open verband met nieuwe rooilijn van 4,00 meter uit de as van de Rik Van Saenestraat voor percelen gelegen: Varing ZN, kadastraal gekend (afd. 1) sectie C 534 D waaruit blijkt dat er 0 mondelinge, 0 schriftelijke en 1 digitale opmerkingen of bezwaren werden ingediend

        het bezwaar heeft betrekking op:

        Het opnemen van de volledige breedte van voetweg 60 in het openbaar domein

        de bevoegdheid van de gemeenteraad in deze aanvraag is beperkt tot de zaak van de wegen, in se de breedte van de rooilijn en de opbouw van de wegenis. Het behandelen van het bezwaarschift is in dit geval een bevoegdheid voor de gemeenteraad

        de helft van de voetweg is gelegen op openbaar domein langs de Rik Van Saenestraat. De andere helft is gelegen op privaat domein met publiek erfdienstbaarheid. De voetweg is op deze locatie quasi onzichtbaar op terrein, er wordt op straat gewandeld. Voor verdere uitbouw van een kwalitatief tragewegennetwerk is het wenselijk een gratis grondafstand van 4m uit de as van de weg te voorzien. Dit werd zo ook voorzien op aangepast plan (bijgevoegd plan O V 2022 5_PIV2_nieuwe toestand.pdf)

 aldus gegrond

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel. - De door de heer Kestens Stefan, Rijstraat 205 te 9400 Denderwindeke, voorgestelde rooilijn op 4 meter uit de as van de Rik Van Saenestraat (binnen de grenzen van de te verkavelen percelen gelegen: Varing ZN, kadastraal gekend (afd. 1 ) sectie C 534 D, wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentelijk retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark - actualisatie - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 29 oktober 2015 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met Haviland inzake afval en de princiepsbeslissing voor de aanleg en uitbating van het recyclagepark

        het besluit van 28 januari 2016 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met intercommunale Haviland betreffende afvalophaling- en verwerking - actualisatie

        het besluit van 27 oktober 2016 houdende goedkeuring van bijlage 7 bij de samenwerkingsovereenkomst van 28 januari 2016 inzake het beheer van recyclageparken

        het besluit van 23 februari 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de oprichting van Intradura en het intergemeentelijke samenwerkingsconcept voor afvalbeheer middels opdrachthoudende vereniging. de gemeenteraad besliste hierbij ondermeer over de beheersoverdracht van de uitbating van het recyclagepark

        het besluit van 23 mei 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark

        het besluit van 27 augustus 2020 van de gemeenteraad houdende de aanpassing van de retributie voor het gebruik van het gemeentelijk containerpark geldig vanaf 1 januari 2021

        het besluit van 26 november 2020 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de contantbelasting op de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare afvalstoffen)

        het besluit van 30 september 2021 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het afvalbeleid: ophaling en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval, andere dan op het recyclagepark - actualisatie en deelname nieuwe dienstverlening: huis-aan-huis ophaling van asbestafval

        het besluit van 24 november 2022 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen Roosdaal, Ternat en Lennik voor het gebruik maken van ieders recyclagepark

 

Juridische gronden

        de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van

        bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

        het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 56 en 57 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

        het Decreet 'Bestuursdecreet' van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur

        het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

        het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen

 

Argumentatie / motivering

        de gemeenteraad van de gemeente Roosdaal heeft op 24 november 2022 de inzameling en invoering van retributie voor harde plastics vanaf 2 januari 2023 goedgekeurd voor het standaardtarief 0,16 euro/kg

        de gemeenteraad van de gemeente Roosdaal heeft op 24 november 2022 het minimumtarief van 0,80 euro voor betalende afvalfracties goedgekeurd

        de gemeenteraad van de gemeente Roosdaal heeft op 24 november de inzameling van RES-afval en GFT afval op het gratis gedeelte van het recyclagepark goedgekeurd

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0309 overig afval- en materialenbeheer.

De inkomsten en kosten voor afvoer en verwerking van de aangeboden afvalstoffen worden verrekend volgens aanvoer door de bezoekers en volgens de vastgelegde tarieven van de samenwerkingsovereenkomst met Intradura en de samenwerkingsovereenkomst voor de exploitatie van intercommunale recyclageparken gemeenten Lennik, Roosdaal en Ternat.

 

BESLUIT:

17 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Jan Van Den Bosch (CD&V), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
2 stemmen tegen: Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
1 onthouding: Annick Borloo (Onafhankelijk).
 

Artikel 1. - Vanaf 2 januari 2023 wordt er een retributie geheven op het deponeren van bepaalde afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark, Opperheilbeekweg 2A te 1760 Roosdaal.

 

Artikel 2. - De retributie is verschuldigd door het hoofd van het gezin waarvan de leden afvalstoffen komen deponeren. De identiteit van de leden van het gezin wordt vastgesteld via de identiteitskaart.

 

Artikel 3. - De retributie bedraagt per aanvoerbeurt voor het deponeren van afval: 0,16 euro/kg:

        Bouw & Sloop

        Asbest

        Snoeihout

        Harde Plastics

        Hout

        Vlak glas

        Grofvuil

 

Artikel 4. - De retributie bedraagt per aanvoerbeurt voor het deponeren van afval: 0,08 euro/kg:

        Tuinafval

 

Artikel 5. - Volgende afvalstoffen worden vrijgesteld van elke retributie: AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur), KGA (klein gevaarlijk afval), PMD (aangeboden in een gemeentelijke PMD-zak), (landbouw)folies (verkleind aangeboden in een gemeentelijke PMD-zak), RES (aangeboden in een gemeentelijke RES-zak), GFT (aangeboden in een gemeentelijke GFT-zak), hol glas, papier en karton, plastic schroefdoppen, kurken, batterijen, textiel, zuiver piepschuim, motorolie, frituurolie, metalen, autobanden van personenwagens en 200 kg asbestafval per gezin per jaar indien het asbest volledig afzonderlijk wordt aangeboden.

 

Artikel 6. - De retributies worden contant betaald bij vaststelling van de gewichtshoeveelheid tegen afgifte van een kasticket. De betaling gebeurt via bancontact op het recyclagepark.

De retributies worden voor rekening van de gemeente geïnd door Intradura.

Voormelde gewichtshoeveelheid wordt gewogen door geijkte weegbruggen, gecontroleerd door de parkwachter.

De weegbruggen hebben een nauwkeurigheid van +/- 5kg, hierdoor kan het gebeuren dat de aanvoer van hoeveelheden lichte fracties onder de 5 kg niet worden geregistreerd.

Er wordt daarom voor betalende afvalfracties steeds een minimale kostprijs van 0,80 euro aangerekend.

 

Artikel 7. - Het besluit van 23 mei 2019 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op het deponeren van bepaalde afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark en het besluit van 27 augustus 2020 van de gemeenteraad houdende de aanpassing voor het gebruik van het gemeentelijk containerpark geldig vanaf 1 januari 2021 worden, met ingang van 2 januari 2023, opgeheven.

 

Artikel 8. - Dit reglement wordt, overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur,  bekend gemaakt via de website van de gemeente.

 

Artikel 9. - Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur van Vlaams-Brabant, Intradura, de Roosdaalse financieel directeur, algemeen directeur en de milieudienst.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentebelastingen: contantbelasting op de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare afvalstoffen) - actualisatie - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        de gemeente heeft de beheersoverdracht verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband Intradura

        er bestaat een terugnameplicht voor huishoudelijk verpakkingsafval; dat minstens papier en karton, hol glas, en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons selectief moeten worden ingezameld

        het besluit van 26 november 2020 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de contantbelasting op de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

        de brief van 22 november 2022 van Intradura, Dorent 5 te 1620 Drogenbos, houdende de aankondiging van de indexering restafvalzakken vanaf 1/1/2023

 

Juridische gronden

        de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikels 119, 119bis, en 135§2

        de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

        het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 56 en 57 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

        het Decreet 'Bestuursdecreet' van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur

        het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

        het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen

        het besluit van de Vlaamse Regering van september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, geactualiseerd op 12 juni 2020

        de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

 

Argumentatie / motivering

        ter bescherming van het leefmilieu is het noodzakelijk om het huishoudelijk afval (en het vergelijkbaar bedrijfsafval) tot een minimum te beperken en het afval maximaal selectief in te zamelen

        prioriteit dient verleend te worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen

        in tweede instantie dien(t)(en) het huishoudelijk afval (en het vergelijkbaar bedrijfsafval) maximaal selectief ingezameld te worden

        er wordt naar gestreefd om de inzameling van het huishoudelijk afval (en het vergelijkbaar bedrijfsafval) in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen

        de gemeente wil, in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel 26 van het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, het niet aanbieden van huisvuil via de gemeentelijke inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever,...) maximaal voorkomen

        inwoners mogen een huisvuilrecipiënt niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen

        huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval) word(t)(en) huis-aan-huis ingezameld door middel van intergemeentelijke restafvalzakken (60l, 30l, 15l)

        groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval) (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval) word(t)(en) selectief huis-aan-huis ingezameld door middel van intergemeentelijke gft-zakken (60l, 30l, 15l)

        plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD-afval) worden selectief huis-aan-huis ingezameld door middel van PMD-zakken

        de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) worden verhaald op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting

        de invoering van een gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe het principe 'de vervuiler betaalt' toe te passen van huishoudelijk afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen), waarbij prioriteit verleend wordt aan preventie van afval en efficiënter gebruik van materialen, in tweede instantie voorbereiden van afval voor hergebruik, ten derde recyclage van afval en sluiten van de materiaalkring en ten slotte andere nuttige toepassingen, zoals energieterugwinning en inzet van materialen als energiebron

        het is een doelstelling van het Vlarema om de contantbelasting op het voorbereiden van afval voor hergebruik, de recyclage van afval, andere nuttige toepassingen en ten slotte verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen te harmoniseren

 

 

Financiële weerslag/visum

De financiële weerslag van dit besluit werd niet voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0020 - fiscale aangelegenheden. De totale ontvangst uit de verdeling van huisvuilzakken bedroeg in 2020 301.000 euro en in 2021 333.000 euro. De meerontvangst naar aanleiding van de tariefwijziging wordt geraamd op 30.000 euro jaarlijks.

 

BESLUIT:

11 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
3 stemmen tegen: Annick Borloo (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
6 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Jean Timmermans (Onafhankelijk) en Peggy Bulterijs (Onafhankelijk).
 

Artikel 1. - Er wordt tot 31 december 2025 een contantbelasting gevestigd op de volgende inzamelende fracties van huishoudelijke (en vergelijkbare bedrijfsmatige) oorsprong:

 

a) Haalmethode (huis-aan-huisinzameling)

 

  1. van huisvuil (en de vergelijkbare fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval);
  2. van GFT (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval);
  3. van PMD-afval.

 

Artikel 2. - De hieronder vermelde contantbelasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de intergemeentelijke dienstverlening inzake de huis-aan-huisinzameling van volgende fracties:

 

Fractie

Volume

Contantbelasting

Huisvuil

60l

2,30 euro

 

30l

1,15 euro

 

15l

0,575 euro

GFT

60l

1,00 euro

 

30l

0,50 euro

 

15l

0,25 euro

PMD

60l

0,15 euro

 

Artikel 3. - De personen die gebruik maken van door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door Intradura vastgestelde plaats(en).

 

Artikel 4. - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

 

Artikel 5. - Dit reglement treedt in voege van zodra de 17 betrokken gemeenten-vennoten van Intradura (waaronder Roosdaal) dit reglement (met tariefwijziging restafvalzakken) hebben goedgekeurd.

 

Het besluit 26 november 2020 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de contantbelasting op de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare afvalstoffen) wordt opgeheven vanaf datzelfde moment.

 

Intradura neemt de communicatie omtrent de tariefwijziging op zich en zal de tariefwijziging doorvoeren van zodra de 17 betrokken gemeenten-vennoten dit reglement unaniem hebben goedgekeurd.

Artikel 6. - Een afschrift van deze belastingverordening wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid. Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de OVAM.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Afvalbeleid: ophaling en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval, andere dan op het recyclagepark - actualisatie - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 28 januari 2016 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met intercommunale Haviland betreffende afvalophaling- en verwerking - actualisatie

        het besluit van 23 februari 2017 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de oprichting van Intradura en het intergemeentelijke samenwerkingsconcept voor afvalbeheer middels opdrachthoudende vereniging

        het besluit van 30 september 2021 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van het afvalbeleid, ophaling en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval, andere dan op het recyclagepark - actualisatie en deelname nieuwe dienstverlening: huis-aan-huis ophaling van asbestafval

 

Juridische gronden

        het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

        het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen

        het besluit van 16 september 2016 van de Vlaamse regering houdende goedkeuring van het uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, inzonderheid artikel 1.1, 3.5.1 en 5.1.3.4, zoals gewijzigd

 

Argumentatie / motivering

        vanaf 2023 wordt de frequentie huis-aan-huis ophaling Papier & Karton aangepast van een maandelijkse ophaling naar een ophaling om de 4 weken, wat resulteert in één extra ophaling

        vanaf 2023 zal het inhalen van feestdagen beperkt worden voor inzameling die niet wekelijks gebeuren

        bij de uitgestelde wekelijkse inzameling wordt de volumebeperking, indien aanwezig, verdubbeld

        vanaf 2023 wordt Papier en Karton opgehaald op maandag

        vanaf 2023 wordt PMD opgehaald op vrijdag

 

BESLUIT:

10 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
10 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Annick Borloo (Onafhankelijk), Jean Timmermans (Onafhankelijk), Peggy Bulterijs (Onafhankelijk), Marc Devits (Groen) en Eline De Vos (Groen).
 

Artikel 1. - Na de bekendmaking van dit besluit wordt volgende organisatie van de ophaling en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval goedgekeurd en wordt het besluit van 30 september 2021 van de gemeenteraad, houdende goedkeuring van het afvalbeleid, ophaling en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval, andere dan op het recyclagepark - actualisatie en deelname nieuwe dienstverlening: huis-aan-huis ophaling van asbestafval, opgeheven:

 

De huis-aan-huisophalingen:

- huishoudens (particulieren) zijn verplicht het gemeentelijk systeem te gebruiken en zijn niet vrij te kiezen hoe zij dit doen;

- alle woningen, uitgezonderd Papenheide 1, Woestijnveldweg 20, Kaaitvaartstraat 106 en Braambosweg 23, worden aan huis bediend, indien nodig met aangepast vervoer;

- de vermelde uitzonderingen kunnen niet bediend worden van op het grondgebied van Roosdaal en maken gebruik van de ophaaldienst van de aanpalende gemeente;

- de voorwaarden waaraan het aangeboden afval moet voldoen worden beschreven door Intradura;

- het afval aanbieden in rolcontainers is alleen toegelaten voor scholen en gemeentelijke entiteiten.

 

RES(TAFVAL)

- het afval dient aangeboden te worden in de uniforme zak;

- de restafvalzakken zijn verkrijgbaar in 3 formaten: 60 liter, 30 liter en 15 liter;

- de ophaalfrequentie is tweewekelijks;

- er wordt opgehaald op donderdag.

 

GFT & SH (groente-, fruit-, en tuinafval en snoeihout)

- het afval dient aangeboden te worden in de uniforme zak;

- de GFT-zakken zijn verkrijgbaar in 3 formaten: 60 liter, 30 liter en 15 liter;

- de ophaalfrequentie is tweewekelijks van begin november tot einde maart en wekelijks vanaf begin april tot einde oktober;

- er wordt opgehaald op donderdag;

- tijdens de eerste ophaling van het jaar worden kerstbomen ingezameld samen met het GFT & SH, de kerstbomen kunnen aangeboden worden zonder pot of versiering.

 

G(ROF)V(UIL)

- de ophaalfrequentie is 3 maal per jaar;

- de aanvraag voor ophaling dient gemeld te worden aan Intradura uiterlijk één week voor de ophaling plaatsvindt;

- een ophaling aanvragen kan via het aanvraagformulier op de website van Intradura, via e-mail naar grofvuil@intradura.be of telefonisch op 02/3341740;

- op de dag van de ophaling moet de aanvrager thuis te zijn;

- het aangeboden grof huisvuil wordt gewogen en moet ter plaatsen betaald worden via bancontact.

 

P(APIER)&K(ARTON)

- de ophaalfrequentie is vierwekelijks;

- er wordt opgehaald op maandag.

 

 

PMD

- het PMD dient aangeboden te worden in de blauwe zak van 60 liter;

- de ophaalfrequentie is tweewekelijks;

- er wordt opgehaald op vrijdag.

 

BEDRIJFSAFVAL

- bedrijfsafval moet selectief verwijderd worden conform het Vlarema en de richtlijnen van de OVAM;

- bedrijfsafval vergelijkbaar met huishoudelijk afval kan aangeboden worden in het circuit van de huishoudens indien het aangeboden afval aan dezelfde voorwaarden voldoet zoals beschreven in de politieverordening.

 

De Wijkinzamelingen:

 

GLASBOL

- het aantal voldoet aan de richtlijnen van Ovam;

- er staan glasbollen op de volgende locaties: Brusselstraat, Poelkbeekstraat, Hoogstraat, Kristus Koninglaan, Lostraat, Kerkplein, Gustaaf Ponchautstraat;

- de opkuis rondom de glasbol wordt uitgevoerd door de technische dienst.

 

TEXTIELCONTAINER

- het aantal voldoet aan de richtlijnen van Ovam;

- voor het plaatsen van een kledijcontainer op het grondgebied van Roosdaal (privaat en openbaar domein) zijn de bepalingen van het besluit 27 februari 2004 van de gemeenteraad tot het plaatsen van kledijcontainers op het grondgebied van de gemeente Roosdaal, van toepassing (een toelating van het college van burgemeester vereist en een ophaling met zakken blijft verboden).

 

KRINGLOOPCENTRUM

- de overeenkomst tussen de gemeente en 't Vierkant goedgekeurd bij besluit van de gemeenteraad op 31 maart 2006 blijft ongewijzigd van kracht.

 

COMPOSTVATEN- EN BAKKEN

- Intradura staat in voor de aankoop;

- de gemeente staat in voor de verkoop en aflevering.

 

ASBESTAFVAL

- Intradura verzorgt een huis-aan-huis ophalingsdienst van asbestafval bij particulieren;

- de dienstverlening behelst volgende aspecten:

        het begeleiden en informeren van inwoners hoe men veilig zelf de asbestmaterialen verwijderd a.h.v. een huisbezoek door een asbestexpert;

         bezorgen van grote plaatzakken (30,00 euro/plaatzak, te betalen door de aanvrager) en 2 gratis PMB-kits per aanvrager;

         bezorgen van een asbestcontainer (170,00 euro/container, te betalen door de                              aanvrager) en 2 gratis PMB-kits per aanvrager;

         het ophalen van het asbestafval (in plaatzakken of container) met een containerwagen.

 

Artikel 2. - Dit besluit wordt, overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur, bekend gemaakt via de website van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Samenwerkingsovereenkomst ondersteuning milieuhandhaving - goedkeuring

 

Juridische gronden

        het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie / motivering

        conform het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en overeenkomstig artikel 4 van haar statuten heeft Haviland tot doel “haar deelnemers bij te staan bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, door de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en door de ontwikkelingsinitiatieven in het belang van de groep van de aangesloten gemeenten en de regio ervan te nemen en/of te bestendigen” binnen bepaalde beleidsdomeinen

        de goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad van 27 mei 2021 inzake de samenwerkingsovereenkomst met Haviland

        de uitbreiding van de lijst taken voor de milieutoezichthoude

        de aanpassing van het toepasbare uurtarief voor de personeelsleden (Haviland)

        de gemeente Roosdaal heeft momenteel geen gemeentelijke toezichthouder milieu

        de intercommunale Haviland zal de gemeente Roosdaal ondersteunen in het uitvoeren van verschillende toezichtstaken

 

 

Financiële weerslag

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan. De ramingen opgenomen onder beleidsveld 0329 - overige vermindering van de milieuverontreiniging dienen wel te verschuiven vanaf het onaangewend personeelsbudget (wegens afwezigheid omwille van ziekte) naar dienstprestaties.

De samenwerkingsovereenkomst gebeurt voor dossiers op afroep en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Het uurloon bedraagt 103,00 euro (exclusief 21% BTW) of 124,63 euro (inclusief 21% BTW) voor een verantwoordelijke/projectleider. Het uurloon bedraagt 111,00 euro (exclusief 21% BTW) of 134,31 euro (inclusief 21% BTW) voor een jurist.

 

De totale jaarlijkse uitgaven naar aanleiding van deze overeenkomst zijn afhankelijk van het aantal en de complexiteit van de dossiers die zullen moeten worden behandeld.

 

De noodzakelijke ramingen worden binnen het beleidsveld 0329 verschoven van het personeelsbudget naar dienstprestaties bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Onderstaande samenwerkingsovereenkomst tussen Haviland Intercommunale en de gemeente Roosdaal wordt goedgekeurd:

 

--------------------

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST DIENSTVERLENING milieuhandhaving

TUSSEN DE GEMEENTE ROOSDAAL EN HAVILAND

 

Tussen enerzijds,

 

De gemeente ROOSDAAL met kantoren gevestigd te Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal vertegenwoordigd in de persoon van de heer Koenraad Muyldermans, voorzitter gemeenteraad, en mevrouw Emma Van der Maelen, algemeen directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 22 december 2022

 

hierna genoemd ‘de OPDRACHTGEVER’

 

en anderzijds,

 

HAVILAND INTERCOMMUNALE - Intergemeentelijk Samenwerkingsverband voor de Ruimtelijke Ordening en de Economische-Sociale Expansie van het Arrondissement Halle-Vilvoorde, met maatschappelijke zetel te 1731 Zellik-Asse, Brusselsesteenweg 617, vertegenwoordigd door de heer Walter De Donder, voorzitter, en de heer Jan Erkelbout, ondervoorzitter, handelend als bijzonder gevolmachtigden in uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur van 23 april 2019

 

hierna genoemd ‘HAVILAND’

 

samen genoemd ‘partijen’

 

wordt overeengekomen hetgeen volgt:

 

Artikel 1:  VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST

 

§1. Conform het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur (hierna genoemd ‘Decreet Lokaal Bestuur’) en overeenkomstig artikel 4 van haar statuten heeft HAVILAND tot doel “haar deelnemers bij te staan bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, door de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en door de ontwikkelingsinitiatieven in het belang van de groep van de aangesloten gemeenten en de regio ervan te nemen en/of te bestendigen” binnen bepaalde beleidsdomeinen.

 

§2.  In het kader van deze dienstverlening geeft de OPDRACHTGEVER aan HAVILAND de volgende opdracht:

 

ONDERSTEUNING MILIEUHANDHAVING

 

§3. Onderhavige overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2:  TOEWIJZING EN AANVAARDING VAN DE OPDRACHT

 

§1. De toewijzing en aanvaarding van deze opdracht gebeuren onder voorwaarde van een positieve beslissing daaromtrent door de bevoegde beslissingsorganen van HAVILAND en de OPDRACHTGEVER. De OPDRACHTGEVER bezorgt HAVILAND een kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de toewijzing.

 

§2. In geval van toewijzing door de OPDRACHTGEVER wordt de aanvaarding van de opdracht geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van het bevoegde beslissingsorgaan van HAVILAND. Dit kan de eigenlijke aanvaarding van de opdracht steeds weigeren, in geval van schending van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van HAVILAND of van bepalingen uit onderhavige samenwerkingsovereenkomst, voor zover daarvan niet overeenkomstig art. 4, §2 is afgeweken. HAVILAND bezorgt de OPDRACHTGEVER kopie van het door haar bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit dienaangaande.

 

§3.  De toewijzing van de opdracht door de OPDRACHTGEVER aan HAVILAND is niet onderworpen aan de wetgeving overheidsopdrachten, op grond van de in-house-vrijstelling overeenkomstig art. 30 van de Wet Overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

 

 Op eventuele in opdracht van HAVILAND als aanbestedende overheid door derden uit te voeren leveringen, diensten of werken is de wetgeving overheidsopdrachten wel onverkort van toepassing, dit zowel wat betreft de plaatsing als de uitvoering van de opdracht.

 

Artikel 3:  OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT:

 

§1. HAVILAND zal voor de in artikel 1 bepaalde opdracht zorgen voor:

 

De uitvoering conform de projectfiche in bijlage welke integraal deel uitmaakt van deze overeenkomst.

 

DOOR ondersteuning van de eigen gemeentelijke toezichthouder

 

Aldus werkt HAVILAND enkel ondersteunend en is de OPDRACHTGEVER zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de verplichting in artikel 16, §1 van het Milieuhandhavingsbesluit van 12 december 2008 om een beroep te kunnen doen op een eigen lokale toezichthouder dan wel twee lokale toezichthouders.

 

Bij de ondersteuning van de eigen gemeentelijke toezichthouder werd in samenspraak met de OPDRACHTGEVER bepaald dat de volgende taken door HAVILAND zullen worden behartigd:

 

     Administratieve controle van de vergunningstoestand

     Uitvoeren plaatsbezoek

     Opmaak technisch verslag, aanmaning, …

     Aanschrijven van de inrichtingen

     Opvolgen van de inrichting

     Formeel vaststellen van inbreuken en misdrijven

 

De verantwoordelijke/projectleider van HAVILAND werkt nauw samen met de OPDRACHTGEVER en zorgt voor een open communicatie. HAVILAND wil ernaar streven zo preventief en proactief mogelijk te handelen, opdat milieu- inbreuken en misdrijven kunnen voorkomen worden.

 

§2. De OPDRACHTGEVER verbindt zich ertoe voor de hierna vermelde ondersteunende diensten, indien de OPDRACHTGEVER deze niet in eigen beheer wenst uit te voeren, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van HAVILAND. De OPDRACHTGEVER ontzegt zichzelf dus niet het recht zelfstandig de opdracht uit te voeren in eigen beheer. De OPDRACHTGEVER ziet echter wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

 

 HAVILAND aanvaardt om deze diensten uit te voeren in opdracht van de OPDRACHTGEVER volgens de modaliteiten omschreven in deze samenwerkingsovereenkomst.

 

Artikel 4:  ALGEMENE BEPALINGEN BIJ DE UITVOERING VAN DE OPDRACHT:

 

§1.  Inspanningen: HAVILAND levert alle redelijke inspanningen om de haar toegewezen opdracht volledig en correct uit te voeren.

 

§2. Toepassing en afwijking van de samenwerkingsovereenkomst: De realisatie van HAVILAND van de hierboven vermelde opdracht is steeds onderworpen aan de bepalingen van onderhavige samenwerkingsovereenkomst. De eventuele nietigheid van één of meer bepalingen van deze samenwerkingsovereenkomst doet geen afbreuk aan de overige bepalingen. Partijen verbinden zich ertoe om in onderling overleg en overeenkomstig de doelstellingen van partijen de nietige bepalingen desgevallend te vervangen.

 

 Van de samenwerkingsovereenkomst kan in onderling akkoord tussen de OPDRACHTGEVER en HAVILAND worden afgeweken overeenkomstig de bepalingen van artikel 7. In voorkomend geval worden de afwijkingen van de samenwerkingsovereenkomst opgenomen in een addendum, dat voorafgaand aan de inwerkingtreding dient goedgekeurd te worden door het bevoegde beslissingsorgaan van de OPDRACHTGEVER en het bevoegde beslissingsorgaan van HAVILAND.

 

§3. Samenwerking – overleg – informatie – besluitvorming: Gedurende de gehele realisatie van de opdracht werken partijen en hun aangestelden op constructieve en loyale wijze samen met elkaar, alsook met derden (bv. aannemers) die betrokken worden bij de realisatie van de opdracht. Partijen plegen hierbij zoveel als nodig onderling overleg en wisselen steeds en onverwijld alle informatie uit waarover zij beschikken en die relevant kan zijn voor de realisatie van de opdracht.

 

 HAVILAND en de OPDRACHTGEVER laten de voor de realisatie van de opdracht noodzakelijke beslissingen van hun bevoegde beslissingsorganen binnen een zo kort mogelijke termijn nemen en communiceren deze zonder uitstel aan de andere partij.

 

§4. Communicatie – contactpersoon: Voor de realisatie van de opdracht duidt HAVILAND een verantwoordelijke aan die namens HAVILAND optreedt als contactpersoon ten aanzien van de OPDRACHTGEVER.

 

 Gedurende de gehele realisatie van de opdracht verlopen de formele contacten tussen HAVILAND en de OPDRACHTGEVER via deze verantwoordelijke/projectleider. Hij is verantwoordelijk voor de voortgang en kwaliteit van de opdracht en de coördinatie binnen HAVILAND.

 

 Alle communicatie tussen partijen met betrekking tot de uitvoering van de opdracht verloopt uitsluitend in het Nederlands en bij voorkeur schriftelijk via e-mail op het adres van de door HAVILAND aangeduide contactpersoon. Eventuele ingebrekestellingen en andere officiële kennisgevingen zullen steeds aangetekend gebeuren op het adres van de maatschappelijke zetel van HAVILAND.

 

§5. Documenten - producten: Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld en worden zoveel mogelijk digitaal ter beschikking gesteld. Enkel het eindresultaat kan worden geleverd op vaste drager, indien relevant en op vraag van de OPDRACHTGEVER. Bijkomende exemplaren worden aangerekend aan de reële kostprijs.

 

§6. Gegevensbescherming: Tussen partijen wordt een afzonderlijke overeenkomst gesloten met betrekking tot gegevensbescherming en de verwerking van persoonsgegevens, welke onverkort van toepassing is.

 

§7. Eigendomsrecht: De resultaten en producten van de opdracht zijn eigendom van de OPDRACHTGEVER en HAVILAND, waarover beide partijen vrij mogen beschikken.

 

Artikel 5:  DUUR, SCHORSING EN BEËINDIGING VAN DE OVEREENKOMST

 

§1. Onderhavige overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en gaat in vanaf ondertekening door de opdrachtgever.

 

§2. Partijen kunnen de overeenkomst ten allen tijde schorsen in onderling overleg. Deze schorsing wordt door HAVILAND en het bevoegde beslissingsorgaan van de OPDRACHTGEVER schriftelijk bevestigd, met vermelding van de duurtijd en de modaliteiten van de schorsing. Met inachtneming van de in artikel 4 vermelde principes overleggen HAVILAND en de OPDRACHTGEVER voorafgaand aan de schorsing over deze modaliteiten. De OPDRACHTGEVER bezorgt HAVILAND tevens een kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de schorsing.

 

 Daarnaast kan HAVILAND de overeenkomst ten allen tijde eenzijdig schorsen in geval van schending door de OPDRACHTGEVER van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van Haviland of van onderhavige samenwerkingsovereenkomst voor zover daarvan niet conform artikel 4, §2 is afgeweken. HAVILAND geeft hiervan onverwijld en aangetekend kennis aan de OPDRACHTGEVER, met opgave van de redenen van de schorsing. Indien hieraan niet geremedieerd wordt binnen de door HAVILAND opgegeven termijn, kan HAVILAND overgaan tot verlenging van de schorsing, dan wel eenzijdige opzegging van de overeenkomst. HAVILAND bezorgt de OPDRACHTGEVER kopie van het door haar bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de schorsing of opzegging.

 

§3. Partijen kunnen de overeenkomst ten allen tijde opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, welke een aanvang neemt de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de andere partij kennis heeft genomen van de opzegging.

 

 De schriftelijke en aangetekende kennisgeving wordt vergezeld van een kopie van het besluit van het bevoegde beslissingsorgaan van de OPDRACHTGEVER, dan wel de Raad van Bestuur van HAVILAND, aangaande de opzegging.

 

Daarnaast kan HAVILAND de overeenkomst ten allen tijde eenzijdig en zonder opzegtermijn opzeggen in geval van schending door de OPDRACHTGEVER van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van Haviland of van onderhavige samenwerkingsovereenkomst voor zover daarvan niet conform artikel 4, §2 is afgeweken. HAVILAND geeft hiervan onverwijld en aangetekend kennis aan de OPDRACHTGEVER, met opgave van de redenen van de opzegging. HAVILAND bezorgt de OPDRACHTGEVER kopie van het door haar Raad van Bestuur genomen besluit over de opzegging.

 

§4. In geval van schorsing om redenen te wijten aan de OPDRACHTGEVER wordt de overeenkomstig artikel 6 berekende opdrachtprijs vermeerderd met alle kosten die ontstaan naar aanleiding van de schorsing en van de heropstart na schorsing. Desgevallend wordt hiervan melding gemaakt in §2, eerste lid vermelde schriftelijke bevestiging.

 

In geval van opzegging door de OPDRACHTGEVER betaalt deze de overeenkomstig artikel 6 bepaalde prijs voor de door HAVILAND geleverde prestaties gedurende de opzegtermijn.

 

Bovendien heeft HAVILAND te allen tijde recht op de betaling door de OPDRACHTGEVER van alle in het raam van deze opdracht gemaakte en geleden kosten en alle eventuele kosten welke zouden ontstaan naar aanleiding van de opzegging.

 

Een schorsing of opzegging door HAVILAND kan geen bijkomende kosten of recht op vergoedingen in hoofde van DE OPDRACHTGEVER meebrengen.

 

§5. In geval van schending van artikel 3 §1 van onderhavige samenwerkingsovereenkomst inzake de verplichting van de OPDRACHTGEVER om te voldoen aan artikel 16, §1 van het Milieuhandhavingsbesluit van 12 december, wordt onderhavige samenwerkingsovereenkomst van rechtswege éénzijdig verbroken ten nadele van de OPDRACHTGEVER. In geval van dergelijke éénzijdige verbreking is de OPDRACHTGEVER een bedrag gelijk aan de overeenkomstig artikel 6 berekende opdrachtprijs vermeerderd met alle kosten die ontstaan naar aanleiding van de verbreking verschuldigd aan HAVILAND.

 

Bovendien heeft HAVILAND te allen tijde recht op de betaling door de OPDRACHTGEVER van alle in het raam van deze opdracht gemaakte en geleden kosten en alle eventuele kosten welke zouden ontstaan naar aanleiding van de verbreking.

 

Artikel 6 :  BETALING VAN DE OPDRACHT

 

§1. De prijs van de opdracht welke aan de OPDRACHTGEVER gefactureerd wordt bestaat uit:

 

     De personeelskost, welke berekend wordt op basis van de arbeidsuren die door alle betrokken personeelsleden van HAVILAND worden gepresteerd naar aanleiding van of in uitvoering van de in artikel 1 vermelde opdracht.

 

Het toepasbare uurtarief (excl. BTW) voor de personeelsleden wordt daarbij door HAVILAND als volgt bepaald:

 

     verantwoordelijke/projectleider - 103,00 euro

     jurist - 111,00 euro

 

Dit uurloon is gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Aldus worden enkel de effectief gepresteerde uren aangerekend.

 

Op driemaandelijkse basis wordt door HAVILAND aan de OPDRACHTGEVER een detail van de geleverde uurprestaties en een factuur overgemaakt.

 

Waar nodig wordt de verantwoordelijke/projectleider ondersteund door een gespecialiseerde jurist. Voor zover deze noodzakelijke ondersteuning binnen de afwerking van een bepaald dossier de grens van 5 uur overschrijdt, vraagt de handhaver toestemming aan de OPDRACHTGEVER om op deze ondersteuning een beroep te doen.

 

     Andere kosten: voor prestaties welke uitgevoerd worden op een locatie buiten de kantoren van HAVILAND wordt een forfaitaire verplaatsingskost van 10,00 euro per aaneensluitende prestatie aangerekend. Alle andere kosten, zoals uitrustingskosten, enz... zijn begrepen in het uurtarief.

 

De OPDRACHTGEVER kan ten allen tijde een tussentijds overzicht vragen van de te factureren kosten.

 

De betalingstermijn bedraagt 30 dagen na factuurdatum.

 

De factuurvoorwaarden van HAVILAND zijn onverminderd van toepassing.

 

§2. Voor de prestaties welke moeten worden geleverd na 18.00 uur en vóór 07.30 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt het uurtarief met 50% verhoogd.

 

§3. De toekenning via in-house van voornoemde opdrachten aan HAVILAND heeft onder meer tot gevolg dat er in beginsel, en dit behoudens andersluidend standpunt van de BTW-administratie, op de door de eigen personeelsleden van HAVILAND geleverde prestaties geen BTW zal worden doorgerekend naar de OPDRACHTGEVER toe. Op alle andere prestaties en kosten blijft uiteraard wel BTW verschuldigd.

 

Artikel 7: WIJZIGING VAN HET VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST

 

§1. Partijen kunnen de aard en/of de omvang van de toegewezen opdracht in onderling overleg wijzigen vóór of tijdens de realisatie ervan.

 

§2. Telkens wanneer de OPDRACHTGEVER het voornemen heeft om een opdracht te wijzigen, deelt deze dit voornemen onverwijld mee aan HAVILAND. HAVILAND en de opdrachtgever overleggen vervolgens over de concrete, inhoudelijke aard, draagwijdte en gevolgen van de door te voeren wijzigingen.

 

§3. Op vraag van de OPDRACHTGEVER maakt HAVILAND desgevallend een bijkomend planproces en geraamde tijdsbesteding omtrent de voorgenomen wijzigingen.

 

§4. Na voormeld overleg beslist het bevoegde beslissingsorgaan van de opdrachtgever over de effectieve wijziging van de opdracht. De opdrachtgever bezorgt HAVILAND een kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de wijziging.

 

§5. In geval van wijziging wordt de aanvaarding van de wijziging geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van het bevoegde beslissingsorgaan van HAVILAND. Dit kan de aanvaarding van de wijziging steeds weigeren, in geval van schending van het Decreet Lokaal Bestuur, van de statuten van HAVILAND of van de overige bepalingen van onderhavige samenwerkingsovereenkomst voor zover daarvan niet conform art. 4, §2 is afgeweken. HAVILAND bezorgt de opdrachtgever kopie van de door haar bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit dienaangaande.

 

§6. De in artikel 6 vermelde principes omtrent de betaling van de opdrachten zijn onverkort van toepassing, zowel op het vóór de wijziging gerealiseerde deel als op het na de wijziging nog te realiseren deel van de opdracht.

 

Artikel 8: GESCHILLEN OMTRENT DE OVEREENKOMST

 

§1. De OPDRACHTGEVER zal HAVILAND vrijwaren voor alle financiële gevolgen van de eventuele aansprakelijkheid die HAVILAND ten opzichte van derden zou oplopen bij de realisatie van de opdracht. De OPDRACHTGEVER zal op eerste verzoek van HAVILAND vrijwillig tussenkomen in eventuele gerechtelijke of administratieve procedures die lastens HAVILAND zouden gevoerd worden in het lader van de uitvoering van de overeenkomst. Alle kosten die door HAVILAND gemaakt worden in het kader van geschillen omtrent de overeenkomst maken steeds deel uit van de in artikel 6 vermelde opdrachtprijs.

 

§2. Indien tussen HAVILAND en de OPDRACHTGEVER geschillen ontstaan over de uitvoering van de overeenkomst leveren zij – met inachtneming van de in artikel 4 vermelde principes – alle redelijke inspanningen om deze in der minne tot aanvaardbare oplossing te komen, rekening houdend met de wederzijdse gerechtvaardigde belangen.

 

§3. Voor zover ze niet minnelijk zouden kunnen geregeld worden, vallen alle geschillen met derden of met de OPDRACHTGEVER over de uitvoering van de overeenkomst onder de toepassing van het Belgisch recht en onder de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel.

 

 

Aldus opgemaakt te Zellik op datum van 22 december 2022 in twee exemplaren, waarvan iedere partij verklaart één exemplaar te hebben ontvangen.

 

 

Namens de OPDRACHTGEVER,   Namens HAVILAND,

 

 

 

 

 

Emma Van der Maelen Koenraad Muyldermans Jan Erkelbout Walter De Donder

Algemeen directeur     voorzitter gemeenteraad Ondervoorzitter Voorzitter

 

--------------------

 

Artikel 2. - Haviland Intercommunale wordt op de hoogte gebracht van deze beslissing.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentelijk aanvullend verkeersreglement: Hoogstraat - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 23 juni 2022 van de gemeenteraad houdende de snelheidszones - zone 30, zone 50, bebouwde kom

        het besluit van 2 april 2015 van de gemeenteraad, gemeentelijk aanvullend reglement Hoogstraat

 

Juridische gronden

        artikel 159, artikel 162 en artikel 190 van de Grondwet

        het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

        de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikel 119 en artikel 135, §2, 1°

        de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in het bijzonder artikel 10 en artikel 12

        het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (wegcode)

        het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

        het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens, in het bijzonder artikel 5 en artikel 7

        het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

        de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie / motivering

       de hierna voorziene maatregelen hebben betrekking op een openbare weg die wordt beheerd door de gemeente Roosdaal

        op advies van de dienst mobiliteit

        met akkoord van het Gemeentelijk Veiligheidsoverleg

        op voorstel van het college van burgemeester en schepenen

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1.

Het besluit van de gemeenteraad van 2 april 2015 betreffende de verkeerssignalisatie te Hoogstraat wordt opgeheven en vervangen door dit besluit

 

Artikel 2. - Voorrangsregeling

§1. Ter hoogte van de kruispunten van de Hoogstraat met de

- Zavelstraat

- Borrekets

- Bloemhofstraat

- Profetenstraat

- zijtak Hoogstraat (ter hoogte van het kruispunt met de Profetenstraat)

hebben bestuurders op de Hoogstraat voorrang.

 

§2. Deze maatregel wordt gesignaleerd met voorrangsborden B15 (Hoogstraat) en voorrangsborden B1 en haaientanden in de zijstraten.

 

§3. Ter hoogte van het kruispunt van de Hoogstraat met de Puttenberg/Ledebergstraat geldt de voorrang van rechts.

 

§4. Deze maatregel wordt gesignaleerd met verkeersborden B17.

 

Artikel 3. - Eenrichtingsverkeer zijtak

§1. In de zijtak van de Hoogstraat, ter hoogte van het kruispunt met de Profetenstraat, is het voor iedere bestuurder verboden te rijden in de richting van Ledeberg.

 

§2. Deze maatregel wordt gesignaleerd met verkeersborden C1 en F19.

 

Artikel 4. - Stilstaan en parkeren

§1. In de zijtak van de Hoogstraat, ter Hoogte van het kruispunt met de Profetenstraat, is het verboden stil te staan en te parkeren langs de zijde van de even huisnummers.

 

§2. Deze maatregel wordt gesignaleerd met verkeersborden E3.

 

§3. Aan de overzijde (kant oneven huisnummers) wordt een parkeerstrook ingericht.

 

§4. Deze maatregel wordt gesignaleerd met een witte doorlopende streep en aan het begin en einde van de strook een verdrijvingsvlak.

 

§5. In de Hoogstraat is het verboden te parkeren ter hoogte van de huisnummers:

- 5

- 9-11

- 13

- 15

- 17-19

- 31-33

- 62-66

 

§6. Deze maatregel wordt gesignaleerd met een gele onderbroken lijn aan de rand van de rijbaan.

 

§7. In de Hoogstraat, op het wegvak tussen de huisnummers 42 en 56, is het verplicht te parkeren op de berm aan de kant van de even huisnummers.

 

§8. Deze maatregel wordt gesignaleerd met verkeersborden E9e.

 

Artikel 5. - Middenasmarkering

§1. In de Hoogstraat, op het wegvak tussen de huisnummers

- 16 en 28

- 31 en 33

is het voor iedere bestuurder verboden de onderbroken streep te overschrijden, behalve om in te halen (indien de plaatsgesteldheid het toelaat), om links af te slaan, om te keren of om van rijstrook te veranderen.

 

§2. Deze maatregel wordt gesignaleerd met een witte onderbroken middenlijn.

 

Artikel 6. - Afslagverbod +5t

 

§1. In de Hoogstraat, ter hoogte van het kruispunt met de Puttenberg, in de richting van de Puttenberg, is het voor iedere bestuurder van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan 5 ton, verboden om rechts af te slaan (naar Puttenberg).

 

§2. Deze maatregel wordt gesignaleerd met verbodsbord C31b en onderbord "+5t"

 

Artikel 7. - Bijgevoegd plan verduidelijkt de signalisatie vermeld in bovenvermelde artikels.

 

Artikel 8.

De verkeerstekens waarvan sprake in dit reglement zullen worden geplaatst conform het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.

 

Artikel 9.

Dit reglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website.

Het treedt in werking door het aanbrengen van de vermelde verkeerstekens.

 

Artikel 10.

        Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal samen met het bijhorend plan gepubliceerd worden op de website van de gemeente.

        Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal worden ingediend op het loket lokaal bestuur (https://loket.lokaalbestuur.vlaanderen.be).

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

RioPact: takenpakket 2023 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 30 mei 2008 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de overeenkomst met Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, thans De Watergroep voor de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel in de ruime zin van het woord in zoverre het eigendom is of wordt van de gemeente Roosdaal

 

Argumentatie / motivering

        het voorstel van het takenpakket en financiële raming 2023 van 5 december 2022 en bedrage van 381.040,00 euro, opgemaakt door RioPact omvattende:

 

        Studie en adviezen       94.627,00 euro

        Beheren van riooldatabank        7.577,00 euro

        Interne prestaties - 48u aan 95,35 euro/u     4.577,00 euro

        Externe kosten        3.000,00 euro

        KLIP-aanvragen            389,00 euro

        Vast servicetarief per jaar - 1 jaar

     aan 389,00 euro/jaar

        Gegevenspartner voor AWIS          389,00 euro

        Vast servicetarief per jaar - 1 jaar

     aan 389,00 euro/jaar

        Opmaak van Hemelwaterplan     44.814,00 euro

        Interne prestaties - 470u aan 95,35 euro/u   44.814,00 euro

        Externe kosten

        Beheer en opmaak investeringsportfolio      1.621,00 euro

    (opmaak GIP-fiches)

        Interne prestaties - 17u aan 95,35 euro/u     1.621,00 euro

        Camera-inspectie riolen en analyse (ROSI)   10.000,00 euro

        Interne prestaties: ruiming, camera-inspectie,

     analyse camerabeelden en voorstel

     maatregelen

        Externe kosten: onderaannemer en

     dienstverlener

        Opmaak en beheer Assetmanagement (ROSI)  15.000,00 euro

        Interne prestaties     

        Externe kosten: dienstverlener

        Hydraulisch advies         4.291,00 euro

        Interne prestaties - 45u aan 95,35 euro/u     4.291,00 euro

        Externe kosten

        Afkoppelingsadviezen en keuringen privéwater-

 afvoer          10.547,00 euro

        Interne prestaties - 90u aan 95,35 euro/u    8.582,00 euro

        Externe kosten

        Keuring privéwaterafvoer: 15 aan

 131,00 euro/stuk       1.965,00 euro

 

        Beheer infrastructuur      39.713,00 euro

        Beheer van het rioolstelsel, 2DWA-systemen,   pompstations en hydraulische structuren                                7.281,00 euro

        Interne prestaties - 30u aan 76,03 euro/u    2.281,00 euro

        Externe kosten        5.000,00 euro

        Beheer van IBA’s         6.027,00 euro

        Interne prestaties - aan 82,08 euro/u     6.027,00 euro

        Externe kosten

        Vervangingen en herstellingen PS       3.943,00 euro

        Interne prestaties - 41u aan 95,35 euro/u     3.943,00 euro

        Externe kosten

        Onvoorziene falen van infrastructuur

        Camera-inspectie riolen en analyse     10.000,00 euro

        Interne prestaties: ruiming en inspectie

        Interne prestaties: analyse camera-beelden en voorstel maatregelen

        Externe kosten

        Interventies en bouwkundige herstellingswerken   12.462,00 euro

        Interne prestaties - 30u aan 82,08 euro/u     2.462,00 euro

        Externe kosten      10.000,00 euro

 

        Projecten en aansluitingen      239.032,00 euro

        Huisaansluitingen      75.000,00 euro

        Interne prestaties

        Externe kosten

        Projectmanagement investeringsprojecten   153.262,00 euro

        Interne prestaties projectmanagement

 333u aan 95,35 euro/u      31.752,00 euro

        Interne prestaties werftoezicht     16.334,00 euro

        Interne prestaties grondverwerving      1.673,00 euro

        Interne prestaties afkoppelingsadvies1.261u

 aan 82,08 euro/u    103.503,00 euro

        Interne prestaties werfcommunicatie

        Interne prestaties burgerparticipatie

        Externe kosten

        ROO3021 (Hunselberg), ROO3020 (Ramerstraat), ROO3019 (Weverstraat) en ROO3024 (Gasthuisstraat)

        Plaatsen en in dienst stellen IBA's    10.770,00 euro

        Interne prestaties aan 82,08 euro/u

        Externe kosten

        Aantal: 1

 

        Flankerende services       7.668,00 euro

        Beleidsondersteuning  (opmaak/beheer

    financieel plan)        7.608,00 euro

        Contactcenter ten dienste van burger          60,00 euro

        Interne prestaties aan 95,35 euro/u          60,00 euro

 

        dit voorstel takenpakket bevat voor alle vermelde services een raming van de uurlonen en externe kosten

        de afrekening van de geleverde prestaties zal maandelijks aan de gemeente gefactureerd worden volgens de reëel gepresteerde uren en de reële externe facturen

        de service-uurtarieven zijn de tarieven van 2022 en worden geïndexeerd in januari 2023

        tevens zal er een herziening zijn van de service uurtarieven begin januari 2023

        de vermelde ramingen zijn exclusief BTW

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0310 - beheer van regen- en afvalwater, in het exploitatiebudget voor wat betreft studie, adviezen en beheer infrastructuur, en in het investeringsbudget voor wat betreft projecten en aansluitingen.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - Het voorstel van het takenpakket en financiële raming 2023 van 5 december 2022 ten bedrage van 381.040,00 euro opgemaakt door RioPact, wordt goedgekeurd en omvat:

        Studie en adviezen        94.627,00 euro

        Beheren van riooldatabank         7.577,00 euro

        Interne prestaties - 48u aan 95,35 euro/u      4.577,00 euro

        Externe kosten 3.000,00 euro

        KLIP-aanvragen             389,00 euro

        Vast servicetarief per jaar - 1 jaar

    aan 389,00 euro/jaar

        Gegevenspartner voor AWIS           389,00 euro

        Vast servicetarief per jaar - 1 jaar

    aan 389,00 euro/jaar

        Opmaak van Hemelwaterplan      44.814,00 euro

        Interne prestaties - 470u aan 95,35 euro/u    44.814,00 euro

        Externe kosten

        Beheer en opmaak investeringsportfolio       1.621,00 euro

   (opmaak GIP-fiches)

        Interne prestaties - 17u aan 95,35 euro/u      1.621,00 euro

        Camera-inspectie riolen en analyse (ROSI)    10.000,00 euro

        Interne prestaties: ruiming, camera-inspectie,

    analyse camerabeelden en voorstel maatregelen

        Externe kosten: onderaannemer en dienstverlener

        Opmaak en beheer Assetmanagement (ROSI)    15.000,00 euro

        Interne prestaties

        Externe kosten: dienstverlener

        Hydraulisch advies          4.291,00 euro

        Interne prestaties - 45u aan 95,35 euro/u      4.291,00 euro

        Externe kosten

        Afkoppelingsadviezen en keuringen privéwaterafvoer   10.547,00 euro

        Interne prestaties - 90u aan 95,35 euro/u      8.582,00 euro

        Externe kosten

        Keuring privéwaterafvoer: 15 aan 131,00 euro/stuk     1.965,00 euro

        Beheer infrastructuur        39.713,00 euro

        Beheer van het rioolstelsel, 2DWA-systemen,    pompstations en hydraulische structuren                                7.281,00 euro

        Interne prestaties - 30u aan 76,03 euro/u      2.281,00 euro

        Externe kosten         5.000,00 euro

        Beheer van IBA’s          6.027,00 euro

        Interne prestaties - aan 82,08 euro/u      6.027,00 euro

        Externe kosten

        Vervangingen en herstellingen PS        3.943,00 euro

        Interne prestaties - 41u aan 95,35 euro/u      3.943,00 euro

        Externe kosten

        Onvoorziene falen van infrastructuur

        Camera-inspectie riolen en analyse      10.000,00 euro

        Interne prestaties: ruiming en inspectie

        Interne prestaties: analyse camera-beelden en voorstel maatregelen

        Externe kosten

        Interventies en bouwkundige herstellingswerken    12.462,00 euro

        Interne prestaties - 30u aan 82,08 euro/u      2.462,00 euro

        Externe kosten       10.000,00 euro

        Projecten en aansluitingen               239.032,00 euro

        Huisaansluitingen         75.000,00 euro

        Interne prestaties

        Externe kosten

        Projectmanagement investeringsprojecten    153.262,00 euro

        Interne prestaties projectmanagement 333u aan 95,35 euro/u                                      31.752,00 euro

        Interne prestaties werftoezicht      16.334,00 euro

        Interne prestaties grondverwerving        1.673,00 euro

        Interne prestaties afkoppelingsadvies 1.261u aan 82,08 euro/u                                    103.503,00 euro

        Interne prestaties werfcommunicatie

        Interne prestaties burgerparticipatie

        Externe kosten

        ROO3021 (Hunselberg), ROO3020 (Ramerstraat),   ROO3019 (Weverstraat) en ROO3024 (Gasthuisstraat)

        Plaatsen en in dienst stellen IBA's      10.770,00 euro

        Interne prestaties aan 82,08 euro/u

        Externe kosten

        Aantal: 1

        Flankerende services         7.668,00 euro

        Beleidsondersteuning (opmaak/beheer financieel plan)     7.608,00 euro

        Contactcenter ten dienste van burger            60,00 euro

        Interne prestaties aan 95,35 euro/u            60,00 euro

 

        dit voorstel takenpakket bevat voor alle vermelde services een raming van de uurlonen en externe kosten

        de afrekening van de geleverde prestaties zal maandelijks aan de gemeente gefactureerd worden volgens de reëel gepresteerde uren en de reële externe facturen

        de service-uurtarieven zijn de tarieven van 2022 en worden geïndexeerd in januari 2023

        tevens zal er een herziening zijn van de service uurtarieven begin januari 2023

        de vermelde ramingen zijn exclusief BTW

 

Artikel 2. - De Volgende instanties worden digitaal van dit besluit in kennis gesteld:

        De Watergroep (afdeling RioPact), Herbert Hooverplein 23 te 3000 Leuven;

        Aquafin nv, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Sportkampen: Gemeentelijk reglement voor toelagen voor deelname aan sportkampen door Roosdaalse kinderen - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van de gemeenteraad van 29 april 2010 waarin het gemeentelijk subsidiereglement voor sportkampen werd goedgekeurd

 

Argumentatie / motivering

        het bestaande subsidiereglement voor sportkampen dateert uit 2010. Verschillende zaken hierin zijn niet meer van toepassing of niet meer helemaal correct (bv. ondergrens leeftijd sportkampen is in de praktijk meestal 2,5 jaar,...). Daarom is het wenselijk om een aangepaste versie van het reglement goed te keuren

        er wordt voorgesteld om voortaan enkel toelages toe te kennen aan gezinnen en niet langer aan sportverenigingen en de Roosdaalse Sportraad vzw wanneer zij sportkampen organiseren. De laatste jaren werden geen aanvragen meer ingediend door sportverenigingen

 

Adviezen

        het positief advies van 29 november 2022 van de algemene vergadering van de Roosdaalse Sportraad vzw

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan. De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0740-00 Sportsector- en verenigingsondersteuning, actie GBB-GEM Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling Gemeente.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Enig artikel - Het gemeentelijk reglement voor toelagen voor deelname aan sportkampen door Roosdaalse kinderen wordt als volgt goedgekeurd:

 

------------

 

Artikel 1. - Binnen de perken van het begrotingskrediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting door de gemeenteraad, kunnen er toelagen worden toegekend door het college van burgemeester en schepenen na advies van Roosdaalse Sportraad vzw.

 

Artikel 2. – Er kunnen toelagen aangevraagd worden voor deelname van Roosdaalse kinderen aan: 

  1. Sportkampen die openstaan voor alle Roosdaalse kinderen van 2,5 tot en met 18 jaar, minimum drie dagen duren en ingericht zijn door Roosdaalse Sportraad vzw in samenwerking met de gemeente Roosdaal;
  2. Sportkampen die openstaan voor alle Roosdaalse kinderen van 2,5 tot en met 18 jaar, minimum drie dagen duren en ingericht zijn door erkende Roosdaalse sportverenigingen;
  3. Sportkampen die openstaan voor alle Roosdaalse kinderen van 2,5 tot en met 18 jaar, minimum drie dagen duren en ingericht zijn door een private instelling die erkend is als “opvanginitiatief”.

 

Artikel 3.De betoelaging per deelnemer zal ieder jaar door de gemeenteraad vastgesteld worden.

Per Roosdaalse deelnemer van 2,5 tot en met 18 jaar kunnen jaarlijks maximaal 5 toelagen worden toegekend.  

 

Artikel 4. – De aanvraagprocedure:

Voor elke Roosdaalse deelnemer van 2,5 tot en met 18 jaar aan een sportkamp moet een aanvraag tot toelage ingediend worden via het daartoe bestemde formulier.

 

Bij het aanvraagformulier wordt een kopie van een betalingsbewijs van de inschrijving of een bewijs van deelname (bv. inschrijvingsformulier, fiscaal attest,…) voor het sportkamp gevoegd.

 

Het formulier wordt volledig en correct ingevuld en wordt ten laatste op de laatste dag van september tegen ontvangstbewijs afgegeven op de dienst welzijn en vrije tijd van het gemeentehuis, per post opgestuurd naar de dienst welzijn en vrije tijd, Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal of via e-mail naar sport@roosdaal.be. De volgende documenten gelden respectievelijk als bewijs: de datum- of poststempel op het aanvraagformulier. Deze deelnemer krijgt, na goedkeuring, individueel een toelage.

 

Een werkingsjaar = de periode van 1 september van een bepaald jaar tot 31 augustus van het daarop volgende jaar.

 

Artikel 5. – Indien blijkt dat er onjuiste gegevens worden verstrekt, wordt de toelage geheel of gedeeltelijk geweigerd.

 

Artikel 6. – Het college van burgemeester en schepenen kent de toelagen toe, na advies van Roosdaalse Sportraad vzw. De beslissingen van het college van burgemeester en schepenen moeten gemotiveerd zijn.

 

Artikel 7. – Dit reglement kan worden geëvalueerd door de Roosdaalse Sportraad vzw en aanpassingen aan het reglement worden aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd.

 

Artikel 8. – Indien er zich problemen of betwistingen voordoen die niet voorzien zijn in dit reglement, dan zullen deze geregeld worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Het college van burgemeester en schepenen kan uitzonderingen op de toepassing van het reglement toestaan.

 

Dit reglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en treedt in werking de dag na de bekendmaking.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Gemeentelijk inwonerszwemmen: retributiereglement voor het gemeentelijk inwonerszwemmen in het zwembad van MPC Sint-Franciscus - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2009 waarin het retributiereglement op het gebruik van het zwembad van het begeleidingscentrum MPC Sint-Franciscus werd goedgekeurd

        het besluit van van het college van burgemeester en schepenen van 18 juli 2022 waarin de huur van het zwembad van MPC Sint-Franciscus voor het schoolzwemmen en het gemeentelijk zwemmen tijdens schooljaar 2022-2023 aan een tarief van 106,58 euro per uur werd goedgekeurd

        het inwonerszwemmen vindt plaats op maandagen van 18u30 tot 21u30 en op zondagen van 8u30 tot 12u30

 

Juridische gronden

        het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie / motivering

        er wordt voorgesteld om de tarieven voor het inwonerszwemmen te verhogen, aangezien het vorige retributiereglement nog dateert uit 2009 en de kostprijs voor de huur van het zwembad van MPC Sint-Franciscus sindsdien aanzienlijk verhoogd is en de aanstelling van een redder via Sportwerk Vlaanderen ook jaarlijks duurder wordt

        aangezien er veel niet-Roosdaalse inwoners de weg vinden naar het inwonerszwemmen en we hiervan nog een toename verwachten (bv. tijdens de sluiting voor de verbouwing van het zwembad van Ninove), kan het wenselijk zijn om ook een tarief te voorzien voor niet-inwoners

 

Adviezen

        het positief advies van 29 november 2022 de algemene vergadering van de Roosdaalse Sportraad vzw

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voorzien in het meerjarenplan.

De kredieten zijn opgenomen onder beleidsveld 0742 sportinfrastructuur - actie 5.6.3 Roosdaal organiseert laagdrempelige activiteiten om elke inwoner te bereiken,al dan niet ism derden. De geraamde ontvangst bedraagt 7.000 euro per jaar.

 

BESLUIT:

12 stemmen ja: Wim Goossens (CD&V), Johan Van Lierde (CD&V), Emmanuel de Béthune (CD&V), An Van den Spiegel (CD&V), Rudy Bracquez (CD&V), Christiane Bert (CD&V), Tom De Koster (CD&V), Jan Van Den Bosch (CD&V), Marc Devits (Groen), Eline De Vos (Groen), Jo Timmermans (CD&V) en Koenraad Muyldermans (CD&V).
1 stem tegen: Annick Borloo (Onafhankelijk).
7 onthoudingen: Linda Van den Eede (N-VA), Kristof Cooreman (N-VA), Linda Van Huylenbroeck (N-VA), Wendy Godaert (N-VA), Dirk Evenepoel (Roosdaal-Anders), Jean Timmermans (Onafhankelijk) en Peggy Bulterijs (Onafhankelijk).
 

Artikel 1. - De toegangsprijzen voor het gemeentelijk inwonerszwemmen in het zwembad van MPC Sint-Franciscus worden als volgt vastgesteld:

 

 

Inwoner

Niet-inwoner

Baby's/peuters

(t.e.m. 3 jaar)

gratis

gratis

Kinderen

(4 t.e.m. 12 jaar)

2,00 euro

2,50 euro

Volwassenen en jongeren

(vanaf 13 jaar)

3,00 euro

4,00 euro

Jongeren met SNS-pas

2,00 euro

3,00 euro

Houders van een begeleiderspas Vlaams-Brabant

gratis

gratis

Tienbeurtenkaart kinderen

(4 t.e.m. 12 jaar)

12,50 euro

20,00 euro

Tienbeurtenkaart volwassenen en jongeren (vanaf 13 jaar)

23,00 euro

30,00 euro

 

Artikel 2. - De verkoop van tickets voor één beurt en abonnementen gebeurt aan de kassa van het zwembad tijdens het inwonerszwemmen op maandagen van 18u30 tot 21u30 en op zondagen van 8u30 tot 12u30, waar zowel cash betaling als betaling via het online systeem payconiq betaling mogelijk zijn. De kassa wordt bemand door een door de gemeente aangestelde vrijwilliger. Abonnementen kunnen ook aangekocht op de financiële dienst van de gemeente.

 

Artikel 3. - De reeds aangekochte abonnementen kunnen verder gebruikt worden zolang deze nog ongebruikte beurten bevatten.

 

Artikel 4. - Dit retributiereglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en treedt in werking vanaf 1 januari 2023.

 

Artikel 5. - De besluiten van de gemeenteraad van 26 maart 2009 houdende goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van het zwembad van MPC Sint-Franciscus, en van 28 maart 2019 houdende goedkeuring van het retributiereglement op het gemeentelijk zwemmen binnen het aanbod van de SNS-pas worden, met ingang van 1 januari 2023, opgeheven.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Fietsdeelsysteem Pajotse Toerismepunten: bestek, raming ten bedrage 205.700,00 euro (inclusief 21% BTW), wijze van gunnen, optreden als aankoopcentrale voor deelnemende besturen inzake overheidsopdracht fietsdeelsysteem - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        het besluit van 10 februari 2020 van het college van burgemeester en schepenen betreffende de goedkeuring van het aanstellen van een consultant voor de indiening van de subsidieaanvraag in het kader van het project toerismepunten aan de heer Erik Dedobbeleer, Lampstraat 5a te 1500 Halle

        het besluit van 23 april 2020 van de gemeenteraad betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Roosdaal en de gemeenten Gooik, Galmaarden, Pepingen, Herne en Lennik voor het project "Pajotse Toerismepunten" binnen PDPO III Maatregel Leader Pajottenland+ waarbij de gemeente Roosdaal handelt als promotor van het project en de deelnemende gemeenten als copromotor

        de brief van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) van 29 september 2020 houdende de goedkeuring van de subsidieaanvraag voor dit project 'Pajotse Toerismepunten'

        het besluit van 04 januari 2021 van het college van burgemeester en schepenen betreffende de goedkeuring aan de verderzetting van de opdracht van consultant de heer Erik Dedobbeleer, in uitvoering van het project ‘Pajotse Toerismepunten’ zoals voorzien in de aanstelling, m.n. voor een prestatie van maximum 100 uren voor de eerste opstart van het project met de voorziene partners vanaf 1 oktober 2022

        het besluit van 29 maart 2021 van het college van burgemeester en schepenen betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “Aanstellen van een consultant voor de uitwerking van het project toerismepunten” aan Scelta Mobility, Hubert Frère-Orbanlaan 91 te 9000 Gent

        de oproep van de Vlaamse Landmaatschappij houdende de uitnodiging om in te tekenen op extra vrijgekomen middelen (vrijval) door stopgezette projecten

        de brief van de gemeente Roosdaal van 22 april 2022 houdende de aanvraag van extra middelen op basis van de vrijval van middelen bij de VLM en de aanvraag tot verlenging van het project met zes maanden

        de brief van de Vlaamse Landmaatschappij van 20 juni 2022 houdende de goedkeuring van de extra middelen via vrijval en de verlenging van het project tot 30 juni 2023

        de brief van 15 november 2022 van de gemeente Roosdaal houdende de vraag tot verlenging van het project tot 30 juni 2024 omwille van grote vertragingen door de grondstofproblemen doorheen het project

         in het kader van de opdracht “Fietsdeelsysteem Pajotse Toerismepunten” werd een bestek met nr. 2022024 opgesteld door de aankoopdienst in samenwerking met de cultuurbeleidscoördinator, de aankoopdienst van de gemeente Gooik, gemeente Herne en Scelta Mobility

        het eindverslag van Scelta Mobility van de marktverkenning deelfietssystemen

 

Juridische gronden

        de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

         de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. BTW bereikt de drempel van 215.000,00 euro niet), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43

         het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

         het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

         de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

         het Bestuursdecreet van 7 december 2018

         het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

         het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

 

Argumentatie / motivering

        de aanbesteding voor een fietsdeelsysteem op basis van leasing of huur kwam als meest realistische optie uit het eindverslag van de marktverkenning van Scelta Mobility

        het gaat over de huur van 24 e-bikes (4 per deelnemende gemeente) met deelsysteem waarbij de aanbieder moet instaan voor de volledige ontzorging om zo een minimale bijkomende belasting van de gemeenten te bekomen

        er is een verplichte eigendomsoverdracht nodig op het einde van de huur volgens de richtlijnen van de Vlaamse Landmaatschappij waardoor dit eveneens werd opgenomen in het bestek

        de opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 60 maanden

         er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking

         het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden

        Lokaal Bestuur Roosdaal treedt op als aankoopcentrale voor Gemeente Gooik, Gemeente Herne, Gemeente Galmaarden, Gemeente Pepingen en Gemeente Lennik bij de gunning van de opdracht

        het bestek en de overheidsopdracht werd besproken en goedgekeurd binnen de maandelijkse stuurgroep van de Pajotse Toerismepunten, waarin een vertegenwoordiging is van alle deelnemende gemeenten

 

 

Financiële weerslag / visum

De financiële weerslag van dit besluit werd voor wat betreft de opstart voorzien in het meerjarenplan voor het jaar 2023 en 2024.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 205.700,00 euro (inclusief 21% BTW). De ontvangst hieraan gekoppeld via de subsidie van de Vlaamse Landmaatschappij bedraagt 65% of 133.705,00 euro.

Deze uitgaven en inkomsten zijn te verrekenen onder beleidsveld 0520 - toerisme - onthaal en promotie - actie 5.6.10 "We promoten de toeristische troeven van Roosdaal".

Deels in het jaar 2023 (65%) en deels in het jaar 2024 (35%).

 

Na de opstart en vanaf de effectieve start van de huur zal de facturatie voor een zesde gefactureerd worden aan elke deelnemende gemeente en dit gedurende 60 maanden. Deze exploitatieuitgaven zijn nog niet voorzien in het meerjarenplan.

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. -Het bestek met nr. 2022024 en de raming voor de opdracht “Fietsdeelsysteem Pajotse Toerismepunten”, opgesteld door de aankoopdienst in samenwerking met de cultuurbeleidscoördinator, de aankoopdienst van de gemeente Gooik, gemeente Herne en Scelta Mobility worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 205.700,00 euro (inclusief 21% BTW).

 

Artikel 2. -Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3. -In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal Lokaal Bestuur Roosdaal optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze overheidsopdrachten of raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten plaatst die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald : Gemeente Gooik, Gemeente Herne, Gemeente Galmaarden, Gemeente Pepingen en Gemeente Lennik.

 

Artikel 4. -De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023
Punt bijlagen/links CBS_Gemeente Roosdaal_10-02-2020_aanstellen consultant gunning .pdf Download
2022-11-13 - Pajotse Toerismepunten - Brief VLM vraag verlenging.pdf Download
ProjectAanvraag na aanpassing 30-06-2022.pdf Download
Brief VLM 20-06-2022 - Extra middelen vanuit vrijval en verlenging.pdf Download
Brief gemeente Roosdaal m.b.t. vrijval financiële middelen.pdf Download
221025_EINDVerslag marktverkenning deelfietssystemen_Scelta Mobility.pdf Download
GR_Gemeente Roosdaal_23-04-2020_Bekrachtiging samenwerkingsovereenkomst Toerismepunten .pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 22 december 2022

 

Huis van het Kind: Opportuniteitsadvies kinderopvang - goedkeuring procedure en beoordelingscriteria

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

        een opportuniteitsadvies moet vanaf 1 januari 2022 verplicht worden aangevraagd door een organisator van kinderopvang bij de opstart van een nieuwe groepsopvang, de verhuis van een bestaande locatie binnen de gemeente en bij de uitbreiding van een bestaande locatie vanaf 9 plaatsen

        het lokaal bestuur moet een procedure vastleggen over de manier waarop het dit advies zal opstellen. Het lokaal bestuur gebruikt hiervoor vooraf bepaalde criteria en motiveert waarom het deze gebruikt. Deze criteria moeten transparant, objectief en relevant zijn om de opportuniteit te beoordelen van een nieuwe locatie of uitbreiding in de gemeente

        over de opmaak van de procedure en criteria moet het lokaal bestuur het Lokaal Overleg Kinderopvang raadplegen voor advies

        het opportuniteitsadvies is niet bindend voor de organisator of het Agentschap Opgroeien, maar bedoeld om een dialoog te creëren tussen de organisator en het lokaal bestuur

        het Agentschap Opgroeien stelt een model formulier ter beschikking voor de aanvraag van het opportuniteitsadvies aan een lokaal bestuur

 

Juridische gronden

        het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters van 22 november 2013, artikel 2, 3° en artikel 13

        het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters, art. 8 1f, art. 9, 3°C, art. 10 1 b, art. 12 4/1 en art. 52

        het Besluit van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang, art. 7

        het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021 tot wijziging van de regelgeving over de voorwaarden en procedure in het kader van de toekenning van een vergunning of subsidie aan een organisator van kinderopvang en buitenschoolse opvangen over voorwaarden voor het lokaal bestuur in het kader van het lokaal beleid kinderopvang

        decreet Lokaal Bestuur, art. 40, paragraaf 2 en 3

 

Adviezen

        het positief advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang van 17 november 2022

 

BESLUIT:

Met éénparigheid van stemmen.
 

 

Artikel 1. - De gemeenteraad keurt het gemeentereglement Opportuniteitsadvies kinderopvang als volgt goed:

 

------------

 

Opportuniteitsadvies kinderopvang

 

Inhoud

Opportuniteitsadvies kinderopvang.............................................1

Inleiding..................................................................2

Voorwaarden..............................................................3

Procedure................................................................3

Adviesaanvraag............................................................3

Kennismakingsgesprek......................................................3

Opportuniteitsadvies........................................................3

Hoorrecht.................................................................3

Beoordelingscriteria.........................................................3

Inleiding

Het lokaal bestuur heeft een aantal belangrijke opdrachten in het kader van kinderopvang. Deze opdrachten moeten ertoe bijdragen dat er binnen de gemeente voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang is, en op een goede manier gespreid is over de gemeente.

Het lokaal bestuur krijgt bijvoorbeeld een adviesrol toegeschreven van de Vlaamse overheid in het kader van een uitbreidingsronde in de kinderopvang, maar ook bij een vergunningsaanvraag.

Zo zal het lokaal bestuur advies geven over de opportuniteit van de opvang én de organisator moet dit advies toevoegen bij de aanvraag vergunning (bij Opgroeien). Bovendien moet de organisator in de vergunningsaanvraag ook aangeven hoe hij met opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur zal omgaan.

Het opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur moet een organisator er dus toe aanzetten om na tedenken en voldoende informatie in te winnen over het feit of het opportuun is om een kinderopvang op te richten op de voorgestelde locatie.

Zo ontstaat er, reeds voor de start van een nieuwe opvanglocatie, een dialoog tussen de organisator en het lokaal bestuur en krijgt de organisator inzicht in welke mate het lokaal bestuur eventuele problemen en kansen ziet voor de organisator, rekening houdend met de lokale context en de stedenbouwkundige situatie.

Het opportuniteitsadvies is niet bindend voor de organisator, noch voor het Agentschap Opgroeien, maar ondersteunend bedoeld.

Een organisator moet een opportuniteitsadvies aanvragen voor:

        De start van een groepsopvang (niet voor gezinsopvang)

        De verhuis van een bestaande locatie binnen de gemeente

        De uitbreiding van een bestaande locatie vanaf 9 plaatsen

 

Deze procedure en beoordelingscriteria werden ter advies voorgelegd aan het Lokaal Overleg Kinderopvang Roosdaal op 17/11/2022, en goedgekeurd door de gemeenteraad op 22/12/2022.


Voorwaarden

De volgende voorwaarden zijn van toepassing voor de aanvraag van een opportuniteitsadvies:

        De vermoedelijke startdatum is gekend

        Het adres is gekend

Is dit niet het geval, dat kan het lokaal bestuur enkel een gewoon advies geven.

 

Procedure

Adviesaanvraag

De organisator kinderopvang stelt zijn adviesaanvraag schriftelijk via het Huis van het Kind Roosdaal. Dat kan via mail naar huisvanhetkind@roosdaal.be of per briefwisseling naar Huis van het Kind, Kerkstraat 4, 1761 Roosdaal. De organisator krijgt hiervan een ontvangstbevestiging per mail.

Kennismakingsgesprek

Na de adviesaanvraag wordt er een kennismakingsgesprek ingepland met een medewerker en/of schepen bevoegd voor kinderopvang. Tijdens dit gesprek wordt nagegaan wat de motivatie is van de organisator om op de gekozen locatie een kinderopvanginitiatief te openen of uit te breiden. Ook wordt er gepolst naar de ervaring, visie en het plan van aanpak van de organisator. De beoordelingscriteria worden samen doorgenomen.

Opportuniteitsadvies

Het lokaal bestuur maakt een opportuniteitsadvies op en bezorgt het schriftelijke advies binnen de 30 dagen na de adviesaanvraag aan de organisator. De organisator voegt dit toe aan zijn vergunningsaanvraag t.a.v. het Agentschap Opgroeien en geeft hierin ook aan hoe hij met opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur zal omgaan.

Het opportuniteitsadvies wordt ter kennisname op het Lokaal Overleg Kinderopvang gebracht.

Hoorrecht

Er is een hoorrecht voor de organisator om opmerkingen te formuleren bij het uitgebracht advies. Dit bestaat uit een gesprek met een medewerker en/of schepen bevoegd voor kinderopvang. De organisator heeft 30 dagen de tijd om te reageren op het advies van het lokaal bestuur.

Beoordelingscriteria

Het lokaal bestuur Roosdaal houdt rekening met de volgende drie criteria bij het opstellen van het opportuniteitsadvies:

  1. Er heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden met een medewerker van het lokaal bestuur of schepen bevoegd voor Kinderopvang.

 

Motivering: Het creëren van dialoog tussen de gemeente en de organisator reeds voor de start; de organisator inzicht geven in mogelijke problemen en kansen, de lokale context en de stedenbouwkundige situatie.

 

  1. De organisator heeft stedenbouwkundige inlichtingen gevraagd bij de dienst ruimtelijke ordening. Deze inlichtingen tonen aan dat:
    1. Het pand geschikt is
    2. De functie kinderopvang is er toegelaten

Motivering: Een pand waar kinderopvang in georganiseerd zal worden, moet voldoen aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften en goede ruimtelijke ordening. De functie van kinderopvang moet toegelaten zijn op de gekozen locatie.

Opgelet: het opportuniteitsadvies vervangt niet de nodige stedenbouwkundige vergunningen.

  1. De organisator gaat akkoord om deel te nemen aan het Lokaal Overleg Kinderopvang Roosdaal en verleent zijn medewerking aan het Lokaal Loket Kinderopvang. 

 

Motivering: Het is belangrijk dat alle organisatoren van kinderopvang in Roosdaal betrokken zijn bij het Lokaal Overleg Kinderopvang. Op deze manier kan er een gedragen visie ontwikkeld of uitgevoerd worden.

De bijdrage van ieder kinderopvanginitiatief aan het Lokaal Loket Kinderopvang is essentieel om zo correct en volledig mogelijk gegevens te verzamelen betreffende de kinderopvang in Roosdaal.

 

------------

 

Artikel 2. - De gemeenteraad delegeert de toepassing van dit reglement aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3. - Het gemeentereglement Opportuniteitsadvies kinderopvang en het aanvraagformulier zullen gepubliceerd worden op de gemeentelijke website.

 

 

Publicatiedatum: 14/02/2023